|
|
DE MENSVERHEERLIJKENDE RECENSIE VAN DE HAND VAN DS. T.J. DE JONG OVER WIJLEN DS. F. MALLAN IS EEN VAN DE GRAADMETERS HOE ZWAAR HET REFODOM BETOVERD EN HOE DIEP HET VAN DE WAARHEID IS AFGEVALLEN !
Notities uit het leven van ds. F. Mallan
RD: 03-05-2013 16:04 | ds. Tj. de Jong
Ds. F. Mallan was tijdens zijn lange leven een geliefd predikant. Al heel jong werkte de Heere in zijn hart en leven en was er de roeping tot het ambt van predikant.
Bronlink:
http://www.refdag.nl/boeken/notities_uit_het_leven_van_ds_f_mallan_1_735985
--------------------------------------------
COMMENTAAR OP EEN PAAR FRAGMENTEN VAN DS. T.J. DE JONG UIT ZIJN MENSVERHEERLIJKENDE RECENSIE OVER DS. F. MALLAN.
TJDJ: "Ds. Mallan was geliefd om zijn prediking, maar ook om zijn bijdragen in De Wachter Sions (waar de titel van dit boek naar verwijst), zijn lijfblad, mogen we wel zeggen."
GPPB.: Ds. Tj. de Jong (HHK) houdt zich in zijn recensies of geveinsdelijk van de domme, of hij heeft net zoveel geestelijk onderscheid als een a-theologische en pluimstrijkende kip, hetgeen ook gebleken is in zijn nietszeggende recensie over het boek van ds. A. Kort, zoals we daarover hebben geschreven op deze website. Wat ds. De Jong in het eerste aangehaalde fragment over de prediking van ds. Mallan beweert, is een afgodisch-pluimstrijkende uitspraak die de toets van Gods Woord absoluut niet kan doorstaan en ook het geloofsoordeel van Gods ware volk niet vertegenwoordigt. We hebben ds. Mallan destijds diverse keren gehoord, en als hij enige bediening des Geestes had, bevatte zijn prediking wel Schriftuurlijk-bevindelijke elementen die naar het hart van Jeruzalem waren, maar toch stond zijn prediking niet in de lijn van de Reformatie en was doorspekt met (gezelschaps)dwalingen, zoals op deze website diverse keren met feiten is bewezen. Ds. Mallan preekte in de grond der zaak kerksektarisch en contra de leer der Reformatie. Daarin maakt ds. Mallan echter geen uitzondering t.a.v. het geheel der Afscheiding. In navolging van ds. Kersten scheidde Mallan de wedergeboorte van de rechtvaardiging van de goddeloze en stelde de eniggeldende bewuste rechtvaardiging des geloofs niet aan het begin van het geestelijke leven, maar schoof die op de lange baan. Ds. Mallan preekte voluit de comriaanse embryonale dwaalleer en degradeerde de zekerheid des geloofs tot het welwezen des geloofs, in navolging van ds. W. à Brakel. Als Mallan -volgens de kwalificatie van ds. De Jong- om zijn onschriftuurlijke prediking geliefd werd/wordt, is dat pure afgoderij, en het is bekend dat ds. Mallan geliefd werd/wordt door afgodische en betoverde geesten. Ook in 'De Wachter Sions' zette ds. Mallan talloze vragenstellers op het verkeerde been (het houten been van Comrie). Ds. Tj. de Jong recenseert afgodisch/mensverheerlijkend en contra de Waarheid van het Evangelie en zegt derhalve veel meer over zichzelf dan over ds. Mallan!
TJDJ: "Zo was hij (ds. Mallan) nog een leerling van ds. Kersten geweest en had hij de kerkelijke breuk van 1953 meegemaakt."
GPPB.: Predikanten die als een leerling van ds. G.H. Kersten te boek staan, kunnen geen theologen genoemd worden, aangezien zij ook de fundamentele dwalingen van ds. Kersten leren en geleerd hebben. Met heel zijn gereformeerde dogmatiek was ds. Kersten a-theologisch en hij staat slechts te boek als een blauwdruk van de filosofische dr. A. Comrie (ZIE KLIK HIER LINK).
Ook is het niet waar wat ds. De Jong beweert, namelijk dat ds. Mallan de kerkbreuk van 1953 heeft meegemaakt, want dat was niet DE kerkbreuk, maar EEN (repeterende) kerkbreuk, aangezien de feitelijke kerkbreuk gemaakt is door de vader der Afscheiding: ds. Hendrik de Cock. Ds. De Cock heeft tegen de uitdrukkelijke en Schriftuurlijke waarschuwingen van dr. H.F. Kohlbrugge in, een afgescheiden kerkverband gesticht, terwijl ds. Ledeboer zijn aanvankelijke misstap met de Afgescheidenen als een misdaad betreurde, zeggende: "Ik hoop dat God mij deze misdaad wil vergeven!" Ds. Mallan moge een van de vele kerkbreuken meegemaakt hebben, maar Mallan heeft nooit de breuk van Jozef ingeleefd, want als dat het geval geweest was, zou hij zich afgescheiden hebben van de Afscheiding en NHK-dominee geworden zijn. Als de Afscheiding de akte van wederkeer trouw geweest was, had zij zichzelf opgeheven en tot de Kerk der Reformatie als de planting Gods in NL. teruggekeerd en dan had er nooit een valse PKN gekomen! Ds. Tj. de Jong heult derhalve met de Afscheiding, geheel tegen het Woord in (1 Joh. 2:19), maar dat is niet vreemd, aangezien de HHK in geen enkel opzicht de voortzetting van de NHK genoemd kan worden en slechts een kerkelijke wonderboom is van betoverde geesten, waarvan akte door ds. Tj. de Jong!
TJDJ: Ds. Mallan was onder meer bestuurslid van de GBS en de Mbuma Zending; in beide stichtingen nam hij een prominente plaats in. Door velen werd hij geraadpleegd over zaken in het kerkelijke leven.
GPPB.: Omdat de kroningsdag plaatsvond op 30 April, en de afgescheidenen voor de TV-buis gekluisterd zaten, is de MBUMA-zendingsdag vervroegd naar zaterdag 27 April 2013. De mensverheerlijkende en pluimstrijkende recensie van ds. Tj. de Jong over wijlen ds. Mallan zal de collectie op de MBUMA-marktdagen wel verdubbelen en dan kan De Jong zijn witte voetje bij de afgescheiden broeders voorzetten en zijn brouwende RRRR-s en NNNN-s weer laten rollen, zeggende: "De morrrrgennnncollecte heeft het bloedstollende bedrag van taachtigduizend euro opgebracht en we doen een beroep op de vrijgevigheid van de aanwezigen om de middagcollecte met de opbrengst van de braadworsten de hondervijftigduizend te laten passerennnnn...", want dan kan De Jong als MBUMA-minister van financiën zijn Schotse FP-medaille weer in ontvangst nemen. Het moge sarcastisch klinken, maar ds. De Jong is wel degelijk kerkpolitiek gekleurd. Niemand staat er echter bij stil dat MBUMA-NL slechts fungeert als een soort Rabobank voor de Schotse (en scheve) MBUMA-zending, terwijl sommige eigen mensen met een zendingsroeping lopen, waar nooit en te nimmer naar gevraagd wordt. De MBUMA-zendingsdag is slechts een ordinaire business en heeft met Schriftuurlijke zending weinig te maken. Het is gewoon een marktdag van hoge hoeden, snuisterijen en braadworsten, welker tafels Christus zou omkeren en de kooplieden op en onder het MBUMA-podium met Zijn gesel zou verwijderen vanwege de ontheiliging van Zijn zaak en Naam. Persoonlijk ben ik destijds afgehaakt van dit Rabobank-festijn, mede omdat het standgeld werd opgehaald tijdens het middaggebed! Toen zijn mijn ogen opengegaan voor dit soort van geestelijke koe-handel, die met de zendingsopdracht van Christus niets heeft uit te staan. Om uit te gaan zonder buidel en zonder male is de Refo-gezindte ten enen male vreemd, het gaat allemaal op in het zichtbare en het tastbare, en het huidige zendingsbedrijf is aan de vakantie- en reisorganisaties gelijk.
TJDJ: "De kerkelijke verwikkelingen (zoals de kerkscheuringen) hebben diepe sporen getrokken in zijn (Mallan's) persoonlijk en ambtelijk leven."
