|
DE RATIONELE HUTSPOT-LEER VAN TOVERDOKTER J.M.D. DE HEER
Klik op de afbeelding of op de Klik hier link ter inzage hutspotleer van toverdokter ds. J.M.D. de Heer - zie ook volgende blokken
----------------------------------------------------
"Vermijd twist over aard van het geloof" RD - 01-04-2015 13:00 | Ds. J. M. D. de Heer
"Laat er vooral geen vruchteloze twist over het geloof ontstaan", reageert ds. J. M. D. de Heer op het nieuwe boek van ds. A. Kort.
Bronlink: http://www.refdag.nl/opinie/vermijd_twist_over_aard_van_het_geloof_1_901998
-----------------------------------------------------------
GPPB.: Vruchteloze twist? Het klinkt als een 1-april-grap! Het is met name de hardnekkige onbesneden toverdokter J.M.D. de Heer die de dokterstitel verdient voor zijn vruchteloze twistzieke geblaat over het kuyperiaanse GG-geloof, een valse wedergeboorte en een ingebeelde rechtvaardigmaking, aangezien hetgeen hij geloof noemt geen waar geloof is, laat staan dat zijn voorstelling over het geloof in de schaduw kan staan van het geloof der duivelen (Zie Klik hier link en volgende blokken). Immers, de duivelen gelóven, doch zij sidderen. Voor JMDdH geldt derhalve, hetgeen Christus gezegd heeft over de toenmalige blinde leidslieden van het Sanhedrin, de huidige inbegrepen: "Als de blinde de blinde leidt, vallen zij beiden in de gracht." Uit die spartelende in de gracht gevallen blinde leidslieden-massa laat ook meneer De Heer opnieuw van zich horen om zijn rationele hutspotleer te promoten, waarbij hij aangeeft een discussie te willen voeren met andere blinden in die gracht. Het hoogverlichte refo-rationalisme ten top! Het gespartel in de kerkelijke gracht der blinde leidslieden is dan ook niet van de lucht en de comriaanse embryo-klucht wordt alleen maar groter, ook ten spijt van de boeken van ds. Kort, aangezien ook het nieuwe boek van ds. Kort, wat de orde rechtvaardiging-geloof aangaat, slechts remonstrantse antiek is, omdat hij de onbijbelse orde ‘geloof-rechtvaardiging' leert en daarmee de schenking van de toegerekende gerechtigheid van Christus, op grond waarvan God de goddeloze rechtvaardigt, op de aanneming des geloofs laat volgen en het aannemende geloof voor de Goddelijke schenking plaatst. Op het refokerkerf is het een en al babylonische spraakverwarring ten top, als gevolg van een rechtvaardig oordeel Gods, Die de refokerken en haar voorgangers een kracht der dwaling gezonden heeft, omdat zij de ketterse HHK/GG/OGG/GGinN-leraars enz. niet verwerpen en geen tuchtmaatregel tegen hen eisen, maar boeken vol schrijven die geen nut doen, omdat het ware geloof zich niet laat vangen in het net van theoretisch gezwam die van de praktijk der godzaligheid en de vervolging om Christus' wil geheel ontbloot is. Men wil koste wat het kost deel blijven uitmaken van de door God verworpen en verlaten kerkdenominaties, om de democratische kerkbusiness met allerhande kerkpolitiek draaiende te houden. Meneer J.M.D. de Heer spant zo'n beetje de kroon van het kuyperiaanse leger valse leraars en hij is de man die sowieso in de gracht der geestelijk blinden spartelt, aangezien hij diverse keren op deze website vanuit Gods Woord is ontmaskerd als een valse leraar en een geestelijke aborteur, die de kleinen in Christus het geloof in Christus ontzegt en de hypocrieten met algemene werkingen des Geestes de zaligheid in handen moffelt (zie Klik hier link on top of the page en/of onderstaande blokken).
JMDdH: Met ds. Kort spreken we uit dat het zonder geloof onmogelijk is Gode te behagen (Hebr. 11:6). Van harte zijn we het ook met hem eens dat de vereniging met Christus noodzakelijk is om God te kunnen ontmoeten. Daarom moet in elke prediking de noodzakelijkheid van Christus gehoord worden. De woorden van een kind des Heeren klinken nog in mijn oren na. Ze zat vele jaren onder de prediking van ds. G. H. Kersten en zei: "Wat heeft hij ons altijd uitgedreven naar Christus."
GPPB.: Meneer De Heer spreekt wel vrome en vleiende woorden, maar hetgeen JMDdH leert staat haaks op de bijbelse vereniging met Christus door het geloof, haaks op de bijbelse wedergeboorte, haaks op de leer waarmee de Kerk staat of valt, de leer en bevinding van de rechtvaardiging van de goddeloze. Dat blijkt ook nu weer duidelijk, aangezien meneer De Heer de noodzakelijkheid om Christus te kennen houdt voor het bezit! De vroomklinkende toverwoorden die hij citeert van een ingebeeld kind des Heeren, zijn niet op ds. Kersten van toepassing, aangezien ds. Kersten voluit de filosofische embryoleer van Comrie onderschreef, waardoor de pas wedergeboren ziel tot de dodencel van het revalidatie-centrum van dr. Habitus veroordeeld blijft, totdat dr. Actus het belieft de deur te openen en de ziel op het binnenplein van het kasteel van reus wanhoop uit te laten, om vervolgens de betoverde ziel zonder teerkost met een kluitje het afgescheiden bos in te sturen met een landkaart van de brede weg, waarop de wegversmallingen van de toeleidende weg der kuyperiaanse goochelaars zijn gemarkeerd als tekenen van geestelijk leven, terwijl elke ziel op de brede weg des verderfs, hoe smal men die ook maakt, richting hel reist, al of niet met een ingebeelde hemel.
JMDdH: Wee de prediker die op een ander fundament bouwt dan Christus (1 Kor. 3:11).
GPPB.: Wee u dus, meneer J.M.D. de Heer, want gij doet niets anders dan zielen bouwen op de zandgrond van de valse wedergeboorte waarvan Christus niet het Begin is en volgens uw comriaanse ketterijen als zodanig ook niet gekend wordt. Leraars als meneer De Heer zijn nooit in de leer van Christus geweest en doen niets dan overtreden en hebben derhalve God niet (2 Joh. 1:9).
JMDdH: Maar betekent dit dan vervolgens, zoals ds. Kort stelt, dat er niet eerder sprake is van geestelijk leven dan wanneer er een bewuste geloofsomhelzing van Christus plaatsheeft? Begint het zaligmakende werk van de Heilige Geest pas daar waar een zondaar door de uitgaande daden van het geloof Christus aangrijpt? Als dat zo zou zijn, is de worsteling om genade (waarover ds. Kort een mooi stukje schrijf op blz. 117) nog slechts wettisch werk, dat er ook in een verworpene kan zijn. Dan is er dus geen principieel verschil meer tussen algemene overtuigingen in verworpenen en de weg waarin de Heilige Geest, door de ontdekkende werking van de wet, uitverkorenen tot Christus leidt.
GPPB.: Het zaligmakende werk van de Heilige Geest begint waar God begint, zoals o.a. geschreven staat in Johannes 5:25: "De doden zullen horen de stem van de Zoon van God, en die ze gehoord hebben, zullen leven." (Zie ook de kanttekeningen bij deze tekst). Ja, de worsteling om genade van een ziel onder de wet, komt slechts voort uit eigenbehoud en is een wettisch werk, hoewel de Vader weet wie Hij trekt, maar de trekking is nog niet de opwekking door Christus van een verloren ziel uit de geestelijke doodsstaat. De werkingen des Geestes in de overtuiging van zonde, gerechtigheid en oordeel zijn opzich niet zaligmakend. Er is evenwel een verschil tussen de algemene overtuigingen des Geestes in de verworpenen en de weg waarin de uitverkorenen tot Christus geleid worden, aangezien de overtuigingen in de uitverkorenen gepaard gaan met de trekking des Vaders, welke trekking de verworpenen missen. Maar aangezien de weg tot Christus nog steeds de brede weg is, is er op die weg geen sprake van een doorgang door de Enge Poort welke Christus is en die door Hem niet ingaat, is een dief en een moordenaar! De weg tot Christus is derhalve nog geen wedergeboorte. Zoals de tot zichzelf gekomen verloren zoon onwederstandelijk naar zijn vader getrokken werd, werd hij in geestelijk opzicht pas wedergeboren toen hij als een goddeloze door de vader omhelsd werd, aangezien Christus de vader in de gelijkenis daarvan zelf getuigenis laat geven: "Want deze mijn zoon was dood en is wederlevend geworden, Hij was verloren en is gevonden!" Meneer De Heer is duidelijk zelf nooit een ter hellevarende zondaar voor God geworden (1 Sam. 2:6), in de aanvaarding van zijn welverdiende straf, laat staan dat hij door de Zoon is vrijgemaakt, want dat blijkt uit ALLES wat hij aan de met de paplepel ingegoten ge-in-doktrineerde ketterijen uitkraamt.
JMDdH: Het lijkt daarom beter om te zeggen dat bij de vereniging met Christus blijkt dat de overtuiging van zonden door de wet zaligmakend was, omdat die tot de Zaligmaker leidde. Tot die tijd was er geen rust voor de ziel, maar was wel de Heere aan het werk. Hij verbrak het hart, Hij deed wenen over de zonde, deed worstelen om een genadig God. Dus ook voor de bewuste geloofsomhelzing van Christus plaatsheeft, kan de Heere al in een zondaar aan het werk zijn.
