|
|
OVER OORDELEN, GEESTELIJK EN VLESELIJK SCHELDEN
Klik hier
| |
|
"Gelijkerwijs nu Jannes en Jambres Mozes tegenstonden, alzo staan ook deze de waarheid tegen; mensen, verdorven zijnde van verstand, verwerpelijk aangaande het geloof. Maar zij zullen niet meerder toenemen; want hun uitzinnigheid zal allen openbaar worden, gelijk ook die van genen geworden is", 2 Tim. 3:8-9.
------------------------------------------------------ Voor degenen die deze artikelen digitaal door wensen te sturen aan anderen: Copy and paste de onderstaande link van dit artikel.
http://www.derokendevlaswiek.com/2020_THEOLOGIE_EINDTIJDzpRUBRIEKOVER_OORDELENzm_GEESTELIJK_EN_VLESELIJKzpSCHELDEN.html
PS. Beter is de artikelen uit te pinten en door te sturen. Handleiding: Klik linker-muisknop op de tekst van dit artikel, selecteer "print preview", selecteer vervolgens "only the selected frame" en print artikelen uit. ------------------------------------------------------
|
|
OVER OORDELEN, GEESTELIJK EN VLESELIJK SCHELDEN
Jaren geleden hebben we al eerder diverse artikelen geschreven over "oordelen, geestelijk en vleselijk schelden", maar omdat er altijd weer mensen zijn die ondergetekende valselijk van "oordelen, schelden en beledigen" beschuldigen, stellen we deze zaak opnieuw aan de orde, niet tot onze zelfverdediging, maar omwille van de waarheid en ere Gods, zoals ook Paulus zijn roeping dikwijls verdedigd heeft tegenover de valse beschuldigingen der sanhedristische Joden, omdat al die valse beschuldigers zwanger zijn van de schijnliefde en van een valse christus (Mozes) en met een ander evangelie de leer van Christus in discrediet stellen en daarbij niet schromen ondergetekende te belasteren en valselijk te beschuldigen dat hij met zijn getuigenis "Gods oogappels aan zou raken", hetgeen ze echter zelf doen met hun valse aantijgingen jegens ondergetekende!
Ook diverse lezers en luisteraars van deze website geven hetzelfde getuigenis, namelijk, dat als zij anderen te kennen geven de prediking te beluisteren van ondergetekende, zij in familie- en kerkkring verworpen worden, belasterd en/of doodgenegeerd door de belijders en dominees die de liefde hoog in hun vaandel voeren en zich voordoen als "bewogen gelovigen" jegens hun naasten, maar als de naam van ondergetekende genoemd wordt, braken zij gal, vergif en mag er ineens vrij gelasterd worden. Dat is wel geen vreemde zaak en de Heere heeft het me vroegtijdig voorzegd van allen gehaat te worden, hetgeen ik vrolijk draag, want het zijn medailles uit het lijdenskabinet van Christus, maar dat let me niet om de toenemende verdemonisering binnen het reeds afvallige Refodom opnieuw aan de kaak te stellen, opdat er meerdere zielen uit die demonische kerkcultuur door Gods vrije genade zouden behouden worden.
Nooit heeft iemand een geldig bewijs geleverd dat ondergetekende zich schuldig maakt aan valse veroordelingen en een vals getuigenis jegens de naaste. Daarentegen hebben we tonnen aan feitelijk bewijs geleverd dat Refoland en haar voorgangers van de Waarheid Gods zijn afgevallen, zich niet op grond van Gods Woord laten corrigeren, laat staan daarmee publiek in de schuld komen voor God en de mensen, en dat de ontrouw en het verraad jegens de zaak van Christus een kerkbrede refo-trend geworden is. Dat zielen door de huidige godgeleerdheid massaal bedrogen worden door de prediking van een ander en/of eenzijdig evangelie, en dat de huurlingenherders hun schapen niet waarschuwen voor de huidige nazi-wetten/vaccins en demonische ontwikkelingen, is openbaar en met de feiten op deze website talloze keren bewezen. Wereldvreemde dominees bekommeren zich niet om het lot hunner schapen en slaan geen acht in de prediking op de toenemende demonisering van kerk en staat, zoals ook de wereldvreemde OGG-ds. A. Kort openbaar gekomen is. De man geeft openlijk te kennen dat hij genoemde demonische ontwikkelingen als zijnde "beslommeringen" wegzet, waarmee hij zich niet wil inlaten, terwijl hij daarmee te kennen geeft een huurling te zijn en zich om het lot van zijn schapen niet bekommert, door zijn schapen het zelf te laten uitzoeken of zij nazi-wetten/vaccins, politiek SGP/RD-bedrog aannemen of niet. En als de man met zijn grove nalatigheid geconfronteerd wordt, slaat hij zijn pastorie- en/of email-deur met een klap dicht, hetgeen een refo-riool-trend geworden is.
Ondergetekende heeft door de jaren heen een archief in zijn bezit dat tot de rand gevuld is met hatelijke emails en brieven van belijders en dominees die zwaar beledigd reageren op mijn getuigenis, omdat hun vrome huisjes in de artikelen en door de preken op deze website tot op de grond worden afgebroken met het Woord onzes Gods. Aan dat soort brieven hebben we vanzelf geen boodschap, maar soms staan we toch die mensen te woord, omdat het bijbels separeren in de huidige prediking ontbreekt en volstrekt onbekend geworden is in onze afvallige dagen. Er is binnen het Refodom een geest uit de afgrond gaan waaien, omdat men een ander evangelie aanhangt dan het Evangelie van Christus, waarvan Paulus zegt dat het Evangelie dat hij predikt, niet een Evangelie is naar de mens is, maar ontvangen is door de openbaring van Christus (Gal. 1:12). Dat andere evangelie, waarvan de huidige refomassa zwanger is, spreekt Paulus het anathema uit in Galaten 1:8-9, zeggende: "Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt. Gelijk wij te voren gezegd hebben, zo zeg ik ook nu wederom: Indien u iemand een Evangelie verkondigt, buiten hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt." We hebben derhalve geen gebrek aan inzenders die zonder enige bewijslast zich van algemene kretologie bedienen om ondergetekende van "schelden" te beschuldigen en daarbij beweren dat we "Gods oogappels" aanraken als we van bepaalde dominees hun ketterijen weerleggen en de gristelijke politici bij hun valse NSB-baard vatten om hen met de waarheid van Gods Woord te ontmaskeren. Ook aan dat soort lasterbrieven hebben we geen boodschap, aangezien we ons van Godswege geroepen weten om de valse kerkpolitieke leraars en hun ketterijen te bestrijden, te weerleggen en de mond te stoppen met het Woord onzes Gods. Dat geldt ook voor de zogenaamde gristelijk-politieke partijen welks bestaan en praktijk volledig in strijd zijn met Gods heilig Woord.
Bij het bestrijden van valse leraars en hun dwalingen zijn er diverse lezers die zich nauw verbonden weten met de identiteit van deze website en zelf ook de valse leraars wensen te bestrijden en daarbij gebruik maken van de artikelen van deze website. Dat is vanzelf toegestaan, mits in de voorrede van henzelf geen ordinaire scheldwoorden gebezigd worden jegens de valse leraars. De valse leraars mogen niet bestreden worden met ordinare scheldwoorden, want op deze ongeoorloofde wijze wordt het middel erger dan de kwaal. Ondergetekende is dan ook niet verantwoordelijk voor degenen die de artikelen van zijn hand met ordinaire scheldwoorden begeleiden en vleselijk aanwenden jegens de valse leraars. Dat betekent niet dat wat de vroom-beledigde godsdienst "schelden" noemt aan hetgeen wij publiceren, dat dat vleselijk schelden is. Het is pure laster.
