DR. W.v.VLASTUIN LOOCHENT DE ZONDEVAL
DR. W. van VLASTUIN LOOCHENT DE ZONDEVAL  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Christelijk geloof biedt troost in lijden
06-04-2013 11:28 | Dr. W. van Vlastuin

Hoe kan een goede en almachtige God het kwaad toestaan?

In mijn vorige bijdrage heb ik het gehad over het morele kwaad, het kwaad dat mensen elkaar aandoen. Daarmee is niet alles gezegd. Naast het morele kwaad is er het natuurlijke kwaad, onheil dat niet direct door mensen wordt veroorzaakt. Denk bijvoorbeeld aan natuurrampen. Daarbij komen niet alleen brute misdadigers om, maar ook onschuldige kinderen. Overstromingen, aardbevingen, orkanen en tsunami’s hebben honderdduizenden schepselen in het verderf meegesleurd.

Van Vlastuin-Quote:
"Voor het meeste kwaad in de wereld is de mens dus verantwoordelijk. Er blijft echter kwaad in deze geschiedenis dat niet op de mens is terug te voeren, maar dat te maken heeft met de structuren van deze schepping. Aardbevingen zijn een gevolg van het schuiven van tektonische platen in de aardkorst."


Bronlink:
http://www.refdag.nl/opinie/christelijk_geloof_biedt_troost_in_lijden_1_728740

------------------------------------------

COMMENTAAR

Dr. W. van Vlastuin (HHK) specialiseert zich in het vervalsen van de Schrift, en durfde het aan om de Naam en het Zoonsschap van Christus ter discussie te stellen (zie volgende blokken). De godslastering ten top! Achteraf beweert hij dat hij het zo allemaal niet bedoeld heeft, en dat geldt voor al zijn ketterijen. Toen Van Vlastuin het helleverdrag ondertekende van de valse oecumene "wij kiezen voor eenheid", was er -volgens zijn eigen zeggen- ineens sprake van een "communicatiefout". Van Vlastuin speelt de rol van acteur. Acteurs strijken hun fouten glad met drogredenen, zoals ook Van Vlastuin dat doet.

Zie DRV-link:
http://www.derokendevlaswiek.com/PERSBERICHTEN_IIREACTIE_OP_DSzo_Wzo_vzo_VLASTUIN_zl.html

Nooit is Van Vlastuin in de schuld gekomen met zijn publieke ketterijen en hij godslastert gewoon door. Deze keer loochent Van Vlastuin de realiteit en de absoluutheid van de zondeval. Degenen die de absoluutheid van de zondeval loochenen, vervalsen de vrije genadeleer, want vrije genade wordt alleen in het kader van de toepassing verheerlijkt in de diepte van 's mensen zondeval.

Van Vlastuin spreekt in het bovenstaande RD-artikel vervolgens als een rijke man over het lijden, terwijl de arme Lazarus door lijden geheiligd werd, zoals al Gods volk onder het kruis het lijden van Christus deelachtig is. Gods Woord leert dat de mens zichzelf o.a. openbaart door zijn spraak. Dat is geheel van toepassing op dr. W. van Vlastuin. Het is niet zo moeilijk om als een weelderige HHK-er over het lijden te spreken, terwijl de arme Lazarus slechts een paar lekkende honden tot zijn vriendenkring kon rekenen.

Maar nu komt het: Van Vlastuin schrijft in het bovenstaande RD-artikel dat de mens voor het meeste kwaad verantwoordelijk is. M.a.w.: De mens is dus niet verantwoordelijk voor alle kwaad.
De uitspraak van Van Vlastuin is een grove loochening van de realiteit van de zondeval, aangezien de gevallen mens 100% verantwoordelijk is voor AL het kwaad in deze wereld. Al het kwaad is een gevolg van de zondeval, ook aardbevingen en aardverschuivingen, natuurrampen, oorlogen en epidemieën, enz. Al het kwaad heeft de mens -u en ik- de wereld ingebracht door onze diepe val in Adam. Door de zondeval is de mens enkel kwaad geworden en met de ganse wereld voor God verdoemelijk. Degenen die de zondeval relativeren, zoals Van Vlastuin dat doet, zijn volbloed pelagianen en dezulken plegen met hun pelagiaanse stellingen een aanslag op het volmaakte Offer en de volkomen gerechtigheid van Christus! Wie de zondeval relativeert, relativeert ook het volbrachte werk van Christus. Van Vlastuin bedrijft opnieuw pure godslastering!


Vervolgens brengt Van Vlastuin met instemming(!) de aartsketter, C. Lewis in stelling, om zijn stellingen over het lijden van een Christen, kracht bij te zetten.
1. Van Vlastuin veralgemeniseert het lijden van een Christen, hetgeen derhalve niets met het lijden van een waar Christen te maken heeft.
2. Het lijden om Christus' wil vereenzelvigt Van Vlastuin met het algemene lijden van de mensheid.
3. C. Lewis was geen Christen, maar een valse profeet en een vrijmetselaar!

HET GROS VAN DE REFO'S EN REFO-DOMINEES LEEST DE BOEKEN VAN C.S. LEWIS MET INSTEMMING, MAAR NIEMAND SCHIJNT IN TE ZIEN DAT DE OCCULTE BOEKEN VAN LEWIS EEN SUBTIELE INSTAP VORMEN TOT DE AANBIDDING VAN HET BEEST. LEWIS HAD BANDEN MET DE VRIJMETSELARIJ. BE AWARE: ALS EEN VRIJMETSELAAR OVER GOD SPREEKT, BEDOELT HIJ DE DUIVEL.

KLIK OP DE KLIK HIER LINK AAN DE TOP VAN DEZE WEBPAGE TER INZAGE VAN HET WARE GEZICHT VAN DE AARTSKETTER C. LEWIS

GPPB.

HERSTELD HERVORMDE GODSLASTERAAR, DR. W. VAN VLASTUIN  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje

ALS DE GODSLASTERENDE DR. W. VAN VLASTUIN EN HOMOKANDIDAAT KOMMERIE NIET IN DE CHRISTELIJKE BAN GEDAAN WORDEN, IS DE HHK NET ZO'N VALSE KERK ALS DE PKN.


------------------------------------------------------------------------------------


Geachte heer Burggraaf,

Onderstaand artikel trof ik aan in het dagblad Trouw:

Christa in plaats van Christus
Monic Slingerland | theologisch elftal - 08/02/12, 18:18

Link:
http://www.trouw.nl/tr/nl/6924/Theologisch-elftal/article/detail/3165348/2012/02/08/Christa-in-plaats-van-Christus.dhtml

Volgens dr. Van Vlastuin is er theologisch gezien geen argument aan te voeren dat het niet zou kunnen (Jezus als vrouw).

