|
|
OCCULTISME EN SATANISME VAN ARJAN BAAN (HEARTCRY)
| |
|
|
Citaat van Arjan Baan op CIP.nl:
BAAN: "Noach wandelde met God en nam de tijd om persoonlijke omgang met God hebben. Zijn tijdgenoten waren geestelijk zo afgestompt dat Gods waarschuwingen niet meer doordrongen in de harten. Dat leidde toen en nu tot moreel verval. Gevallen engelen hadden seks met mensen, waaruit reuzen geboren werden. Men werd gedreven door seksuele lust en begeerte; het werd demonisch."
link: http://www.cip.nl/nieuwsbericht_detail.asp?id=25489
--------------------------------------
COMMENTAAR Zoals elke valse leraar zichzelf vroeg of laat openbaart, zo is dhr. Baan diverse keren openbaar gekomen als een volbloed arminiaan, maar nu ook als verleider die satanisme leert en Gods Woord occult interpreteert. De vetgedrukte uitspraak van dhr. Baan in het ingezonden citaat hierboven, handelt over Genesis 6:1-4, waar geschreven staat: "En het geschiedde, als de mensen op den aardbodem begonnen te vermenigvuldigen, en hun dochters geboren werden, dat Gods zonen de dochteren der mensen aanzagen, dat zij schoon waren, en zij namen zich vrouwen uit allen, die zij verkozen hadden. Toen zeide de HEERE: Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met den mens, dewijl hij ook vlees is; doch zijn dagen zullen zijn honderd en twintig jaren. In die dagen waren er reuzen op de aarde, en ook daarna, als Gods zonen tot de dochteren der mensen ingegaan waren, en zich kinderen gewonnen hadden; deze zijn de geweldigen, die van ouds geweest zijn, mannen van name."
In vers 3 wordt duidelijk door de HEERE Zelf gezegd dat Hij niet in eeuwigheid zal twisten met de mens. Er wordt in deze context op generlei wijze over gevallen engelen gesproken.
De Kanttekenaren (SV) geven aan deze teksten de juiste verklaring:
vers 2 - 2) Gods zonen Dat is, de nakomelingen der gelovige voorvaders, die de ware religie beleden, en met hunne huisgezinnen [als zijnde Gods Kerk] van het ongelovig en vleselijk geslacht der Kaïnieten waren afgescheiden. Gelijk daarentegen door de dochters der mensen meest verstaan worden de nakomelingen van Kaïn, plegende afgoderij, en levende naar het vlees. Zie Deut. 14:1; Joh. 1:12; Luk. 17:27; Judas 19.
vers 4 - 9) reuzen Dat is, mensen van langere statuur en meerdere sterkte dan anderen. Zie Num. 13:33. Het Hebr. woord komt van vallen, omdat zij, van God afvallig zijnde, de mensen met allerlei wrevel en tirannie overvielen, God noch mensen vrezende; waardoor een ieder, die hen zag, het hart als ontviel. Dit wordt hier ook verhaald als een bijzondere oorzaak van Gods toorn.
Engelen zijn geesten en geen mensen met een lichaam en ziel. Hoewel engelen in het O.T. weleens in een menselijke gedaante verschenen (Gen. 18:2 - Gen. 19:1), zijn en blijven engelen totaal onderscheiden van mensen met een onsterfelijke ziel. De krankzinnige uitspraak van dhr. Baan dat gevallen engelen seks bedreven met mensen is derhalve een ernstige vorm van occultisme en satanisme. Baan is zelf demonisch geworden.
De occulte oorsprong van deze BAAN-mythe over de gevallen engelen is namelijk afkomstig uit de wereld van occultisme, satanisme en tovenarij, waarin openlijk geleerd wordt hetgeen Baan beweert. Ook wordt in occulte kringen het krankzinnige sprookje over het bestaan van aliens (buitenaardse wezens) openlijk (op internet) geleerd en gepubliceerd. Baan conformeert zich met demoniserende mensen die puur geestelijk gestoord zijn, ofwel van de duivel bezeten.
Het nageslacht (Gods zonen) van de aartsvaderlijke gelovigen verzwagerden zich met dochteren der mensen (afstammelingen van Kaïn) die met de enige ware God allang hadden afgerekend. Daarover vergramt zich God uitermate en stort Zijn verbondswraak uit over de toenmalige mensheid, uitgezonderd Noach en zijn acht zielen, wat de zondvloed tot gevolg had.
Dhr. Baan heeft zich ingelaten met de duistere machten van occultisme en geen enkel waar kind/knecht van God zal tot deze krankzinnige uitspraken komen die Baan gedaan heeft. Baan heeft zich met zijn occulte sprookjes geconformeerd met de satanische religie á la 'De Da Vinci Code'.
GPPB.
|
|
|
|
|
|