|
|
TWEE/WALLEN/ETALAGE VAN T.V.D.GROE-GOUD & SGP/PREEK/HOUT
| |
|
|
12-06-2014
ZONDAG 19 - VAN HET ZITTEN AAN GODS RECHTERHAND (14) - 10 juni
Dagboek - Theodorus van der Groe
"Ik breid mijn handen uit tot U; mijn ziel is voor U als een dorstig land. Sela" (Ps. 143:6).
De wederkomst is tot troost voor Gods volk (3)
"De gelovige zal de verwachting naar de wederkomst oefenen met een opgericht hoofd! Hij zal zijn hoofd dan oprichten, zowel uit het stof als uit de zonde. De liefde van Christus doet hem worstelen om zijn hoofd verlangend op te heffen naar de zalige dag van zijn verlossing. Hij heeft meer dan duizend redenen om naar die dag te verlangen. De wereld is hem een nare gevangenis; een bange en vreemde plaats. Het lichaam der zonde drukt hem zwaar. Zijn verdriet groeit dagelijks aan, en zijn genoeglijke dingen smelten weg onder zijn hand. Er blijft niets over voor zijn treurige geest, dan een bitter water van ellende. Hij woont hier in een dorstig land. Vooral wanneer hij leeft in een geesteloze tijd, waarin het christendom eruitziet als een akelige vallei vol doodsbeenderen. Hoe zucht en treurt zijn arme geest dan over een lauwe Laodiceaanse kerk, welke Christus haast uit Zijn mond zal spuwen? Zijn bange ziel roept uit: 'O, wat zijn hier veel dodige middelen. Hoe struikelt de waarheid op de straten! Hoe zit de schijnheiligheid op de troon! Wat is er een blindheid en godloosheid, een ongevoeligheid en onverbeterlijkheid onder de mensen! Wat een naar wezen heeft alles! De Heere woont niet meer in ons midden. Ik ben in de wereld als in een droevig ziekenhuis, waar alles met de plaag van melaatsheid geslagen is en jammerlijk ziek ligt aan de dodelijke zondenpest. De beste van hen is als een doorn, de oprechtste is scherper dan een doornheg. Zoals een reiziger die inkeert om te vernachten, zo ben ik in mijn eigen huis en familie. Mijn nabestaanden houden op, en mijn bekenden vergeten mij. Mijn huisgenoten en mijn dienstboden achten mij voor een vreemde. En wat woel en wurm en tob ik, arm schepsel, om er doorheen te kruipen! Met wat al drukkende bekommernissen en benauwde zorgen ga ik steeds beladen! Wat leef ik nog uit van de Heere! Hoe bang zit ik gekerkerd in het zondige vlees! Mijn ziel is voor Hem als een dorstig land, zoals de tekst leert. O, wat een strijd en worsteling! Wat een moeite en droefenis, wat al kruis en zuchten! Wat al angst en kwelling! Ik ben een roerdomp der woestijn gelijk geworden, ik ben geworden als een steenuil der wildernissen. Ik waak, en ben geworden als een eenzame mus op het dak. Mijn vijanden smaden mij al den dag; die tegen mij razen, zweren bij mij. Want ik eet as als brood, en vermeng mijn drank met tranen .. .' (Ps. I02). En als er nog duizend ander klachten op dit register worden geschreven, dan zal het nóg niet vol zijn."
Recent gepubliceerd op website van broeder M.G. van der Hoeven.
--------------------------------------------
COMMENT
Hetgeen Van der Groe hier schrijft ten aanzien van de wederkomst van Christus, is het innige geloofsverlangen van al Gods vervolgde kinderen onder het kruis. Met de afbrekende en vleesdodende weg die God met Zijn kinderen houdt, zoals Van der Groe hierboven omschrijft, wordt in onze dagen echter dikwijls schijnvroom gepronkt, terwijl men dikwijls zelf die kruiswegen niet kent, maar daarentegen God en de refo-mammon aan de hand houdt. Het oppervlakkige gemak waarmee sommige belijders in onze dagen dit soort oudvader-goud-fragmenten publiceren, terwijl de bevindelijke geloofskennis aan het lijden van Christus onder het kruis gemist wordt, is de schijnheil-vertoning ten top. Het ploegen met andermans kalveren en het pronken met andersmans veren, is meer dan een schijnheilige trend geworden in onze dagen en zulke kijkdoos-website's schieten als paddestoelen de grond uit, hetgeen met het getuige zijn in Christus volledig in strijd is. Genoemde ontwikkeling is een rijke-mans-godsdienst gelijk, waarin men wel vroom over de zwaar beproefde en vervolgde broeders in Christus zoals Job en Lazarus schrijft en preekt, maar ondertussen verslikt men zich gulzig in de kerk-lekkernijen van de rijke-mans-tafel en onderhoudt men geen enkele ware geloofsgemeenschap met de vervolgde Lazarussen en beproefde Jobs onder het kruis van Christus. Met de gouden klaagliederen van Van der Groe pronken en tegelijk mee-eten van het goudenkalf-offer van het reformatorische gemenebest, is de spotrede ten top. HHK-decaan, Van Vlastuin, pleitte recent voor een bevindelijke prediking, terwijl de man gedurig godslastering bedrijft en nog nooit een bevindelijke preek gehouden heeft. Prof. Baars betichtte de huidige kerkbelijders ervan zonder de Geest te zijn, terwijl de man zelf met het godslasterlijke pro-homo-besluit van de CGK-Synode instemde. Ds. A. Kort schreef een achterhaald anti-embryo-boek, maar eiste geen tuchtmaatregel tegen zijn ketterse en embyonale OGG-collega's. Ds. W. Pieters "profeteerde" recent over een mogelijke terugkeer van de huisgemeenten (veronderstelde theorie), terwijl hij zichzelf laat uitbetalen door en blijft meeveinzen met de vleselijke homokerk, de HHK, en zich in geen enkel opzicht vrijmaakt van de interkerkelijke sodomie en bovendien de geloofsbelijdenis van de Moorman vervalste. HHK-ouderling, broeder M.G. van der Hoeven, ageert zo nu en dan wel tegen de afvallige SGP (als enige HHK-er), maar tegelijk publiceert hij preken van huidige SGP-dominees die actief met de afvallige SGP meeveinzen en zich niet publiek vrijmaken van deze van God vervloekte baäl-dienst der afvallige SGP. Het tegelijk publiceren van SGP-ds-preken en de goudstukken van Van der Groe, enz., is echter een dubbelslachtige en doorzichtige tent van Achan gelijk, gevuld met het gestolen goud uit de ploeg-kalveren bibliotheek van refo-Jericho en heeft met het ware leven des geloofs en de daarmee gepaard gaande geloofsvervolging om Christus' wil niets te maken. Integendeel, het is er volkomen mee in strijd en is slechts een dubbelslachtige schijnvertoning, geheel in lijn met de afvallige geest der dubbelhartige SGP!
GPPB.
(Wordt DV vervolgd)
|
|
|
|
|
|