DONDERSLAG UIT JOHANNES 12:28 MAAKT/HORENDE/DOOF
DONDERSLAG UIT JOHANNES 12:28 MAAKT SOMMIGEN HORENDE DOOF  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Een inzender die al eerder reageerde en voorheen aan dezelfde zijde scheen te strijden, zoals zovelen meelopers en bijlopers dat gedaan hebben, meende nog wat te moeten corrigeren aan PARADOX III, aangezien ik -volgens hem- voorbij zou zijn gegaan aan het feit dat de stem des Vaders in Johannes 12:28 wel verstaanbaar was voor sommigen die daarbij stonden en voor sommigen niet. Dat God altijd met een verstaanbare stem tot onbekeerden mensen spreekt, ALS Hij tot hen spreekt, zoals ik dat heb geschreven in PARADOX III (Zie Klik hier link), is onbijbels, omdat in Johannes 12:28-30 het tegendeel blijkt, aldus de inzender.

Ik zal mijn abominabele onkunde in geestelijke en maatschappelijke zaken graag toegeven, want we zijn van gisteren en weten niet (Job. 8:9). Maar ik hoef Gode zij dank geen verstand meer mee te brengen, omdat Christus mijn Wijsheid is en de Heilige Geest mijn Uitlegger.

Dat sommige mensen -waaronder de inzender- zelfs de overbekende weg uit en ten treure moeten uitgelegd krijgen, is echter geen nieuws, omdat zij lezen en luisteren gelijk de Farizeeërs die Christus op Zijn woorden wilde vangen. Dat zijn de zogenaamde woordenwegers, waarvan ik een archief vol heb, zoals Ermelo een archief vol heeft van mensen die ze helaas niet meer op een rijtje hebben, of zelfs nooit gehad hebben (niet spottend bedoeld). Aangezien Christus die Farizeese muggenzifters met het Woord van repliek diende, zullen wij het ook doen in Zijn Naam, hoewel t.a.v. dit onderwerp tot allerlaatste slot!

Het tekstgedeelte waarover het gaat:
"Vader, verheerlijk Uw Naam. Er kwam dan een stem uit den hemel, zeggende: En Ik heb Hem verheerlijkt, en Ik zal Hem wederom verheerlijken. De schare dan, die daar stond, en dit hoorde, zeide, dat er een donderslag geschied was. Anderen zeiden: Een engel heeft tot Hem gesproken. Jezus antwoordde en zeide: Niet om Mijnentwil is deze stem geschied, maar om uwentwil", Joh. 12:28-30.

God de Vader sprak in Johannes 12:28 Goddelijk(!) onverstaanbaar voor de onbekeerde omstanders, omdat de Vader de dingen sprak die des Geestes Gods zijn, welke de onbekeerden niet verstaan, gelijk geschreven is in 1 Korinthe 2:14: "Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden."

Voor mij persoonlijk zijn de woorden uit Johannes 12:28 geen vreemde zaak, aangezien de Heere ooit tot mijn ziel dezelfde woorden sprak en mij de betekenis ervan enigszins deed verstaan, nl. toen ik met de breuk van land en volk geen uitweg meer wist. Toen gaf de Heere met die woorden een geopende deur der hoop in Christus, nl. dat door Zijn hand het welbehagen des HEEREN gelukkiglijk zal voortgaan tot de voleinding der wereld, ook ten aanzien van de bekering van verloren verbondskinderen, verloren wereldlingen en de bekering der Joden, tot verheerlijking van de Vader en de Zoon.

De stem des Vaders in Joh. 12:28 was een hoorbaar stemgeluid, maar wat er gezegd werd was onverstaanbaar voor de onbekeerde omstanders, vanwege hun ongeloof (vs. 39). Zij hoorden alleen het stemgeluid als van een donderslag, hoewel de Vader tot de Zoon sprak omwille van de schare, doch de meesten van hen volhardden desondanks in hun ongeloof. Er gebeurde echter meer, want sommige oversten kwamen wel tot het geloof (vs. 42), waaronder wellicht Nicodemus en Jozef van Arimathea.

Omdat het in Joh. 12:28 gaat over de dingen die des Geestes Gods zijn, namelijk de verheerlijking van de Zoon door de Vader, verstonden alleen de ware gelovigen WAT er gezegd werd, nl. diegenen die reeds door het geloof oren gekregen hadden om te horen wat de Geest tot de gemeente zei, anders had Johannes zelfs de woorden des Vaders niet op kunnen tekenen in Gods Woord, maar hij mocht het verstaan door de inspiratie des Geestes. De onbekeerden verstonden het niet, omdat zij geestelijk dood waren en de dingen die des Geestes Gods zijn niet konden verstaan.

Het spreken Gods tot de onbekeerde Kaïn, Laban, de koning van Egypte, enz. was echter van een GEHEEL ANDERE ORDE dan het spreken des Vaders tot verheerlijking van de Zoon in Johannes 12:28. De onbekeerde Kaïn, Laban en de koning van Egypte (Abimelech), enz., hoorden weldegelijk wat God tot hen sprak, omdat het een particuliere boodschap was voor de tijd, maar het was niet tot hun zaligheid. Er is dus sprake van een fundamenteel onderscheid omtrent het spreken Gods tot onbekeerden, maar de inzender gaat daar geheel aan voorbij, omdat hij aan zijn biblicistische theorie meer waarde hecht dan aan het genoemde uit de Schrift bewezen onderscheid omtrent het spreken Gods.

Dat een goede verstaander slechts een half (geestelijk) woord nodig heeft, gold dus niet de Farizeeën, want zij hoorden niet geestelijk, en hadden daar volstrekt geen behoefte aan, omdat zij maar 1 misselijkmakend vak geleerd hadden, namelijk om Christus op Zijn woorden te vangen. En dat is ook het werk van de refo-biblicisten in onze dagen, inclusief de inzender, maar het oogmerk en het resultaat daarvan is al lang geleden geschreven op de binnenmuur van het paleis van koning Belthazar, nl. "gewogen, gewogen en te licht bevonden!"

Mochten er nog velen van die geestelijk te licht gewogen zielen vallen in het vrije van Gods welbehagen tot verheerlijking van de Zoon en tot zaligheid van hun onsterfelijke ziel. Dat zij zo!

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl