ZIJN ER NOG WARE KNECHTEN GODS?
ZIJN ER NOG WARE KNECHTEN GODS?  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Inzender:

U plaatst de laatste tijd weinig ingezonden stukken, is het over?
Wat ik u wilde vragen, is, waneer is burgerlijke ongehoorzaamheid geoorloofd op grond van Gods Woord?
Het tweede wat ik u wilde vragen, is, of we de PKN net als Rome een hoer mogen noemen?
Het derde wat ik u vragen wil, is, of er nog ware knechten van God in kerkelijk Nederland zijn die de waarheid recht snijden? U schrijft dikwijls dat er geen dominees meer in de bressen staan, en dat valt moeilijk te ontkennen, maar ds. K. Veldman en ds. A. Kort worden door dhr. Kleen van de woesteweg nog als ware knechten van God aangeprezen die Wet en Evangelie zuiver preken. Kunt u dat onderschrijven? Zo nee, waarom niet? Laatste vragen: Waarom staat u buiten de kerk? Mag u ambteloos het Woord bedienen?

Als ik te persoonlijk ben in mijn vraagstelling, staat het u vrij om die vragen onbeantwoord te laten.

h.groet, NN

-----------------------------------------------------

Geachte inzender,

Dergelijke vragen worden vaker gesteld en we zullen er nu maar eens mee naar buiten treden. We beginnen maar bij het begin van uw vraagstelling. Nee, het is niet over met de inzendingen, maar de meeste inzendingen zijn al meer dan eens aan de orde geweest is, en die plaatsen we meestal niet meer, om niet teveel in herhaling te vallen, hoewel dezelfde zaken altijd weer aan de orde (moeten) komen, en dat geldt zeker voor geestelijke zaken. Te persoonlijke inzendingen worden doorgaans niet geplaatst, alleen als het algemene belang er mee gediend is. Het is echter niet zo eenvoudig om het heilige de honden niet te geven en geen paarlen voor de zwijnen te werpen als we aan alle wateren zaaien.
Maar zeg me eens, bent u uit op nieuwtjes of wordt u gedreven door nieuwsgierigheid? Me dunkt, er staat toch genoeg aan inzendingen, persberichten, artikelen en preken op deze website om u in de waarheid te kunnen verdiepen. Hoe dat ook bij u gesteld is, hoef ik niet te weten; God kent de harten en proeft de nieren.

Om bij uw eerste vraag te beginnen, het volgende.

Burgerlijke ongehoorzaamheid
De befaamde verdediger der Waarheid, de Schotse reformator John Knox, stond eens voor de Godevijandige en Christenvervolgende Schotse koningin Maria, die aan John Knox de volgende vraag stelde: "Denkt u dat onderdanen die de macht hebben hun vorsten moeten weerstaan?"

Waarop John Knox antwoordde: "Als vorsten hun grenzen overschrijden, mevrouw, mag men hen ongetwijfeld weerstaan, zelfs met geweld.... (...) Mijn werk is erop gericht dat zowel vorsten als onderdanen God gehoorzamen. En denk niet, mevrouw, dat u onrecht aangedaan wordt als men van u eist dat u God onderdanig bent." (Uit het leven van John Knox door Thomas McCrie)

Burgerlijke ongehoorzaamheid is dus geboden, als de overheid haar bevoegdheid te buiten gaat en burgers dwingt om Gods Woord en Wet ondergeschikt te maken aan goddeloze overheidswetten en daarnaar te handelen. Men moet Gode altijd meer gehoorzaam zijn dan de mensen.

Wat uw tweede vraag over de PKN betreft, het volgende:
Dezelfde koningin Maria ageerde omtrent de kerk tegen John Knox: "Maar gij zijt niet de kerk die ik wil voeden. Ik wil de kerk van Rome verdedigen, want ik denk dat die de ware kerk van God is."

John Knox: "Uw wil is geen reden, mevrouw, en uw gedachte maakt van de Roomse hoer niet de ware onbevlekte Bruid van Jezus Christus. Verwonder u niet, mevrouw, dat ik Rome een hoer noem, want die kerk is helemaal verdorven met geestelijke hoererij zowel in leer als in zeden." (Uit het leven van John Knox door Thomas McCrie)

Wat John Knox gezegd heeft over Rome, geldt ook de sodomitische PKN, ook die kerk is een valse kerk en maakt deel uit van de hoer van Rome. U kunt de feiten hierover staven middels de artikelen die er over geschreven zijn op deze website. (Type de letters PKN in de zoekoptie van deze website en u zult genoeg linken aantreffen van artikelen die hierover handelen).

Rome en de PKN behoren voluit tot de vergadering der boosdoeners
John Knox zei eens tegen de domicaanse pater Arbugkill, toen deze hem trachtte te overbluffen met het "gezag" van de roomse kerk, het volgende: "...dat de kerk geen bevoegdheid had om te handelen tegen de uitdrukkelijke voorschriften van de Heilige Schrift in, die de eredienst bindt aan Goddelijke wetten."

Pater Arbugkill: "Als dat zo is, laat u ons geen kerk overhouden!"

Het antwoord van John Knox daarop luidde: "Jawel, David schrijft over de vergadering der boosdoeners! Die kerk mag u hebben!" (Uit het leven van John Knox door Thomas McCrie)

Het antwoord van John Knox is dus ook van toepassing op de PKN, maar ook de HHK vertoont meer en meer trekken van genoemde vergadering der boosdoeners, omdat die kerk -net als de PKN- de van God vervloekte sodomie tolereert en preekconsent verleent aan homo-kandidaten. Aangezien de tucht binnen de HHK niet wordt gehanteerd tegen dit soort van God vervloekte schandelijkheden, staat de HHK binnen no-time op dezelfde lijn als de PKN. Er is geen dominee, noch ouderling die publiek de banvloek uitspreekt over deze roepende kerkelijke ongerechtigheid. God is geen ledig toeschouwer. De HHK-sodomie is op het hoofd van alle HHK-ambtsdragers en belijders, omdat men zich er niet publiek van vrijmaakt. Interne brieven aan de Synode zijn niet meer geldig, omdat het een publieke zaak betreft. De HHK-synode weigert de tucht te hanteren en ze zijn zeker bang dat zij van overheidswege gesanctioneerd worden als zij tegen die homo-kandidaat (Kommerie) en gelijknamige sodomitische belijders optreden. Dat soort angsthazerij zal echter met Gods oordelen bezocht worden, omdat het een wettische eigenlievende houding is zonder geloof.

Uw derde vraag, of er nog ware van God geroepen knechten binnen kerkelijk Nederland zijn, moet u aan de Heere Zelf stellen. Een ware knecht van God komt niet alleen openbaar in het preken van de volle raad Gods, maar ook in het hanteren van de bijbelse tucht. Het is dus nog maar de vraag of er nog ware knechten van God gevonden worden, aangezien de tucht massaal achterwege blijft en waar de tucht achterwege blijft, wordt de liefde gemist en is de Heilige Geest de grote Afwezige. Er wordt hier en daar nog wel waarheid gepreekt, maar er is geen enkele dominee die publiek in de bressen staat voor de waarheid van het Evangelie, laat staan dat men in de bressen staat richting de overheid en voor land en volk, zoals de getrouwe John Knox en vele andere reformators en oudvaders wel gedaan hebben tegenover de wetteloze en Christenvervolgende overheden. Dat feit moet toch minstens te denken geven.

Er ligt een oordeel op de kerken en het oordeel is reeds begonnen van het huis Gods, ten spijt van al die valse Hananja's die hoogkerkelijk roemen en een eventuele opwekking alleen binnen de kerkmuren claimen, met een zogenaamd beroep op de Kerkgeschiedenis. Dezulken vervalsen juist de heilige Schrift en de kerkgeschiedenis, aangezien er in het (verre) verleden meer openlucht-opwekkingen hebben plaatsgevonden, dan binnen de kerk(en). De opwekking te Sichar op het getuigenis van de Samaritaanse vrouw is er een bijbels voorbeeld van en de openlucht-opwekkingen onder de prediking van Whitefield eveneens. We kunnen niet alles opnoemen, maar al die hoogkerkelijke propagandamakers die hogelijk op de kerk roemen hebben wellicht een leger dominees aan hun kant, maar niet de Waarheid.

Dr. H.F. Kohlbrugge die -net als ds. Paauwe- buiten de kerk kwam te staan vanwege zijn getrouwheid aan de zaak van Christus, zou niet door de hoogkerkelijke dominees Veldman en Kort in het ambt bevestigd zijn geworden en ook Kohlbrugge's kinderen zouden genoemde predikanten de doop geweigerd hebben, vanwege de vreze der Joden en ook omdat het huidige predikanten-leger volstrekt geen belang heeft in het geestelijke welzijn van de Kerk buiten de legerplaats. Calvijn zou er evenwel een oceaan voor over roeien om die Kerk te mogen bedienen, maar nu trekken ze hun schoenen er niet voor aan, puur om eigenlievende kerkpolitieke redenen. Die hoog(on)kerkelijke houding zal de Heere bezoeken en het oordeel is reeds tastbaar, zichtbaar en hoorbaar. Whitefield daarentegen, heeft bijna niets anders gedaan om de Kerk buiten de legerplaats te bedienen met Woord en sacrament en belangeloos ondersteunde hij de van God geroepen lekepredikers waar hij maar kon.

De brute wandaad van de NHK-synode om dr. Kohlbrugge destijds te weren als NHK-lid en de onwettige uitwerping van ds. Paauwe, is de ondergang van de NHK geworden. Men heeft Christus in Kohlbrugge en Paauwe de deur gewezen en onder dat oordeel van kerkelijke bloedschande staat heel kerkelijk Nederland met hun voorgangers, geen kerk uitgezonderd. Heel die herstelde beweging is slechts een springplank over de verbondsbreuk heen, een breuk die er nog steeds ligt, maar allerhande wordt doodgezwegen. En maar wetteloos(!) preken over Christus, terwijl men de ergernis van het kruis teniet doet en opvallend geheel buiten beschouwing laat (doofpotprediking). Kohlbrugge kunnen ze vromelijk citeren, echter met dezelfde houding waardoor Kohlbrugge als predikant binnen de NHK geweigerd werd en van de sacramenten werd uitgesloten. Die Sanhedristische houding heeft de kerk van binnen uitgehold en mede daardoor is de kerk tot een witgepleisterd graf vervallen.

Ik ben niet geroepen om dominees aan te prijzen, zeker de huidige niet, want EEN is uw Meester, namelijk Christus. Mijn tong is te kort en ik heb tijd tekort om Hem aan te prijzen, want alles wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Van de mens valt er niets aan te prijzen, want de mens is vleselijk in het licht van de heilige Wet Gods, die geestelijk is. Alle roem is uitgesloten; wie roemt roeme in den Heere. Dominee-promoter Kleen heeft zijn wortels in het doperse menno-labadisme dat dikwijls in de slaapkamer eindigt; hij wil punten scoren, als hij maar in de belangstelling staat, de kleinzieligheid ten top, en dezulken promoten zichzelf als "geestelijke knopenontbinders", maar in werkelijkheid opereren zij als sentimentele eenheidsworsten die met andermans veren pronken, en wedijveren met het gearriveerde christendom dat ontbloot is van het kruis. Dezulken menen het lek boven water te hebben, maar nooit liggen dezulken onder de stokebranden van het vuur der beproeving en zijn nog nooit tot hun fundamenten ontbloot geworden, weten al helemaal niets van een tweede bekering, laat staan dat zij kennis hebben om dagelijks in de dood te worden overgegeven om Christus' wil. De lekke bodem in hun dikbuikige bekeringsbestaan is er nooit uitgeslagen, want als dat allemaal wel zo zou zijn, dan zouden zij niet zichzelf, geen domineesvlees, maar Christus verheerlijken. Zulke dominees-aanbidders verlagen zichzelf dermate met kindse en kleinzielige praat dat zij zelfs niet schromen om de kleur onderbroek van zichzelf en van genoemde dominees te publiceren.... Ook schromen dezulken niet om het werk Gods bij degenen die hen tegenstaan en hun valse oogmerken ontmaskeren, te lasteren. Dat is het werk van de verwoestendeweg, maar Filippus en de kamerling worden op die zelfverzonnen glibberweg niet gevonden.

Zeker, genoemde dominees mogen de waarheid nog verkondigen, maar als het hen gelegen komt, bedienen zij zich ook van vervloekte kerkpolitiek en preken maar al te dikwijls wie zij voor zich hebben. De Heere weet dat ik niet lieg en we kunnen de bewijzen daarvan tonen! De kerk wordt bij hen in het midden gelaten en de bannen in bepaalde gemeenten met een evangelie-saus bedekt, om er zelf zonder kleerscheuren vanaf te komen. Het sjoemelen met de tucht en het niet verdelgen van de bannen heeft al heel wat gemeenten verwoest en daar staat de gemeente van Springford (Ontario) klaarblijkelijk model voor.

De RCA-kerkenraad te Springford laat PKN-dominees voorgaan; binnenkerkelijke sabbatsschenders worden niet gecensureerd en kerkelijk georganiseerde jeugdkampen die wedijveren met de wereld worden vanaf de kansel gepromoot en aangeprezen met gebed en dankzegging, ook door Veldman. Getuigenissen die in het verleden geklonken hebben tegen deze onkerkelijke en wereldse entertainment; tegen de politieke prediking en de kerkeraadscorruptie aldaar, werd compleet genegeerd. De gemeente in Springford is om die reden een afvallige gemeente geworden en dat is ondertussen publiek bekend, want het oordeel op die gemeente wordt zelfs door de wereld opgemerkt. Ik vertel geen geheimen. De bannen die tot boven het kerkdak opgestapeld zijn worden niet verdelgd, ook niet door ds. De Groot, die het Evangelie preekt als een nieuwe wet en de gemeente stijft in verrot-vleselijke vroomheid, waarbij publieke zondagsschenners en gelijknamig overspel ongemoeid gelaten worden. Overspelende en dode belijders worden op de lijst van ouderling gezet en zelfs in het ambt bevestigd en dat gebeurt in talloze kerken en gemeenten, doch de Heere is geen ledig toeschouwer.

Daarenboven gaat men gewoon door met het heilig Avondmaal te ontheiligen, en men doet net alsof God niet bestaat. Het is een bewijs dat God niet meer spreekt tot zulke dominees, terwijl ds. Joh. van der Poel eens van Godswege kreeg te verstaan in een bepaalde gemeente het Avondmaal niet te mogen bedienen, omdat er een ban in die gemeente was. Dat werd door ds. Poel openlijk van de kansel afgekondigd. Ze kunnen nu over de bannen heen preken als lijsters, maar DE EER IS WEG, HET IS ALLES IKABOD, ten spijt van al die vroomvleselijke kleeniaanse dominees-promotie. Kleen kakelt derhalve als een betoverde kip zonder kop, maar dat is reeds oud nieuws.

Al mijn destijdse kerkordelijke brieven zijn door de toenmalige kerkeraad in Springford als oud vuil terzijde geschoven, dat geldt ook voor Harskamp. Zowel in Harskamp als in Springford heeft God een scheur gescheurd, omdat de bannen niet verdelgd werden en een tuchtloos huis dat tegen zichzelf verdeeld is, zal niet bestaan. In Harskamp kregen we eens schriftelijk huisbezoek(!) met een lasterlijke inhoud van een-over-het-paard-getilde ouderling, maar hij werd niet onder de tucht gezet. Het ongelijk was maar een 'hatelijk schrijvertje' aangedaan, maar God heeft al die ambtelijke aanrandingen reeds bezocht. Zo kan ik nog wel een paar dagen doorgaan.

Vanwege meinedige dominees en kerkenraden hebben wij het stof van onze voeten moeten schudden (is meermalen gebeurd), en zijn we begonnen thuis preek te lezen. Door ex-ouderling Van Ittersum werd mij destijds verweten mijn gezin te verwoesten met dat thuislezen, maar het tegenovergestelde is gebleken en nu is hij degene die de koekjes van zijn eigen deeg mag (her)kauwen. De kuil waarin men mij gaarne zag vallen, is men zelf ingetuimeld, mede om het feit dat men de voorkeur gaf aan puur partijdige kliekvorming en de daarmee gepaarde doofpotaffaires, tot in de kerkenraad toe. Ik kan er wel een boek van schrijven, maar zodra er kerkpolitieke kliekvorming ontstaat, moet de Woord-knuppel in het kerkelijke hoenderhok worden geworpen, waarvan akte! Dat geldt ook voor die uitgetreden club van Procee-favorieten (zie Klik hier link: "OPEN LETTER TO REV. G.R. PROCEE"), hoewel die club is uitgetreden vanwege de politieke corruptie van de zittende RCA-kerkenraad. Ik schrijf dit niet om me erboven te verheffen, kan ook niet meer, aangezien ik geen naam meer heb dan die geschreven staat in Rom. 5:6, maar wee mij als ik met dit soort kerkelijke kameleons meeveins. Liever alle belijders tegen dan God en Zijn Woord tegen.

De dominees die u noemt, spelen dikwijls een afgezaagde grammofoonplaat af die als volgt luidt: "Thuiszitten is niet de weg", maar onderstussen wassen zij hun handen in het badwater van Pilatus als het levende Kind veroordeeld en om zijn getuigenis genegeerd en gehaat wordt, omdat men de bestraffing haat. Ik heb het aan de levende lijve ondervonden. Christenvervolging is derhalve al in volle gang binnen de kerken. De veinzende Petrus mocht evenwel bukken voor de scherpsnijdende bestraffing door Paulus uitgesproken in Galaten 2, maar nu verheft men zich boven de waarheid van het Evangelie met de schijnliefde op de lippen en de afgunst in het hart. Die rijke-mans-houding zal God bezoeken, omdat men erin volhardt. Petrus mocht in het stof bukken voor de Waarheid Gods, en de bestraffing der rechtvaardige aannemen, hetgeen olie op zijn hoofd was. Nu werpen vele belijders en voorgangers de olie weg en de bestraffing wordt gehaat, maar toen Eli naliet om zijn goddeloze zonen uit het ambt te zetten, deed God het, en Zijn tucht jegens hen moesten Hofni en Phinehas met de dood en de verdoemenis bekopen. Ook die God leeft nog!

Wat uw vraag over het ambteloos preken betreft, het volgende.
Aangezien de Heere mij 22 jaar geleden -3 jaar na mijn bekering- krachtdadig geroepen heeft het Woord uit te dragen in woord en geschrift, zijn we op Zijn bevel en op Zijn tijd gaan schrijven voor Jood en heiden, met name aan de engelen der gemeente. Om Gods wil en om Sions wil kunnen we niet zwijgen en het Woord doet kracht, waar en wanneer de Heere dat belieft. Ook mogen we het Woord tot op heden met lust en liefde preken (Eben Haezer!), hoewel de onwilligheid van Jona er in het kwadraat aan vooraf gegaan is. Het is dus niet wat wij gezocht hebben, want onkerkelijk zijn we beslist niet, maar de Heere heeft het zo bestuurd en de weg daarin geopend, en als Hij opent, dan kan niemand sluiten. Eldad en Medad profeteerden ambteloos in het leger, maar ik ondervind de meeste tegenstand van de hoogkerkelijke Jozua's die liever voor Mozes ijveren dan onder de banier van Christus hun stem te verheffen met macht. Ook in het verleden heeft de Heere Zich bediend van de prediking van John Bunyan, Howell Harris, Wulfert Floor en vele anderen, die niet in het ambt van predikant bevestigd waren, maar een roeping van Godswege hadden en een Goddelijk recht om het Woord te preken. Niemand kan derhalve de geopende deur, die de Heere mij gegeven heeft, sluiten, hoewel er talloze tegenstanders en twistzieke lieden zijn, die zich doodergeren aan de radicaliteit van het Woord, maar die zullen allen vergaan naar 's Heeren Woord (Jes. 41:11 ev.).