Volgens mij klopt hier niets van.

Met vriendelijke groet,

De H. (inzender wenste anoniem te blijven)

-----------------------------------------------

Geachte vriend De H.,

Dank voor uw email. De rillingen liepen over mijn rug bij het lezen van de godslasteringen van dr. W. Van Vlastuin (HHK). In afhankelijkeid des Heeren zal ik op een paar van zijn godslasterlijke citaten commentaar geven.

vr. gr. GPPB.

----------------------------------------------

ARTIKEL IN TROUW:

"Christa in plaats van Christus"

"Kan Jezus in de musical 'Jesus Christ Superstar' ook door een vrouw worden gespeeld? Theologen Gerard de Korte en Wim van Vlastuin geven antwoord op die vraag. Voor de nieuwe theaterversie van de musical 'Jesus Christ Superstar zoekt Andrew Lloyd Webber' een hoofdrolspeler. En dat mag ook een vrouw zijn. Christa in plaats van Christus."

Lees verder via de Klik hier link ter inzage volledige artikel in het dagblad Trouw

Hieronder geven we commentaar op enkele Van Vlastuin-citaten uit het artikel

Van Vlastuin: "Nergens in de Bijbel staat dat Jezus man is geworden. Er staat dat hij mens is geworden. Dat overstijgt onze indeling in geslachten. Ik zie deze kwestie dan ook als een moderne problematiek. Onze gevoeligheid voor geslachtelijkheid is groter dan in de tijd dat Christus leefde. Dat we hier een probleem van maken, zegt vooral iets over ons. Christus staat niet dichter bij de man dan bij de vrouw. Het is ook een veelzeggend detail dat vrouwen hem erkenden en dat vrouwen het eerst zijn opstanding geloofden en die boodschap aan de mannen vertelden."

GPPB.: Dr. W. van Vlastuin is een brute godslasteraar! In het verleden is het al meer gebleken dat Van Vlastuin zich vergrijpt aan de Persoon en de Naam van Christus en nu doet hij dat opnieuw! Heilige verontwaardiging vervulde mijn hart bij het lezen van het godslasterlijke schandstuk van Van Vlastuin & De Korte. Alleen al het feit dat Van Vlastuin (en De Korte) speculeren over het Man-zijn van Christus, is de godslastering ten top. Van Vlastuin pleegt een aanslag op het Zoonsschap van Christus, een aanslag op Zijn Middelaarsschap, een aanslag op Zijn drievuldig ambt als Profeet, Priester en Koning; een aanslag op het Hoofd van Gods gemeente; een aanslag op Christus als Zaligmaker der wereld; een aanslag op de Bruidegom van de Bruidskerk, enz., enz.
Van Vlastuin beweert dus dat "nergens in de Bijbel staat dat Jezus een man is geworden."
Hoe durft hij dat te zeggen, terwijl Gods Woord uitdrukkelijk leert dat Christus de ZOON van God is? Hoe kon Christus anders in het vlees komen dan de ZOON van Maria? Krachtens Zijn Goddelijke Zoonsschap was het ONMOGELIJK dat Christus anders in het vlees zou komen als de Zoon van God, als de Zoon van Maria; als de Zoon des mensen; als de oudste Broeder van degenen die in Christus zijn, enz. Krachtens het feit dat Gods Woord op honderden plaatsen leert dat Jezus de Zoon van God en de Zoon des mensen is, zijn Van Vlastuin (en De Korte) brute godslasteraars, alleen al om het feit dat zij hierover durven speculeren.
De bewering van Van Vlastuin dat nergens in de Bijbel staat dat Jezus Man geworden is, is dus uit de lucht gegrepen van het biblicistische rationele voltairiaanse brein van Van Vlastuin.
Het eerste vers van het Mattheus Evangelie BEGINT met het feit dat Jezus Man geworden is: "Het boek des geslachts van JEZUS CHRISTUS, den ZOON van David, den ZOON van Abraham."
Ook de Engel des Heeren kondigde zowel Maria als Jozef aan dat Maria een ZOON zou baren, namelijk Jezus, de Zoon van God.
En in Mattheus 1:21 staat weldegelijk dat Jezus Man geworden is: "En zij zal een ZOON baren, en gij zult Zijn Naam heten JEZUS; want HIJ zal Zijn volk zalig maken van hun zonden."
Hetzelfde zien we in Mattheus 1:25 dat Maria een Man gebaard heeft: "En [Jozef] bekende haar niet, totdat zij dezen HAAR EERSTGEBOREN ZOON gebaard had; en heette Zijn Naam JEZUS."
En in Jesaja 32:1-2, staat LETTERLIJK geschreven dat Jezus een MAN geworden is, die als Koning zal regeren: "Ziet, een Koning zal regeren in gerechtigheid, en de vorsten zullen heersen naar recht. En die MAN zal zijn als een verberging tegen den wind, en een schuilplaats tegen den vloed, als waterbeken in een dorre plaats, als de schaduw van een zwaren rotssteen in een dorstig land."
En in Handelingen 17:31 staat LETTERLIJK dat Jesus Man geworden is. "Daarom dat Hij een dag gesteld heeft, op welken Hij den aardbodem rechtvaardiglijk zal oordelen, door een MAN, Dien Hij daartoe geordineerd heeft, verzekering daarvan doende aan allen, dewijl Hij Hem uit de doden opgewekt heeft."
En in 2 Korinthe 11 vers 2 getuigt Paulus door de Heilige Geest: "Want ik ben ijverig over u met een ijver Gods; want ik heb ulieden toebereid, om u als een reine maagd aan een MAN voor te stellen, namelijk aan Christus." De Bruid van Christus is voor haar MAN versierd (Openb. 21:2).

Ook de gelijkstelling die Van Vlastuin maakt tussen man en vrouw is een ordinair pleidooi voor het godslasterlijke vrouwenstandpunt van de SGP en het is ook godslastering jegens de Goddelijke scheppingsorde, aangezien God het Hoofd van Christus is, Christus het Hoofd van de man en de man het hoofd van de vrouw. "Doch ik wil, dat gij weet, dat Christus het Hoofd is eens iegelijken mans, en de man het hoofd der vrouw, en God het Hoofd van Christus", 1 Korinthe 11:3.
"Want de man is het hoofd der vrouw, gelijk ook Christus het Hoofd der Gemeente is; en Hij is de Behouder des lichaams", Efeze 5:32.
Ten aanzien van de zalige en hemelse erfenis in Christus, onderscheidt zich de gelovige man niet van de gelovige vrouw, want in Christus zijn zij één, maar dat betekent niet dat die geestelijke gelijkheid in Christus de scheppingsorde opheft, absoluut niet, aangezien Christus het Hoofd der gemeente is en de man het hoofd der vrouw.
De man is donatief geschapen, 'om te geven' en de vrouw is receptief geschapen 'om te ontvangen'.
Christus is als Mens Man geworden, Hij is van eeuwigheid donatief gegenereerd en als een Man naar deze wereld gezonden, om de Prijs te betalen en als Sions betalende Borg Zijn Bruid de zaligheid te schenken.
"Zwaard! ontwaak tegen Mijn Herder, en tegen den MAN, Die Mijn Metgezel is, spreekt de HEERE der heirscharen; sla dien Herder, en de schapen zullen verstrooid worden; maar Ik zal Mijn hand tot de kleinen wenden", Zach. 13:7.
"En spreek tot hem, zeggende: Alzo spreekt de HEERE der heirscharen, zeggende: Ziet, een MAN, Wiens naam is SPRUITE, Die zal uit Zijn plaats spruiten, en Hij zal des HEEREN tempel bouwen", Zach. 6:12. (Zie ook Zach. 1:10 - Zach. 1:8 - Hos. 2:2 - Hos. 2:7 - Dan. 10:5 - Dan. 12:6-7 - Jer. 33:17).
En in het Evangelie van het Oude Testament, in Jesaja 53:3 wordt Jezus LETTERLIJK een MAN van smarten genoemd: "Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een MAN van smarten, en verzocht in krankheid; en een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht."

Vraag aan Van Vlastuin: Kan Van Vlastuin zich voorstellen dat Jezus ook als vrouw was geboren?
Van Vlastuin: "Theologisch gezien kun je geen argument aan voeren dat het niet zou kunnen. Maar vanuit de historische werkelijkheid zou ik het onwaar en onbetrouwbaar vinden, als Jezus als vrouw werd voorgesteld. Wel kent de Bijbel vrouwelijke beelden. Jezus spreekt over zichzelf als de hen die de kuikens onder haar vleugels bij elkaar houdt, in Mattheus 23 en in Jesaja lezen we over God in vrouwelijke beelden. De Heilige Geest wordt wel als vrouwelijk voorgesteld. Maar historisch gezien klopt het niet om Jezus als vrouw voor te stellen. Het leidt dan ook tot ongeloofwaardigheid."

GPPB.: De godslastering dat onze dierbare Heere Jezus "theologisch gezien" als een vrouw geboren zou kunnen zijn, is de theologie van de duivel himself! Van Vlastuin is een arbeider van de satan en niet mijn broeder in Christus. De bijbelse theologie staat haaks op de theologie-waanzin van Van Vlastuin. De benaming "ongeloofwaardigheid" die van Van Vlastuin bezigt, is al even duivels gesteld, aangezien genoemde "theologische" veronderstelling niet ongeloofwaardig is, maar 100% PURE GODSLASTERING!

Van Vlastuin: "Ik zou het niet als provocerend opvatten, eerder als ongeloofwaardig. Je komt hierbij in het theologisch speculeren. Stel dat Jezus een vrouw was geweest, waren de discipelen dan ook vrouwen geweest? De consequenties daarvan zijn voor sommigen groter dan voor anderen. Ik zou toch willen zeggen dat man en vrouw in Christus gelijkwaardig zijn. Ik weet niet of God redenen heeft gehad om Jezus als man te laten incarneren. Dat gaat voorbij de openbaring. Wel is het zo dat we ons in het westen Christus als westerling voorstellen. Ik denk dat het goed is om ons in alle openheid Christus voor te stellen in een andere cultuur. Als Chinees, als Jood, als Afrikaan. William Burns was de eerste zendeling die zich in China als Chinees heeft gekleed, met lange mantel en zijn haar in een paardenstaart. Toen pas bereikte hij mensen met het evangelie. Ik heb zelf in China ook afbeeldingen gezien van Jezus als Chinees. Dat is vreemd. Ik erken wel dat er recht en reden voor is. Het is arrogant om Jezus uitsluitend als westerse man voor te stellen. Historisch moet Hij als Jood worden afgebeeld."

GPPB.: Van Vlastuin vat het godslasterlijke ‘vrouw-zijn' van Jezus niet provocerend op, maar ongeloofwaardig. De duivel zou bij deze zinsspelingen sidderen, aangezien hij weet dat Christus de Zoon van God is, de Zoon van Maria en dat die MAN niet rusten zal totdat Hij alle uitverkorenen heeft binnengebracht in het Vaderlijk Huis. Van Vlastuin weet niet "of God redenen heeft gehad om Jezus als Man te laten incarneren." Deze uitspraak is hetzelfde te zeggen: "Ik weet niet of Christus de Zoon van God is." Van Vlastuin bezigt de taal der atheïsten! Ook zou het volgens hem "arrogant zijn om Jezus als een westerse man voor te stellen". Antw.: Jezus is helemaal niet voor te stellen zoals van Vlastuin dat suggereert. Elke afbeelding van Jezus is afgoderij! Alleen het ware geloof heeft de Heere Jezus gezien, niet letterlijk, maar geestelijk, zoals Christus Zich door Woord en Geest aan de Zijnen openbaart. De arrogantie die Van Vlastuin toepast op al die voorstellingen van Jezus, gelden niet alleen de Chinese, niet alleen de westerse, maar ook, en niet in het minst, de godslasterlijke voorstellingen van Van Vlastuin zelf!

Van Vlastuin: "Zelf heb ik de film JC Superstar niet gezien, wel erover gehoord natuurlijk. Bij alle reacties op internet op JC Superstar zag ik er niet een die inging op de boodschap, op de inhoud. Ik denk dan ook niet dat deze musical een instrument in de zending kan zijn, ook niet als de rollen op een andere manier bezet zijn dan anders. Een boek werkt beter dan beeld. Je moet je geest blijven oefenen in diepgang."

GPPB.: Wie waarde hecht aan een verfilmde jezus, is een helse vijand van God. Wie een 'film van jezus' geoorloofd acht en als zendingsmiddel geschikt acht, zal die godslastering zonder waarachtige bekering op de bodem van de hel moeten bewenen. Van Vlastuin acht het allemaal wel geoorloofd, alleen "hij miste wat" in de genoemde film. Zoals Van Vlastuin spreekt, spreken uitzinnigen, ofwel ongelovige honden, die in de Maya-afgoderij geloven, net als PFvdM. Van Vlastuin heeft de leer van Christus, het ware Christendom en het ware geloof, een dolksteek gegeven die hem duur zal komen te staan. God laat niet met Zich spotten!


Geplaatst: 18-12-2012

DR. W. VAN VLASTUIN LEERT EEN VALSE CHRISTUS  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Dr. W. Van Vlastuin maakt arminiaanse toepassing met zijn lering: "Wie God zoekt, krijgt Hem."

Gods Woord leert in Romeinen 3:11: "Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt."

Wie zocht er? Het verloren schaap of de Goede Herder?

Geen mens zoekt God; Christus zoekt verloren zondaren. Hij vindt ze, Hij redt ze, en draagt ze op Zijn schouders naar Huis. Dat is roeping, rechtvaardigmaking, heiligmaking en heerlijkmaking en dat alles in Christus, want Hij is Alles en in allen.

Gods Woord leert geen humanistische Christus die alle zondaren redt zondermeer, maar Een Die in Zichzelf bewogen is over gevallen Adamskinderen, waarvoor Hij te Zijner tijd gestorven is (Rom. 5:6). Christus is echter niet alleen bewogen over het lot van gevallen adamskinderen, want de eer en de ijver van Gods Huis verteerde Hem, omdat Hij de eer des Vaders liever had dan Zijn Eigen leven. Over dat laatste rept ds. Van Vlastuin met geen Woord en dus verkondigt hij niet de Christus der Schriften.

-------------------------------------------

Inluiding RD-artikel:

Hoe kan een hel samengaan met de liefde van God? Kunnen we wel geloven in een goede God die mensen naar de hel stuurt?

Van Vlastuin: Bovenstaande vragen kunnen in een ontmoeting met een ongelovige zomaar op tafel liggen. Het zijn overigens niet alleen vragen van ongelovigen, maar ook in het hart van de gelovige komen ze naar boven. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we ons vaak verlegen voelen met de leer van de hel. In ons hart leeft een onzekerheid over de realiteit van de hel. Is dit niet te erg? Is dit wel naar ongelovigen te verdedigen? We kunnen de realiteit van de hel in mildere woorden omschrijven, zoals: gescheiden zijn van God. Alsof een ongelovige het erg vindt om zonder God te zijn.


Klik op de Klik hier link ter inzage RD-artikel van Van Vlastuin.

Commentaar
Als dr. W. van Vlastuin de realiteit van de hel zich ooit zou gerealiseerd hebben, zou hij onlangs niet zo lichtvaardig in zee gegaan zijn met de valse oecumene "wijwilleneenheid", waarvan hij zich -zonder schuldbelijdenis- in een later stadium teruggetrokken heeft.
In bovenstaand artikel blijkt Van Vlastuin nog dezelfde affiniteit te hebben met genoemde eenheid, aangezien hij een eenzijdig beeld van Christus leert. In het kader van het stuk der ellende wordt de hel door een verloren zondaar ingeleefd door de bediening des doods, en als God doortrekt wordt dat oordeel door de zondaar in kwestie ook gewillig aanvaard (Ps. 51: 2 ber.), namelijk als Gods rechtvaardige straf op de zonde(val). In het stuk der ellende wordt de hel realiteit in de inleving en daar heeft alleen Gods ware volk kennis aan.
Hetgeen Van Vlastuin beweert, namelijk dat ook de gelovigen zich zouden afvragen of de hel niet in strijd is met Gods liefde, is een valse, ja, een duivelse voorstelling van zaken, want zo redeneren de ware gelovigen beslist niet, omdat zij door recht verlost zijn in de aanvaarding van de welverdiende straf. Al Gods ware kinderen zijn door recht in en door Christus gered in het oordeel van hun dode adamsbestaan en hebben Gods rechtvaardige vonnis over de zonde, namelijk de drievoudige dood gebillijkt (Lev. 26:41-43). De hel is voor Gods volk geen onbekende plaats, want daaruit zijn zij door Christus gered, geestelijk welteverstaan.

Aan het eind van zijn artikel zegt Van Vlastuin: "Het is wel van groot belang hoe we erover spreken. Laten we dat doen met de gezindheid van Jezus Christus Zelf: innerlijk met ontferming bewogen."

Hiermee geeft Van Vlastuin de gezindheid van Christus EENZIJDIG weer, en die eenzijdigheid is kenmerkend voor de nieuwe religie die Refoïsme heet, een religie die de naam moet hebben dat het leeft, maar in wezen morsdood is.

De ware gezindheid van Christus is niet alleen de gezindheid die Hij had als het Lam Gods dat de zonde der wereld wegnam en voor Zijn vijanden bad; Christus is ook de Leeuw uit Juda's stam die de rechten van Zijn Vader heeft verdedigd in de opluistering van Zijn Goddelijke deugden. Christus heeft niet alleen bewogen over de hel gesproken, maar ook met heilige toorn: "Gij slangen, gij adderengebroedsels! hoe zoudt gij de helse verdoemenis ontvlieden?" Matth. 23:33.
Het Refoïsme leert een eenzijdige, ofwel een valse christus, eentje die alleen bewogen is geweest met het lot van het gevallen menselijke geslacht. Dat is echter niet de Christus der Schriften. Christus was in de eerste plaats de Leeuw van Juda om voor de eer Zijns Vaders in te staan, zodat de ijver van Gods huis Hem verteerde. In die hoedanigheid heeft Christus de tempel gereinigd met een gesel, ijverende over Zijns Vaders huis, eer en Naam.
Refoïst, ds. Van Vlastuin, leert dus een eenzijdige (= valse) christus, ten spijt van al zijn vrome en rechtzinnige woorden over God, zonde en de hel. Christus is niet alleen het Lam Gods, maar ook de Leeuw uit Juda' stam. Als Lam Gods heeft Hij Zich gewillig laten bespotten en aan het kruis laten slaan in plaats van Zijn volk, maar als de Leeuw uit de stam van Juda zegt Christus ook het tegenwoordige moderne, sanhedristische Refodom de wacht aan: "Gij slangen, gij adderengebroedsels! hoe zoudt gij de helse verdoemenis ontvlieden?" Matth. 23:33.

GPPB.

DR. W. VAN VLASTUIN CONTRA BIJBELSE INSPIRATIELEER  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Onderscheid tussen lichaam en ziel geen onzin
RefDag: 02-07-2010 19:30 | gewijzigd 05-07-2010 20:58 | Dr. W. van Vlastuin

Citaat:
3. In het algemeen wordt thans aangenomen dat de
Griekse inzichten niet na de vorming van het Nieuwe Testament in de christelijke theologie zijn verwerkt, maar dat Griekse denkstructuren reeds aanwezig waren in het jodendom toen het Nieuwe Testament werd geschreven. Het is goed mogelijk dat iemand als Paulus in zijn uiteenzettingen over de ziel gebruikt heeft gemaakt van Griekse inzichten en woorden. Dat heeft te maken met het wonderlijke geheimenis van de Heilige Geest. Hij heeft Paulus niet linea recta van boven geïnspireerd, maar de inspiratie van de Heilige Geest verliep via zijn opvoeding, vorming en de cultuur waarin hij leefde. Blijkbaar kon de Heilige Geest goed gebruikmaken van deze Griekse inzichten. Er is derhalve niets mis mee dat er in het denken over de ziel overeenkomst bestaat tussen het Griekse denken en het Nieuwe Testament. (Aldus dr. Van Vlastuin).

Klik op de klik hier link ter inzage volledige RD-artikel

----------------------------

COMMENTAAR
Als we bovenstaand Van Vlastuin-citaat naast 2 Tim. 3:16-17 leggen, dan is hetgeen dr. Van Vlastuin leert profane Schriftkritiek. Van Vlastuin beweert dat de Bijbelschrijvers -met name Paulus- niet woordenlijks door de Heilige Geest geinspireerd zijn, maar dat de inspiratie van de Heilige Geest verliep via hun opvoeding, vorming en de cultuur waarin zij leefden. Blijkbaar kon de Heilige Geest goed gebruikmaken van deze Griekse inzichten.
Dus van Vlastuin ontkent de woordenlijkse inspiratie des Heiligen Geestes, terwijl de Heilige Geest bij monde van Paulus leert: "Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is", 2 Tim. 3:16-17.

Kanttekenaren noteren bij:
57) Al de Schrift is
Dat is, de ganse Schrift, gelijk dit woord alle genomen wordt 1 Cor. 13:2; waardoor verstaan worden voornamelijk de schriften des Ouden Testaments, van welke de schriften des Nieuwen Testaments ene nadere verklaring zijn, en die daarom mede daaronder begrepen worden, zoveel van deze geschreven waren, toen Paulus dezen brief schreef, kort voor zijnen door, 2 Tim. 4:6; hetwelk ook van de andere, die toen nog niet geschreven waren, desgelijks moet verstaan worden; zie 2 Petr. 3:16; Openb. 1:1, en Openb. 22:16, enz.

58) van God ingegeven,
Grieks: van God ingeblazen; dat is, door ingeven van den Heiligen Geest, die een Geest der waarheid is, en de schrijvers van deze Schriften in alle waarheid geleid heeft, dat zij niet hebben kunnen dwalen; zie Joh. 16:13; 2 Petr. 1:20,21.

En in 2 Petrus 1:20 staat geschreven:
"Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen uitlegging; want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken."

Hoewel de Bijbelschrijvers geen mechanische werktuigen waren bij het schrijven van de Bijbel, is de Schrift wel woordenlijks ge-inspireerd. Niet de bijbelschrijvers, maar de Heilige Geest is Auteur van Gods Woord. Van Vlastuin maakt de Heilige Geest tot een loopjongen als hij zegt 'dat de Heilige Geest goed gebruik kon maken van Griekse inzichten ten aanzien van het schrijven van de Bijbel.' De inspiratie van de Heilige Geest liep via de opvoeding van Paulus -zegt Van Vlastuin- maar Paulus ontkent dat, want in zijn eertijds leefde hij zonder de Wet (Rom. 7:9). Hoe kan de inspiratie van de Heilige Geest via een wetteloze opvoeding lopen?

Wie ontkent dat de Heilige Geest de Heilige Schrift woordenlijks heeft ingegeven, is een valse leraar.
Bij monde van Petrus waarschuwt de Heilige Geest uitdrukklelijk voor de valse leraren, met name die aan Schriftkritiek doen. "En er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, gelijk ook onder u valse leraars zijn zullen, die verderfelijke ketterijen bedektelijk invoeren zullen, ook den Heere, Die hen gekocht heeft, verloochenende, en een haastig verderf over zichzelven brengende; en velen zullen hun verderfenissen navolgen, door welke de weg der waarheid zal gelasterd worden", 2 Pet. 2:1-2.

"Al de Schrift is van God ingegeven!" Wie hieraan tornt, op welke wijze dan ook, moet zich geen christen meer noemen. Kerken die dit soort Van Vlastuin-aanslagen op het Woord ongecensureerd laten, houden op kerk te zijn in de ware zin van het Woord.

Van Vlastuin: "Ondanks de zonde zijn we nog altijd een werkelijk schepsel met een echte wil."

Dat is echt door de duivel ingegeven, wat Van Vlastuin hierboven zegt. Juist door de zondeval zijn we gevallen schepselen geworden met een GEKNECHTE wil. Een geknechte wil is geen echte wil, maar een slaafse. De mens van nature is niet vrij om te willen, zoals Van Vlastuin beweert, want de gevallen mens heeft zijn wil verkocht aan de duivel, om te willen wat de duivel wil. Dat laatste blijkt uit het artikel van Van Vlastuin maar al te duidelijk. Om van te gruwen.

Van Vlastuin: "Het aangrijpende is dat we zonde vrij-wil-lig doen."

Van Vlastuin bezigt hierboven een zeer gevaarlijke uitspraak. Hij noemt hierboven slechts een symptoom, want als de mens de zonde alleen vrijwillig zou doen, kan de mens de zonde ook vrijwillig nalaten, hetgeen zonder zaligmakende genade onmogelijk is. De mens van nature doet de zonde MOEDWILLIG! De zondeval was vooral moedwillig, dus met opzet. De mens is geen slachtoffer, maar schuldenaar voor God, ja, met de ganse wereld voor God verdoemelijk. Alleen de gerechtigheid van Christus, redt van de dood.

GPPB.

BIBLICISTISCHE RAZERNIJ VAN DR. W. VAN VLASTUIN  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
De Auteur van de Bijbel spreekt Zichzelf niet tegen
RD: 26-03-2011 07:32 - Dr. W. van Vlastuin

Van Vlastuin: Hoe moet je omgaan met tegenstrijdigheden in de Bijbel? Wie de Bijbel leest, stuit op het probleem dat er uitspraken in staan die elkaar tegenspreken. Een paar voorbeelden: (Zie onderstaand commentaar).

Klik op de Klik hier link ter inzage volledige RD-artikel

-----------------------------------------------------

COMMENTAAR
In Gods Woord staan geen tegenstrijdigheden. De ondertitel van het RD-artikel van de hand van Van Vlastuin begint al Schriftkritisch en is in flagrante strijd met de hoofdtitel van het RD-artikel. Het Van Vlastuin-artikel begint dus al met de titels verwarring te zaaien, zoals ook uit de verdere inhoud blijkt. Dr. W. van Vlastuin wil licht scheppen over de schijnbare tegenstrijdigheden in de Schrift, maar hij schept enkel Schriftkritische verwarring, omdat hij onnozel biblicistisch te werk gaat. Is dat de vrucht van doctorale godgeleerdheid? Bovendien pleegt Van Vlastuin OPNIEUW een grove aanslag op het Woord, aangezien hij de verwijzing naar Jeremia in Matth. 27:9 als een fout brandmerkt, hetgeen een kleinigheid lijkt, maar het gevolg van dit soort Schriftkritische spitsvondigheden, is, dat er allerlei schijnbare tegenstrijdige zaken in Gods Woord door de bedorven doctorale ratio ineens als fouten wordt aangemerkt, waarvan de valse HSV een godslasterlijk bewijs is. Van Vlastuin heeft al eerder het onfeilbaar inspirerend gezag van Gods Woord in diskrediet gesteld en nu pleegt hij opnieuw een aanslag op de onfeilbaarheid van Gods Woord met allerlei suggestieve tegenstrijdigheden. Van Vlastuin schept geen licht, maar hersteld hervormde zonsverduistering!

Onderstaande citaten van Van Vlastuin zijn uit het RD-artikel samengesteld en na elk samengesteld citaat volgt een weerlegging. - GPPB.

Van Vlastuin 1.: Volgens Genesis 26 trouwde Ezau met Judith, de dochter van Beëri de Hethiet, en Basmath, de dochter van Elon de Hethiet. Een tiental hoofdstukken verder staat echter dat hij trouwde met Ada, de dochter van Elon de Hethiet, Aholibama, de dochter van Ana, de dochter van Zibeon de Heviet, en Basmath, de dochter van Ismaël (Genesis 36:2-3). In de kanttekeningen van onze Statenvertaling vinden we tal van voorbeelden in deze geest. Bij het eerste voorbeeld lezen we in de kanttekeningen: „Hebr. Jehudith. Enigen menen dat deze dezelfde geweest is, die Gen. 36:2 Aholibama genoemd wordt. Zodat zij twee namen gehad zou hebben, gelijk ook haar vader, die hier Beëri, en in Genesis 36 Ana geheten wordt. Maar zij kunnen wel onderscheiden vrouwen geweest zijn, alzo het blijkt dat Ezau tot het misbruik van meer vrouwen tegelijk te hebben, genegen was."

GPPB. 1: In Gods Woord komen geen tegenstrijdigheden voor, wel paradoxen, ofwel schijnbare tegenstrijdigheden die in werkelijkheid geen tegenstrijdigheden zijn. Wat Van Vlastuin opmerkt over de tegenstrijdigheden omtrent de vrouwen van Ezau, is uit de lucht gegrepen, omdat de Schrift volstrekt duidelijk is omtrent de vier vrouwen die Ezau gehad heeft, namelijk twee Hethitische vrouwen, Judith (dochter van Beeri), Basmath genaamd Ada (dochter van Elon), en een Hevitische vrouw, genaamd Aholibama (dochter van Ana), en een Ismaelitische vrouw, genaamd Mahalath (dochter van Ismael - Gen. 28:9), ofwel Basmath (dochter van Ismael - Gen. 36:3). De Kanttekenaren verliezen de afkomst van de vrouwen van Ezau uit het oog en vereenzelvigen Judith met Aholibama, terwijl zij verschillende stamvaders hebben. Judith was van Hetitische afkomst en Aholibama van Hevitische afkomst. Basmath en Ada -dochter van Elon, is dezelfde vrouw, maar Basmath, de dochter van Elon, den Hethiet, is niet dezelfde als Basmath, de dochter van Ismael, zuster van Nebajoth. De laatstgenoemde Basmath is dezelfde vrouw als Mahalath en van haar staat geschreven dat zij de dochter was van Ismael, de zuster van Nebajoth. (Gen. 36:3 - Gen. 28:9). Dubbele benaming van personen komt meer voor in de Bijbel. Bijv. in Daniel 1:7: "En de overste der kamerlingen gaf hun andere namen, en Daniel noemde hij Beltsazar, en Hananja Sadrach, en Misael Mesach, en Azarja Abed-nego." Ook t.a.v. Petrus zegt Christus: "Gij zijt Simon, de zoon van Jonas; gij zult genaamd worden Cefas, hetwelk overgezet wordt Petrus", Joh. 1:43.
Er is dus geen sprake van een tegenstrijdigheden t.a.v. de vrouwen van Ezau, zoals Van Vlastuin die wel suggereert, want die tegenstrijdigheid wordt niet door Gods Woord, maar door Van Vlastuin opgeworpen en moet naar het rijk der fabelen worden verwezen, als zijnde hersteld hervormde zonsverduistering, waaraan elk Schriftuurlijk onderzoek ontbreekt.

Van Vlastuin 2.: In Mattheüs 27:9 staat: „Toen is vervuld hetgeen gesproken is door de profeet Jeremia: En zij hebben de dertig zilveren penningen genomen." Wie het boek Jeremia doorleest, komt deze profetie niet tegen. Deze woorden tref je wel aan in Zacharia 11:12. Het is niet zo dat alleen moderne Bijbellezers tegen deze vragen aanlopen, alsof men in de Vroege Kerk alles voor zoete koek slikte. Augustinus heeft bij het tweede voorbeeld hierboven over het citaat uit Jeremia opgemerkt dat er bij het overschrijven van de Bijbeltekst een vergissing gemaakt moet zijn. Het citaat komt niet uit Jeremia, maar uit Zacharia.

GPPB. 2. : Dat in Mattheus 27:9 een vergissing zou staan, zoals Van Vlastuin via Augustinus suggereert, is wederom een fabelachtige leugen. Dat genoemde passage uit Mattheus 27:9 niet in het bijbelboek Jeremia staat, maar in Zacharia 11:12, betekent niet dat met de verwijzing naar Jeremia in Mattheus 27:9 een fout is gemaakt. Van Vlastuin spuwt pure Schriftkritiek en weet niet wat hij zegt, noch wat hij bevestigt.
Het bijbelboek Zacharia bestaat uit twee delen, nl. hoofdstuk 1-8 en hoofdstuk 9-14. Het eerste deel -hfst. 1-8- is onbetwistbaar door Zacharia geschreven en bijbels aanwijsbaar gedateerd. In het eerste deel spreekt de Heere duidelijk tot Zacharia nl. over hetgeen hij preken moet, enz. Maar in het tweede deel, hfst. 9-14, wordt de naam van Zacharia niet meer genoemd en dat tweede deel is ook niet gedateerd. De verschillen tussen genoemde twee delen zijn op literair, historisch en godsdienstig gebied zo groot, dat het tweede deel niet van dezelfde auteur afkomstig kan zijn. Het tweede deel van Zacharia, hoofdstuk 9-14, heeft een totaal andere stijl en een ander karakter dan het eerste. De naam van de profeet Zacharia wordt in deel 2 (hfst. 9-14) nergens meer genoemd, evenmin als de herbouw van de tempel, de datering, of andere historische feiten. Dat doet aan de onfeilbaarheid van het tweede deel niets af, want uiteindelijk is de Heilige Geest de Auteur van de ganse Schriftuur, maar dat hoofdstuk 9-14 van een andere schrijver dan Zacharia afkomstig is, en aan Jeremia moet worden toegeschreven, is volgens Mattheus 27:9 aan geen twijfel onderhevig. Het tweede deel van het bijbelboek Zacharia komt kwa stijl en inhoud bovendien geheel overeen met de profetie van Jeremia 18 t/m 19. De juiste verklaring dat de naam van Jeremia in Mattheus 27:9 genoemd wordt in de plaats van Zacharia, is daarin gelegen dat het tweede deel van het boek Zacharia een toegevoegd afschrift van de profeet Jeremia is, bestaande uit een hervatting van de profetie van Jeremia 19, ofwel een aankondiging van de vervulling van de profetie uit Jeremia 19, in samenhang met Jeremia 18. Het is dus volstrekt geen fout dat Zacharia hfst. 9-14 aan de profeet Jeremia wordt toegeschreven, zoals de Heilige Geest ons in Mattheus 27:9 onfeilbaar leert.

Van Vlastuin 3.: In 1 Samuël 16:14-23 is te lezen dat David bij Saul aan het hof komt om op de harp te spelen en de wapendrager van Saul wordt. Hij wordt aangekondigd als de zoon van Isaï. In het volgende hoofdstuk staat de overwinning van David op Goliath. In het laatste vers van dit hoofdstuk vraagt Saul aan David van wie hij een zoon is. Het lijkt net alsof hij niet weet wie David is. De vraag of Saul David kende toen hij het duel aanging met Goliath, kan op verschillende manieren worden benaderd. Gegeven het feit dat Saul voortdurend geestesziek was, kan het best zo zijn dat daar nu sprake van was. Het is ook voorstelbaar dat Saul alleen maar nadere informatie over Davids familie wilde hebben, omdat hij de familie wilde vrijstellen van belasting. Persoonlijk vraag ik mij af of we alles in 1 Samuël 16 en 17 chronologisch moeten lezen. In hoofdstuk 17 zijn tal van gegevens die chronologisch in een andere volgorde zouden moeten staan (vgl. vers 54 met 55, vers 40 met 55-56, vers 51 met 57-58). Zo zou het ook het geval kunnen zijn met de gegevens in 1 Samuël 16 en 17.

GPPB. 3.: Ook hier is er geen sprake van een tegenstrijdigheid, aangezien 1 Samuel 17 chronologisch aan 1 Samuel 16 voorafgaat. (Zie 1 Sam. 17:55 en de Kanttekeningen). Dat hoeft Van Vlastuin zich niet persoonlijk af te vragen, want dat is vragen naar de bekende weg; het is een vaststaand feit. Hetgeen Van Vlastuin aan tegenstrijdigheden opwerpt, wordt in de volksmond "interessant doen" genoemd en problemen scheppen waar die niet zijn.

Van Vlastuin 4.: David verzamelde 30.000 man om de ark terug te brengen naar Jeruzalem, aldus 2 Samuël 6:1. In 1 Kronieken 13:5 staat dat David gans Israël vergaderde, van de Egyptische Sichor tot Hamath, de Eufraat. Dat moet over veel grotere getallen gaan.

GPPB. 4.: Van Vlastuin blijkt een volbloed biblicist te zijn, die de Bijbel niet geestelijk leest, maar naar de letter, zoals ook de dopersen plegen te doen, met name t.a.v. de kinderdoop. "Gans Israel" ziet op een grote vertegenwoordiging uit het voltallige Israël, namelijk 30.000 man. Deze manier van spreken komt vele malen in de Bijbel voor. Als er bijv. staat "Ziet, de gehele wereld gaat Hem na" (Joh. 12:19), dan slaat dat niet op alle mensen in de wereld, maar op een menigte des volks. Deze manier van spreken kan niet letterlijk worden opgevat, en die dat wel doen zijn bevangen met biblicistische rationele en doperse razernij.

Van Vlastuin 5.: Bekend zijn ook de verschillen tussen de beschrijvingen van de opstanding van de Heere Jezus door vier evangelisten. Markus zegt bijvoorbeeld dat er één engel bij het graf was (Markus 16:5), terwijl Lukas schrijft dat het er twee waren (Lukas 24:4).

GPPB. 5.: Ook hier maakt Van Vlastuin een biblicistische onzin-suggestie: Markus rept van 1 engel en Lukas van twee engelen. Mattheus rept echter ook van 1 engel, en Johannes -net als Lukas- van twee engelen. Waarom reppen Mattheus en Markus van 1 engel en Lukas en Johannes van twee? Om de eenvoudige reden dat op de engel die het woord voerde, aller aandacht was gericht en zij niemand anders zagen dan die ene. Daarentegen staat er in het Johannes-evangelie: "En [Maria] zag twee engelen en die zeiden tot haar...." Wie het vatte kan, die vatte het.

Van Vlastuin epiloog: Het is goed voor te stellen dat zulke voorbeelden –er zijn er veel meer te noemen– je in verwarring brengen als je de Bijbel leest. Het is ook heel voorstelbaar dat iemand die op jouw aanraden met een kritische grondhouding de Bijbel is gaan lezen, je tegenwerpt dat er niets klopt van de Bijbel. Stel je voor dat jij de Koran zou gaan lezen en zou ontdekken dat daarin dingen niet kloppen. Dan heb je een bepaalde gretigheid om die tegenstrijdigheden aan te grijpen om de geloofwaardigheid van de Koran in diskrediet te brengen.

GPPB. epiloog: De verwarring die Van Vlastuin met name noemt, komt in de Bijbel niet voor en voor die gesuggereerde verwarring geeft Gods Woord geen enkele aanleiding. Het is Van Vlastuin zelf die verwarring zaait, nameloze verwarring uit de kijkdoos van doctor biblicist. Van Vlastuin weet niet wat hij leert, noch wat hij bevestigt (1 Tim. 1:6).
Tenslotte maakt Van Vlastuin een godslasterlijk vergelijk tussen de door hem gesuggereerde tegenstrijdigheden in de Bijbel en de koran. Van Vlastuin suggereert alsof de koran enige geloofwaardigheid heeft. Dit soort godslasterlijke vergelijken zijn door de duivel ingegeven. Van Vlastuin heeft zich in talloze krantenartikelen en bijeenkomsten op een biblicistisch-Schriftkritische wijze uitgelaten, zoals op deze website aan het licht is gebracht, maar ten spijt van alle waarschuwingen, komt hij nergens mee in de schuld en derhalve heeft hij zichzelf het oordeel in Titus 3:10 waardig gemaakt, waar Paulus uitdrukkelijk leert in ‘s Heeren Naam: "Verwerp den ketterse mens, na de eerste of tweede vermaning", Titus 3:10.

"Indien iemand een andere leer leert, en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onzen Heere Jezus Christus, en met de leer, die naar de godzaligheid is, die is opgeblazen, en weet niets, maar hij raast omtrent twistvragen en woordenstrijd; uit welke komt nijd, twist, lasteringen, kwade nadenkingen. Verkeerde krakelingen van mensen, die een verdorven verstand hebben, en van de waarheid beroofd zijn, menende, dat de godzaligheid een gewin zij. Wijk af van dezulken", 1 Tim. 6:3-5.

GPPB.

DE NAAM JEZUS BESPOT DOOR DS. W. VAN VLASTUIN  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Vraag aan dhr. Burggraaf:

Ik hoorde in de morgenpreek van afgelopen zondag dat u zegt dat ds. W. van Vlastuin gezegd zou hebben dat de Naam Jezus een heel gewone naam is, net zoals Jan, Piet en Klaas. Dat is inderdaad een spotopmerking. De Naam Jezus betekent immers Zaligmaker en dat is niet gewoon, maar buitengewoon! Mag ik u vragen wat de bron is waarin ds. Van Vlastuin dit zegt of schrijft?

met vriendelijke groet,

G. v.d. J.

---------------------------------

Antwoord:


Geachte Van de J.

Hartelijk dank voor uw opmerking en voor uw vraag.
Letterlijk schrijft Van Vlastuin: "Jezus was in die tijd een heel gewone naam. Net zo gewoon als bij ons de naam Jan of Piet." (Zie Klik hier link).

Het zijn arrogante spotboeven die durven zeggen wat Van Vlastuin schrijft, hetgeen in flagrante strijd is met Gods Woord, zoals o.a. in Filippenzen 2:9-10 staat geschreven: "Daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd, en heeft Hem een Naam gegeven, welke boven allen naam is; opdat in den Naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen, die in den hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn..." (e.v.).

"En de zaligheid is in geen Anderen; want er is ook onder den hemel geen andere Naam [Jezus], Die onder de mensen gegeven is, door Welken wij moeten zalig worden", Hand. 4:12.

Als de Naam Jezus volgens V.V. ""een heel gewone naam"" zou zijn net zoals Jan of Piet, mag men die naam vrijelijk in de mond nemen en als stopwoord gebruiken. Als men de naam Jan of Piet als een stopwoord gebruikt, zal niemand dat een zonde noemen. Maar als men de Naam Jezus als een vloek of stopwoord misbruikt, gaat dat bij mij als een zwaard door mijn ziel (bij V.V. blijkbaar niet) en dat kan ik niet verdragen. Dat kan de ware liefde niet verdragen. Degenen die Jezus kennen als hun persoonlijke Zaligmaker, als de Zone Gods, zullen niet kunnen verdragen hetgeen Van Vlastuin schrijft over de Naam Jezus.
U ziet, dat ook in de HHK de dierbare Naam Jezus door ds. V.V. als een stopwoord wordt (mis)gebruikt, net als Jan en Piet. De Naam Jezus is inderdaad buitengewoon uniek en dierbaar en niet een ""heel gewone"" naam, zoals V.V. suggereert want de Naam Jezus spreekt wel degelijk ook over Zijn Godheid. Jezus = Yehoshua, hetgeen betekent: "Jehova de Verlosser."

Bovendien geldt de opmerking van V.V. -bijbels historisch gezien- alleen de oudtstamentische (hebreeuwse) naam Jozua (Jehosua), die veelvuldig onder de Joden voorkwam. In Gods Woord worden er echter geen personen genoemd die de Naam Jezus dragen, dan de Zaligmaker Zelf, behalve een zekere tovenaar, een valse profeet, een Jood, wiens naam was Bar-jezus (Hand. 13:6). Die valse profeet had dus ook een vervalste naam, want Bar-jezus, betekent: "zoon van Jezus". De naam Jezus komt dan nog een keer voor in Kol. 4:11: "En Jezus (oudtestamentisch Jozua), gezegd Justus", een medewerker van Paulus. Deze Joodse man uit de besnijdenis werd Justus genoemd, omdat de nieuwtestamentische Naam Jezus uniek en heilig was/is en zeker niet als een algemene naam door personen gedragen werd/wordt, laat staan misbruikt als zijnde ""een heel gewone naam"". Wie de Naam Jezus ""heel gewoon"" vindt, is een spotboef en kent Jezus niet als de Zoon van God.

vr. gr. GPPB.

Bron van de spotopmerking van Van Vlastuin: Zie Klik hier link

Leden-informatieblad van de Hersteld Hervormde Kerk in pdf-formaat - december 2010 - Jaargang 2 - nr. 1


http://www.derokendevlaswiek.com