|
|
MIJN REACTIE OP HET HUISBEZOEK VAN RCA-SPRINGFORD
| |
|
|
Burgessville, 4/17/2007
Waarde kerkenraad van de RCA-gemeente te Springford,
Voor de ordelijke gang van zaken zenden wij een begeleidende brief omtrent van de volgende zaken. Op dinsdag 27 maart 2007 hebben dhr. Bert van Itt. en Gert van den H. een bezoek gebracht aan mijn zoon en schoondochter, René en Annelies. Achteraf bleek dat zij namens de kerkenraad kwamen, en daaruit volgt dat het genoemde bezoek geen privé-zaak is, maar een kerkenraadszaak. Mijn zoon René heeft vooraf duidelijk aan B.v.Itt. doen blijken hem niet als afgevaardigde van de kerkenraad te accepteren, want B.v.Itt. heeft geen ambt meer en zit ook niet in de kerkenraad. Aangezien diaken GvdH erbij aanwezig was, kan het bezoek niet als een privé-bezoek beschouwd worden, maar heeft het toch duidelijk een kerkelijk karakter. Wat jullie bezielt om B.v.Itt. namens de kerkenraad te laten optreden, is ons een raadsel, want aan bastaardvloekende kerkadviseurs hebben we geen enkele behoefte. De wijze waarop B.v.Itt. te werk gaat, gaat dan ook alle perken te buiten. Het is mijn dure plicht om u van deze zaak in kennis te stellen, aangezien achteraf bleek dat B.v.Itt. en GvdH namens de kerkenraad handelden. De wijze waarop een en ander is geschied, kunnen we niet onder de dekmantel stoppen om de lieve vrede wil. Bovendien zijn wij van mening dat er al wel zoveel bannen in het leger van Springford liggen, dat deze er ook nog wel bij kan, maar daar hebben wij niet om gevraagd.
Zie nu het verslag van het genoemde bezoek, waarvan René een kort verslag gemaakt heeft van wat er onder andere gezegd is (zie vorig artikel op de website).
Direct na het bezoek van B.v.Itt. en GvdH aan het adres van René en Annelies, ontvingen wij een brief van B.v.Itt., (inclusief 5 anonieme bijlagen) als reactie op een briefje van mij waarin ik Bert van I. waarschuwde voor valsheid in geschriften omtrent zijn goedkope kritiek op dr. Eduard Bohl (schoonzoon van dr. Kohlbrugge).
De brief van B.v.Itt. was van een zodanige schandalige inhoud, dat we erop teruggeschreven hebben in tegenwoordigheid Gods. Deze brief heb ik per mail aan BvI gestuurd en hem daarvan een schriftelijke confirmation nagezonden, die hij per direct ongeopend terugzond in gesloten enveloppe met daarop gekalkte uitbraakselregels aan scheldwoorden.
Lees ook de reactie die ik kreeg van Bohl-kenner, Meine Veldman, die ik de stukken van Bert van Ittersum omtrent zijn laster jegens Kohlbrugge en Bohl ter inzage gaf en daarop reageerde. Hij schreef: "Als je een stelling in neemt moet je erop rekenen dat je beschoten wordt. Al de "bezwaren" geoppert tegen Böhl and zijn schoonvader zijn zo oud als toen ze in leven waren. Dus als je jezelf bij hen schaart zal je dezelfde klappen ontvangen. Dat is dus nu gebeurd, ook met jou. Wees verheugt te mogen lijden voor dat gene wat God je geleerd heeft, en ga vrolijk verder. Verdedig vooral jezelf niet, want als het recht is mag je vertrouwen op de belofte van God, "Ik zal voor u strijden en gij zult stille zijn." Dit is moeilijk, ja zelfs onmogelijk voor het vlees. Blijf rustig doorgaan met zaaien en wacht hoe God het zal zegenen. Als je het recht mag brengen, zal je vanzelf vijanden en vrienden krijgen, en dit openbaart zich altijd erg duidelijk, want de waarheid kent geen grijs gebied. Er zijn mensen die altijd de Kool en de Geit willen sparen, die dan ook altijd weer wat anders zeggen zodra het hun uitkomt. Blijf hetzelfde verkondigen, en werpt u brood op het water, want gij zult het vinden na velen dagen. Böhl heeft niets anders heeft gedaan dan de gedachten van Kohlbrugge systematisch uitgewerkt (zie vooral Kohlbrugge's preek over Genesis 3 gehouden in Vianen destijds, waar hij precies hetzelfde beweert als wat Böhl later zegt over het beeld van God). Over het verschil dat Böhl maakt tussen beeld en gelijkenis is te zeggen dat de Oosters Orthodoxe traditie (de Griekse Kerk) dit vershil ondertekent, en dus Böhl echt niet zo alleen staat. Ik zou zeggen dat de Latijnse vaders van de Roomse Kerk dit niet hebben gedaan, dus wat dat betreft staat Calvijn enz., dichter bij de vaders van de Roomse Kerk!"
Gode bevolen. Your Brother in Christ, Meine.
Ik heb Meine teruggeschreven dat we dit soort aanvallen al jaren incasseren en dat we het niet voor onszelf hoeven opnemen, omdat het geen persoonlijke zaken betreffen, maar zaken die de leer van Christus aangaan, waarmee de Kerk staat of valt.
De brief die u nu gelezen hebt, kreeg ik -zoals gezegd- ongeopend van B.v.Itt. terug, waarbij hij als een getergde hond op de achterzijde van de enveloppe datgene uitbraakte wat als bijlage is bijgevoegd (voor publicatie ongeschikt). Dat hij als een furie reageert, ligt in het feit dat hij nu beweert dat het bezoek bij mijn kinderen is opgenomen op de tape, hetgeen wij echter geestelijk bedoeld hebben, namelijk dat het gesprokene die bewuste avond is opgenomen door de Heere der heirscharen. Trouwens, al zou het opgenomen zijn, heeft B.v.Itt. wat te verbergen? Een preek wordt ook opgenomen en bezoek namens de kerkenraad is geen privé-zaak. Maar het is niet opgenomen zoals B.v.Itt. het verstaat. GvdH is er getuige van dat het niet letterlijk is opgenomen, maar B.v.Itt. die een laatste strohalm denkt te hebben om zich aan vast te klemmen door via een uitbraaksel op de envelop te blijven beweren dat het wel is opgenomen, en ook daarvan is de Heere Getuige.
Waarde kerkenraad, we hebben al meermalen op uw dure roeping gewezen die u al keer op keer hebt laten liggen. Mijn brieven terzijde stellen enerzijds, en wel werken met adviezen van niet-leden anderzijds is in flagrante strijd met elkaar. Waarom niet direct breken met de PKN en wel het oordeel van Chorazin, Kapernaüm en Bethsaïda op u laden? Nooit heb ik mijn wil op de uwe willen projecteren, zoals B.v.Itt. lasterlijk beweert en daarmee de Schrift vertrapt. Enfin, u kunt er allemaal kennis van nemen. Ik schrijf u deze dingen omdat B.v.Itt. optrad namens de kerkenraad en u derhalve hierover niet het stilzwijgen kunt doen. B.v.Itt. heeft gemeend zich van een lading scheldwoorden en laster te moeten bedienen om op een subtiele wijze de rollen om te draaien. Hoewel ik hem beslist niet haat (niemand niet), ben ik helaas wel genoodzaakt u deze zaak bekend te maken, want het is ook uw zaak. Mocht u besluiten het hele geval naast u neer te leggen en B.v.Itt. in zijn bedrieglijke houding te laten functioneren en uw plicht in deze te verzaken, dan gaan we Hogerop. Hopelijk komt u in de schuld met hetgeen er gepasseerd is, niet alleen in woorden, maar ook metterdaad. Dat betekent ook dat alle PKN-betrekkingen met terugwerkende kracht worden uitgebannen en de broederbanden -voor zover ze er zijn- worden hersteld. Dat is mijn hartelijke wens en bede.
Gode bevolen,
GPPB.
|
|
|
|
|
|