P. ROUWENDAL COMRIEPAPEGAAI NR. 3
DRS. P. ROUWENDAL, COMRIE/BRAKEL-PAPEGAAI NR. 3  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Angst voor arminianisme niet enige drijfveer Comrie
Bilderberg-RD: 22-06-2012 18:52 | gewijzigd 22-06-2012 19:04

door drs. P. Rouwendal

Rouwendal-citaat 1:
Als Brakel stelt dat de mens wedergeboren is bij de eerste geloofsdaad, al is een mens zich van die geloofsdaad niet bewust, dan neemt hij in de praktijk hetzelfde standpunt in als Comrie.

Citaat 2:
Het gaat mis als mensen op grond van kenmerken denken dat ze wedergeboren zijn, zonder geloofswerkzaamheden met Christus te hebben.

Citaat 3:
Anderzijds is het eveneens onschriftuurlijk als zij die hongeren en dorsten niet zalig worden gesproken.

Bronlink:
http://www.refdag.nl/opinie/angst_voor_arminianisme_niet_enige_drijfveer_comrie_1_654501

-------------------------------------------

COMMENTAAR
Ook Rouwendal theoretiseert maar wat, net als G.A. van den Brink (zie artikel 'Hefboomgeloof dr. G.A(rminius vd Brink'), beiden studeerkamergeleerden focussen op hetgeen Comrie dan wel of niet geleerd zou hebben, hoewel dat voor ondergetekende geen vraag is, maar wat de Schrift leert omtrent de leer waarmee de Kerk staat of valt, laten de heren theoretici geheel buiten beschouwing.

Er zijn drie citaten in het betoog van drs. Rouwendaal, die aantonen dat ook Rouwendal contra de Reformatie theoretiseert. Hieronder de reactie op genoemde drie citaten.

Citaat 1: Ten eerste leerde Brakel -net als Comrie- een onbewuste wedergeboortebegin, hetgeen haaks staat op de leer der Schrift. Christus zegt dat de kleinen daadwerkelijk in Hem geloven (Matth. 18:6 - Mark. 9:42), wie dat ontkent, ergert de kleinen in Christus! Comrie en Brakel staan derhalve niet in de lijn met de Reformatie. Brakel heeft zelfs de zekerheid des geloofs tot het welwezen des geloofs gedegradeerd, hetgeen een volbloed roomse dwaling is.

Citaat 2: Rouwendal stelt de geloofswerkzaamheden met Christus als een keurmerk voor de ware wedergeboorte, maar hij gaat voorbij aan het wedergeboortebegin, namelijk de rechtvaardigende daad Gods, ofwel de vrijspraak van schuld en straf, tot vergeving der zonden. Geloofswerkzaamheden met Christus in het kader van het leven der genade behoren niet tot de eerste geloofsdaad, nee, want dat is de ontvangende daad des geloofs van de toegerekende gerechtigheid van Christus tot vergeving der zonden. De geloofswerkzaamheden met Christus zijn een gevolg van het geloof in Christus als de eerste aannemende daad des geloofs in het kader van de rechtvaardigmaking.

Citaat 3: Rouwendal verwerpt de kenmerken buiten het geloof in Christus, maar hongeren en dorsten beschouwt hij ineens wel als "zaligmakende" kenmerken, terwijl Christus totaal iets anders leert in de zaligsprekingen dan Rouwendal.
Het is onschriftuurlijk om hongeren en dorsten als kenmerken van de wedergeboorte te beschouwen, zolang de ziel niet is vrijgesproken van schuld en straf in de rechtvaardigverklaring des zondaars voor en door God! Christus spreekt in de zaligverklaringen niet in het kader van het aanbod van vrije genade, zoals in Jesaja 55 de dorstigen aangesproken worden, nee, Hij spreekt Zijn gerechtvaardigde volk zalig, die reeds gegeten hebben van Zijn Lichaam, als het Brood dat uit de hemel is nedergedaald en gedronken hebben van Zijn Bloed tot vergeving der zonden. Dat is de reden dat zij hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, omdat zij die reeds in Christus gesmaakt hebben. Dat God de Eerste is in het kader van de rechtvaardiging van de goddeloze en niet de gelovige met zijn geloof, daarvan reppen genoemde theologanten met geen woord. En dat de aanneming des geloof in orde volgt op de schenking van de vergeving der zonde, daarover reppen de heren evenmin. De leer van Christus wordt veelmeer ontkent en ontkracht door deze Comriepapegaaien. Bijna alle huidige theologanten gaan volledig voorbij aan de leer en bevinding waarmee de Kerk staat of valt, nl. dat niet het geloof opzich, maar dat GOD de goddeloze rechtvaardigt en die rechtvaardigende daad Gods is tot levendmaking, wedergeboorte, rechtvaardigmaking van de ziel die deze daad/schenking/genade aanneemt door het geloof. Degenen die het geloof voorop stellen, dus voorafgaande aan de rechtvaardigende daad Gods, leren conform de Remonstrantse confessie, maar dezulken weten niet wat zij leren, noch wat zij bevestigen. Het is dan nog maar zeer de vraag of genoemde theologanten zelf als een goddeloze door God gerechtvaardigd zijn. Met de theorie die genoemde theologanten in stelling brengen, kan niemand iets, want het zijn theoretisch geleerde lesjes, die ontbloot zijn van de praktijk der Schriftuurlijke bevinding omtrent de wedergeboorte/rechtvaardigmaking/vergeving der zonden en het kindschap Gods.

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl