|
Dr. W. van Vlastuin: Theologie Nadere Reformatie nog steeds van waarde 07-03-2014 20:00 | Dr. W. van Vlastuin
Bronlink: http://www.refdag.nl/opinie/dr_w_van_vlastuin_theologie_nadere_reformatie_nog_steeds_van_waarde_1_811006 Van Vlastuin citeert in het bovengenoemd RD-artikel een tweetal citaten van dr. H.F. Kohlbrugge, en daarover zegt hij het volgende: "Afgezien van de vraag of het algemene oordeel van Kohlbrugge over de Nadere Reformatie waar is, kunnen we zijn benadering wel als een waarschuwing ter harte nemen. Dit betekent dat we de accenten die in de Nadere Reformatie zijn gelegd, niet moeten verzelfstandigen ten opzichte van de inzichten uit de Reformatie."
Omdat Van Vlastuin Kohlbrugge niet verstaat, relativeert en incompleet weergeeft, citeren wij hetgeen Kohlbrugge werkelijk geschreven heeft.
Kohlbrugge: "Maar waar vindt men dat in de boeken? Heiligings-systemen, ja, maar geen opgaan in alles 'eis auton' (in Hem = Christus). En voor zoveel de kerkhervormers dit gepredikt hebben, waren zij getuigen Gods, en met wat zij er bij gelapt hebben, hebben zij, zoo wel als die van niets dan van hervorming droomen, hun eigen werk (?) toen zij maar even aan het bouwen waren, weder afgebroken, meenende dat zij de wederdoopers, antinomianen, pelagianen enz. enz. met Mozes bevechten moesten. Zoo heeft de duivel half gewonnen spel gehouden in de protestantse kerk, heel spel in de Roomsche... Lees eens de tractaatjes van Musevoet, die Perkins vertaald heeft, achter Perkins, ja Perkins zelven, en gij vindt ook bij hem het zuurdeesem der eigengerechtigheid overgebleven. En Musevoet levert u een geheele methode hoe gij uw leven in hemelsche of goddelijke meditatiën besteden zult. En vanwaar komt dat heirleger van Remonstranten reeds zoo vroeg? En waarom wist professor Saravia den volmaaktheidsdrijver Coolhaas of Coornhert (hoe heette hij ook?) niet neer te sabelen? Ach welk een lang dispuut en wat geschrijf? Waarom pakte men Arminius niet in de ribben aan? Waarom was de Delftsche en ook de Haagsche Conferentie meer het geloove predikende dan de Dordtsche Synode? En waarom heeft men zich laten verschalken en afbrengen van de justititia Christi tot de praedestinatie, waardoor de Synode van 1618 zulk een ongelukkige houding heeft verkregen, moetende de Remonstranten uitwerpen, waar zij met de prediking der justitia Dei et Christi de Remonstranten op den loop gejaagd zou hebben, en veIer monden voor het toekomende gestopt waren geweest? En nu de vrucht van die Synode, de Staten-bijbel, met de eigenlijke betekenis der Grieksche woorden op den rand, en een systeem in den tekst. En kanttekeningen, voor zooveel als de praktijk der godzaligheid, waarbij de eigenlijke essence van de paapsche leer weder is ingemengd. En daarop Voetius, (lees zijn Politica), Brakel (lees zijn opstel over de waakzaamheid), de oude Brakel (de Trappen des Geestelijken Levens), Sara Nevius (de Zoekende Ziel gebracht tot Jezus), Lodenstein, Mej. Schuurman en Labadie (lees de uiteinde van zijn gemeente bij Fokke Sjoerds, Kerkel. Geschiedenis) vormen te zamen een godsdienstig kransje te Utrecht, om te bidden en om te bemediteren eene hervorming der kerken; hoe was hunne leer, en wat is er van die hervorming geworden? Nu Witsius, om te zwijgen van de Coccejanen !!! en hun schandelijke leer en gedrag aangaande het gebod van den Sabbath! om van hunne vleeschelijke exegese der profetiën te zwijgen. Maar Witsius tegen de Antinomianen..., waarin hij dingen van hen vergoelijkt of refuteert, stellingen die ik niet de moeite waard zou achten, ze zelfs te noemen, zoo walgen zij iemand, die het gevoelen Christi heeft... Zal ik verder gaan, -lees de meeste voorredens van de oude Theologische Geschriften! En dan uit den tijd van Groenewegen en zijn verdediging van Eswijler. Eindelijk de oefening van Kuipers en het bekeeringswerk te Nijkerk, enz. Dan de quasi opwekking in het laatst der vorige eeuw, en nu wat er sedert hier in het land is voorgevallen. De joodsche Hervorming onder da Costa en Capadoce. Zet bij dat alles tot resumé wat gij zelve schrijft: reeds vroegtijdig heeft men onder ons het wezen des geloofs ver-minkt en de duivel heeft zijn schip door het halve Pelagianisme doorgestuwd en het op het heele Pelagianisme en Socinianisme vastgezet. En dan nu eene afscheiding onder Scholte. Waarlijk ik zou de met Stephanus, den martelaar, van het geheel van kerkhervormingen en kerkreddingen geen ander getuigenis weten af te leggen, dan hij van de geheele kerkgeschiedenis van Abraham af tot op zijnen tijd toe heeft afgelegd. Wat is nu de somma der zake? De Heere heeft eens gebouwd een eeuwig huis in de hemelen en bouwt er al aan voort met louter van allen verworpene steenen, en toch heeft hij het eens voor al geheel afgebouwd, en het overige is toevoeging. Sedert heeft Hij al afgebroken, en de menschen geven den moed niet op met te bouwen en Hij niet met af te breken en van het afgebrokene steenen te verkiezen, die Hij in zijn gebouw voegt naar zijn zin. Ver-der komt alles neer op 1 Cor. 3:12-15. Amen. Het Woord Gods blijft in der eeuwigheid", aldus Kohlbrugge.
Van Vlastuin tracht het vernietigende oordeel van Kohlbrugge over de Nadere Reformatie met wat EHBO-pleisters te reformatoriseren, met het volgende sprookje: "Zonder de Nadere Reformatie te idealiseren, komt het mij voor dat de theologen uit deze beweging een besef hebben gehad van het feit dat het Pinksteren is geweest en dat er een geweldige weelde aan Geest beschikbaar is voor ziel, huwelijk, gezin, kerk en samenleving. In dit verband reikt deze beweging ons een buitengewoon positieve boodschap aan in onze huidige malaise. De theologen in deze beweging legden zich niet neer bij onomkeerbare processen van geestelijke achteruitgang, maar gelovend in de Heilige Geest zagen ze uit naar bloei van kerk en staat. Bovendien zagen ze daar soms iets van doorschemeren. Als dat geen goud is!"
Als dat geen goud is?
Samengevat zegt Kohlbrugge: "De theologische vruchten van het puriteinisme en de Nadere Reformatie omtrent de leer der heiligmaking bevatten geen goud, maar verrot hout, want van al die heiligheidssystemen was de uitkomst: een vergoddelijking van het vrome vlees!"
Wijlen prof. dr. C. Graafland zei het nog zoals het was en hij relativeerde het oordeel van Kohlbrugge niet: "Deze kritiek (van Kohlbrugge) op de Na-Reformatie is daarom zo opmerkelijk, omdat in de Nadere Reformatie, vooral bij W. Teellinck en J. van Lodenstein, een precies tegenovergestelde kritiek op de Reformatie aantreffen. Zij meenden namelijk, dat de Reformatie al spoedig tot verval is gekomen, omdat zij juist door de eenzijdige nadruk op het geloof en de rechtvaardiging, de heiliging verwaarloosden. In het verlengde daarvan ziet Kohlbrugge o.a. Perkins, de Vader van het Puritanisme, die vooral door de vertalingen van Musevoet, ook een stempel op de Nederlandse Nadere Reformatie heeft gedrukt. Kohlbrugge wijst hun 'geheele methode' resoluut af, en ziet daarin één van de oorzaken, waarom de Remonstranten in Nederland al in zo'n vroeg stadium van het Gereformeerd Protestantisme opkwamen. De bodem was daarvoor al voorbereid door het onder puriteinse invloed ontstane Gereformeerde Piëtisme, met zijn nadruk op innerlijke en uiterlijke heiliging. We ontdekken hier de bijzondere gevoeligheid, die Kohlbrugge aan de dag legt, wanneer het vermoeden bij hem leeft, dat de heiliging op een of andere wijze wordt losgemaakt van de rechtvaardiging door het geloof in Jezus Christus. Hij ziet dit reeds opkomen in de Reformatie, wanneer de stellingen moeten worden betrokken tegen de wederdopers, antinomianen en pelagianen. Juist in de polemiek met de tegenstanders is de verzoeking ontstaan om van het zuiver reformatorische standpunt weg te dwalen en toe te geven aan nieuwe 'heiligingssystemen' . Voor Kohlbrugge betekende dit een verzwakking van het sola fide en vooral van het solo Christo. Het 'alles "eis auto-n'", het Christus-alleen werd erdoor verzwakt omdat naast Hem een andere weg werd gewezen, waarin de vrome mens opnieuw zijn kansen kreeg. Dit in de Reformatie zelf reeds begonnen proces ziet Kohlbrugge doorlopen en toenemen in de na-reformatorische tijd. Opmerkelijk is daarbij, dat hij meent, dat deze afbuiging van de volstrekte genade de reactie van de Remonstranten juist heeft opgeroepen. De Remonstranten konden alleen gehoor vinden in een klimaat, waarin reeds aan de (gelovig vrome) mens een eigen aandacht werd geschonken. Dit oordeel van Kohlbrugge is dus wel radicaal. Het bevat niet alleen het verwijt, dat de Gereformeerden zich in het kielzog van de Remonstranten hebben laten meenemen, maar zelfs, dat het opkomen van het Remonstrantisme ten diepste zijn oorzaak vindt in de afwijkende beweging, die de Gereformeerden laten zien in vergelijking met de inzet van het reformatorisch belijden van de rechtvaardiging door het geloof in Jezus Christus alleen", aldus prof. Graafland.
Eindconclusie: Kohlbrugge zou de valsspeler Van Vlastuin en heel zijn pelagiaanse kerkverband gevoeglijk in het rijtje zetten van de neo-gereformeerden, die Kohlbrugge in de aanhaling in 1 adem opsomt. Als Kohlbrugge een blik kon werpen op het huidige volbloed paapse refo-kerk-erf, zou hij zich met een schreeuw van heilige verontwaardiging in zijn graf omdraaien.
GPPB.
PS. Klik op de Klik hier link on top of the page ter inzage DRV-artikel over Kohlbrugge uit 2004.
|
|