"Het Woord, dat tot Jeremia geschied is, van den HEERE, zeggende: Sta in de poort van des HEEREN huis, en roep aldaar dit woord uit, en zeg: Hoort des HEEREN Woord, o gans Juda! gij, die door deze poorten ingaat, om den HEERE aan te bidden. Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Maakt uw wegen en uw handelingen goed, zo zal Ik ulieden doen wonen in deze plaats. Vertrouwt niet op valse woorden, zeggende: Des HEEREN tempel, des HEEREN tempel, des HEEREN tempel, zijn deze! Maar indien gij uw wegen en uw handelingen waarlijk zult goed maken; indien gij waarlijk zult recht doen tussen den man en tussen zijn naaste; de vreemdeling, wees en weduwe niet zult verdrukken, en geen onschuldig bloed in deze plaats vergieten; en andere goden niet zult nawandelen, ulieden ten kwade; zo zal Ik u in deze plaats, in het land, dat Ik uw vaderen gegeven heb, doen wonen van eeuw tot eeuw. Ziet, gij vertrouwt u op valse woorden, die geen nut doen. Zult gij stelen, doodslaan en overspel bedrijven, en valselijk zweren, en Baal roken, en andere goden nawandelen, die gij niet kent? En dan komen en staan voor Mijn aangezicht in dit huis, dat naar Mijn Naam genoemd is, en zeggen: Wij zijn verlost, om al deze gruwelen te doen? Is dan dit huis, dat naar Mijn Naam genoemd is, in uw ogen een spelonk der moordenaren? Ziet, Ik heb het ook gezien, spreekt de HEERE. Want gaat nu henen naar Mijn plaats, die te Silo was, alwaar Ik Mijn Naam in het eerst had doen wonen; en ziet, wat Ik daaraan gedaan heb vanwege de boosheid van Mijn volk Israel. En nu, omdat gijlieden al deze werken doet, spreekt de HEERE, en Ik tot u gesproken heb, vroeg op zijnde en sprekende, maar gij niet gehoord hebt, en Ik u geroepen, maar gij niet geantwoord hebt; zo zal Ik aan dit huis, dat naar Mijn Naam genoemd is, waarop gij vertrouwt, en aan deze plaats, die Ik u en uw vaderen gegeven heb, doen, gelijk als Ik aan Silo gedaan heb. En Ik zal ulieden van Mijn aangezicht wegwerpen, gelijk als Ik al uw broederen, het ganse zaad van Efraim, weggeworpen heb. Gij dan, bid niet voor dit volk, en hef geen geschrei noch gebed voor hen op, en loop Mij niet aan; want Ik zal u niet horen. Ziet gij niet, wat zij doen in de steden van Juda, en op de straten van Jeruzalem? De kinderen lezen hout op, en de vaders steken het vuur aan, en de vrouwen kneden het deeg, om gebeelde koeken te maken voor de Melecheth des hemels, en anderen goden drankofferen te offeren, om Mij verdriet aan te doen. Doen zij Mij verdriet aan? spreekt de HEERE. Doen zij het zichzelven niet aan, tot beschaming huns aangezichts? Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Ziet, Mijn toorn en Mijn grimmigheid zal uitgestort worden over deze plaats, over de mensen en over de beesten, en over het geboomte des velds, en over de vrucht des aardrijks; en zal branden, en niet uitgeblust worden. Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Doet uw brandofferen tot uw slachtofferen, en eet vlees. Want Ik heb met uw vaderen, ten dage als Ik hen uit Egypteland uitvoerde, niet gesproken, noch hun geboden van zaken des brandoffers of slachtoffers. Maar deze zaak heb Ik hun geboden, zeggende: Hoort naar Mijn stem, zo zal Ik u tot een God zijn, en gij zult Mij tot een volk zijn; en wandelt in al den weg, dien Ik u gebieden zal, opdat het u welga. Doch zij hebben niet gehoord, noch hun oor geneigd, maar gewandeld in de raadslagen, in het goeddunken van hun boos hart; en zij zijn achterwaarts gekeerd, en niet voorwaarts. Van dien dag af, dat uw vaders uit Egypteland zijn uitgegaan, tot op dezen dag, zo heb Ik tot u gezonden al Mijn knechten, de profeten, dagelijks vroeg op zijnde en zendende. Doch zij hebben naar Mij niet gehoord, noch hun oor geneigd; maar zij hebben hun nek verhard, zij hebben het erger gemaakt dan hun vaders. Ook zult gij al deze woorden tot hen spreken, maar zij zullen naar u niet horen; gij zult wel tot hen roepen, maar zij zullen u niet antwoorden. Daarom zeg tot hen: Dit is het volk, dat naar de stem des HEEREN, zijns Gods, niet hoort, en de tucht niet aanneemt; de waarheid is ondergegaan, en uitgeroeid van hun mond. Scheer uw hoofdhaar af, o Jeruzalem! en werp het weg, en verhef een weeklacht op de hoge plaatsen; want de HEERE heeft het geslacht Zijner verbolgenheid verworpen en verlaten. Want de kinderen van Juda hebben gedaan, dat kwaad is in Mijn ogen, spreekt de HEERE; zij hebben hun verfoeiselen gesteld in het huis, dat naar Mijn Naam genoemd is, om dat te verontreinigen. En zij hebben gebouwd de hoogten van Tofeth, dat in het dal des zoons van Hinnom is, om hun zonen en hun dochteren met vuur te verbranden; hetwelk Ik niet heb geboden, noch in Mijn hart is opgekomen. Daarom ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat het niet meer zal geheten worden Tofeth, noch dal des zoons van Hinnom, maar moorddal; en zij zullen ze in Tofeth begraven, omdat er geen plaats zal zijn. En de dode lichamen dezes volks zullen het gevogelte des hemels, en het gedierte der aarde tot spijze zijn, en niemand zal ze afschrikken. En Ik zal uit de steden van Juda en uit de straten van Jeruzalem doen ophouden de stem der vrolijkheid en de stem der vreugde, de stem des bruidegoms en de stem der bruid; want het land zal tot een verwoesting worden", Jeremia 7.
--------------------------------------------------
|
|
GEREFORMEERDE BOND OF GEREFORMEERD BORDEEL? Gereformeerde Bond publiceerde twee baäl-peor brochures over samenwonen
Note: Afgebeelde tekst hiernaast afkomstig uit GB-brochure "Trouwen of samenwonen?" (volledig te downloaden via Klik hier link)
-------------------------------------
1. BAÄL-PEOR-BROCHURE "TROUWEN OF SAMENWONEN?" Auteur: Ds. H. Veldhuizen, meritus PKN/GB-predikant te Wapenveld
Bronlink (volledige brochure te downloaden via de Klik hier link) http://www.gereformeerdebond.nl/download/CAwdEAwUUkBKXg==
------------------------------------- COMMENT
Volgens de afvallige Ger. Bond in de PKN valt samenwonen niet onder de tucht van het zevende gebod. PKN/GB-ds. Veldhuizen spreekt in de Gereformeerde Bonds-brochure dan ook met geen woord over de bijbelse censuur jegens samenwonenden, noch over het afleggen van openbare schuldbelijdenis door een samenwonende man en vrouw die alsnog een huwelijk aangaan, laat staan over het hanteren van de Christelijke ban jegens samenwonenden die in hun verboden relatie blijven volharden. Samenwonen is binnen de GB niet gecensureerd en dus GB-geoorloofd. In de brochure schrijft ds. Veldhuizen zelfs dat integere vormen van samenwonen bestaan, en met die uitspraak geeft ds. Veldhuizen -namens de GB- het bestaan van een gereformeerd bordeel binnen de GB toe.
Overigens maakt de sodomitische en hoererende Ger. Bond geen uitzondering op andere kerkdenominaties, aangezien er ook in de HHK, de CGK en in de GG aan de lopende band ongeoorloofde huwelijken worden voltrokken tussen onwettig en ongelovig gescheiden ex-gehuwde mannen en vrouwen. De kerkelijke bordelen en gelijknamige homohuizen hebben binnen de genoemde refokerken een breed draagvlak en niet alleen binnen de PKN. Gods oordelen zullen derhalve niets dan vreselijk wezen.
GPPB.
------------------------------------------
2. BAÄL-PEOR-BROCHURE "SAMENWONEN EN DOOP" Auteur: Ds. A.J. Sonneveld, PKN/GB-predikant te Lopik
Bronlink: www.meetingpoint.org/gb/pdf/SamenwonenEnDoop.pdf
-------------------------------------------
COMMENT
Volgens PKN/GB-ds. A.J. Sonneveld wordt de tucht in de PKN/GB-gemeenten jegens samenwonenden alleen toegepast in de vorm van een vermaning, maar de GB stelt die samenwonende man en vrouw niet onder censuur, laat staan in de ban der afsnijding als een samenwonende man en vrouw hun verboden relatie blijven voortzetten. Van die afhoererende GB-visie kijken we niet vreemd op, aangezien de GB-gemeenten/dominees deel uitmaken van het geheel der sodomitische, valse kerk, de PKN, waarin de bijbelse tucht geheel buiten spel is gezet en zelfs niet meer bijbels toegepast kán worden. Alle PKN-predikanten wonen in een kerkhuis op sodomitische zandgrond gebouwd en hebben hun geweten als met een brandijzer toegeschroeid. Dat antichristelijke feit wil de GB verbloemen met baäl-peor-brochures zoals onder andere "Samenwonen en doop", en "Trouwen of samenwonen", maar het GB-verraad jegens de bijbelse tucht/afsnijding komt in de twee godonterende brochures die we hier bespreken, zonneklaar openbaar.
Een en ander n.a.v. ingezonden vraag, die luidt: Mag een kind van samenwonende kerkelijke man en vrouw gedoopt worden?
Antw.: Een kind van een samenwonende man en vrouw -als zij beiden zelf als kind gedoopt zijn- moet gedoopt worden, omdat het om een verbondskind gaat. De vader en moeder van het kind mogen evenwel geen ja-woord geven bij de doop en moeten onder censuur gesteld worden vanwege hun overspelige relatie. In dat geval moet een voogd of voogden de opvoeding van dat kind voor hun rekening nemen. Het spreekt bijbels vanzelf dat een samenwonende man en vrouw onder censuur gesteld moeten worden, openbare schuldbelijdenis moeten doen van hun ongeoorloofde relatie en als zij weigeren om alsnog te trouwen en hun hoerachtige samenwoningsverband willen voortzetten, moeten zij, na herhaaldelijk vermaand te zijn, afgesneden worden door de christelijke ban. De sodomitische PKN en de rest van de genoemde afvallige Refo-Anders-kerken (PKN, HHK, GG, CGK, enz.) hebben ook ten aanzien hiervan de bijbelse tucht en het hanteren van de twee sleutelen des hemelrijks verworpen, derhalve Gods Woord verworpen, derhalve God verworpen en Gods verbondswraak op zich geladen.
GPPB.
|
|