SPURGEON OVER HET SOLDAAT-ZIJN IN HET LEGER VAN KONING JEZUS:
- DE PLICHT VAN EEN CHRISTEN-KRIJGSKNECHT - DE EER VAN EEN CHRISTEN - GOD ZIET HET HART AAN - DE PLICHT VAN EEN SOLDAAT
Klik op de Klik hier link ter inzage van de geestelijke slagorde
--------------------------------------------------------------------------
|
|
Dagboek op 30 November:
"En er werd krijg in den hemel: Michael en zijn engelen krijgden tegen den draak, en de draak krijgde ook en zijn engelen. En zij hebben niet vermocht, en hun plaats is niet meer gevonden in den hemel", Openb. 12:7-8.
Tussen de twee grote machten zal altijd oorlog blijven bestaan, totdat één van beide vernietigd zal zijn. Vrede tussen goed en kwaad is onmogelijk; in feite zou zelfs de schijn daarvan de overwinning van de machten der duisternis betekenen. Michael zal altijd strijden; zijn heilige ziel kan het kwaad niet verdragen en zal het altijd blijven bestrijden. Jezus zal altijd de vijand van de draak zijn, maar nooit in passieve zin, altijd effectief, krachtig en vastbesloten om het kwaad uit te roeien. Al Zijn knechten, of dat nu engelen in de hemel, of Zijn herauten op aarde zijn, zullen die strijd te voeren hebben; het zijn geboren strijders. Bij het kruis sluiten zij het verbond nooit vrede te sluiten met het kwaad. Het is een oorlogszuchtig gezelschap, vastbesloten tot de verdediging en vurig in de aanval. Iedere soldaat in Gods leger moet dagelijks zijn plicht vervullen; hij moet van ganser harte, met zijn hele ziel en met al zijn kracht de strijd tegen de draak aanbinden. De draak en zijn engelen zullen de strijd nooit uit de weg gaan; zij vallen voortdurend aan en maken gebruik van alle mogelijke wapens, eerlijke of oneerlijke. We zijn dwaas als we verwachten dat we God kunnen dienen zonder tegenstand te ondervinden: hoe vuriger we zijn, hoe zekerder we ervan kunnen zijn door de machten der hel te worden aangevallen. De Kerk kan wel traag worden, maar haar grote tegenstander nooit; door zijn rusteloze geest zal hij de strijd geen moment verslappen. Hij haat het Zaad van de vrouw en hij zou dat Zaad maar al te graag volkomen verslinden. Satans knechten hebben die energie met de draak gemeen en ze zijn in het algemeen erg bedrijvig. De strijd wordt op alle fronten gestreden en van vrede dromen is gevaarlijk en vruchteloos. God zij gedankt dat we de afloop van de strijd kennen. De grote draak zal uitgeworpen en voor altijd vernietigd worden, terwijl Jezus en degenen die bij Hem horen de kroon zullen ontvangen. Laten wij vandaag onze zwaarden wetten en de Heilige Geest bidden onze armen in de strijd te sterken. Een belangrijker strijd bestaat er niet en nooit was een overwinning zo heerlijk. Laat een ieder van ons, strijders van het kruis, op zijn post staan en geve God dat wij satan onder onze voeten zullen vertreden.
C.H. Spurgeon (Uit: bijbels dagboek voor iedere avond) ______________________________________
Naar aanleiding van de doorgaande raketaanvallen van de reformatorische Hamas tegen deze website, het volgende:
Wat broeder Spurgeon hier schrijft over de strijd des geloofs, wordt op het kerkelijke refo-erf in onze dagen meer dan verschrikkelijk gehaat, van links tot rechts, met name door het valse-vrede-leger SGP-ers, die altijd bezig zijn om politieke goocheltrucen te verzinnen om er zonder kleerscheuren vanaf te komen. Paulus noemt dezulken "vijanden van het kruis van Christus!" (Filip. 3:18).
Spurgeon roept in het bovenstaande dagboekfragment niet op tot vleselijk activisme, maar rept hier louter over de geestelijke strijd, de heilige oorlog, die al Gods kinderen in het algemeen en Gods geroepen getuigen in het bijzonder te strijden hebben, hetgeen in onze dagen nauwelijks meer gekend en verstaan wordt, laat staan beoefend.
Gods ware getuigen zijn ware vredestichters, maar nooit ten koste van Gods Waarheid. De valse vrede viert hoogtij in onze dagen; dan maar liever een heilige oorlog dan een valse vrede. Gods soldaten zijn altijd weinig in getal, maar de Heere is machtig te verlossen door velen of door weinigen. Het gros dominees in onze dagen doet de ergernis van het kruis teniet en zij gaan de strijd tegen tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht (Ef. 6), uit de weg, opdat zij vanwege het kruis van Christus niet vervolgd zouden worden (Gal. 6:12).
Er zijn ook van die domineesvleiers, nep-soldaten, die zichzelf decoreren en zich een naam willen verwerven, door het hanteren van vleselijke wapens (Ps. 5:9), met andermans kalveren ploegen, de woorden der rechtvaardigen verdraaien tot hun eigen verderf (2 Pet. 3:16), gelijk Doitrefes die altijd zocht de eerste te zijn door zijn boze snateringen en lasteringen (3 Joh. 1:9). Degenen die onwettig strijden, en zich daarvan niet bekeren, zullen uiteindelijk en geheel onverwacht in hun eigen zwaard vallen (Jes. 41:11 - 2 Pet. 1:2).
De strijd die Gods geroepen getuigen te strijden hebben, gaat niet in een opgaande weg, want er zijn altijd vele tegenstanders, maar de door de Heere geopende deur kan niemand sluiten (1 Kor. 16:9 - Openb. 3:8). De tegenstanders komen veelmeer uit de reformatorische Hamas, dan uit de wereld. Van Jozef staat geschreven: "De schutters hebben hem wel bitterheid aangedaan, en beschoten, en hem gehaat; maar zijn boog is in stijvigheid gebleven, en de armen zijner handen zijn gesterkt geworden, door de handen van den Machtige Jakobs; daarvan is hij een herder, een steen Israëls", Gen. 49:23. En van de overjordaanse Gad staat geschreven: "Aangaande Gad, een bende zal hem aanvallen, maar hij zal haar aanvallen in het einde", Gen. 49:19.
De strijd is reeds beslist en de overwinning verzekerd. "Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, naaktheid, of gevaar, of zwaard? (Gelijk geschreven is: Want om Uwentwil worden wij den gansen dag gedood; wij zijn geacht als schapen ter slachting.) Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft. Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere", Rom. 8:35-39.
GPPB.
|
|