|
Volgens de website van broeder M.G. van der Hoeven (zie: Klik hier link), heeft ds. Arend Kot dit jaar in Loosduinen gepreekt over Johannes 21:15-17, waarin het gaat over de geestelijke en ambtelijke herstelling van Petrus. Ik begrijp niet dat broeder Van der Hoeven de mening van ds. Kot zo klakkeloos en publiek overneemt, want ds. Kot dwaalt zeer.
Bij de eerste twee vragen van Christus aan Petrus of hij Hem liefhad, gebruikt de Heere Jezus het Griekse woord "agapaoo", hetgeen liefhebben betekent, maar in de derde vraagstelling gebruikt Christus voor liefhebben het Griekse woord "phileo", hetgeen door Petrus ook gebruikt wordt bij de beantwoording op de drie keer gestelde vraag van Christus "Hebt gij Mij lief?"
Volgens ds. Kot worden de woorden agapaoo en phileo door vele dominees verkeerd uitgelegd, en de dwaling bestaat volgens Kot hierin dat het woord agapaoo een hogere Goddelijke liefde betekent en het woord phileo zou dan een liefde zijn van een lager niveau. Dat is een dwaling, zegt Kot, want beide woorden zijn synoniemen en betekenen hetzelfde en worden in de Schrift in het kader van liefhebben onderling gebruikt, zonder dat daarin van een verschillende betekenis sprake is.
Laten we maar direct met de deur in huis vallen; ds. Arend Kot slaat de plank volledig mis! Let wel: dat agapaoo een hogere Goddelijke liefde zou zijn en phileo een lagere liefde, is volstrekte onzin, want agapaoo en phileo worden o.a. ook beiden gebruikt in het kader van de Vaderlijke liefde tot de Zoon en andersom.
Laat dit duidelijk zijn: Agapaoo is geen liefde van een hogere orde en phileo is geen liefde van een lagere orde. Maar de woorden agapaoo en phileo hebben wel degelijk een verschillende betekenis, hetgeen ds. Kot ontkent, en dat stelde hij vast op grond van het feit dat beide woorden door elkaar worden gebruikt in de Heilige Schrift. Volgens Kot is de dwaling in de wereld gekomen, "omdat dominees elkaar overschrijven!" Oei, oei, dat is een schrijnende waarheid, maar Arend zelf onderscheid niet als een arend, maar als een wetgeleerde die de plank misslaat.
Dat agapaoo en phileo door elkaar worden gebruikt in Gods Woord is waar, maar niet willekeurig, en niet zodanig alsof er geen betekenisverschil zit tussen beide woorden.
Wat is de betekenis van agapaoo? Agapaoo is "liefhebben", in de zin van een onvoorwaardelijke liefde, die niet ontleend wordt aan het voorwerp der liefde. Het is een vrijwillige onafhankelijke liefde, zoals God de Zijnen liefheeft met een eeuwige liefde en zoals de barmhartige Samaritaan de stervende man met agapaoo-liefde bejegend. Agapaoo is liefde om niet; zonder iets weder te verwachten van degenen die geliefd worden. Je helpt je naaste in nood, vanuit agapaoo-liefde, omdat je als Christen schuldig bent je naaste lief te hebben, dus zonder aanneming des persoons. Agapaoo is dus liefhebben zonder aanneming des persoons.
Wat is de betekenis van phileo? Phileo betekent ook liefhebben, "houden van", en staat in het kader van wederzijdse liefde, zoals vrienden, broeders en zusters, man en vrouw, elkaar liefhebben. Bijv. David en Jonathan hadden elkaar lief in het kader van phileo-liefde. Petrus gebruikt in zijn beantwoording van de vragen die Jezus hem stelt, het woord phileo voor liefhebben. "Heere, Gij weet dat ik U liefheb" - "Heere, Gij weet alle dingen, gij weet dat ik U liefheb." Feitelijk zegt Petrus: "Heere, Gij weet dat ik U liefheb, omdat Gij mij eerst heeft liefgehad!" Petrus spreekt in het kader van de wederzijdse liefde tussen Christus en hem. Liefhebben, zowel agapaoo als phileo, worden veelvuldig gebruikt in de heilige Schrift, maar agapaoo veelmeer dan phileo.
Agapaoo is liefhebben zondermeer, maar phileo wordt ALTIJD gebruikt in het kader van wederzijdse liefde. Wat heel belangrijk is: phileo wordt NOOIT gebruikt om je vijanden lief te hebben, omdat je vijanden je NIET liefhebben, geen wederzijdse liefde hebben, maar je haten. Christus zegt tot Zijn Kerk: "Hebt u vijanden lief", maar NOOIT met phileo, maar met agapaoo. Je kunt als kind van God je vijanden niet liefhebben met phileo, want dat zou betekenen dat je vijanden dezelfde liefde en dezelfde genegenheden hebben als een kind van God, hetgeen volstrekt niet het geval is.
Nog eens: Petrus spreekt in het kader van de wederzijdse liefde van Christus tot hem en zijn liefde tot Christus. Tweemaal vraagt Christus Petrus of hij Hem liefheeft met agapaoo, en bij de derde vraag vraagt Christus aan Petrus of hij Hem liefheeft met phileo. Phileo-liefhebben is dus veel breder dan agapaoo, want phileo komt van twee kanten. De derde vraag van Christus aan Petrus luidt dus feitelijk: "Hebt gij Mij lief, omdat Ik uw Vriend ben?"
Feitelijk stelt Christus bij Zijn derde vraag de liefde van Petrus tot Hem discutabel, bij wijze van beproeving, in betrekking tot de verloochening van Petrus van zijn Meester. Dan breekt het hart van Petrus, omdat hij weet en herinnerd wordt aan het feit dat hij gezondigd heeft tegen de liefde jegens zijn liefste Vriend. Immers, een Vriend heeft TE ALLEN tijd lief. Dat kon Petrus feitelijk niet meer zeggen, omdat hij zijn liefste Vriend verloochend had, maar als oudste Broeder is Christus een Vriend Die te allen tijd liefheeft, wat zuiver bleek uit de liefdesogen waarmee de Heere Jezus Petrus aankeek toen Petrus zijn liefste Vriend driemaal verloochend had in de zaal van Kajafas. Gods ware volk zal dit met een "amen-ja-amen" bevestigen vanuit het Woord en de praktijk der bevinding.
Toch belijdt Petrus aan de zee van Tiberias tot drie keer toe -met een beroep op de liefde van Christus jegens hem- dat hij de Heere Jezus liefheeft, niet met zijn liefde, maar met de liefde van Christus. De liefde van Christus drong hem tot wederliefde. Phileo is dus gemeenschapsliefde, zowel in natuurlijk opzicht (met name binnen het huwelijk) als in geestelijk opzicht, tussen Christus en Zijn Bruidskerk.
Ds. Kot dwaalt dus zeer als hij stelt dat er geen betekenisverschil zit tussen agapaoo-liefhebben en phileo-liefhebben. Het verschil komt DUIDELIJK openbaar bij de geestelijke en ambtelijke herstelling van Petrus aan de zee van Tiberias, zowel in de vraagstelling van Christus als in de beantwoording van Petrus. En uit meerdere plaatsen in de Schrift is dat betekenisverschil te bewijzen (o.a. Joh. 16;27 - 1 Kor. 16:22).
Tenslotte: Ook meent ds. Kot in genoemde preek op grond van Mattheus 26:33, dat Petrus zich hoger achtte dan de andere discipelen, maar ook dat heeft geen grond, want in Mattheus 26:35 staat duidelijk dat ook de andere discipelen net zo hoog van zichzelf dachten als Petrus: "Petrus zeide tot Hem: Al moest ik ook met U sterven, zo zal ik U geenszins verloochenen! Desgelijks zeiden ook al de discipelen."
GPPB.
|
|