IJzer scherpt men met ijzer en daartoe is iedere belijder geroepen alleen al krachtens zijn scheppingsroeping, maar het is doorgaans verrot hout waarmee men schermt en zwaait. Ik ben de Waarheid niet, enkel duisternis, de Heere is mijn Licht, wie zou ik vrezen? Vele kleeniaanse belijders zouden wensen mij de mond te snoeren, omdat er zovele heilige huisjes omver gaan. Echt zielig. We mogen echter op Gods bevel en in Zijn gunst ons vermaken in het hol van een adder (de valse leraren) en 1 man met God is de Meerderheid. Ach, wierd ik derwaarts weer geleid, dan zou mijn mond U de ere geven!

Als het gaat over de waarheid van het Evangelie mogen we niemand naar de ogen kijken (al teveel gedaan, ook naar mezelf), geen dominee ontzien (moet ik nog mee beginnen), maar voor mijn liefde heeft men mij tegengestaan en nog. Ik heb van harte en om Christus' wil de broeders lief, maar niet ten koste van de Waarheid van het Evangelie. Als zogenaamde broeders liever met de Joden veinzen, dan ben ik hun tegenstander. Ik ben door vele afgunstige lieden voor een liefdeloze en harteloze vechter uitgemaakt (o.a. John Knox ondervond exact dezelfde lasteringen); ook genoemde predikanten hebben zich er openlijk tegen afgezet, echter, om de ergernis van het kruis teniet te doen, opdat zij zelf niet vervolgd zouden worden. Klaas Veldman heeft tot tweemaal toe hartelijk beloofd mijn kleinkinderen te zullen dopen, maar hij heeft zijn belofte schandelijk verbroken om de vreze der Joden wil! Daarentegen heeft ds. Paauwe -in navolging van ds. Whitefield- als een getrouwe herder zich van die plicht gekweten en de verstrooide schapen bediend met Woord en sacrament.

De Heere weet dat ik dit niet schrijf om mijn grieven te spuien, maar uw vragen hieromtrent wil ik niet onbeantwoord laten en ik spreek jegens genoemde dominees in het kader van Galaten 2, en 1 Tim. 5:20, omdat zij (en velen met hen) veinzen en te bestraffen zijn. Ook ds. Kort, hoewel hij doorgaans de waarheid preekt (werd het maar meer gehoord), laat de bannen en de dwalingen in zijn eigen kerkverband welig tieren, om de vreze der Joden wil. Bijv. ds. Gerritsen in Salford pakt hij niet persoonlijk aan op zijn dwalingen en niemand niet; Veldman idem dito, ook t.a.v. onbekeerde en ongeroepen ambtsdragers, het kan er allemaal mee door. En ook ds. Kort weigerde mijn kleinkinderen te dopen, omdat hij oudgereformeerd domineetje geworden is en zich niet kan inlaten met de Kerk buiten de legerplaats. Kerklidmaatschap wordt in onze kerk-sektarische dagen boven verbondslidmaatschap gesteld, maar God blaast erin met een wervelwind.

Mijn kleinkinderen zijn evenwel verbondskinderen die gedoopt dienen te zijn en de schuld dat deze verbondskinderen nog ongedoopt zijn, ligt op het hoofd van genoemde predikanten, omdat zij verbondskinderen weigeren ten doop. Deze dominees zijn blijkbaar liever kerkdienaren dan dienstknechten van Christus. Whitefield daarentegen deed wel aan de huisgenoten des waren geloofs, of zij nu lid van een kerk waren of niet. Er kunnen namelijk wettige redenen zijn om buiten de kerk te staan, zoals we bijv. bij Kohlbrugge en ds. Paauwe zien. Dat wordt door genoemde predikanten op een kerkpolitieke wijze genegeerd, terwijl Christus Zelf door de de toenmalige zogenaamde gemoedelijke belijders buiten de kerk geworpen is (Luk. 4:28-30). Daar weet de godgeleerdheid in onze dagen totaal niet vanaf en daarin volgen zij Christus niet. Ze zullen er wel goed voor zorgen dat zij hun kerkzetel en traktement zullen behouden. Arm portie, maar het is hun gegund. Toch benijd ik dezulken niet, want het deel der vromen is volgens het getuigenis van Christus, door allen gehaat, vervolgd en uitgeworpen te worden.

Afscheiden is voor ons geen optie. De Afscheiding is niet te reformeren, omdat men zich niet alleen afgescheiden heeft van de Kerk der Reformatie, maar ook afgescheiden is van de leer der Reformatie. Godsmannen als Luther en Kohlbrugge hebben het bij God vandaan gezien hoe het met de kerk zou aflopen, namelijk als bolwerken van christenvervolging. Vanwege de afvalligheid der kerk heeft Luther gezegd dat in de laatste dagen vaders in hun eigen gezinnen zouden preken, en Kohlbrugge heeft gezegd dat als je niet meer kerken kan, je als een patriarch moet leven. Huisgemeenten zijn trouwens een bijbels gegeven en dat kan uitgroeien tot niet-geregistreerde gemeenten. Ik geloof niet in kerkelijke democratie, want democratie kan alleen draaien op de politiek. Kerkpolitiek is niet uit God, maar van de duivel en degenen die kerkpolitiek bedrijven zijn verwoesters der Kerk. Breuk op breuk wordt gezien in het land, maar er ligt geen dominee wakker van, laat staan dat men in de bressen gaat staan. Het is Sion zeggen zij, niemand vraagt naar haar, want ze hebben het allemaal goed....

Al die hoogkerkelijke propagandamakers is het duidelijk niet begonnen om het levende lidmaatschap van de enige ware Kerk van Christus; nee, ze tellen liever -net als de SGP- de aantallen van dode en papieren leden. Genoemde predikanten hebben dan ook NIETS, maar dan ook NIETS van ds. George Whitefield, die zich om de verstrooide schapen in den lande tot ver buiten 's lands grenzen tractementsloos bekommerde, en hen met Woord en sacrament bediende. Bijna elke kerkdeur werd voor Whitefield gesloten, omdat hij het kerkelijke sektarisme in zijn dagen doorbrak, op publieke plaatsen preekte, de dominees en kandidaten oordeelde op bekering en roeping, en omdat hij een ware geroepen dienstknecht van Christus was, die het Woord recht sneed en de tucht hanteerde naar het bevel van Christus, vooral op onbekeerde en ongeroepen dominees, die hij een vloek voor de Kerk noemde! Zijn akker was de wereld naar het bevel van Christus (Matth. 28:19-20) en zijn oogst was groot, omdat hij het mocht verstaan dat de velden alrede wit zijn om te oogsten. In onze dagen vist men liever in de kerkelijke dode zee, als in de heggen en stegen der wereld.

Het Refodom en hun voorgangers zijn hard bezig om de toren van babel te herbouwen, zowel in kerkelijk als in politiek opzicht. Daarvan getuigt het kerkelijke sektarisme, dat ook door de HHK bewierookt wordt. HHK-predikanten hadden de Kerk -na de totstandkoming van de valse PKN- buiten de legerplaats kunnen bedienen, maar ze hebben zich alleen bekommerd over hun traktement en emeritaat en zijn naar de notaris gerend om een kerk te stichten die niet uit God geboren is. De politieke toren van Babel staat in Straatsburg en het is te zien dat ze al aardig met de bouw van die babel-toren gevorderd zijn, met de hoer op het beest voor de ingang, bezocht en aanbeden door de beest-aanbiddende SGP. Genoemde dominees en hun collega's wassen hun handen evenwel in het badwater van Pilatus en heulen -net als alle refobelijders- mee met het politieke hellespel der SGP en het meinedige koningshuis. Och, dat mijn hoofd water ware en mijn ogen en springader van tranen en dikwijls heb ik niet meer dan de wenende Baruch, maar ik roep mijn God tot mijn Getuige dat ik niet de strijd heb tegen vlees en bloed, en ik kom niet aan geestelijke staten, ook Die mij oordeelt is de Heere, maar dit moest gezegd worden van Godswege, de last is van mijn hart.

hartelijke groet,

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl