DE WORTEL VAN DE EMBRYO-FILOSOFIE VAN DR. A. COMRIE LIGT NIET BIJ COMRIE, MAAR IN DE ZONDEVAL EN IS REEDS ZO'N 6000 JAAR OUD. HET BESTRIJDEN VAN DE EMBRYO-FILOSOFIE VAN COMRIE MOET DERHALVE VERDER GAAN DAN EEN REEDS LANG ACHTERHAALDE SYMPTOOMBESTRIJDING...
------------------------------------------------------------
|
|
De strijd omtrent de embryoleer van dr. A. Comrie op het kerkelijke erf lijkt zich te verhevigen. Voor- en tegenstanders laten zich gelden. De voorstanders van de genoemde embryoleer -met name uit de Afscheiding- beroepen zich op het houten been van Comrie, zoals ook de (refo)evangelischen zich beroepen op het houten been van Spurgeon en die misbruiken tot hun eigen verderf. (Spurgeon drukt zich soms arminiaans uit, maar was beslist geen arminiaan). Zo beroept de Afscheiding zich op het houten been van Comrie tot haar eigen ondergang, want de dwaling van Comrie is niet bijkomstig, maar fundamenteel en de filosofische wortel van deze comriaanse dwaalleer is niet bij Comrie begonnen, maar in het paradijs! Comrie heeft als theoloog ook Schriftuurlijke dingen geleerd en we hebben ook bewezen dat hij zichzelf vierkant tegenspreekt, dwars tegen zijn embryoleer in. Comrie zegt in een voorrede van een boek van Thomas Shepard o.a. "Alle blijdschap die niet voortvloeit uit het aannemen en omhelzen van de Persoon des Middelaars is vals." Dat is bepaald geen embryo-filosofie, maar van die ds. Comrie moeten de afgescheiden embryo-proponenten van dr. Comrie niets, maar dan ook niets hebben!
Ds. Kort wordt krachtens zijn anti-embryo-publicatie door sommige kerkelijke concurrenten verdacht gemaakt, maar die laster heeft ondergetekende al jaren over zich heen gekregen, immers een kind-knecht is niet meerder dan zijn Meester. De Saambinder en allerlei kerkelijke bladen, refoforums en van dat soort snit, worden aangewend om d.m.v van allerhande laster de boeken en de website-'perkamenten' van ondergetekende in discrediet te stellen en te mijden als de pest, omdat er anders allerlei heilige huisjes omver gaan. Vanwege het feit dat men tegen de leer van Christus niets kan inbrengen, beginnen vele refo-papegaaien een strijd tegen de persoon, enerzijds om zelf een naam te maken, en anderzijds barsten vele belijders en leiders vijandig in tegen de afsnijdende bevrijdende leer van het Evangelie des kruises, omdat zij door de leer van Christus en de noodzakelijke geloofsbevinding ervan, hun ingebeelde bekering in rook zien opgaan! De Christenvervolging binnen de refogelederen is derhalve al jaren in volle gang en ik zou aan ds. Kort willen zeggen: welkom in de strijd!
Degenen die de embryoleer van Comrie aanhangen en met de leer van Christus vereenzelvigen, dwalen in alles! Comrie's houten been is ontleend aan de filosofie van Aristoteles, waaruit de embryoleer is ontwikkeld; overigens met goede bedoelingen, maar wel totaal onbijbels, zoals dat op deze website talloze malen vanuit de Schrift is bewezen. Ook ds. A. Kort is in het geweer gekomen tegen genoemde comriaanse dwaalleer, een ketterij die ook zijn eigen kerkverband betreft. Hoewel ik het boek van ds. Kort zelf niet gelezen heb -is ook niet perse nodig- gaat men voorbij aan de wortel der dwaling, aangezien de dwaling van Comrie al zo'n 6000 jaar oud is, een ketterij die zich steeds blijkt te herhalen in een ander jasje. De veronderstelde wedergeboorteleer van Abraham Kuyper sluit nauw aan op de embryoleer van Comrie. Ook de comriaanse blauwdrukleer van ds. G.H. Kersten -waarop heel de Afscheiding is gebouwd- is daar een vruchtgevolg van.
Bekend is onderhand wel dat dominees uit de rechtzinnige flank der Afscheiding, met name ds. A. Moerkerken (GG), ds. J.M.D. de Heer (GG) en ds. J. Roos (GGinN), zich met hand en tand verzetten tegen de leer der Reformatie, door het houten embryo-been van Comrie met allerhande ongenuanceerde retoriek staande te willen houden. Het moet dan ook onomwonden gezegd worden dat degenen die onder het motto "Comrie onder vuur", de embryoleer van Comrie als zijnde Schriftuurlijk trachten te kerstenen, een vleselijke en Godevijandige(!) strijd voeren, aangezien de veronderstelde embryoleer van Comrie contra de leer van Christus is.
De voorstanders van de embryoleer van Comrie ontzeggen de kleinen in Christus het daadwerkelijke ware geloof en dat is juist tot ergernis van de kleinen die daadwerkelijk in Christus geloven (Matth. 18:6). Genoemde proponenten van de embryoleer van Comrie doen zichzelf een molensteen om de hals en dezulken mogen -figuurlijk gezegd- zich wel een snorkel aanschaffen om in de diepte der zee nog een tijdje te kunnen overleven, naar het getuigenis van Christus (Matth. 18:6). Bovendien is de embryoleer van Comrie al zo'n 6000 jaar achterhaald. In dit bestek hopen we daar nog wel op terug te komen.
Dominees die het houten embryo-been van Comrie met scholastieke lariekoek willen vereeuwigen, werpen Christus overboord, aangezien die comriaanse dwaalleer haaks staat op de leer van Christus. Gods Woord leert uitdrukkelijk, dat wie niet in de leer van Christus blijft God niet heeft. Voorstanders van de comriaanse embryoleer zeggen derhalve veelmeer van zichzelf dan van Comrie. Dezulken mogen hun eigen staat voor God nog weleens nakijken, aangezien de embryoleer van Comrie in flagrante strijd is met het begin van het geestelijke leven en derhalve in strijd is met de leer en de geloofsbevinding van de rechtvaardiging van de goddeloze, de leer waarmee de Kerk staat of valt.
De vraag kan dan ook terecht gesteld worden of degenen die het houten been van Comrie met de moed der wanhoop verdedigen, zelf ooit wel als een goddeloze gerechtvaardigd zijn. Hun spraak maakt hen openbaar dat ze het niet zijn, anders zouden zij niet te vuur en te zwaard de misgeboorteleer van Comrie publiek verdedigen. Degenen die als een goddeloze gerechtvaardigd zijn, strijden niet onder het motto "Comrie onder vuur", maar onder de banier van Koning Jezus en wensen niets anders te weten dan Jezus Christus en Dien gekruisigd.
In het verleden zijn er bekeerde afgescheiden predikanten geweest die ook de embryoleer van Comrie aanhingen, (o.a. ds. Joh. van der Poel en ds. Lamain), maar zelf wel geloofskennis hadden aan de rechtvaardiging van de goddeloze, en die ook min of meer noodzakelijk stelden om zalig te worden. Bij nader onderzoek is echter gebleken dat zelfs meer dan 80% van de preken van ds. Van der Poel -en die van ds. Lamain- niet Schriftuurlijk zijn en doorzeefd zijn met de genoemde veronderstelde schijngeboorteleer en de daaruit voortkomende toeleidende-weg-bevinding, die de toets van het "in Christus zijn door het geloof" niet kan doorstaan.
Als we staan in de Geest en voor de herontdekte leer der Reformatie, dan mogen we toch aannemen dat we er ook voor staan dat de Kerk steeds weer gereformeerd moet worden. In dat licht moeten we ook afstand nemen van het gros deformatie-preken van predikanten als ds. Van der Poel en Lamain. Je kunt niet het ene aanhangen en tegelijk datgene aan de hand houden dat totaal afbreuk doet aan een doorgaande Reformatie. De Afscheiding heeft zich niet alleen van de Kerk der Reformatie afgescheiden, maar in haar geheel ook afgescheiden van 'Ecclesia reformata et reformanda', d.i. de Kerk die gereformeerd is en gereformeerd moet worden. Men wenst echter massaal vast te houden aan het afgescheiden kerkhuis op zand gebouwd, terwijl dat huis vanaf het begin koers gezet heeft richting Rome, omdat het kwa kerk- en leerstellingen op drijfzand is gebouwd.
DE STRIJD TEGEN DE EMBRYOLEER VAN COMRIE BUITEN DE WORTEL DER ZAAK OM, IS SLECHTS SYMPTOOMBESTRIJDING, AANGEZIEN DE FILOSOFISCHE WORTEL VAN GENOEMDE EMBRYOLEER NIET BIJ COMRIE BEGONNEN IS, MAAR BIJ DE VERONDERSTELDE LEER DES DUIVELS IN HET PARADIJS, WAARDOOR DE MENS MOED- EN VRIJWILLIG VAN GOD IS AFGEVALLEN, DE DUIVEL IS TOEGEVALLEN EN DOODGEVALLEN IS IN ZONDE EN MISDADEN.
In de staat der rechtheid heeft de duivel de mens een strik gespannen met een veronderstelde dwaalleer Gode evengelijk te kunnen worden, door de vrucht van de verboden boom te eten, kennende het goed en het kwaad. De mens is in die filosofisch gespannen strik des duivels moed- en vrijwillig gevallen; uit Gods Beeld gevallen, uit Gods gerechtigheid gevallen, de duivel toegevallen en die geslagen breuk probeert de gevallen godsdienstige mens al 6000 jaar te dichten met de veronderstelde onheilsleer van de duivel in leer en leven. Die filosofische wortel van de embryoleer heeft Comrie niet verzonnen, die heeft Kuyper en Kersten niet verzonnen, die heeft Steenblok niet verzonnen, nee, als u dat denkt, loopt u 6000 jaar achter de feiten aan. Met zijn veronderstelde onheilsleer heeft de duivel de mens weten te verleiden, en de formule daarvan kunt u vinden in Genesis 3:5: "Maar God weet, dat, ten dage als gij daarvan eet, zo zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad."
De duivel deed dus voorkomen alsof de mens als God zou kunnen worden door zijn veronderstelde leer te geloven en de daad bij het woord te voegen, in het eten van de verboden vrucht. Niet Aristoteles, niet Comrie, maar de duivel is de eerste geweest die de filosofie in de wereld gebracht heeft. Als de mens in zijn filosofie zou geloven, de daad bij het woord voegende, dan zou het resultaat volgens de duivel ongelooflijk zijn, namelijk dat de mens Gode evengelijk zou zijn, kennende het goed en het kwaad. De strik waarmee de duivel de mens tot zondigen heeft verleid, berust op een loutere filosofische veronderstelling. De duivel kwam niet met feiten, nee, hij kwam met de arglistige veronderstelling dat de mens Gode evengelijk kon worden door het proefgebod te overtreden. Adam en Eva zijn moed- en vrijwillig in die strik des duivels gevallen, en wij met hen. In dat kader staat ook de embryofilosofie van Comrie.
Het is dus de veronderstelde leer des duivels geweest waarin de eerste Adam geloof hechtte en om die reden van God afgevallen is en heel het mensdom met hem, terwijl de veronderstelde leer van de duivel HAAKS stond op hetgeen God de mens geboden had in Genesis 2:17. Zo is het ook met de veronderstelde embryoleer van Comrie, die HAAKS staat op de bijbelse leer van de wedergeboorte, aangezien de bijbelse wedergeboorte begint met de zaligmakende openbaring van Christus aan de ziel -door Woord en Geest- tot rechtvaardigmaking, tot vergeving der zonde en tot daadwerkelijk geloof in Christus.
In het licht van de zondeval is het dus niet zo moeilijk te verstaan dat hele kerkdenominaties op de veronderstelde embryoleer van Comrie en zijn wijlen volgelingen, Kuyper, Kersten en Steenblok drijven, aangezien de breuk die wij in Genesis 3 geslagen hebben, een repeterende breuk is, een breuk waarin ook het filosofische been van Comrie geworteld is. Dat geldt ook voor zijn huidige comriaanse navolgers, namelijk ds. Moerkerken, ds. De Heer, ds. J. Roos, en noem ze allemaal maar op. Niet verwonderlijk, want elke dwaalleer komt immers voort uit de zondeval, want als de mens niet gevallen was, waren er ook geen (comriaanse) dwalingen in deze wereld te vinden.
DE POLITIEK-NEUTRALE EMBRYO-SONG VAN DS. Tj. DE JONG
----------------------------------------------------
Ds. Kort schrijft boek over de wedergeboorte RD: 21-12-2012 21:32 | ds. Tj. de Jong
Bronlink: http://www.refdag.nl/boeken/recensies/ds_kort_schrijft_boek_over_de_wedergeboorte_1_701649
----------------------------------------------------
Ds. Tj. de Jong heeft gemeend een recensie in het RD te moeten schrijven op het boek van ds. A. Kort, maar het feit dat ds. De Jong in elke paragraaf in het bovengenoemde RD-artikel om de hete brij heen draait en zich van pure filosofie bedient, de kool en de geit sparend, had hij die recensie beter kunnen nalaten. Het is nota bene ds. Tj. de Jong die zich al recenserend positief heeft uitgelaten over de dwaalleer-boeken van ds. J. Roos (GGinN). Hoe kan ds. Tj. de Jong dan nu een waarheids-recensie schrijven over het boek van ds. Kort? Dat geldt ook voor competitie-publicisten die het boek van ds. Kort met afgodische aanbidding promoten, aangezien zij met dezelfde vaart allerhande deformatiepreken publiceren die haaks staan op de herontdekte leer van de Reformatie.
Het blijkt geen waarheids-recensie te zijn die ds. De Jong geschreven heeft, aangezien zijn artikel gekwalificeerd kan worden met de uitspraak van de profeet Elia tot het volk Israël: "Hoe lang hinkt gij op twee gedachten? Zo de HEERE God is, volgt Hem na, en zo baal god is, volgt hem na", 1 Kon. 18:21. Ds. De Jong hinkt van de ene filosofische uitspraak naar de andere.
Bovendien loopt ds. Tj. de Jong met zijn recensie achter de feiten aan, aangezien het boek van ds. A. Kort niet nieuw is wat de weerlegging van de embryoleer van Comrie betreft. Er mag en moet wel tegen gewaarschuwd worden, maar niet zodanig alsof ds. Kort een geheel nieuw onderwerp aankaart. In het verleden zijn er tal van godgeleerde predikanten geweest die zich tegen de filosofische scholastiek van de Nadere Reformatie op grond van de bijbelse theologie hebben afgezet. Ook de embryo-filosofie van Comrie staat in het scholastieke kader. Een theoloog als dr. Voetius heeft zich zwaar van scholastiek bediend en de eerlijkheid gebied te zeggen dat zelfs Calvijn zich er van bediende. Calvijn bediende zich zelfs van de artistoteliaanse filosofie, hoewel ten dele. Tegen deze comriaanse en kuyperiaanse dwaalleer zijn we in de jaren negentig al beginnen te schrijven, niet om het beter te weten, ook niet om overal bijvoorbaat tegen te zijn, maar omdat de Heere ons daartoe geroepen heeft en omdat de verwerpelijke dwaalleer van Comrie tot kerkleer van de GG, GGinN en deels de OGG is verheven.
De filosofische dwaalleer van Comrie moet dus gezien worden in het kader van de afwijking van de na-reformatie, die in de Nadere Reformatie is uitvergroot, met name door de scholastieke- en foederaal-theologen als Coccejus, dr. Voetius, dr. Witsius en vele anderen. Voetius leerde o.a. dat de onbekeerde uitverkorenen het zaad der wedergeboorte al deelachtig waren. Comrie heeft zijn filosofische afwijking dus van geen vreemden.
Om nog even terug te komen op de recensie van ds. Tj. de Jong, het volgende:
Enerzijds valt ds. De Jong zijn collega ds. Kort terecht bij in de afwijzing van de onbewuste inlijving in Christus, maar in het verdere van zijn betoog suggereert ds. De Jong toch weer een verbroedering tussen de comrianen en degenen die door het geloof de leer van Christus aanhangen, aangezien ds. De Jong meer dan de helft van zijn recensie aan filosofische veronderstellingen wijdt die met de zaak waar het om gaat niets van doen hebben. Men overtuige zichzelf door het lezen van het artikel van ds. De Jong. De veronderstellingen die De Jong maakt, onderbouwt hij niet met concrete toepassingen. Wie de embryo-dwaalleer van Comrie aanhangt doet dat nooit door het geloof, aangezien het onmogelijk is om een dwaling door het geloof te omhelzen.
Voorbeeld: "Er is ook veel theoretische en theologische strijd rond de betekenis van woorden en termen", aldus ds. De Jong.
Opzich helemaal waar, maar als recensie-uitspraken als deze zonder onderbouwde toepassing blijven, is het niets anders dan suggestieve praat die nergens over gaat en waar niemand iets mee kan. Opzich kunnen ze waar zijn, maar De Jong speculeert ongenuanceerd en daarmee maakt hij zijn verhaal ongeldig. Ds. De Jong houdt zich wat dat betreft veel te veel aan de oppervlakte. Om de kool en de geit te sparen? Om zichzelf in te dekken? De Heere weet het, maar de recensie van ds. De Jong is op zijn best gesproken een gemiste kans!
Onderstaand fragment van ds. De Jong is kenmerkend voor zijn algemeenheden in zijn recensie.
De Jong: "We moeten de verstandelijke leer, hoe belangrijk ook, en de genadestaat niet vereenzelvigen."
Dat moge gelden in zijn algemeenheid, maar het gaat lang niet altijd op wat ds. De Jong hier zegt. Voor predikanten als ds. Van der Poel en ds. Lamain, die ten aanzien van de wedergeboorte ook afweken, maar wel persoonlijk kennis hadden aan geloofsbevinding van de rechtvaardiging van de goddeloze, gaat hetgeen De Jong in het fragment zegt, wel op. Maar predikanten -zoals J. Roos (GGinN), ds. A. Moerkerken (GG), J.M.D. de Heer (GG), enz. die op een afgodische wijze en ten spijt van alle Schriftuurlijke weerleggingen, de comriaanse embryoleer publiek verdedigen, en in hun preken nauwelijks verder komen dan de habitus-ongelukkigen op de toeleidende weg, kunnen niet als broeders in Christus aangemerkt worden, aangezien zij met opgeheven hand de leer van Christus in discrediet stellen. Dr. Habitus en dr. Actus zijn allang uit de tijd, omdat zij nooit hebben bestaan. Ook al kennen de genoemde comriaanse proponenten wel genade, wat ik persoonlijk ten zeerste betwijfel, kunnen we met dezulken geen gemeenschap onderhouden, aangezien Paulus door de inspiratie des Geestes zelfs een engel uit de hemel onder de vloek zet, als die een andere leer zou leren die met de eniggeldende leer van Christus in strijd is (Gal. 1:8-9). Genoemde predikanten hangen niet door onbewuste onkunde, maar met opgeheven hand een fundamentele dwaling aan, ten spijt van alle Schriftuurlijke weerleggingen. Van dezulken heeft Gods ware volk zich te onttrekken. "Gaat uit van haar, Mijn volk..", Openb. 18:4.
Tenslotte willen we nog opmerken dat ds. De Jong de eniggeldende hermeneutiek van de Heilige Geest subtiel discutabel stelt met zijn -op zich ware- suggestieven die echter zonder onderbouwde toepassingen blijven.
Voorbeeld: "Wat zegt de Schrift? En wat denk ik dat de Schrift bedoelt, of wat ik de Schrift wil laten zeggen? Hoofd en hart verschillen nog wel eens. Ook in theologische begrippen en bedoelingen is er onderscheid tussen zijn en schijn, tussen hart en hoofd", aldus ds. De Jong.
Wat ds. De Jong dan wel verstaat onder de zin en mening des Geestes, blijft in zijn verhaal in de lucht hangen. Dat kan nooit de bedoeling van een recensie zijn, omdat de algemeenheden van ds. De Jong juist polarisatie in de hand werken en zelfs verkapte laster. Ds. De Jong had veeleer bijbels concreet moeten zijn met zijn suggestieven. Comrie was dat wel, zelfs in zijn dwalingen! Ds. De Jong doet bovendien voluit aan symptoombestrijding, aangezien ds. De Jong de zondeval-wortel van de comriaanse filosofische wedergeboorteleer helemaal niet ter sprake brengt in zijn betoog. Deze materie is toch veel te fundamenteel om die af te doen met suggestieve verhaaltjes. "Zeg concreet wat je bedoelt te zeggen", is ook op ds. De Jong van toepassing.
Ook de reacties van o.a. ds. J. Roos in "De Wachter Sions", op de weerleggingen van de comriaanse dwaalleer, is een bewijs van pure vijandschap tegen de leer en bevinding van de rechtvaardiging van de goddeloze.
Bronlink: http://www.refdag.nl/kerkplein/kerknieuws/publicatie_ds_kort_roept_veel_reactie_op_1_701402
Ds. J. Roos en zijn afgescheiden collega's leren voluit "de rechtvaardiging van de wedergeborene", een fundamentele dwaling die de val uitmaakt van de totaliteit van de Afscheiding. Het Godevijandige gehuilebalk van ds. J. Roos en zijn comriaanse medestanders roept veeleer de oordelen op en die zullen niet uitblijven, omdat men de leer van Christus met opgeheven hand verkracht. Het oordeel is reeds begonnen van het huis Gods en wat zal het einde daarvan zijn? Van een zachtmoedige houding jegens deze comriaanse proponenten kan geen sprake meer zijn, aangezien zij niet voor het gezag van het Woord wensen te bukken en de dwaalleer van Comrie boven de leer van Christus durven stellen. Dezulken moeten met de scherpte van het Woord de mond gestopt worden. Openbare bestraffing is in dit soort gevallen altijd nog beter dan verborgen liefde en overeenkomstig de Schrift, die leert dat degenen die publiek zondigen, bestraft moeten worden in tegenwoordigheid van allen (1 Tim. 5:20). "IJzer scherpt men met ijzer, alzo scherpt een man het aangezicht zijns naasten", Spr. 27:17.
Dat geldt ook ten aanzien van ds. De Jong, aangezien hij onkundige belijders vereenzelvigt met dit soort van profane comriaanse dwaal-proponenten die reeds diverse malen met het Woord van onze God weerlegd zijn, maar van het embryonale houten been van Comrie een kerkleer hebben gemaakt en die met opgeheven hand en tand verdedigen. Voor dezulken geldt: "Al stiet gij een dwaas in een mortier met een stamper, in het midden van het gestoten graan, zijn dwaasheid zou van hem niet afwijken", Spr. 27:22.
Laat de rechtzinnig sprekende ds. Tj. de Jong maar eens goed beseffen waar hij mee bezig is in het licht van zijn eigen kerkverband (HHK), die publieke homosodomie tolereert en de godslasterende dr. W. van Vlastuin de Christelijke ban niet bezorgd (Lees artikel: GODSLASTERAAR DR. W. VAN VLASTUIN)
Bronlink: http://www.derokendevlaswiek.com/2012_PERSzn_zg_VRAGENRUBRIEKGODSLASTERAAR_DRzo_Wzo_VAN_VLASTUIN_.html
Ds. Tj. de Jong en zijn HHK-collega's mogen terdege wel eens tot zichzelf inkeren, om hun zogenaamde zachtmoedige houding als zijnde 100% schijnheilig te bewenen, om vervolgens te gaan staan als herauten van Christus in de publieke breuken van land, volk en kerk!
Het comriaanse embryo-syndroom is ook geen kwestie van twee geoorloofde stromingen van Comrianen en Van-der-Groe-ianen, MAAR EEN KWESTIE VAN DOOD OF LEVEN! Volgens OGG-secretaris dhr. A.A. Klein kunnen de twee genoemde stromingen naast elkaar bestaan in het kerkverband van de OGG, maar die kerkstelling is het toppunt van valse verdraagzaamgheid, omdat het niet gaat over de embryoleer van Comrie of over de leer van Van der Groe, maar over de leer van belial, of over de eniggeldende leer van Christus! Het kerkverband van de OGG, waar ds. A. Kort ook deel van uitmaakt, kan dus twee heren dienen! Als het recht ligt, kan ds. A. Kort zich hier niet mee blijven vereenzelvigen. We zien de uitwerping van ds. A. Kort uit de OGG dan ook met meer dan gewone belangstelling tegemoet, om dan eindelijk buiten de legerplaats de smaadheid van Christus te gaan dragen en de uitgeworpen Kerk te bedienen met Woord en sacrament. De geestelijke vereniging van degenen die wettig en in Christus buiten de legerplaats verkeren, zou een begin kunnen zijn van een doorgaande Reformatie en een geestelijke ontwaking als van een wolkje als eens mans hand.
Geve de Heere nog genadig te zijn in het oordeel.
GPPB.
|
|