KOMEDIANTENHUIS VAN DR. C.A. VAN DER SLUIJS
HET KOMEDIANTENHUIS VAN DR. C.A. VAN DER SLUIJS  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Inzending 10-12-2012 over een RD-artikel van dr. C. A. van der Sluijs van 10-08-2012.

Vraag inzender: Is het artikel van dr. C. A. van der Sluijs "Reformatie ter discussie bij links en rechts" (10-08-2012), in overeenstemming met zijn PKN-lidmaatschap?

Antwoord: Al eerder is een soortgelijke vraag gesteld en beantwoord (zie volgende blokken), waaruit blijkt dat dr. Van der Sluijs vanwege zijn PKN-lidmaatschap geen recht en geen grond van spreken heeft; dat hij -ten spijt van zijn rechtzinnig betoog- er een arminiaanse heilstoe-eigening opna houdt en dat hij een semi-pelagiaanse heiligmaking leert. We zullen dat nogmaals met korte commentaren tussen zijn regels door aantonen. - GPPB.

-------------------------------------------------------

Dr. C. A. van der Sluijs: Reformatie ter discussie bij links en rechts
10-08-2012 12:21 | Klaas van der Zwaag

Bronlink:
http://www.refdag.nl/kerkplein/kerknieuws/dr_c_a_van_der_sluijs_reformatie_ter_discussie_bij_links_en_rechts_1_666280

RD-artikel: VEENENDAAL – Dr. C. A. van der Sluijs pleit voor kanselruil, en nog meer voor „kanselopening." „De gebroken kerk kan alleen van binnenuit genezen worden: eerst de inhoud dan de vorm!" Het belijden der Reformatie staat op het spel, zo stelt dr. C. A. van der Sluijs, door enerzijds een leerstellig en vormelijk orthodoxisme en anderzijds een evangelicalisme dat het karakter aanneemt van een nieuw doperdom. De hervormde emeritus predikant uit Veenendaal betoogt dit in zijn boek "Marginaal of gereformeerd", met als ondertitel "Over streven, sterven, werven en erven. Een gereformeerde satire".

GPPB.: Dr. C.A. van der Sluijs doet aan vervloekte zelfrechtvaardiging, aangezien het dr. C.A. van der Sluijs zelf is, die de Reformatie ter discussie heeft gesteld met een remonstrantse toe-eigeningsleer (Zie Klik hier link).
Met al zijn rechtzinnige refopraat behoort dr. C.A. van der Sluijs zelf voluit tot degenen die een schoon gelaat willen tonen naar het vlees (Gal. 6:12). Van der Sluijs dogmatiseert wel rechtzinnig over de leer der Reformatie, maar als het op de toepassing van de rechtvaardigmaking aankomt, zit hij er een lichtjaar naast. Ook ten aanzien van de leer der heiligmaking is Van der Sluijs een subtiele Pelagiaan. Het is namelijk dr. C.A. van der Sluijs die Gods volk een levenslang stervensproces toedicht ten aanzien van het sterven aan de wet. Enerzijds plaatst hij Gods ware volk weer onder de wet en anderzijds vereenzelvigt hij de oude mens met de nieuwe mens door Gods volk een stervende oude mens toe te dichten die nog nooit gestorven is. De Heilige Geest leert het bij monde van de apostel Paulus gans anders. Ten aanzien van de oude mens zegt Paulus niet dat hij stervende is, maar dat hij gestorven IS. "Ik BEN door de wet der wet gestorven", Gal. 2:19a. De grond van het gestorven zijn aan de wet geeft Paulus aan in Rom. 7:4: "Zo dan mijn broeders, gij ZIJT ook der wet gedood door het lichaam van Christus..."
We hebben de pelagiaanse dwaling van dr. Van der Sluijs in het verleden al uitvoerig bewezen en weerlegd (ZIE KLIK HIER LINK).
Bovendien heeft Van der Sluijs geen recht van spreken, aangezien hij ageert vanaf het verrotte fundament der valse PKN. Van der Sluijs maakt -net als al zijn PKN-collega's- deel uit van het geheel der valse PKN. Valse belijdenissen, valse leer, valse grond, homo-sodomie, enz. Daarbij is de PKN een verbond aangegaan met de Antichrist, Rome, door de instemming met de valse belijdenis, genaamd "The Joint Declaration of Justification", between Rome and the Lutheran World Federation. Kerkelijk is dus ook Van der Sluijs met handen en voeten geklonken aan de roomse Antichrist. En dan alle kansels open stellen voor dit soort van pelagianerij? Ik hoop dat dit te denken geeft!

Vervolg RD-artikel: Dr. Van der Sluijs reageert in zijn jongste publicatie op de problematiek van de afwezigheid van God, zoals dr. W. Dekker die aan de orde stelt in zijn boeken "Marginaal en missionair" en "Afwezigheid van God".

GPPB.: Ja, degenen die theoretiseren over God, benoemen de algehele kerkelijke afval met de pelagiaanse uitverkoopnaam "problematiek". Bovendien is het godslasterlijk te stellen dat God afwezig is, aangezien Hij alomtegenwoordig is door Zijn Geest. Ook degenen die de term 'godsverduistering' in de mond nemen, bedrijven godslastering. Niet God is verduisterd, maar de rationele godsdienstige mens met zijn godslasterlijke pretenties.

Vervolg RD-artikel: Volgens dr. Van der Sluijs slaat de secularisatie ook in reformatorische kring toe, zichtbaar in de vele „verborgen Franca Treurs." Hij stelt dat de ontkerstening van Nederland aan de kerk te wijten is, omdat deze geen zoutend zout meer is. De Veenendaalse emeritus roept op tot een terugkeer naar het belijden van de Reformatie, met zijn nadruk op de rechtvaardiging door het geloof, de nauwe band tussen Woord en Geest en de prediking als de bediening der verzoening.

GPPB.: Wat verstaat Van der Sluijs onder "reformatorische kring"? Sluit hij daar zijn sodomitisch kerkverband bij in? Dat heeft er alle schijn van, aangezien onder de vlag van ‘reformatorisch' allerlei refo-maffia-praktijken gekerstend worden. Of zijn diverse dominees soms zelf 'een levend lidmaat' van Refo-Anders? Vanwaar anders die doorlopende pogingen om allerlei kerkelijke ongerechtigheid te kerstenen met de naam reformatorisch? Het is waar, een kerk die de weg naar Sodom heeft ingeslagen en net als de vrouw van Lot in een zoutpilaar veranderd is, is geen zoutend zout en geen lichtend licht, maar de PKN is dat nooit geweest, netzomin de vrouw van Lot dat geweest is. Zij is in een zoutpilaar veranderd, en is de dode zee gelijk geworden. Dat is ook de defenitie van de sodomitische PKN. De gepensioneerde Van der Sluijs kan vanachter de geraniums wel rechtzinnige praat ten beste geven, maar zolang Van der Sluijs een valse kerk aanhangt die de leer en de praktijk van de rechtvaardiging van de goddeloosheid als grondslag heeft, is zijn rechtzinnige praat niet veel anders dan vloeken.

Vervolg RD-artikel: Het terrein van het reformatorisch kerkelijk leven wordt volgens dr. Van der Sluijs grotendeels beheerst door orthodoxisme en evangelicalisme. Met orthodoxisme doelt hij op een dode rechtzinnigheid en leerstelligheid, die zich zijns inziens uiten in een „voorspelbare prediking" en het steriel vastleggen van de werkingen van de Geest in vaste patronen. „Het houdt allerlei vormen vast zonder leven, als een platform in de algemene genade waarop de Geest zou moeten landen. Het lijkt heel wat, maar verspreidt de doodslucht van een lijk dat op den duur de algehele ontbinding en verdwijning nabij is. Het klinkt scherp, maar het is een verkapt arminianisme dat zich als rechtzinnig manifesteert. Niets minder dan de mijns inziens vervloekte derde weg in de gereformeerde gezindte, terwijl er toch maar twee wegen zijn."

GPPB.: Als Van der Sluijs zichzelf bedient van dode rechtzinnigheid, wat bezielt hem dan om de splinters uit het oog van anderen te halen en zijn eigen in-het-oog-lopende geteerde spoorbielzen te laten voor wat ze zijn? De ketterijen die Van der Sluijs zelf leert ten aanzien de toepassing van de heilsleer, zijn volbloed arminiaans en pelagiaans De derde weg die hij anderen verwijt, is namelijk de oprijlaan naar het kasteel van reus Wanhoop-Van der Sluijs. (Zie Klik hier link).

Vervolg RD-artikel: Ter linkerzijde, zo stelt de auteur [Van der Sluijs], maakt de kerk gebruik van "het zachtjes glijdend bootje van het vroegere doperdom." Hij doelt hiermee op de geestelijke ‘outfit' van vele evangelische bewegingen, in en buiten de kerk, met hun "geloofsactivisme en heiligingsdeterminisme." Het huidige Nederlandse evangelicalisme lijkt volgens dr. Van der Sluijs op een dopers vooruitgrijpen op de toekomst, en daarmee op een miskenning van Gods hand in de geschiedenis.

GPPB.: Van der Sluijs vergeet erbij te zeggen dat hij zelf in een kerkelijk schip verkeert waarvan de bodem al was doorgerot voordat dat PKN-schip te water werd gelaten. En op de voorplecht van dat bodemloze schip staat Van der Sluijs met een doctorale snorkel te theoretiseren over geloofsactivisme en determinisme, terwijl hij zich allang overboord had moeten laten werpen vanaf het plurale dek der PKN-schip, tenminste, als hij een ware Jona was geweest, maar het dus niet blijkt te zijn. Over doperse huichelarij gesproken!

Vervolg RD-artikel: Kenmerkend voor de leer van de Reformatie was een nauwe eenheid tussen Woord en Geest, aldus de predikant. In een groot deel van de reformatorische kerken in Nederland wordt volgens hem het Woord te veel losgemaakt van de Geest. „Het grote gevaar bestaat dan dat men de beloften van God verstandelijk aanneemt zonder het werk van de Geest. Het gevolg is een geesteloos activisme. En daarvoor ben ik niet minder beducht dan voor de lijdelijkheid."

GPPB.: Als er iemand is die de belofte Gods verstandelijk toepast zonder de Geest, is het dr. C.A. van der Sluijs in eigen persoon. Over geesteloos activisme gesproken! (Zie Klik hier link).

Vervolg RD-artikel: Evangelischen, aan de andere kant, leggen de nadruk op de Geest. Met alle mogelijke vormen van „geestdrijverij", zoals het opnieuw aandacht vragen voor de Geestesgaven, worden volgens dr. Van der Sluijs alleen de doodsheid en ingezonkenheid van veel gemeenteleven bevestigd. „Omdat we uitgaan van een ongelofelijke gearriveerdheid: we zijn in Christus en nu verder!"

GPPB.: Als Van der Sluijs anderen ‘ongelooflijke gearriveerdheid' verwijt, terwijl hij zelf niet meer is dan een studeerkamergeleerde, die vanachter de geraniums zijn mening ten beste geeft, zonder de valse PKN de vloekban aan te zeggen en te verlaten, dan hebben we hier te maken met een schoonschijnende godsdienst die zich van de ergernis van het kruis heeft ontdaan, opdat men niet vervolgd zou worden. Immers, alle PKN-predikanten hebben een knieval voor de duivel gemaakt in de ondertekening van het PKN-lidmaatschap, met inbegrip van de sodomitische kerkorde en de pluraliteit der valse leringen.

Vervolg RD-artikel: Het arminianisme maakt zich op grote schaal breed, schrijft de predikant, zowel bij links als bij rechts. Hij verwijst naar ontmoetings- en jongerendagen in evangelische stijl. „Opwekkingsliederen en nagebootst opwekkingsleven blijven niet zonder effect. Men beseft niet meer dat een en ander vaak op arminiaanse leest is geschoeid. Men kent de geschiedenis van de kerk niet meer. En wat niet weet wat niet deert. Hier en daar en overal rijzen "sing-ins" als paddenstoelen uit de grond. Zonder dat men het beseft, gaan ze functioneren als alternatieve kerkdiensten of evangelische gemeenten in wording."

GPPB.: Waartoe Van der Sluijs zelf behoort, bij links of bij rechts, geeft hij niet te kennen. Dat is ook niet nodig, aangezien degenen die de PKN rechtzinnigheid aansmeren, een onbedaarde lachlust (of huilbui) opwekken bij kleine kinderen.

Vervolg RD-artikel: In zijn boek benadrukt dr. Van der Sluijs de nauwe band tussen rechtvaardiging en heiliging. Op heel subtiele wijze worden deze twee echter weer uit elkaar gehaald, zoals destijds gebeurde bij Rome en het doperdom. „Dan gaat het om de beide fronten waarop de Reformatie streed. Fronten die vandaag weer uiterst actueel zijn. De rechtvaardiging is volgens Luther het leerstuk waarmee de kerk staat of valt. Ik vrees dat de kerk met rasse schreden wordt teruggevoerd in de slavernij van het diensthuis van de Wet."

GPPB.: Als er een predikant is die de rechtvaardiging en de heiliging uiteenrukt, is het Van der Sluijs zelf, met zijn volbloed roomse levenslange sterfproces der wet. Van het fundament waarmee de Kerk staat of valt is Van der Sluijs reeds afgevallen en nu probeert hij zijn slaafse processen-doctrine te verbergen onder de dekmantel van rechtzinnige praat.

Vervolg RD-artikel: De evangelische beweging hoeft volgens hem de Reformatie ook niet aan te vullen, want wat zij aan waardevols zou mogen hebben, is in de Reformatie allang gegeven en daar evenwichtig geïntegreerd. "Als gereformeerden kunnen wij niets leren van de evangelischen, maar we hebben samen opnieuw in de leer te gaan bij de Reformatie. Dit zou niets minder betekenen dan een hernieuwde Reformatie voor gereformeerden én evangelischen." Een terugkeer tot de grondnoties van de Reformatie mag echter niet op „de simpele en steriele wijze" gebeuren, schrijft hij.

GPPB.: Wat Van der Sluijs de evangelische beweging voorschrijft, mag hij gevoegelijk op zichzelf en op zijn eigen kerkverband toepassen, aangezien de PKN de Reformatie in geen enkel opzicht vertegenwoordigt, laat staan aanvult, maar totaal verraden heeft. Bij een hernieuwde Reformatie is er geen sprake meer van ‘gereformeerden' en ‘evangelischen', noch van een PKN, Afscheiding en/of herstelde brokstukken, aangezien de Heere Juda's steden zal herbouwen uit het STOF!

Vervolg RD-artikel: Dr. Van der Sluijs betreurt de versplintering van de kerk. De kerk van de Hervorming is opgesplitst in vele delen. Er is een zondige en schuldige gebrokenheid, maar die wordt erger zo gauw mensen een kerk gaan formeren. „Alle maakwerk leidt tot breekwerk", zo verwijst hij naar de scheuring binnen de Nederlandse Hervormde Kerk in 2004.

GPPB.: De krokodillentranen van Van der Sluijs over de versplintering der kerk mag hij zelf afdrogen, aangezien de PKN die verspintering gelegaliseerd en in een stroomversnelling gezet heeft. Het lachwekkende van de krokodillentranen van Van der Sluijs, is, dat hij de formatie van de volstrekt wetteloze PKN als het grootste kerkelijke breekwerk in Neerlands geschiedenis doodzwijgt.

Vervolg RD-artikel: De emeritus predikant heeft zijn twijfels bij een institutionele vorm van eenwording. „Waarschijnlijk heeft dit onbewust te maken met een vorm van compensatie vanuit een gemeenschappelijk onbewust kerkelijk schuldcomplex. Kerkelijke romantici vergeten doorgaans dat er nooit één reformatorische kerk in Nederland is geweest in de geestelijke zin van het woord. Vanaf het begin zijn er dwaalgeesten geweest en was er het verschil tussen de "rekkelijken" en de "preciesen"."

GPPB.: Van der Sluijs doet niets anders dan zichzelf rechtvaardigen, aangezien de PKN het toppunt is van een institutionele eenwording, die naadloos aansluit bij Rome. De affiniteit die Van der Sluijs legt tussen de Kerk der Reformatie met de stromingen van de "rekkelijken en de preciesen", slaat kant noch wal. De Kerk der Reformatie is niet gerelateerd aan kerkelijke stromingen, maar een planting Gods die gebouwd is op het fundament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus de uiterste Hoeksteen is. Die door God gegeven (en uitgerukte) Kerk der Reformatie vertegenwoordigde geen stromingen, maar was een afspiegeling van de Eén Heilige, Algemene Christelijke Kerk. De stromingen van de ‘rekkelijken en de preciesen' hebben zich reeds lang vermengd en maken nu deel uit van het schijnneutrale rekverband dat ‘de gereformeerde gezindte', heet, een beweging die wel massaal aanspraak maakt op de (Kerk der) Reformatie, terwijl alle refokerken de leer der Reformatie met de daad, gewaad en gepraat verloochenen. Daar komt bij dat de door God geplante Kerk der Reformatie onder de toelating Gods is uitgerukt door de formatie van de valse PKN.

Vervolg RD-artikel: Dr. Van der Sluijs gelooft dat het Woord van God in de bediening van de verzoening de ware kerk schept overal waar het op de rechte wijze bediend wordt. Zo is er herkenning over kerkmuren heen. Daarom pleit hij voor kanselruil, en nog meer voor „kanselopening." „De gebroken kerk kan alleen van binnenuit genezen worden: eerst de inhoud, dan de vorm! W. Dekker wijst er terecht op dat de kerkelijke marges in onze geseculariseerde samenleving smal zijn geworden. Maar ik vraag me af hoe gereformeerd deze marges zelf nog zijn."

GPPB.: Van de rechte wijze van Woordbediening is in de PKN op geen enkele wijze sprake, aangezien een kerk, die niet staat op het fundament van de apostelen en profeten en dus ook zonder de bijbelse tucht is, zichzelf van de bediening des Geestes heeft uitgesloten. De interkerkelijke kanselopening die Van der Sluijs promoot, is volledig in strijd met zijn pleidooi tot wederkeer naar de leer der Reformatie, aangezien het pelagiaanse virus dat de leer der Reformatie ondergraaft, middels scheepsladingen vol valse leringen door interkerkelijke kanselopening, de vrije loop gegeven wordt. Van der Sluijs is een grote komediant die met een rechtzinnig gezicht links en rechts aan de kant schuift en tegelijkertijd de kansels van de ‘rekkelijken' wenst open te stellen voor de ‘preciesen' en andersom. Kortom, Van der Sluijs pleit voor een valse oecumene, voor een huis dat bijvoorbaat tegen zichzelf verdeeld is, en dat verdeelde huis wil hij redden door een algemene kanselopening. Ik hoor de paus al schaterlachen over deze deformerende constructie. Van der Sluijs heeft met zijn ‘kanselopening' maar 1 doel voor ogen, namelijk, om zijn illegale PKN-lidmaatschap erdoorheen te sluizen en de in dienstbaarheid verkerende kerkherstelde broeders erin te luizen, om uiteindelijk een "samen-op-de-brede-weg-kerk" te formeren? Arm portie...!


(Zie ook volgende blokken)

PSEUDO-THEOLOOG, DR. C.A. VAN DER SLUIJS        
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte heer Burggraaf,

Ik vond via een internetlink op het Refoforum een vraag gesteld over het sterven aan de Wet, die ds. Van der Sluijs beantwoordt en u daarbij een zijdelingse trap geeft. Het leek me juist om u dit onder ogen te geven. Zelf vind ik die zijdelingse trap van ds. Van der Sluijs beneden alle peil, omdat hij in heel zijn antwoord niets bewijst waarin u volgens hem zou dwalen.

Hartelijke groet, dhr. K.

-----------------------------------------------------------------

Vraag op het RefoWeb:

Er is al eens eerder een vraag gesteld over de website De Rokende Vlaswiek van Burggraaf. Nu heb ik een vraag die mij behoorlijk bezighoudt. Het gaat niet om de persoon Burggraaf, maar om een inhoudelijke kwestie die ik opgedaan heb door het lezen op zijn website. Galaten 2:19 over het sterven aan de wet door de wet is volgens hem, als ik het goed lees, een kerntekst. Iemand die dit niet bevindelijk beleefd heeft in een punt des tijds, die heeft geen waar geloof. Die bedriegt zich voor de eeuwigheid. Is er bij deze tekst nu sprake van een speciale bevinding die aan het geloof vooraf gaat? Het lijkt ook wat anders te zijn dan de ervaring van de Vierschaar der Conciëntie, maar wat wordt nu precies bedoeld? En is het bijbels? Mischien kan ds. Van der Sluijs hier op antwoorden?

Antwoord:

Ernstige vraagsteller,

Ik probeer zo goed en kort mogelijk je vraag te beantwoorden. Probleem is dat niet-theologen een hoop verwarring kunnen stichten. Theologen kunnen dit trouwens ook wel. De door jou genoemde pseudo-theoloog meent het beter te weten dan nagenoeg iedereen. En dan moet je altijd oppassen. Hij zegt een aantal waarheden, maar zonder hun verband ontaarden ze in leugens. Daarnaast geldt: al wist ik zo wat alles van de Bijbel, en ik had de liefde niet, dan was ik nog niets (vgl. 1 Kor. 11).

Inderdaad is Galaten 2:19 een kerntekst. Maar die zijn er meer. Met elkaar verhouden ze zich als de éne waarheid van God. Het sterven aan de wet door de wet begint een keer in het leven van de gelovige en houdt daarna niet meer op voordat hij ook lichamelijk sterft. Vaak is dit met veel twijfels omgeven aangaande de echtheid van een en ander in iemands leven. De Heilige Geest geeft altijd getuigenis aan zijn eigen werk naar de maat van het geloof dat Hijzelf iemand deelachtig maakt. Dit stervensproces kan zich zo intensief verdichten dat er sprake is van een punt des tijds. Een markant moment en gebeuren wat je nooit meer vergeet.

De theologen van de Nadere Reformatie lieten dit doorgaans plaatsvinden aan het eind van een proces, waarbij geloof en ongeloof over en weer vaak de overhand hadden en het geestelijk leven met veel twijfels en onzekerheid omgeven was. Op het eind van zo'n geestelijke weg maakte God als het ware korte metten met iemand, werd het een afgesneden zaak voor hem en ging hij als het ware verloren, waarna wonderlijker wijze de vrijspraak kwam. Onze vaderen van de Nadere Reformatie hebben nooit gezegd dat er van te voren niets was aan oprecht geloof en echt geestelijk leven. Men was beducht voor zelfbedrog en men liet de mensen niet verder voor waar houden dan wat ze zelf echt hadden meegemaakt.

Hier is veel voor te zeggen, als er maar geen systeem van gemaakt wordt. En dit dreigt vandaag wel in bepaalde kringen. Gevolg daarvan is dat men aan de hand van kenmerken van het geestelijk leven dan zelf probeert uit te maken hoe ver men is en in hoeverre het echt is voor en in henzelf. Dan worden de beloften van God betrokken op de gelovige en daarna op Christus. Met het leven uit de beloften moet men dan naar Christus om in Hem te eindigen.

Dit laatste moet weer gecorrigeerd worden met de theologie van de Reformatie. Daar worden de beloften van God direct betrokken op Christus en dan op de gelovige. Vanaf het begin getuigt de Geest met onze geest dat Gods beloften in Christus waar zijn. Daarin komt direct zekerheid mee. Maar dan wel naar de maat van het geloof. Onderwijs uit de Schrift van Godswege is hier van het grootste belang. Want het gaat inderdaad om verzoening door voldoening. We dienen niet te rusten in ons geloof maar in de Beloofde.

Het sterven aan de wet door de wet is dus van wezenlijk belang, maar het moet niet worden gesystematiseerd. In dit laatste geval zuchten we onder de wet, maar het gaat er om dat we ademen en steeds weer opademen onder de klanken van het evangelie. De Reformatie heeft dit ook sterk verbonden met het hóren van het Woord van God. "Hoe zalig is het volk dat naar Uw klanken hóórt…" En dit heeft weer alles te maken met de gehóórzaamheid van het geloof.
Ik hoop dat je verstaat waar het om gaat. Laat je niet door mensen van de wijs brengen, maar laat je wijs maken tot zaligheid door God zelf door in grote afhankelijkheid te verkeren onder de bediening der verzoening. Wie het niet weet, mag het af en toe weten… dat God naar hem omziet uit genade om Jezus' wil.

Met vriendelijke groet,
Ds. C. A. van der Sluijs

(tot zover vraag en antwoord op RefoWeb)

-------------------------------------------------------------------

Geachte heer K.,

Ik voel me totaal niet aangesproken door het kattengejank van ds. C.A. van der Sluijs. Dat gehuil met de wolven in het bos is me niet onbekend, integendeel, ik word er dagelijks mee geconfronteerd, maar het laat mij heilig Siberisch koud. Maar omdat ds. Van der Sluijs zelf de leer van Christus aanrandt, zullen we reageren met het Woord onzes Gods.

In de eerste plaats moet gezegd worden dat ds. C.A. van der Sluijs als PKN-predikant geen enkel recht van spreken heeft, aangezien hij lid is van een valse kerk, waarin de leer waarmee de Kerk staat of valt (de leer en bevinding van de rechtvaardiging van de goddeloze) is ingewisseld voor de valse antinomiaans-pelagiaanse leer, nl.: de rechtvaardiging van de goddeloosheid!
Ds. Van der Sluijs mag kerkelijk de hand in eigen boezem steken, want dan komt die hand er sodomitisch-melaats-pseudo-theologisch uit. Daarbij komt dat we ds. Van der Sluijs al een aantal keren hebben weerlegd omtrent zijn sodomitisch PKN-lidmaatschap en ook op zijn arminiaans/pauselijke zaligverklaring en gelijknamige visie t.a.v. de heilstoe-eigening (zie onderstaande linken).

http://www.derokendevlaswiek.com/ARCHIEF_2004zn2007ARTIKELEN_EN_LEZINGENEEN_JAAR_NA_1_MEI_2004.html

http://www.derokendevlaswiek.com/INGEZONDEN_STUKKENDSzo_CAzoVDzoSLUIJS_ABUIS_zi2zj.html

http://www.derokendevlaswiek.com/INGEZONDEN_STUKKEN_IIzhZALIGVERKLARINGzh_DRzo_CzoAzo_VzoDzo_SLUIJS_.html

http://www.derokendevlaswiek.com/INGEZONDEN_STUKKEN_IIzhZALIGVERKLARINGzh_DRzo_CzoAzo_VzoDzo_SLUIJS_.html

http://www.derokendevlaswiek.com/INGEZONDEN_STUKKEN_IISANDEMANISME_zhSLUIJS_zg_SIMONSzh_BzoVzo.html

http://www.derokendevlaswiek.com/PERSBERICHTEN_IIDRzo_VDzo_SLUIJS_VS_DRzo_HOEK.html


Als een "doctor in de theologie" bijbels weerlegd wordt door een simpel leke-theoloogje, genaamd GPPB., ja, dan slaat de vetgeworden Jeschurun à la Van der Sluijs achteruit (Deut. 32:15), want het huidige domineesvlees is bij de minste bijbelse tegenspraak zwaar beledigd; dan is het hek van de dam en dan vliegt de reactionaire inhoudsloze kretelogie door de lucht, zoals u dat hebt vernomen in het ongenuanceerde lasterverhaal, zoals Van der Sluijs dat gepubliceerd heeft op de reformatorische beerput die RefoWeb heet, en zoals u dat mij toezond.

Vanzelf sta ik open voor kritiek, maar dan wel letterlijk aanwijsbaar en bijbels genuanceerd vanuit de Schrift, anders maken we er korte metten mee, gelijk ik heden doe.
Neemt u mij niet kwalijk, maar zoals Van der Sluijs reactioneert is bovendien opvallend kinds en dat lijkt wel kenmerkend te zijn voor dominees die ‘de theoloog' willen uithangen, terwijl zij anderen daarvan beschuldigen, omdat zij ZELF voor het geschreven Woord niet willen buigen en de Schriften niet verstaan, zoals Paulus bevindelijk ervan spreekt in o.a. Romeinn 7:9 - Galaten 2:19. Wie niet buigen wil voor het Woord onzes Gods, zet zijn ziel en zaligheid -en die van anderen- op het spel en zal ten verderve breken.

Het tweede wat wij moeten opmerken, is, dat op al die RefoForums allerlei beerput- en lasterverhalen gepubliceerd worden, waar ook een aantal ‘rechtzinnige' leidslieden het hardste aan mee doen, waaronder dr. C.A. van der Sluijs, maar dominees van dat lage soort zullen het oordeel dragen wie zij ook zijn. Geen weldenkend christen zal zich inlaten en participeren met dit soort geesteszieke discussie-godsdienst, zoals op RefoWeb gespuid wordt, een godsdienst die niets anders doet dan de ware godsdienst verbasteren met biblicisme van de bedorven menselijke ratio.

Het derde wat gezegd moet worden, is, dat ds. Van der Sluijs zelf wartaal spreekt over het sterven aan de Wet, terwijl hij ondergetekende van dwalingen beschuldigt, zonder enig bewijs daarvoor te leveren. Dat hebt u terecht opgemerkt. Deze wijze van ageren -zoals Van der Sluijs dat doet- is kenmerkend voor dominees, die zich doodergeren aan de afsnijdende-bevrijdende leer van Christus en de daarmee samenhangende bijbelse separatie omtrent het streven aan de Wet, waardoor het snode van het kostelijke wordt onderscheiden, inclusief valse leraars en profaan dwalende en tuchtloze dominees en kerken.
Dominees als Van der Sluijs hebben een ongelooflijke hooghartige pretentie om "de theoloog" te willen spelen, en hetgeen zij niet verstaan lukraak en zonder enig bijbels bewijs als een systeem verwerpen, terwijl wij de nameloze theologische verwarring die Van der Sluijs publiceert, met het Woord van onze God hebben weerlegd (Zie linken).

Heel goedkoop, laf, hooghartig, laag, bedient Van der Sluijs zich van ongenuanceerde reactionaire lastertaal, zonder ook maar iets bijbels te bewijzen, waardoor hij de leer van Christus in discrediet stelt. Dominees, als Van der Sluijs, geven publiek te kennen zich te ergeren aan degenen die ijzer met ijzer scherpen (Spr. 27:17), want als ze daarmee geconfronteerd worden, krijg je al gauw verwijten naar je hoofd geslingerd zoals: "het alleen te weten", "de waarheid in pacht te hebben", enz., maar met dat soort zielige kleutergehuil bewijst men alleen maar dat men zich ergert aan de onfeilbare Waarheid van het geschreven Woord, met name t.a.v. het rechte geestelijke verstaan omtrent het sterven aan de Wet.

Het vierde wat gezegd moet worden, is, dat de diaboliserende Van der Sluijs niet bijbels inhoudelijk ingaat op de diaboliserende vraag van de vraagsteller. Het verhaal klopt van beide kanten niet. Als er iemand is die een vraag of kritiek heeft over ons schrijven en over hetgeen we leren, moet dat geschieden met letterlijke citaten van mijn hand, of met een link waardoor het betreffende artikel in zijn verband gelezen kan worden.
Dat doet de vraagsteller niet, nee, hij interpreteert lukraak over hetgeen wij geschreven hebben omtrent het sterven aan de Wet op grond van Galaten 2:19 en maakt allerlei niet ter zake doende veronderstellingen. Van der Sluijs speelt het spelletje mee en smijt onzinnig met lage opmerkingen, om zelf "de theoloog" te spelen, zoals kleuters plegen te doen.

Van der Sluijs is bovendien een Christushater van de eerste orde, omdat hij het bijbels separeren in het kader van Wet en Evangelie vereenzelvigt met een klinkend metaalgeluid. Daarmee openbaart Van der Sluijs dat hij verwant is met degenen die de vlijmscherp separerende Christus der Schriften van de steilte wilden werpen om voorgoed van Hem af te zijn (Luk. 4:29).
Paulus maakt in 1 Korinthe 13:1 NIET de toepassing die Van der Sluijs en al die lasterende refokeffers maken aangaande de liefde en een klinkend metaal. Hij zegt: "Al ware het dat IK....." Van der Sluijs en soortgelijke keffers passen dat op anderen toe, terwijl ze zelf een schijnliefde aan de dag leggen waar de honden geen brood van lusten. Degenen die zo valselijk met de liefde schermen, doen dat altijd ten koste van de Waarheid en in het kader van een hatelijke strijd tegen vlees en bloed.

Ten vijfde, zullen we nog wat inhoudelijk ingaan op hetgeen Van der Sluijs beweert omtrent Galaten 2:19. Hij zegt: "Het sterven aan de wet door de wet begint een keer in het leven van de gelovige en houdt daarna niet meer op voordat hij ook lichamelijk sterft."
Van der Sluijs leert precies de dwaling van de Gereformeerde Bond en de Afscheiding, namelijk dat Galaten 2:19 een proces is, want ALS het een proces is -wat zij graag willen-, vallen zij er nooit buiten, en daarmee distansiëren zij zich op een subtiel hatelijke wijze van degenen die van Godswege geroepen zijn om het snode van het kostelijke te onderscheiden o.a. middels de toetssteen van Galaten 2:19.

Van der Sluijs lanceert in feite een regelrechte aanval op de leer van Christus en hij legt Paulus de volgende woorden in de mond: "Ik ben tot mijn lichamelijk dood bezig om door de Wet der Wet te sterven."
Heeft Paulus dat zo gezegd in Galaten 2:19? NEE! Hij zegt: "Ik BEN door de Wet der Wet gestorven..." Paulus was de oude-mens-dood gestorven, ineens en voor altijd, hetgeen hij ook schrijft in Romeinen 7:9.
Van der Sluijs, en heel die afgescheiden gereformeerde bondsbeweging, diaboliseren de Schrift tot hun eigen verderf, en maken van ‘het der Wet gestorven zijn', een proces van sterven, waarbij de oude mens in leven blijft, totdat de mens de lichamelijke dood sterft. Van der Sluijs leert dus conform de leer van Rome en hij verkracht de leer van de rechtvaardiging van de goddeloze, die hij juist zo hogelijk prijst, maar mettterdaad verbasterd met zijn eigengebreide filosofie. Al Gods kinderen worden in een punt des tijds wedergeboren en gerechtvaardigd en daar gaat de afsnijding van Galaten 2:19a aan vooraf. Dat betekent niet dat zij allen direct aan kunnen geven dat zij Galaten 2:19a hebben ondergaan, maar het gaat hier over de feitelijke waarheid, zoals Paulus die zakelijk benoemd. De wetsdood van de oude mens (Galaten 2:19a) gaat aan de levendmaking (Galaten 2:19b) in Christus vooraf. Dat feit wordt door Van der Sluijs ontkend en met een werkheilig proces verbasterd, maar dan mag hij zijn eigen staat voor God nog wel eens nakijken, nl. of hij ooit wel de Wet op bezoek gehad heeft ten dode, zoals Paulus daarvan spreekt in Romeinen 7:9. Dit soort pseudo-theologen raaskallen dus maar een eind in de ruimte, maar weten niet wat zij leren, noch wat zij bevestigen.

Van der Sluijs suggereert valselijk dat wij Galaten 2:19 isoleren van het geheel der Schrift, zonder dat hij daarvoor enig bewijs aanvoert. De waarheid van Galaten 2:19 wordt in elk bijbelboek van Gods Woord geleerd als zijnde de doorgang door de enge poort, want door de enge poort worden alleen lijken (de doden uit Johannes 5:25) toegelaten, om IN de poort als een goddeloze gerechtvaardigd te worden. Dat wordt door ondergetekende uitdrukkelijk geleerd, maar door gifmengers zoals Van der Sluijs wordt dat profaan ontkend en belasterd.

De rechtvaardigmaking geschiedt ineens en voor altijd, hoewel Gods volk daarin wel steeds bevestigd wordt door het inwendig getuigenis des Geestes, zodat Gods verzoende kinderen de vergeving der zonden steeds als opnieuw ervaren in het kader van de dagelijkse bekering.

Van der Sluijs beweert echter "dat het sterven aan de Wet zich zo intens kan verdichten dat er sprake is van een punt des tijds. Een markant moment en gebeuren wat je nooit meer vergeet."

Daarmee suggereert hij dat velen van Gods volk NIET in een punt des tijds aan de Wet sterven, maar procesmatig. Hiermee vereenzelvigt Van der Sluijs twee onderscheiden zaken, namelijk het stervensproces (het stuk der ellende) onder de Wet, MET het "der Wet gestorven ZIJN", zoals Paulus daarvan feitelijk-bevindelijk spreekt in Galaten 2:19a. Je kunt stervende zijn en toch nooit gestorven zijn. Welnu, dat is de volbloed procesmatige roomse leer die Van der Sluijs leert, maar Gods ware volk IS der Wet gestorven en hun leven is in Christus verborgen in God (Koll. 3:3).

Ook als Paulus zegt: "Ik sterf alle dagen", 1 Kor. 15:31, staat dat niet meer in het kader van Galaten 2:19, maar in het kader van de heiligmaking, zoals hij daarvan spreekt in Romeinen 6. In Galaten 2:19 spreekt Paulus NIET over de heiligmaking, maar over de doorgang door de enge poort in het kader van de toepassing. Ook in Rom. 6 leert de Heilige Geest bij monde van Paulus dat Gods volk der zonde gestorven IS, namelijk verlost van de staat der zonde waarin de oude mens verkeert onder de Wet. Gods volk is die oude mens gestorven en zijn niet meer onder de Wet, maar in Christus onder de genade.
Wie van Galatn 2:19 een proces maakt en het punt van sterven procesmatig uiteen trekt, heeft zijn theologie niet aan de voeten van Christus geleerd, maar bij de paus op schoot. Dezulken weten van geen Wet ten dode en leven nog als de oude werkheilige mens onder de Wet, die hogelijk in het Evanglie roemt, ja, als een oudste zoon die de Wet erbij neemt om voor God te kunnen bestaan; als een rijke jongeling, die op Mozes was afgestudeerd, maar van zijn drek niet gewassen was.

Ook als Paulus in 2 Kor. 4:11 door de Heilige Geest schrijft: "Want wij, die leven, worden altijd in den dood overgegeven om Jezus' wil; opdat ook het leven van Jezus in ons sterfelijk vlees zou geopenbaard worden", staat dat niet meer in het kader van Galaten 2:19a, maar in het kader van de heiligmaking, zoals verwoord wordt in Hebr. 2:10: "Want het betaamde Hem, om Welken alle dingen zijn, en door Welken alle dingen zijn, dat Hij, vele kinderen tot de heerlijkheid leidende, den oversten Leidsman hunner zaligheid door lijden zou heiligen."
De dood van Christus zoals geleerd in Romeinen 7:4, geeft de oorzakelijke grond aan van de bevinding van de dood van de oude mens onder de Wet zoals Paulus verwoordt in Galaten 2:19a. Wie dit ontkent en procesmatig relativeert, weet niet wat hij leert, noch wat hij bevestigt.
Gods kinderen hebben de oude mens onder de Wet afgelegd, zij zijn met Christus gestorven, en derhalve zijn zij niet meer zijn onder de Wet, maar onder de genade. Zij zijn geen halve nieuwe schepselen, maar totaal en geheel, nl. in Christus, waarbij AL het oude is voorbijgenaan (2 Kor. 5:17).

Van der Sluijs -en velen met hem- vereenzelvigt de oude mens onder de Wet met het lichaam der zonde, maar dat is Rome ten voeten uit. Gods kinderen verkeren na ontvangen genade alleen nog in het lichaam der zonde, dat op geen enkele manier is af te sterven, maar tot aan de lichamelijke dood voor 100% vleselijk is en blijft (Rom. 7:14). De oude mens is gekruisigd, voor eens en voor altijd (Rom. 6:6), en wat er over blijft is het ontzielde lichaam van de oude mens, genaamd HET LICHAAM DER ZONDE, ofwel het stoffelijke overschot van de oude mens.

Wat Van der Sluijs verder beweert t.a.v. de leer van de Nadere Reformatie en wat hij daarvan maakt, is klinklare onzin en piëtistisch bedrog, waarin hij dingen zegt die met elkaar volstrekt in tegenstrijd zijn. Hij interpreteert lukraak de oudvaders als een dronken man: Eerst een geestelijke weg van geloof en ongeloof, dan de afsnijding en vervolgens een interpretatie van 'geen leven voor de rechtvaardigmaking'. Over verwarring gesproken! Godsmannen als ds. Van der Groe en dr. John Gill zouden zich in hun graf van heilige verontwaardiging omdraaien bij het aanhoren van zulke theologische hutspot.

Hierbij moet echter wel gezegd worden dat de meeste Nadere Reformatoren opnieuw richting Rome zijn gegaan, omdat men de Wet weer door een achterdeur naar binnen gehaald heeft, om die naast Christus te plaatsen als een doe-regel van heiligmaking. Daar heb je de kerk van vandaag en de paus kan in zijn handen wrijven van de plezier vanwege de verroomsing van refoland, dat zich procesmatig geschikt maakt voor het vagevuur à la de dwaalleer van Van der Sluijs en de zijnen.

Over pseudo-theologie gesproken!

Met vriendelijke groet,

GPPB.

DE ZALIGVERKLARING VAN DR. C.A. VAN DER SLUIJS (1)        
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte heer Burggraaf,

Nog steeds lees ik met veel belangstelling uw website, vooral wanneer het theologische aangelegenheden betreft. 'k Ben me ook wat meer gaan verdiepen in de theologie van Luther. Wonderlijk genoeg hoor je veel van Calvijn maar nauwelijks van Luther. Ik las enkele boekjes van prof. W.J. Kooyman die mijn ogen openden voor de rijkdom van de theologie van Luther. Dat was méér dan alleen het wijzen op de uiterlijke misstanden binnen de Rooms Katholieke Kerk. Het ging om het hart van de zaak: de gerechtigheid van Christus tegenover de eigengerechtigheid van de mens. Nu zocht ik naar Nederlandstalige preken op het internet, maar deze waren praktisch niet te vinden. Zelfs in het Duits is er weinig voor handen. Gelukkig was er wel een selectie te vinden in een Engelse vertaling. Bij het zoeken naar preken van Luther stuitte ik op twee zaken die vragen bij mij opriepen. Het eerste is een antwoord van ds. C.A. van der Sluys op de vraag van een meisje. Het tweede is een preek van Luther die vertaald werd door stichting ‘De Tabernakel'. Ik neem eerst deze twee zaken even over.

Eerst dus die vraag van het meisje en het antwoord van dominee C.A. van der Sluys:

Vraag van het meisje:
"De laatste paar weken ben ik erg met het geloof bezig. Ik ben dus ook erg kritisch op mijn eigen levensstijl geworden. Thuis hebben wij geen tv, dat wil ik later zelf ook niet. Toch kijk ik af en toe wat programma's terug op uitzendinggemist.nl, bijvoorbeeld kookprogramma's, de serie "Boer zoekt Vrouw" en eventueel wat educatieve programma's. Kan dit als christen? Zelf let ik erop dat er niet in gevloekt wordt, dan sluit ik hem direct af. Ook heb ik nog een andere vraag: Wat moet ik doen om ellendekennis te krijgen? Wat moet ik doen om berouw over mijn zonden te krijgen? Ik bid God elke dag of hij mij dat toch wil geven omdat ik besef dat zonder dit geen nieuw hart kan krijgen. Ik merk toch dat ik met mijn verstand God wil dienen en bekeerd wil worden (omdat ik anders verloren ga), maar ik heb de wil helemaal niet."

--------------------------------------------

Antwoord van ds. Van der Sluys:
"Beste briefschrijfster, uit de voorkeuren die je uitspreekt ten aanzien van bepaalde programma's op internet begrijp ik dat ik met een schrijfster te doen heb. En misschien nog wel woonachtig op een boerderij. Maar dit maakt allemaal niet echt uit. Het gaat om de zaken waar je mee aankomt. Geen probleem als je een aantal programma's van de televisie terugkijkt op internet. We leven nu eenmaal in déze wereld. Het heeft geen zin om net te doen alsof we nog honderd jaar terug leven. Ga er wel verantwoord mee om. En doe er dan je voordeel mee! Je schrijft dat je de laatste paar weken erg met het geloof bezig bent. Misschien durf je dit moeilijk te aanvaarden vanuit je achtergrond, maar ik houd het er op dat God met jou bezig is. Je vraagt je af wat je moet doen om ellendekennis te krijgen. Neem me niet kwalijk, maar zo vlak voor 31 oktober waarop we de Reformatie in de 16de eeuw weer gaan herdenken, krijg ik de indruk dat je nog steeds in de stikdonkere Middeleeuwen leeft. Toen piekerden mensen ook over de vraag wat ze moesten doen en of ze wel genoeg deden. M'n lieve kind, leef jij in een kerk die van de reformatie afstamt?! Ongelooflijk! Begin eerst maar eens je te realiseren dat je daar terug gebracht bent in de duisternis van de roomse middeleeuwen! Een regelrechte aanklacht tegen je leefklimaat waar de waarheid kennelijk in ongerechtigheid ten onder gehouden wordt. Zoek een kerk op waar Luther preekt! En wel zo gauw mogelijk. En anders bid je maar dat je met je kerk uitgeleid mag worden uit het diensthuis van de rechtzinnige zonden. Kennelijk heb je alleen maar de Wet horen preken en een uiterst voorwaardelijk evangelie, dat helemaal geen evangelie is! Ik ben scherp, maar ik denk dat deze radicale aanpak nodig is. Want ik schrik er van als ik merk wat een mist aan onkunde er over jouw leven gelegd is. Je schrijft elke dag te bidden of God je wil geven wat nodig is om zalig te worden. Zonder berouw denk je geen nieuw hart te kunnen krijgen. Dat zal waar wezen. Maar als God dit geeft, geeft Hij beide tegelijk. Of Hij dat wel wil?! Vele malen liever dan dat jij dat wil!! Dit laat Hij uitzeggen in waarachtige Evangelieprediking: "Wij bidden u van Christuswege: laat u met God verzoenen is" (2 Kor. 5:20). Weet je wanneer je daar zicht op krijgt? Als je gelooft dat God de wereld (jij dus) zo lief gehad heeft, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk (jij dus) die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar het eeuwige leven hebbe (Joh. 3:16). Hij heeft je zo onvoorstelbaar lief dat je daar geen idee (verstand!) van hebt, maar dit mag je hart raken. En dan wordt het vanzelf nieuw! Gods liefde zal wonderen in jouw leven doen, waar je geen idee van had. Ik leg je in Zijn handen.

Met hartelijke groet, Ds. C. A. van der Sluijs.

(Zie: http://refoweb.nl/vragenrubriek/15011/ellendekennis-krijgen)

----------------------------------------------

M.i. leert de Bijbel en ook Luther dat er wél berouw nodig is om tot Christus te kunnen gaan, weliswaar niet als voorwaarde om te mogen gaan, maar wel als voorwaarde om te kunnen gaan. In onderzoek hiernaar in de preken van Luther zelf vond ik het volgende: Enkele citaten uit een preek over de bloedvloeiende vrouw:

"Only see what a heart the woman had. Here is indeed a noble, great faith and confidence. She did not think otherwise in her heart than that He would certainly help her, if she only touched His garment with her hand, and yet she is not so bold as to approach Him openly. She regards herself as unworthy to speak to Him or look at Him; for she knows that she deserved nothing, and never did anything for the Lord. Therefore she so plans as to approach Him from behind, falls down at His feet and merely touches the hem of His garment. There is nothing but mere awkwardness and unworthiness here. Who had merited that the Lord should permit the Gospel to be preached to these people? There is no preparation, no work; yet the poor woman is there and hopes to obtain great things from the Lord, that He would release her from her sickness. She had had an issue of blood for about twelve successive years. How could she earn anything under such circumstances, or how could she because of her disease be worthy of anything? Of course she was worthy, but only to receive and not to give; for at that time she was not able to give the least thing. And this is the true preparation for the grace and goodness of Christ, that I feel my need of it. And then it harmonizes beautifully, that the two meet together, the Rich and the poor, Christ and the sinner. Yet it is a great art, to persuade people that they are poor and in need of grace. It is a difficult matter, nor does the devil permit it to be done, but always diverts the people to their good works, that they may under no circumstances receive the idea that they stand in need of the grace and mercy of Christ."

Overgenomen op m'n eigen website: http://www.jonathanedwards.nl/Edwards%20en%20Luther.html

Mijn vraag is dus als volgt: Ik dacht altijd dat ds. C.A. van der Sluys een positieve uitzondering vormde op de vrije-wil-drijvers, maar is het antwoord dat hij geeft geen misbruik van het "onvoorwaardelijke evangelie". Het evangelie mag dan wel onvoorwaardelijk zijn, maar een mens steunt van nature op zijn eigen 'condities' en moet daar in een weg van voorbereiding van afgebracht worden. Dus laat de mens maar ernstig zoeken naar berouw - al geef ik toe dat de Heere het Zelf is die dat berouw geven kan. Maar ik ben te vaak de opvatting tegen gekomen, die zegt: "Geloof maar in Jezus. Vertrouw op Hem. Neem Hem aan. En dan zal Hij je vervolgens wel berouw geven." En dan, heel rechtzinnig: "Aan het kruis leert een mens pas werkelijk wenen over de zonden." En al zal dat waar zijn, ik denk dat er heel wat weners zijn, die schijntranen wenen bij een schijnkruis, omdat hun geloof niet meer is dan wat gevoeligheden.

Als tweede dus de preek van stichting De Tabernakel: http://www.amvroegop.nl/lezingen/M.%20Luther%20-%20Gods%20liefde%20in%20Christus.doc

M.i. geeft deze preek een vertekend beeld van Luthers theologie. Ik weet ook niet waar die preek vandaan komt, voor wie deze gepreekt is, in welke tijd en in welke context. In ieder geval herken ik er niet de Luther in die ik uit andere preken ken. Is dat werkelijk zo, denkt u, of zou ik nu zelf dwalen...?
Daar zit ik ook wel eens aan te denken; dat ik misschien tóch gewoon moet vertrouwen dat de Heere Jezus mijn Verlosser is - maar de angst om mijzelf te bedriegen is groter... En volgens mijn verstand kán het zo niet. En in de andere preken leert Luther wel anders... Misschien hebt u het druk. Als u niet antwoordt op mijn vragen, heb ik daar alle begrip voor. In ieder geval wil ik u hartelijk danken voor de antwoorden die u voorheen al aan mij gegeven hebt. Ze waren verhelderend en helpen mij bij het zoeken naar de waarheid van Gods Woord en zij helpen mij eveneens om mij te wapenen tegen de dwalingen die in de gedaanten van engelen rondwaren!

Ontvang een hartelijke groet,

Peter v.d. D.

DE ZALIGVERKLARING VAN DR. C.A. VAN DER SLUIJS (2)        
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte vriend Peter,

Dank voor uw email, waarin heel wat aan de orde gesteld wordt en waaruit blijkt dat de zaken die u noemt, ook uzelf ter harte gaan en intens bezig houden. Genoemde zaken zouden iedereen van harte ter harte moeten gaan, en wel zodanig dat het de mens tot bekering leide en ik hoop dat deze briefwisseling in de middellijke weg daartoe dienstbaar mag zijn. Dat geve de Heere en Hij alleen!

Dr. Maarten Luther
Om met Luther te beginnen, ja, die lieve dr. Maarten is zomaar niet voor één gat te vangen. Wie Luther wil verstaan, moet evenals hij onder de donder van Gods ongenoegen geweest zijn en ook de ontsluiting van het Evangelie hebben ervaren, zoals Luther heeft ervaren, toen hij aan het einde van zijn oude-mens-zijn gekomen was (aan het einde van de Wet), namelijk toen de Heilige Geest de volgende tekstwoorden met kracht in zijn hart toepaste: "De rechtvaardige zal uit het geloof leven." (Rom. 1:17 - Gal. 3:11 - Hebr. 10:38), "Uit het geloof leven", wil zeggen: leven uit de beloften Gods, aangaande de gerechtigheid van Christus (Joh. 3:36 - Rom. 1:17 - Gal. 3:11 - Hebr. 10:38).

Dus al mogen we Luther kennen en verstaan in zijn ‘onder de Wet zijn' en in zijn overgang van de duisternis tot Gods wonderbaar licht, dan kennen we Luther in hart en nieren, omdat we dan -net als hij- Christus kennen als het Einde der Wet, ja, als onze persoonlijke Verlosser. Onze trouwe dr. Maarten heeft wel een ontwikkeling meegemaakt in zijn theologisch denken, zodat hij in zijn latere leven bepaalde geloofszaken nader uitgewerkt heeft die hij eerst onaangeroerd liet liggen en andersom. Het gaat me in dit bestek te ver om aan te geven over welke zaken dat gaat, maar ieder kind van God kent een opwas in de kennis van Christus en dat is bij Luther ook duidelijk het geval geweest. Luther is altijd helder geweest in het stuk van de rechtvaardigmaking door het geloof en dat is ook zijn sterkste kant. Dat kunnen we in zijn voortreffelijk commentaar op de Galatenbrief bevestigd zien. Je moet Luther dus lezen in de context van zijn theologische ontwikkeling die gelijk op ging met zijn ontworsteling aan Rome.

Bloedvloeiende vrouw en berouw
Berouw is echter geen voorwaarde om tot Christus te gaan. Die bloedvloeiende vrouw waar Luther over spreekt in het Engelstalige citaat kwam niet met berouw aandragen, maar is vanwege de nood van haar toestand tot Christus gegaan met een wondergeloof, gelovende dat zij op de aanraking van Zijn kleed genezen zou. Tot zover betreft het een lichamelijke genezing en het is niet uit de Schrift op te maken dat het haar ook om haar zielenood ging. Uit hetgeen Christus omtrent haar aanraking zeide, gevolgd door haar openbare belijdenis, is echter op te maken dat het hier niet alleen de genezing van haar lichamelijke kwaal betrof, maar dat zij ook in Christus is gered geworden, hetgeen duidelijk blijkt toen Christus haar vrijsprak: "Dochter, wees welgemoed, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede." Het is bij die vrouw dus niet bij een wondergeloof gebleven, eenvoudig vanwege het feit dat Christus haar zalig sprak.
De manier van het spreken van Christus over het geloof van die vrouw moet niet worden opgevat alsof het geloof rechtvaardigt, nee, rechtvaardiging geschiedt door Christus en wordt door het geloof ontvangen. Het was Christus die deze vrouw vrijsprak van schuld en straf en dat op rekening zette van haar geloof. Zo is Abraham ook gerechtvaardigd en al Gods volk. "Abraham geloofde God en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend." God had Abraham echter al vrijgesproken (zie o.a. Gen. 12:1-3; Gen. 15:1), hetgeen altijd de oorzaak is van het geloof. Het geloof is niet de oorzaak van de rechtvaardiging, maar andersom. Degenen die het geloof leren als bewegende oorzaak van de rechtvaardiging, zijn arminiaans.

Berouw, een vereiste of een genadevrucht?
Over je opmerking over berouw, dat je stelt als een vereiste om tot Christus te kunnen gaan, het volgende. Berouw is zoals gezegd geen voorwaarde om tot Christus te kunnen gaan, nee het is juist andersom, genade is vereiste om berouw te kunnen hebben. God is geen God die berouwvolle zondaren rechtvaardigt, welnee, God is een God Die de goddelozen rechtvaardigt. Berouw is een vrucht van de vergeving der zonden. Er is echter ook een wettisch berouw. Wettische berouw had bijv. Judas: "Ik heb verraden onschuldig bloed", maar evangelisch berouw is een vrucht van genade, hetgeen we o.a. bij de begenadigde, doch loochenende Petrus vinden, nadat Christus hem in de zaal van Kajafas had aangekeken met ogen van eeuwige liefde. Dan gaat Petrus naar buiten om bitterlijk te wenen omdat hij zoveel kwaad tegen zoveel Goeds heeft bedreven. Vernieuwde genade in en door Christus werkt berouw, maar berouw maakt de zondaar zwak in zichzelf, totaal vleselijk, verkocht onder de zonde (Rom. 7:14), derhalve is Christus ook de oorzakelijke kracht van een rechtvaardig en godzalig leven (2 Kor. 12:10).

In de weg der ontdekking wordt er echter ook al wat afgeweend (wettische berouw), namelijk vanwege de grootheid van het kwaad jegens God als Schepper, maar dat wenen kunnen we niet onder de noemer stellen van evangelisch berouw, maar moeten we stellen onder de noemer ‘wettisch berouw'. Een ziel die werkelijk ontdekt is, kan van dat soort berouw niet leven, laat staan van een onbekende God (Schepper). Hij moet Christus kennen en van Hem gekend zijn en alleen in Christus zullen we God als een verzoend Vader leren kennen, dat is zaligheid (Joh. 17:3). (Sla genoemde teksten er ook op na!). Alles wat er aan de wedergeboorte vooraf gaat, hoe noodzakelijk ook, is niet zaligmakend, ook het voorafgaand werk des Geestes (Joh. 16:8) niet. Er zijn algemene werkingen des Geestes, die elk mens min of meer ondervindt, want de Geest Gods twist met de mensen (Jer. 25:31). Er zijn ook gemene werkingen des Geestes die zeer ver kunnen gaan die op het ware lijken, maar het toch niet zijn (Hebr. 6:4-6). Hoewel al Gods volk min of meer wel kennis heeft aan gemene werkingen des Geestes, ligt daarin geen rust voor de ziel en de vrede met God gaat er niet mee gepaard (dwaze maagden-geloof).

Voorbereidend werk?
Je kunt echter niet bijbels spreken over een ‘voorbereidend werk' tot de wedergeboorte, want op een voorbereiding volgt altijd een zaak. In geestelijke zin wordt de voorbereiding dan een soort instap tot de vergeving der zonde, terwijl er geen instappen tot de wedergeboorte bestaan. Alles wat aan de wedergeboorte voorafgaat -hoe noodzakelijk die ook mogen zijn- moeten we onder de noemer stellen van ‘algemene gewetensovertuiging', of ‘het voorafgaand werk des Geestes' (Joh. 16:8), waarbij de ziel zich nog geheel onder de Wet bevindt, onder de vloek en onder de toorn Gods en dat ook gewaar wordt, hetgeen ook de bijbelheiligen ondervonden hebben vóór hun bekering (o.a. Rom. 7:9).

Woord en Geest bij Luther
Nu is het zo dat Luther en vele lutheranen, (waaronder ook de overigens voortreffelijke lutheraan, dr. H.F. Kohlbrugge) de Geest en het Woord dikwijls doen samensmelten, terwijl het Woord en de Geest duidelijk onderscheiden zijn. Het Woord is niet de Geest en andersom ook niet. Je kunt je hele leven de Bijbel lezen en toch stik onbekeerd blijven. Dat is wel eigen schuld, maar er is wel degelijk onderscheid tussen een algemene roeping en een krachtdadige inwendige roeping. Aan die Lutherse opvatting omtrent de samensmelting van Woord en Geest zit dus een gevaarlijke kant. Bij Kohlbrugge komen we die samensmelting van Woord en Geest al veel minder tegen dan bij Luther, hoewel Luther pas later in zijn leven genoemde samensmelting van Woord en Geest geleerd heeft. Het gevaar dat de mens als gevolg van die lutherse opvatting een gunstige heilstoepassing voor zichzelf maakt, is levensgroot, hetgeen we dan ook duidelijk zien voltrekken bij een arminiaanse beweging als HeartCry, die van de Joh. 3:16-preek van Luther dan ook verschrikkelijk misbruik maken, hoewel Luther daar wel aanleiding voor geeft.
Alles wat onze achtbare reformatoren en oudvaders geleerd hebben, moet altijd wel de toets van Gods Woord kunnen doorstaan. Luther is de Bijbel niet, ik evenmin. Het Woord van God is altijd het einde van alle tegenspraak. Luther heeft dat gezag niet en niemand niet, behalve de drie Goddelijke Personen alleen. (Lees in dit kader Gal. 1:8-9).

Johannes 3:16, een algemene of particuliere belofte?
"Opdat een iegelijk die in Hem gelooft...", daar gaat in het kader van de wedergeboorte de toepassing van Joh. 3:16a: "Alzo lief heeft God de wereld gehad", aan vooraf. Let op het woordje ‘OPDAT', dat geeft de bewegende oorzaak aan van het geloof, namelijk: "Alzo lief heeft God..." Als dat toegepast wordt door de Heilige Geest, is het niet meer mogelijk om niet in Christus te geloven, want mét dat God een ziel rechtvaardigt, krijgt de zondaar het geloof als een gave Gods om de toegerekende gerechtigheid van Christus aan te nemen, als zijnde zijn gerechtigheid voor God. Het gedeelte: "Alzo lief heeft God de wereld gehad", Joh. 3:16a, wordt door Luther algemeen gesteld en voor een ieder toegankelijk. Gods beloften die in Christus ja en amen zijn, zijn echter geadresseerd, ook Joh. 3:16. Dat hebben we hierboven bewezen. Laten we wel wezen: het is niemand verboden om in Christus te geloven, integendeel, maar als het gaat over het woord "wereld" waaraan Luther een algemene betekenis geeft, dan heb ik op grond van Gods Woord daarover nog wel het een en ander te zeggen.

Ik noem vooraf vier teksten waarin het woord "wereld" genoemd wordt.

Johannes 3:16: "Want alzo lief heeft God de WERELD gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe."

2 Korinthe 5:19: "Want God was in Christus de WERELD met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende; en heeft het woord der verzoening in ons gelegd."

1 Johannes 2:2: "En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gehele WERELD."

Johannes 17:9: "Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de WERELD, maar voor degenen, die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn Uw."

Het woord "WERELD" heeft in al deze drie teksten dezelfde betekenis volgens de Griekse grondtaal, namelijk: ‘KOSMOS.'dat is: ‘de akker dezer wereld'.

Probleemstelling
Hoe kan God de wereld liefhebben en in Christus met de wereld verzoend zijn, als Christus in het Hogepriesterlijk gebed duidelijk laat blijken dat Hij NIET voor de wereld bidt, maar alleen voor de gegevenen des Vaders?

Paradox
De Heilige Schrift is nergens met elkaar in tegenspraak, dus is hier sprake van een paradox, een schijnbare tegenstrijdigheid. Paradoxen komen we meer in de Schrift tegen, maar we beperken ons in deze briefwisseling tot de genoemde paradox in genoemde bijbelteksten, zoals we hieronder aan de orde zullen stellen in mijn reactie op het antwoord van ds. Van der Sluijs aan dat meisje. Vooraf in het kort: Gods akker (zendingsterrein) is de wereld, de kosmos, het object, waarin Hij Zijn genade zal verheerlijken aan allerlei mensen in die gevallen wereld. In die wereld moet het zaad van het Evangelie gestrooid worden en de velden zijn reeds wit om te oogsten, omdat God er Zijn uitverkoren Kerk in heeft, die nog toegebracht moeten worden tot de gemeente die zalig moet worden. God heeft de wereld liefgehad, is met die wereld verzoend, maar dat betreft niet alle mensen in die wereld, maar allerlei mensen die Hij van eeuwigheid uit de wereld heeft uitverkoren. Dat is in het kort de exegese van het woord ‘wereld' zoals genoemd in bovenstaande teksten.

Vraag van het meisje aan dr. C. A. Van der Sluijs en mijn reactie daarop
Om nu op de vraag van dat meisje en het antwoord van dr. Van der Sluijs terug te komen, het volgende: Dat meisje schrijft dat zij een paar weken bezig is met het geloof en is erg kritisch op haar levensstijl geworden.
Ja, dat is de tegenwoordige tendens, men is bezig met het geloof, men doet aan zelfkritiek, men is zich aan het opknappen, maar een waarlijk ontdekte zondaar worstelt niet met het geloof in de eerste plaats, maar met zijn schuld voor God en hoe hij met God verzoend moet worden. Daarvan is helaas niets te lezen in haar verhaal, terwijl Van der Sluijs "dat bezig zijn met het geloof" en die "zelfkritische levensstijl" direct koppelt aan de werkingen des Geestes. Dat is echter absurd, want dat meisje verkeert bij lange na nog niet in de fase waarin de dwaze maagden zich bevinden, die wel zeer nabij waren, maar de deur gesloten vonden en door Christus niet erkend en gekend werden. Van der Sluijs speelt hier een schijnpopulair gevaarlijk spelletje en hij blijkt dan ook van hetzelfde gehalte te zijn als de arminiaanse HeartCry-beweging, zoals uit de verdere uitwerking van mijn reactie op zijn antwoord aan dat meisje zal blijken. Vervolgens zegt dat meisje naar bepaalde televisieprogramma's op internet te kijken en dan vraagt zij aan Van der Sluijs of dat voor een christen wel kan. Zulke vragen stelt een ontdekte zondaar niet, want in de ware ontdekking wordt de zondaar gans verdoemelijk voor God, met al zijn doen en laten, krachtens zijn ganse adamsbestaan.

Het antwoord van ds. Van der Sluijs
Het antwoord van ds. Van der Sluijs op de vraag van dat meisje is ronduit bizar, want volgens Van der Sluijs is TV-kijken geen probleem, omdat we -volgens hem- in een andere tijd leven dan 100 jaar geleden. Van der Sluijs zet dus de sluis wijd open naar wereldse entertainment, terwijl die brug naar de wereld al in het stadium der ontdekking wordt opgehaald. Volgens Van der Sluijs is TV-kijken geen probleem, alsof Gods ware volk enige behoefte heeft om zich aan TV-programma's te vergapen. Volgens de pelagiaanse redenering van Van der Sluijs leeft Gods ware volk in onze dagen nog in de Middeleeuwen, want TV-kijken is voor hem geen probleem, maar Gods ware volk heeft haar hart aan Christus verpand en TV-kijken is duidelijk in strijd met Efeze 5:16: "Den tijd uitkopende, dewijl de dagen boos zijn." Het antwoord van Van der Sluijs aan dat meisje is dus volstrekt antinomiaans. Ook zijn de tijden niet veranderd, zoals Van der Sluijs beweert, want sinds Genesis 3 is er niets nieuws onder de zon. God is echter ook niet veranderd en Zijn Woord evenmin. Van de verboden vrucht eten is voor Van der Sluijs geen probleem en daarmee bewijst hij zijn eigen onbekeerlijkheid. Ja, de huichelaar openbaart zichzelf, net als de rijke jongeling dat deed.

Geoorloofd TV-kijken
Ik zeg niet, beste Peter, dat Gods volk nooit geen TV kijkt, o ja, graag zelfs. Televisie betekent namelijk ‘vergezicht'. De gestenigde Stefanus had zo'n vergezicht, zo'n televisie, want hij zag Jezus staande ter rechterhand Gods. Ook Abraham heeft de beloofde Christus van verre gezien en omhelsd. Dus de vader aller gelovigen zat dus ook reikhalzend ‘televisie te kijken'. Welnu, dit soort van televisie-kijken is niet alleen geoorloofd, maar zelfs levensnoodzakelijk.

Vervolgvraag van dat meisje
Vervolgens vraagt dat meisje aan Van der Sluijs wat zij moet doen om ellendekennis en berouw te krijgen. Dat meisje wil graag ellendekennis en berouw krijgen, omdat zij denkt dat dit noodzakelijk is om een nieuw hart te krijgen. De vragen waarmee dit meisje bezet is, komen echter niet van Gods Geest, maar van een sprekend geweten.

Het antwoord van ds. Van der Sluijs
Het antwoord dat Van der Sluijs dat meisje evenwel geeft, zou Pelagius hem niet kunnen verbeteren. Van der Sluijs maakt dat meisje wijs dat God met haar bezig is, maar dat is uit het verhaal van dat meisje absoluut niet op te maken, eerder het tegendeel. Dat meisje zegt namelijk dat zij bekeerd wil worden en God wil dienen, omdat zij bang is om verloren te gaan. Ze wil dus God dienen en bekeerd worden uit angst voor de straf, maar dit soort wettische woelingen zijn niet het werk des Geestes, maar louter consciëntie-knepen, waarmee miljoenen mensen verloren gaan en reeds verloren zijn gegaan.
Het kan inderdaad zijn dat dat meisje onder een wettische prediking verkeert, aangezien haar vragen inderdaad wettisch zijn, maar Van der Sluijs geeft op haar wettische vragen een arminiaanse toepassing, door te zeggen dat God haar liefheeft op grond van Joh. 3:16. Pure Pelagianerij!
Gods Woord leert namelijk dat degenen die onder de Wet zijn onder de vloek zijn en dat de toorn van God op hen rust (Gal. 3:10 - Joh. 3:36 - Ef. 5:6, enz.).
Aan Joh. 3:16 geeft Van der Sluijs een arminiaanse invulling. "Alzo lief heeft God de wereld gehad", betekent niet dat God alle mensen van de hele wereld liefheeft. Die dat wel leren, leren algemene verzoening. "Alzo lief heeft God de wereld gehad", slaat op allerlei soorten van mensen, volken, talen en natiën in de wereld, waaruit God Zijn uitverkorenen gehaald heeft en nog zal halen, door hen toe te brengen in de tijd door het geloof in Christus.
Ter illustratie: Als de Farizeeën zeiden: "Ziet, de GEHELE WERELD gaat Hem na", Joh. 12:19b, betekent dat NIET dat ALLE mensen van de wereld Hem naliepen, maar dat er een menigte van mensen Hem naliepen (de meesten van hen liepen Hem na om den broden). Dit is een bepaalde manier van spreken, die we meer in Gods Woord terugvinden, maar die door de hedendaagse biblicisten letterlijk wordt geïnterpreteerd.

Paus tevreden met trouw zoon der kerk
Luther heeft ten aanzien van Joh. 3:16 eens gezegd: "Alzo lief heeft God Maarten Luther gehad...", maar dat zei Luther NA ontvangen genade, dus nadat hij met God verzoend was geworden. En dat kunnen al Gods kinderen Luther nazeggen door het geloof. Van der Sluijs bedriegt echter dat meisje door Joh. 3:16 op haar toe te passen, terwijl er bij dat meisje van de verzoening met God, noch van het ware geloof sprake is. Van der Sluijs maakt zich zelfs schuldig aan een pauselijke zaligverklaring door het volgende tegen dat meisje te zeggen: "Gods liefde zal wonderen in jouw leven doen, waar je geen idee van had." Van der Sluijs spreekt hier geen wens uit, nee, hij spreekt zich absoluut uit, namelijk dat God haar zalig ZAL maken. De paus kan dus tevreden zijn over deze trouwe zoon der kerk....

Geslagen met een kracht der dwaling
Van der Sluijs is een grote zielebedrieger, eentje die Gods soevereine werk in Christus eigenhandig op een ander toepast. Ja, er zijn meer PKN-dominees die zich die brutaliteit veroorloven, terwijl zij zich nog wel durven beroepen op de leer van de rechtvaardiging van de goddeloze. Van der Sluijs schuift met zijn eigenhandige toepassingen de leer en de bevinding van de rechtvaardiging van de goddeloze achteloos ter zijde. Ook als hij aan dat meisje schrijft: "Ik leg je in Gods handen", is dat volstrekt pauselijk. Alsof een sterfelijk mens in staat is om een ander sterfelijk mens in de handen Gods te leggen. Gods volk raakt weleens iemand in God kwijt door het geloof, maar dat is heel iets anders als hetgeen Van der Sluijs proponeert. Het afgeven van pauselijke zaligverklaringen schijnt besmettelijk te zijn, aangezien zijn PKN-collega, ds. A. Simons, ook pauselijke zaligverklaringen (tegenover jongeren) afgeeft, zo van: "Ik leg Christus in je hart." Wie zalig wil worden, voege zich dus bij Van der Sluijs en Simons, want bij hen kun je een pauselijke zaligverklaring in ontvangst nemen, maar laat men die leraars Israëls dan ook vragen om een ontvangstbewijs, want dan kunnen de afgegeven zaligverklaringen wellicht van de belasting worden afgetrokken...

Vertrouwen in Christus vraagt om een vaste grond
Genoemde Tabernakel-preek van Luther over Johannes 3:16 is mij welbekend. Deze preek is gehouden in een huiselijke dienst op 10 juni 1538, 2e
Pinksterdag. Luther isoleert deze preek echter van het geheel der Schrift. Ik heb dat al aangetoond. Wat echter belangrijker is, dat wij in de genade waarin Luther delen mocht, persoonlijk mogen delen. Als je aangevallen wordt met de gedachte dat je gewoon moet vertrouwen dat de Heere Jezus je Verlosser is, is dat een ingeving van de duivel. Van ‘het vertrouwen dat de Heere Jezus je Verlosser' is pas sprake als je zonden vergeven zijn. De oorzaak van de val moet er tussenuit, namelijk de zonde. ‘Vertrouwen' is een onderdeel van het geloof, ik zeg een onderdeel, want het geloof begint met kennis, met de kennis van Christus en die kennis is een geopenbaarde kennis, een persoonlijk toegepaste kennis, zoals de HC verwoordt in vraag en antwoord 1. Christus te kennen is het leven. "Die den Zoon heeft, die heeft het leven; die den Zoon van God niet heeft, die heeft het leven niet", 1 Joh. 5:12.
Vertrouwen dat Christus je Verlosser is, kan alleen als de Zone Gods je vrijmaakt. "Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn", Joh. 8:36.

Beste Peter, je moet dus een vaste grond hebben om met zekerheid te mogen vertrouwen dat Christus je persoonlijke Verlosser is. Die grond hebben wij je aangewezen in genoemde bijbelteksten. Het Evangelie is onvoorwaardelijk, zeker, maar alleen voor verloren zondaren. Christus is namelijk niet gekomen om rechtvaardigen te zoeken en zalig te maken, maar om te zoeken en zalig te maken dat verloren was. De wijze waarop Hij dat doet, kunnen we verwoord vinden als volgt: "De doden zullen horen, de stem van de Zoon van God, en die ze gehoord hebben, zullen leven", Joh. 5:25. Heel de wereld? Alle doden? Nee, alleen DE doden, die ondervinden dat zij krachtens de bediening des doods -die van de Wet- dood en verloren zijn en in die nood de laatste adem uitblazen, geestelijk te verstaan (Gal. 2:19). Voor dezulken wordt het waar -en ik spreek nu ook vanuit mijn eigen leven- dat Christus, als wij nog krachteloos waren, te Zijner tijd voor DE goddelozen gestorven is (Rom. 5:6). Levendmaking/rechtvaardigmaking geschiedt op de stem van de Zoon van God. Geen hoorbare stem, maar met kracht in je Godevijandige hart vanuit het Woord en dat door het geloof. Een mens moet dus aan zijn vijandschap gedood worden en daartoe moet de oude mens sterven. Dat is geen voorwaarde, nee, want het Evangelie spreekt niet tot oude mensen, maar tot gestorven mensen, die der Wet gedood zijn. Daartoe is Christus gekomen.

Je zult zeggen: Hoe kom ik eraan?
Smeek Christus om geopende ogen, zoals de blindgeborenen dat deed. Als dat mag gebeuren, ben je nog niet bekeerd, integendeel. Dat was die blindgeborene die ziende gemaakt was ook niet, totdat Christus op zijn smeekbede: "Wie is het Heere, opdat ik in Hem moge geloven?" Zich persoonlijk aan hem openbaarde (Joh. 9:36-37). Blijf in je graf liggen (voor de enge poort), totdat Christus de steen van je graf afwentelt, ofwel de enge Poort opent, ofwel Zichzelf aan je ziel openbaart. Christus roept alleen doden tot leven, anders zou de hemel leeg blijven. Christus doet alles of niets. Je hoeft werkelijk geen geloof noch vertrouwen mee te brengen, nee, want dat krijg je er gratis bij, als die Koning je van God gegeven wordt (Ps. 89:8 ber.). Laat u met God verzoenen, dat is: Laat u door Christus grijpen (Filip. 3:12b). Zo is dat verloren schaap door Christus gegrepen, op Zijn schouders gelegd en naar huis gebracht en zo doet den Heere het bij al Zijn volk. Opdat het zij, gelijk geschreven is: "Door U, door U alleen, om het eeuwige welbehagen." Amen.

De Heere zegene Zijn Eigen Getuigenis!

Hartelijke groet,

GPPB.

EEN SPRINGLEVENDE OUDE KETTERIJ: SANDEMANISME 'SLUIJS & SIMONS' B.V.  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Dank vriend Dik voor de toegezonden link. Er zijn blijkbaar meer mensen die het huidige ketterse "sandemanisme" van o.a. Arjan Baan, dr. C.A. van der Sluijs en ds. A. Simons opvalt en daartegen ageren.

mvg. GPPB.

-----------------------------------------------------------------

Klik op de Klik hier link ter inzage gehele artikel, waarin overigens de leer en de bevinding van de rechtvaardiging van de goddeloze niet uitdrukkelijk als begin van de wedergeboorte gesteld wordt. Maar het lezen van het artikel is toch de moeite waard, alleen al dat een buitenstaander van het Refodom, een baptist, dezelfde dwalingen vaststelt omtrent de arminiaanse religie van de HeartCry-founder, A. Baan, alsook de pekaniaanse zaligverklarende evenknieën van de paus: ds. A. Simons en dr. C.A. van der Sluijs.

------------------------------------------------------------------------------------------------

Geachte heer Burggraaf,

Ik las het ingezonden stuk: "ZALIGVERKLARING VAN DR. C.A. VAN DER SLUIJS", waarin het volgende door u wordt opgemerkt: "Het afgeven van pauselijke zaligverklaringen schijnt besmettelijk te zijn, aangezien zijn PKN-collega, ds. A. Simons, ook pauselijke zaligverklaringen (tegenover jongeren) afgeeft, zo van: "Ik leg Christus in je hart." Wie zalig wil worden, voege zich dus bij Van der Sluijs en Simons, want bij hen kun je een pauselijke zaligverklaring in ontvangst nemen, maar laat men die leraars Israëls dan ook vragen om een ontvangstbewijs, want dan kunnen de afgegeven zaligverklaringen wellicht van de belasting worden afgetrokken..."

Laat ik, nadat ik dit gelezen had, zo ongeveer hetzelfde geluid via de onderstaande link tegenkomen:

http://www.reformatorischebaptisten.nl/sandemanisme.htm

Voordat ik dat gelezen had wist ik van "Sandeman" alleen dat dit staat voor een bekend Sherry-merk

Hart.Groet
D. A.

---------------------------------------------------

Een artikel-fragment van een reformed baptist:

EEN SPRINGLEVENDE OUDE KETTERIJ
De geestelijke ramp van het Sandemanisme.

"Wat schetst onze verbazing, dat ditzelfde Sandemanisme in onze tijd weer de kop op heeft gestoken. Notabene dit keer in de Reformatorische hoek. Er zijn predikers, die vinden dat zij iets heel belangrijks hebben te melden. Deze verkondiging van het evangelie op de manier van de standwerker op de markt is te volgen via You Tube-filmpjes en MP3 opnames van lezingen op de diverse jongerensites. De verantwoordelijkheid van de redding wordt opnieuw helemaal bij de mens gelegd. Je hoeft het alleen maar aan te nemen. Volgens een jonge prediker, de heer A. Baan, ligt het medicijn voor de redding op het nachtkastje. Hij bedoelt daarmee de Bijbel. Je hoeft volgens hem dat medicijn alleen maar te pakken en tot je te nemen. Even later roept hij: “Eén, één, twee!! Daar redt je levens mee!” Vervolgens koppelt hij dat aan Johannes 1:12. Opnieuw is het naar zijn mening slechts een kwestie van aannemen. Je vraagt je af waarom het evangelie met zo’n toevallige overeenkomst aan de man gebracht moet worden. Het evangelie is niet naar de mens en hoeft al helemaal niet verkocht te worden.
Een wat oudere predikant, ds Simons, benadrukt de rol van de prediker bij dit alles. Op een MP3 opname kan men hem in de loop van zijn betoog het volgende horen zeggen: “We hebben vanavond een boodschap voor jou. Ik durf te zeggen een boodschap uit de hemel. En wat gebeurt er vanavond? De zaligheid wordt vanavond aan jou overhandigd. (….) Ik verkondig je vanavond dat Gods dienaren deze avond de zaligheid overhandigen aan de hoorders. Dat is prediken. (….) .. dit aangereikte cadeau moet in ontvangst genomen worden. (….) De Here Jezus ligt als het ware, jongens, in je schoot. Laat je hand maar vallen, op het Lam, op die lieve Heere Jezus, Die door de Vader geschonken is aan de wereld. (….) Omhels het cadeau, dat je eerlijk in de prediking ontvangt. Want als je dit vanavond van je schoot afschuift, dan lig je straks eeuwig te branden in de hel.”
Vreselijk, zo’n toespraak! Er zijn geen woorden te vinden om onze verontwaardiging en boosheid tot uiting te brengen. Het Lam Gods ten tonele gevoerd als een schoothondje!! Wat duivels! Wat voor een zieke, doortrapte en goddeloze geest moet je hebben om op zo’n manier te praten over Jezus Christus, de Zoon van de Almachtige God. Alles in ons protesteert hier fel tegen."

Klik op de Klik hier link ter inzage gehele artikel van reformatorischebaptisten.nl

Commentaar
Hoewel ik afstand neem van het baptisme, heeft deze reformed baptist volkomen gelijk in zijn aversie tegen Baan en Simons! Ds. A. Simons spant wel de kroon van het genoemde trio (Baan/Sluijs/Simons). Simons roemt met de mond in Jezus, maar ondertussen maakt hij van Christus een schoothondje die je eigenhandig kunt aannemen of verwerpen. Op een Youtube film van stichting JIJDAAR, zegt Simons letterlijk tegen een zaal jongeren: "Ik leg jezus in uw hart." Wat een duivelse pauselijke aanmatiging! Simons wil de populaire dominee uithangen, Whitefield nabootsen en via pauselijke zaligverklaringen het werk van Christus en Gods Geest imiteren. Het is pure godslastering en pauselijke zielebedriegerij. Dat is nu de vrucht van PKN-dominees die beweren "onder de oordelen te moeten bukken", maar dit soort valse leraren zijn niet door God geroepen. Gods ware knechten kunnen dit soort duivelse ketterijen niet leren. Simons staat overduidelijk in de schoenen van Hananja! "En de HEERE zeide tot mij: Die profeten profeteren vals in Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden, noch hun bevel gegeven, noch tot hen gesproken; zij profeteren ulieden een vals gezicht, en waarzegging, en nietigheid, en bedriegerij huns harten. Daarom zegt de HEERE alzo: Aangaande de profeten, die in Mijn Naam profeteren, daar Ik hen niet gezonden heb, en zij dan nog zeggen: Er zal geen zwaard noch honger in dit land zijn; diezelve profeten zullen door het zwaard en door den honger verteerd worden", Jer. 14:14-15.

GPPB.

DR. C.A. VAN DER SLUIJS ABUIS  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
De discussie rond Andries Knevel legt volgens dr. C. A. van der Sluijs het geesteloze karakter van de gereformeerde gezindte bloot.
Het gesprek met ongelovigen verzandt vaak in een welles-nietesspel, aldus dr. H. van den Belt in zijn artikel over apologetiek (RD van 28-04-2009 - zie Klik hier link). Volgens hem komt dat door de insteek bij verstandelijke bewijzen voor het christelijk geloof. Als voorbeeld noemt hij het debat over schepping en evolutie.
Ik ben het van harte met mijn collega eens.... " (Klik op de 'Klik hier' link en lees gehele RD-artikel)


Commentaar
Dr. Van der Sluijs prijst zijn collega dr. H. v.d. Belt in zijn opvattingen en geeft de gereformeerde gezindte de doodsteek. Van der Sluijs vraagt zich af of de gereformeerde gezindte nog leeft. Maar leeft Van der Sluijs zelf wel? Klaarblijkelijk is bij Van der Sluijs Openbaring 3:1b nog nooit ingeslagen: "Ik weet uw werken, dat gij den naam hebt, dat gij leeft, en gij zijt dood."
Immers, hoe durft een PKN-predikant, zelf staande op een verrot kerkfundament, zijn melaatse hand op te heffen en met de andere melaatse hand een pausvriendelijke collega te omhelzen?
Van der Sluijs mag het Woord onzes Gods zich wel terdege aantrekken: "Hoe kunt gij geloven, gij, die eer van elkander neemt, en de eer, die van God alleen is, niet zoekt?" Joh. 5:44.
Hetgeen dr. H. v.d. Belt allemaal aan ketterijen leert, is met geen pen te beschrijven (zie betreffende artikelen), maar dat feit strijkt Van der Sluijs glad met pluimstrijkende woorden richting zijn PKN-collega. Van der Sluijs, die zich destijds beet liet nemen door een antichristelijke ambtelijke besluitvorming en lid geworden is van een valse kerk, durft het geesteloze karakter bloot te leggen van de gereformeerde gezindte, nota bene vanuit een PKN-emeritusstoel die zelf op een geestelijk dode zandgrond staat. Als de winden van Gods toorn zullen komen, zal ook de PKN, plus de emeritusstoel van Van der Sluijs die storm niet kunnen doorstaan, want het is alles op de zandgrond gebouwd. Een iegelijk die op een kerkelijke zandgrond staat heeft zich het recht tot spreken/preken benomen.

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.com