Bekende verwijten zoals: Je mag niet oordelen; Je bent zelf niet beter; Wie meent te staan ziet toe dat hij niet valle; Je raakt Gods oogappel aan; U bent aan het schelden; We hopen dat u nog bekeerd mag worden", en noem al die algemene lasterpraat maar op, want dat is het, komt allemaal voort uit pure vijandschap jegens het recht Gods en de separerende leer van de Christus der Schriften. Gods geroepen getuigen zijn vanaf Abraham af en door de loop der geschiedenis heen, altijd door dit soort verraderlijke verwijten belaagd en belasterd. Christus is de Zijnen daarin voorgegaan en zo de Meester zo Zijn knechten. Het is in Gods Woord en door Christus Zelf voorzegd dat Gods geroepen getuigen door allen gehaat zullen worden, maar we hebben ons van genoemde lastertrend wel vrij te maken, omdat het de waarheid van Gods Woord betreft, en daarmee de Naam en de ere Gods in het geding zijn. Als het onszelf betreft, mag men lasteren wat men wil, maar als het de Naam, de leer en de ere Gods betreft, zijn we geroepen om het beeld van de Leeuw uit de stam van Juda gelijkvormig te zijn en ons door de Geest des geloofs te bedienen van het zwaard des Woords, ofwel de gesel van Christus, om al die lasterhonden daarmee op hun vrome "smoel" te slaan.
Omdat de huidige refo-priesterschaar en ambtsdragers al jaar en dag hun handen wassen in onschuld en de roepende zonden van kerk, land en volk niet publiek aanpakken, maar die ongemoeid laten, de (doctorale) refo-ketters de vrije loop laten en hun ketterijen niet publiek weerspreken, laat staan dat zij de ketters cencureren, is het bijbelse oordelen en het bijbelse verwerpen van ketters (Titus 3:10) in de loop der refo-jaren in een kwaad daglicht geraakt en als "schelden" ge-etiketteerd binnen het afvallige Refodom. Dat moge zo zijn, maar dat betekent niet dat God Zijn Woord aanpast aan de afvalligheid der huidige refokerken en aan de lafhartige vroom-vleselijke kameleonshouding van de huidige refo-priesterschaar!
De Heere heeft mij geroepen om het Evangelie al den volken te preken (Matth. 28:19), maar ik ben ook van Godswege geroepen om: - "Jakob te verkondigen zijn overtreding, en Israël zijn zonde" (Micha 3:8). - De valse leraars de mond te stoppen met het zwaard van het Woord (Titus 1:11). - De kwade buiken (refo-Kretenzen) scherpelijk te bestraffen, gelijk Titus werd bevolen (Titus 1:13). - De dwalingen te weerleggen met het Woord onzes Gods (1 Tim. 5:20 - Titus 2:15). - Profane ketters in de Naam des Heeren te verwerpen (Titus 3:10). - De geesten te beproeven of ze uit God zijn, zoals Gods Woord ons leert (1 Johannes 4:1). - Om krachtens Gods roeping "schijn van zijn" te onderscheiden en "schijn" uit te rukken, af te breken, te verderven, en te verstoren. En ook om te bouwen en te planten (Jer. 1:10 - Jer. 15:20).
Gods Woord leert uitdrukkelijk dat de valse leraars publiek bestraft moeten worden en met name genoemd moet worden wie zij zijn (1 Tim. 5:20). Dat heeft met vleselijk schelden niets uit te staan, maar met bijbels oordelen krachtens de bijbelse vrijmaakplicht (Ezech. 3, 33, enz.). In Gods Woord is er sprake van een vleselijk schelden en een geestelijk schelden. We zullen dat met een paar voorbeelden vanuit de Schrift bewijzen.
Geestelijk schelden: - De Engel des Heeren zei tot de satan: "De HEERE schelde u gij satan..." (Zach. 3:2). - Jesaja noemt de priesters en regenten in zijn dagen: "Stomme honden die niet bassen kunnen", omdat zij het waren. (Jes. 56:10). De Kanttekenaren zeggen hierbij: "Zij zijn den stommen honden gelijk. Zij straffen de zonden van het volk niet en zij waarschuwen het niet voor den toorn Gods, vrezende ongunst bij hetzelve te behalen." - Christus Zelf noemt Herodus de viervorst "een vos" -hetgeen volledig waar was, alleen al omdat Christus het zei! (Luk. 13:32). - Stefanus -in heilige toorn ontstoken- haalde afsnijdend scherp uit naar het Godevijandige Sanhedrin en schold hen in de Naam des Heeren als volgt: "Gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij wederstaat altijd den Heiligen Geest; gelijk uw vaders, alzo ook gij", Hand. 7:51. - Paulus noemt de Kretenzen door de inspiratie des Heiligen Geestes! "...luie buiken..." -omdat het waar was! (Titus 1:12-13). - De apostel Petrus en ook Judas noemt de vleselijk-onkundige lasteraars: ‘onredelijke dieren', ‘waterloze wolken', ‘wilde baren der zee', ‘dwalende sterren', - omdat het een feit was! (2 Petrus 2:12 - Judas 1:10-13). - Als antwoord op Achab's vleselijke scheldwoorden jegens Elia ‘zijt gij die beroerder van Israël?', zegt Elia bij God vandaan: "Ik heb Israël niet beroerd, maar gij en uws vaders huis" -omdat het zo was! (1 Kon. 18:18). - Johannes de Doper scheldt de Farizeeën en Sadduceeën: "Gij adderengebroedsels! wie heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn?" -omdat ze het waren! (Matth. 3:7). - Ook Christus scheldt de Farizeeërs: "Gij slangen, gij adderengebroedsels! hoe zoudt gij de helse verdoemenis ontvlieden?" (Matth. 23:23). - Christus noemt Judas "een duivel", omdat hij het was. (Joh. 6:70). - Christus noemt ook de Joden ‘een overspelig geslacht' (Matth. 12:39), omdat zij dikwijls van den waren God waren afgevallen en de afgoden der heidenen dienden. - Petrus noemt Simon de Tovenaar: "een samenknoping van ongerechtigheid", omdat hij dat was en de gave des Geestes voor geld wilde kopen. (Hand. 8:23). - Paulus noemt Elymas de tovenaar: "Een kind des duivels" (Hand. 13:8-10), omdat hij het was. - Petrus noemt de godsdienstige hypocrieten ‘kinderen der vervloeking', (2 Pet. 2:14). - Christus noemt de valse Joden in hun vrome gewaad en gepraat "een synagoge des satans" (Openb. 2:9 - 3:9).
Dat de SGP-top en de RD-top uit profane beroepshuichelaars en Schriftverkrachters bestaan, is met talloze feiten op deze website is bewezen. Aan dezelfde kant staan de refoketters uit de ongecensureerde doctorale refoketterkast. Zulke valse refo-misleiders moeten de mond gestopt worden (Titus 1:11), scherpelijk de wacht bij God vandaan aangezegd worden (Titus 1:13), met name genoemd worden (2 Tim. 3:8 - 2 Tim. 2:16-18), publiek bestraft worden (1 Tim. 5:20), naar het door de Heilige Geest ge-inspireerde apostolisch bevel verworpen worden (Tit. 3:10-11), als ze aan de bestraffingen Gods geen gehoor geven!
Vleselijk schelden: - De Farizeen scholden de Heere Jezus uit voor een vraat en een wijnzuiper (Matth. 11:19 - Luk. 7:34). - De Farizeen zeiden dat de Heere Jezus de duivel had en bedreven daarmee de onvergeeflijke zonde tegen de Heilige Geest. (Matth. 11:18 - Joh. 10:20). - Hetzelfde zeiden de Farizeen ook van Johannes de Doper (Luk. 7:33). - Ook de wederdoperse kleenianen braken hun laster uit jegens het getuigenis van ondergetekende, maar God zal hen vergelden naar hun werken. - Paulus werd vanwege zijn ge-inspireerde leer der Wet door het toenmalige sanhedristische Refodom uitgescholden voor een antinomiaan (Rom. 3:8), maar zij bedreven daarmee pure godslastering jegens de leer van Christus en hebben hun loon reeds gehad. - Eliza werd door 42 kinderen uitgescholden voor een kaalkop, en zij allen werden op Gods bevel door twee beren verscheurd (2 Kon. 2:23-24). - Paulus werd door een zekere Tertullus uitgescholden voor een pest (Hand. 24:5), maar brandt nu als een pest in de hel. - Sommige Epikure-ische en Sto-ische wijsgeren maakten Paulus uit voor een klapper (Hand. 17:18), maar nu krijgen zij eeuwig klappen door de grampschap Gods.
Al deze vleselijke en godslasterlijke scheldingen heeft Christus voor Zijn volk gedragen: "Die, als Hij gescholden werd, niet wederschold, en als Hij leed, niet dreigde; maar gaf het over aan Dien, Die rechtvaardiglijk oordeelt; Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout; opdat wij, der zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden; door Wiens striemen gij genezen zijt", 1 Pet. 2:23-24. En Hij zal al die lasterkoppen doden door het zwaards Zijns monds als zij zich niet bekeren.
MAAR, als de heilige Wet Gods gerelativeerd, de Waarheid van het Evangelie profaan vervalst en de leer van Christus opzettelijk overtreden wordt, moeten degenen die dat doen bestraft, gecensureerd en met het geestelijke schelden des Woords de mond gestopt worden (Ps. 63:11 - Matth. 24:32 - Rom. 3:19 - Titus 1:11).
Als de Schrift uit onkunde vervalst wordt, moeten de tegensprekers eerst met de geest der zachtmoedigheid terecht gewezen worden (Matth. 18:15 - Gal. 6:1). Als dezulken zich niet aan het gezag van de Schrift willen onderwerpen, dan geldt: "Verwerp een kettersen mens na de eerste en tweede vermaning; wetende, dat de zodanige verkeerd is, en zondigt, zijnde bij zichzelf veroordeeld", Tit. 3:10-11.
Hetzelfde geldt in het kader van de bijbelse tucht: "Maar indien uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga heen en bestraf hem tussen u en hem alleen; indien hij u hoort, zo hebt gij uw broeder gewonnen. Maar indien hij u niet hoort, zo neem nog een of twee met u; opdat in den mond van twee of drie getuigen alle woord besta. En indien hij denzelven geen gehoor geeft; zo zeg het der gemeente; en indien hij ook der gemeente geen gehoor geeft, zo zij hij u als de heiden en de tollenaar", Matth. 18:15-17.
In geval van een publieke zonde en/of dwaling heeft al Gods volk zich aan het gezag van het Woord en de bijbelse tucht te onderwerpen, zoals de veinzende Petrus zich aan het gezag van het Woord onderwierp op de bestraffing van Paulus (Gal. 2).
We krijgen diverse Schriftvervalsingen op ons bord omtrent de profeten, de apostelen en Christus Zelf, die zodanig vervalst worden voorgesteld alsof zij de breuk op het lichtst hebben genezen, maar niet heus!
Voorbeeld van een valse voorstelling door een der inzenders: "Jeremia bevond zich onbekwaam, hij wist niet te spreken. Hij had een brandend vuur in zijn hart vanwege Gods toorn. De schuld van het volk Israel eigende hij zichzelf toe, en hij was een voorbidder voor het volk, hij pleitte op Gods Naam voor hen. Zulke Jeremias zijn inderdaad nodig in deze tijd! Maar de Heere komt aan Zijn eer, hoe verdorven de wereld ook is!"
Antw.: Volgens deze bewering was Jeremia onbekwaam en wist hij niet te spreken. Het is loze kretologie, aangezien hetzelfde voor Jeremia gold als voor Paulus en voor al Gods ware getuigen: "Niet dat wij van onszelven bekwaam zijn iets te denken, als uit onszelven; maar onze bekwaamheid is uit God", 2 Kor. 3:5. De inzender suggereert dat Jeremia vanwege zijn ingeleefde onbekwaamheid zijn mond gehouden heeft, maar dat is een judas-achtige drogreden. Jeremia was door de Heere geroepen "Over de volken en over de koninkrijken, om uit te rukken, en af te breken, en te verderven, en te verstoren; ook om te bouwen en te planten", Jer. 1:10, en die roeping heeft de Heere in het leven van Jeremia heerlijk vervuld. En Jeremia spreekt zich in tegenwoordigheid Gods uit over het afvallige volk der Joden, zeggende: "Och, dat ik in de woestijn een herberg der wandelaars had, zo zou ik mijn volk verlaten, en van hen trekken; want zij zijn allen overspelers, een trouweloze hoop", Jer. 9:2. Jeremia krijgt van Godswege het bevel om NIET MEER voor het afhoerende volk der Joden te bidden (Jer. 7:16; 11:14; 14:11). Hetzelfde bevel Gods is in onze dagen van kracht jegens het afvallige Refodom!
Verder beweerde de inzender over Jeremia: "Hij had een brandend vuur in zijn hart vanwege Gods toorn."
Antw.: Dat brandende vuur in het hart van Jeremia (Jer. 20:9) had met de toorn van God niets te maken. Het was een vuur des Heiligen Geestes om het Woord in Zijn Naam te spreken, hetgeen duidelijk ziet op hetgeen Jeremia uitroept om niet meer in Zijn Naam te spreken (Jeremia 20:8-9a), waarop de Heilige Geest dat vuur des Geestes opnieuw in zijn hart ontsteekt om zijn roeping getrouw te vervullen in het spreken in Gods Naam, om het afvallige volk der Joden het oordeel Gods aan te zeggen, en daartoe was Jeremia door God geroepen, zeggende, "Ik heb u onder Mijn volk gesteld, tot een wachttoren, tot een vesting; opdat gij hun weg zoudt weten en proeven. Zij zijn allen de afvalligsten der afvalligen, wandelende in achterklap; zij zijn koper en ijzer; zij zijn altemaal verdervers. De blaasbalg is verbrand, het lood is van het vuur verteerd; te vergeefs heeft de smelter zo vlijtiglijk gesmolten, dewijl de bozen niet afgetrokken zijn. Men noemt ze een verworpen zilver; want de HEERE heeft hen verworpen", Jer. 6:27-30.
Vervolgens schrijft de inzender: "De schuld van het volk Israel eigende Jeremia zichzelf toe, en hij was een voorbidder voor het volk, hij pleitte op Gods Naam voor hen."
Antw.: Als de inzender bevindelijke kennis zou hebben aan het eigenen van de schuld van land en volk, zou hij geen valse Jeremia tekenen, maar met hetzelfde brandende Geestes-vuur in zijn binnenste niet als een tegenstander, maar als een medestrijder des geloofs het getuigenis op deze website bijvallen, om net als Jeremia publiek te getuigen tegenover zijn wederpartijders: "Maar de HEERE is met mij als een verschrikkelijk Held; daarom zullen mijn vervolgers struikelen, en niets vermogen; zij zijn zeer beschaamd geworden, omdat zij niet verstandiglijk gehandeld hebben; het zal een eeuwige schande zijn, zij zal niet vergeten worden. Gij dan, o HEERE der heirscharen, Die den rechtvaardige proeft, Die de nieren en het hart ziet, laat mij Uw wraak van hen zien, want ik heb U mijn twistzaak ontdekt", Jer. 20:11-12.
De genoemde inzender staat duidelijk aan de zijde van het sentimentele vroom-schijnheilige refo-vlees. Zulke schijnheilige inzenders zullen tevergeefs tegen Gods getuigenis strijden, ook als zij een "almachtig" leger meenemen om de koperen muur te kunnen doorbreken, waartoe de Heere Jeremia en ondergetekende gesteld heeft: "Want Ik heb u tegen dit volk gesteld tot een koperen vasten muur; zij zullen wel tegen u strijden, maar u niet overmogen; want Ik ben met u, om u te behouden en om u uit te rukken, spreekt de HEERE", Jer. 15:20.
( Zie ook artikel via de Klik hier-link boven aan deze webpage - of klik op de afbeelding).
De inzender zegt aan zijn slotrede: "Zulke Jeremias zijn inderdaad nodig in deze tijd! Maar de Heere komt aan Zijn eer, hoe verdorven de wereld ook is!"
Antw.: Nee, niet een pseudo-Jeremia die deze inzender tekent, want dat is een zelfgemaakte en papieren Jeremia, ofwel een afgod van het reformatorische gemenebest, een valse Hananja gelijk. De echte Jeremia in de heilige Schrift, is Gods ware geroepen knecht, en niet alleen een wenende profeet, niet alleen in de gestaltenis van het Lam Gods, maar ook in de gestaltenis van de Leeuw uit Juda-s stam, die zonder aanziens des persoons opkomt en in de bressen staat voor de ere Gods en de oordelen Gods uit Gods mond over de afvallige belijders uitspreekt zonder aanziens des persoons.
Bij monde van de profeet Jeremia, spreekt den HEERE: "En zij -de valse Hananja's- genezen de breuk van de dochter Mijns volks op het lichtste, zeggende: Vrede, vrede! doch daar is geen vrede", Jer. 6:14 - 8:11. Jeremia was dus duidelijk niet van het sentimentele porseleinen soort zoals de inzender die tekent.
"De Heere komt altijd aan Zijn eer", jazeker, aangezien Hij de Volzalige is in Zichzelf, Die niet van node heeft om door mensenhanden gediend te worden als een behoevende. En ten aanzien van de zondeval en het verbroken werkverbond, heeft Christus de eer des Vaders volkomen verhoogd, zowel als het Lam Gods als de Leeuw uit Juda-s stam. Maar de inzender suggereert een stilzwijgende priesterschaar waar hij ook Jeremia bij schaart, alsof Gods ware geroepen knechten ten aanzien van de ere Gods stomme honden zijn die niet bassen kunnen! NEE, NEE, en nog eens NEE! Dat is de theologie van de duivel!
Gods ware geroepen knechten hebben een publieke stem bij God vandaan, om in de bressen te staan, het volk te waarschuwen voor vals ingeslopen Schriftverkrachtigers, zeggende: "Maar waarlijk, ik ben vol krachts van den Geest des HEEREN; en vol van gericht en dapperheid, om Jakob te verkondigen zijn overtreding, en Israel zijn zonde", Micha 3:8. Al Gods geroepen getuigen zijn geroepen om de brute verkrachters van Gods Woord, waar het van barst in onze dagen, te schande te zetten met het zwaard des Woords, gelijk Petrus deed met Simon de Tovenaar. En van die duivelskunstenaars zijn de refokerken VERGEVEN!
Gods ware knechten staan publiek in de bressen omwille van de ere Gods. De HEERE zegt immers: "Die Mij eren zal Ik eren, maar die Mij versmaden, (als stomme honden), zullen licht geacht worden", 1 Sam. 2:30b.
Maleachi 1:6: "Een zoon zal den vader eren, en een knecht zijn heer; ben Ik dan een Vader, waar is Mijn eer? En ben Ik een Heere, waar is Mijn vreze? zegt de HEERE der heirscharen tot u, o priesters, verachters Mijns Naams! Maar gij zegt: Waarmede verachten wij Uw Naam?"
En de Heilige Geest leert bij monde van Paulus in 1 Korinthe 10:31: "Hetzij dan dat gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het al ter ere Gods." Hopenlijk vallen bij vele lezers de schellen van de ogen en ik spreek de wens uit dat velen zich van hun Schriftvervalsende ongenuanceerdheid bekeren zullen en zich vrij zullen maken van de gruwelijke ketterijen van de huidige refokerken, maar zo niet, ik ben vrij van hun aller bloed,
GPPB. v.d.m.
PS. LEES OOK GERELATEERDE ARTIKELEN IN DE VOLGENDE BLOKKEN.
|
|
|
|
|
|