GPPB.: Dat geloof ik absoluut niet, anders zou ds. Mallan of teruggekeerd zijn naar de NHK, of net als bijv. ds. Huntington, ds. Tiptaft en ds. Paauwe onafhankelijk predikant geworden zijn. Hoewel ik wel geloof dat ds. Mallan genade had, was op zijn gezicht van die genoemde "diepe kerk-breuk-sporen" weinig te bespeuren. De kerkelijke gang van ds. Mallan heeft dan ook weinig affiniteit met de gang van de vervolgde Kerk; mede ook vanwege het feit dat hij aan het tractement van Paulus volstrekt vreemd was. Dat geldt trouwens niet alleen ds. Mallan, maar voor alle refo-dominees! Het huidige corps refo-predikanten staat niet in de bressen en doet de ergernis van het kruis teniet, opdat zij niet vervolgd zou worden. De huidige refo-dominees zijn wezensvreemd aan vervolging, zoals o.a. ds. Peden, ds. Cameron, ds. Rutherford, Bunyan, ds. Whitefield, ds. Van der Groe, dr. Kohlbrugge en ds. Paauwe ondervonden hebben. De huidige dominees laten zich liever op handen dragen en in de watten leggen, dan het kruis en de smaadheid van Christus te dragen; o.a. door publiek in de bressen te gaan staan, ook richting de overheid. Maar nee, men zit liever achter de geraniums in het vlees te roemen en de eer van elkander aan te nemen, dan te roemen in het kruis van onze Heere Jezus Christus. Al dat vleselijke en kleeniaanse geroem in dominees, zoals ook ds. De Jong bedrijft jegens ds. Mallan, riekt zelfs naar genadeloosheid! Paulus' roem en de roem van de Kerk onder het kruis ligt namelijk in een Ander: "Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u, dan Jezus Christus, en Dien gekruisigd", 1 Kor. 2:2. - "Doch wie roemt, die roeme in den Heere", 2 Kor. 10:17.
Al Gods ware kinderen en knechten onder het kruis die godzaliglijk leven -hoe klein ook in getal-, kennen en ondervinden iets van het tractement van Paulus:
"Zijn zij dienaars van Christus? (ik spreek onwijs zijnde) ik ben boven hen; in arbeid overvloediger, in slagen uitnemender, in gevangenissen overvloediger, in doodsgevaar menigmaal. Van de Joden heb ik veertig slagen min een, vijfmaal ontvangen. Driemaal ben ik met roeden gegeseld geweest, eens ben ik gestenigd, driemaal heb ik schipbreuk geleden, een gansen nacht en dag heb ik in de diepte doorgebracht. In het reizen menigmaal in gevaren van rivieren, in gevaren van moordenaars, in gevaren van mijn geslacht, in gevaren van de heidenen, in gevaren in de stad, in gevaren in de woestijn, in gevaren op de zee, in gevaren onder de valse broeders; in arbeid en moeite, in waken menigmaal, in honger en dorst, in vasten menigmaal, in koude en naaktheid. Zonder de dingen, die van buiten zijn, overvalt mij dagelijks de zorg van al de Gemeenten. Wie is er zwak, dat ik niet zwak ben? Wie wordt er geergerd, dat ik niet brande? Indien men moet roemen, zo zal ik roemen de dingen mijner zwakheid. De God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die geprezen is in der eeuwigheid, weet, dat ik niet lieg", 2 Kor. 11:23-31.
Tenslotte: De rijken prijzen de rijken en nemen de eer van elkander aan, zoals de veinzende ds. Tj. de Jong in zijn pluimstrijkende recensies placht te doen, maar de armen in Christus worden buiten de legerplaats van de honden gelekt. Dezulken worden door Kranendonk in het RD als "een gezwel voor de samenleving" ge-etiketteerd. Maar het gezwel dat de arme Lazarus heet, werd bij zijn overlijden gedragen in de schoot van Abraham, terwijl die rijke refo-man zijn ogen opsloeg in de eeuwige pijn. Voor zulke "gezwellen" waarvan de arme Lazarus er eentje was, geldt: "Zalig zijt gij, als u de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil", Matth. 5:11.
GPPB.
|
|