 |
|
|
GODEVIJANDIGE BOERENSTOMHEID VAN SGP-J (2)
| |
|
|
|
Inzender vraagt:
Ziende op het voorafgaande artikel "Godevijandige boerenstomheid van de SGP-J", trekt u fel van leer, maar gaat u dan niet voorbij aan het onderstaande Schriftgedeelte:
"En een dienstknecht des Heeren moet niet twisten, maar vriendelijk zijn jegens allen, bekwaam om te leren, en die de kwaden kan verdragen; met zachtmoedigheid onderwijzende degenen, die tegenstaan; of hun God te eniger tijd bekering gave tot erkentenis der waarheid; en zij wederom ontwaken mochten uit den strik des duivels, onder welken zij gevangen waren tot zijn wil", 2 Tim. 2:24-26.
Graag een toelichting.
vriendelijke groet, NN
----------------------------------
Geachte NN.,
U gaat voorbij aan het 23e vers, waarin de apostel leert dat twistvragen verworpen dienen te worden. In de verzen die u citeert, gaat het namelijk over het twisten in de zin van een woordenstrijd. Dat is zinloos, maar dat betekent niet dat de Waarheid van Gods Woord aan de willekeur van het naamchristendom mag worden overgegeven. Dat bedoelt Paulus absoluut niet te zeggen. Gods knechten hebben de dure roeping om in de bres te staan voor de waarheid van het Evangelie, zeker als die in het geding is. Bovendien, tijdens de grootste ketterijen in het verleden zijn de Belijdenissen der Kerk geboren.
Paulus heeft zelfs de veinzende Petrus wederstaan in zijn aangezicht (Gal. 2) met een niet mis te verstane bestraffing. De Heilige Geest leert namelijk ook bij monde van Paulus in 1 Timotheus 5:20: "Bestraf die zondigen in tegenwoordigheid van allen, opdat ook de anderen vreze mogen hebben." Daarvan is zelfs Gods volk niet uitgesloten als zij zich hebben laten betoveren, en als gevolg daarvan fundamenteel dwalen en de Waarheid vervalsen.
Belijders die veinzende dwalen en beter weten, moeten altijd scherpelijk bestraft worden, gelijk den apostel ook aan Titus beveelt, aangaande de Kretensen: "Een uit hen, zijnde hun eigen profeet, heeft gezegd: De Kretensen zijn altijd leugenachtig, kwade beesten, luie buiken. Deze getuigenis is waar. Daarom bestraf hen scherpelijk, opdat zij gezond mogen zijn in het geloof", Tit. 1:12-13.
Christus heeft Zelf de Sanhedristen afsnijdend de wacht aangezegd met zijn meervoudige wee, omdat zij de waarheid in ongerechtigheid ten onder hielden. Stefanus was daarin Zijn navolger (Hand. 7:51-54). Omtrent de waarheid van het Evangelie mag niet geschipperd worden en moeten ook refo-ketters na de eerste of tweede vermaning verworpen worden (Tit. 3:10). Petrus kreeg ook een scherpe bestraffing toen hij Christus van het lijden probeerde te weerhouden. "En Petrus, Hem tot zich genomen hebbende, begon Hem te bestraffen, zeggende: Heere, wees U genadig! dit zal U geenszins geschieden. Maar Hij, Zich omkerende, zeide tot Petrus: Ga weg achter Mij, satanas! gij zijt Mij een aanstoot, want gij verzint niet de dingen, die Gods zijn, maar die der mensen zijn", Matth. 16:22-23.
Anders is het als er nieuwelingen zijn die uit onkunde de waarheid tegenstaan, met hun gedrag of met woorden, die moeten met zachtmoedigheid worden vermaand, om hen voor Christus te winnen, zoals bijv. op het zendingsveld het geval kan zijn. We moeten altijd onderscheid maken tussen onkundige heidenen en/of nieuwelingen en belijders die beter weten. Christus heeft wat dat betreft ons een voorbeeld nagelaten, zowel t.a.v. de onkundigen, als t.a.v. de wetgeleerden en Schriftgeleerden, die Hij scherpelijk bestraft en zelfs de verdoemenis aangezegd heeft. "Gij slangen, gij adderengebroedsels! hoe zoudt gij de helse verdoemenis ontvlieden?" Matth. 23:33.
Er wordt in onze dagen wat dat betreft alom een valse christus gepredikt met een zachtmoedigheid van de duivel. Aan valse engelen des lichts hebben we geen gebrek in onze dagen, maar die valse Hananja's, die valse vredemakers (Jer. 6:14), die als vossen de wijngaard verderven, moeten met het Woord onzes Gods radicaal onschadelijk gemaakt worden, "al zouden hemel en aarde daardoor uit hun voegen raken" (Luther).
Degenen die de Schriften tegen elkaar uitspelen door de door u geciteerde teksten te isoleren van het geheel der Schrift, zijn dikwijls wolven in schaapsklederen. Dezulken komen altijd met een valse dekmantel der liefde en een sentiment waarbij de vrome reuzel uit hun broekspijpen loopt. Dezulken moeten als simon de tovenaars ontmaskerd en scherpelijk bestraft worden, omdat hun oogmerken opzettelijk vals zijn, zoals ik reeds gezegd heb in het vorige stuk.
Er staat meer in Gods Woord dan alleen 2 Tim. 2:24-26, en daarbij dienen we ook contextueel te lezen en te verstaan, Schrift met Schrift vergelijkende. Het Refodom is zwanger van een humanistische geest, een geest die HAAKS staat op de waarheid van het Evangelie. Die valse geest moet doorstoken worden met het zwaard des Woords, omdat men beter weet, maar de dwaling opzettelijk aanhangt en die koestert, ten spijt van de gedane weerleggingen. Dan nog hebben wij de strijd niet tegen vlees en bloed, maar genoemde vijandschap jegens de Waarheid heeft wel een kracht der dwaling tot gevolg als een rechtvaardig oordeel Gods. Dat oordeel is reeds van kracht op de afvallige SGP in het bijzonder en op de kerken in zijn algemeen.
Bedenk ook wat er staat geschreven van het Woord zelf in Hebreen 4:12: "Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel, en des geestes, en der samenvoegselen, en des mergs, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten." Wie hierin relativeert, doet dat tot zijn eigen verderf (2 Pet. 3:16).
met vriendelijke groet,
GPPB.
|
|
|
|
|
|