GPPB.: Meneer De Heer leert ook hier een bizarre ketterij, aangezien er geen "zaligmakende overtuigingen" bestaan en dat een roeper om genade nog geen bezitter ervan is, kan een kind verstaan. Een ziel die overtuigd wordt van zonde, gerechtigheid en oordeel is nog geheel onder de wet, aangezien de overtuiging der wet, in het kader van het stuk der ellende, alleen de oude mens onder de wet betreft. Immers, Gods toegebrachte en wedergeboren volk is reeds overbogen en door de Zoon vrijgemaakt en alleen dezulken zijn waarlijk verlost van de heerschappij des duivels in de vergeving van al hun zonden. Die vrijmaking des Zoons kent elk kind van God. De overtuigingen des Geestes in het stuk der ellende, kadert De Heer in het stuk der verlossing in, terwijl het stuk der verlossing de wedergeboorte inhoudt, waardoor de ziel door Christus is vrijgemaakt van de heerschappij des duivels en de Geest der aanneming tot kinderen verkregen heeft. De leer van De Heer is vals en hij leert als een vreemde, die Gods ware kinderen geenszins zullen volgen, aangezien zij de stem der vreemden niet kennen en hen niet volgen (Joh. 10:5). Dat geldt ook de zwakgelovigen, omdat Christus van hen zegt dat zij Hem kennen, in Hem geloven en alleen Hem volgen (Joh. 10:1-5).
JMDdH: Een tweede punt is de verhouding van geloof en rechtvaardigmaking. Terecht stelt ds. Kort dat het zaligmakende geloof het rechtvaardigende geloof is. Hoe zwak en bestreden ook, maar in het werk van Gods Geest ligt altijd een zekere mate van geloof in God, hoop op God en liefde tot God. Dat doet, ook in de diepste verschrikking door de wet, tot God roepen om genade (zie de bekering van Saulus en de verslagenen op de pinksterdag).
GPPB.: Meneer De Heer weet van de rechtvaardiging van de goddeloze net zoveel af als een kip van spruitenplukken afweet, dus niets. En dat blijkt hier opnieuw, aangezien De Heer zijn gesuggereerde ‘geloof in God, hoop op God en de liefde tot God' isoleert van de zaligmakende geloofskennis en de vergeving der zonden in en door Christus, terwijl elk kind van God Christus door het geloof kent en door Hem gekend is. JMDdH leert in navolging van het toenmalige en huidige Sanhedrin dat God een enig God is en hij doet wel, want de duivelen geloven het ook, en zij sidderen! De vraag aan Christus van de blinde in het zand liggende Saulus: "Wat wilt Gij dat ik doen zal?" is nog geen wedergeboorte, aangezien Christus in het uur van de wedergeboorte de blinden het gezicht geeft, terwijl Saulus geestelijk blind gebleven is, totdat hij als een goddeloze door God gerechtvaardigd is geworden in de Straat genaamd de Rechte (Hand. 9:18 - 22:16). Ezau, die de plaats des berouws met tranen zocht, maar die niet vond, zou door toverdokters als De Heer zaliggesproken worden. Wat ik hier schrijf tegen JMDdH is geen 'spelen op de persoon', zoals dikwijls door meneer de RD-acteur ziekelijk wordt gesuggereerd, maar gedaan in dezelfde Geest waardoor de apostel Petrus Simon de tovenaar bestrafte en het oordeel aanzegde. "Uw ketterijen zijn met u ten verderve, meneer De Heer!"
JMDdH: Het geloof is rechtvaardigend van aard door de gerechtigheid van Christus waar het geloof in rust. Maar betekent dit dat in elke daad van het zaligmakende geloof ook de zekerheid van de rechtvaardigmaking ligt? De Westminster Confessie schrijft hier Bijbels en tegelijkertijd pastoraal over. Ds. Kort vraagt zich dan af of hierin niet een „vleugje scholastiek" te zien is. Zo komt helaas zijn oude verwijt van scholastiek weer naar voren. Daarmee wordt een vervolggesprek bij voorbaat al op een dood spoor gezet. En dat willen we juist niet.
GPPB.: Het geloof opzich rechtvaardigt niet! Het is God Die de goddelozen rechtvaardigt, waarop de aanneming des geloofs in orde volgt. De Heer spreekt over "elke daad van het zaligmakende geloof", terwijl de wedergeboorte niet met de daad des geloofs begint, maar met de levendmakende en rechtvaardigende daad van Christus als zijnde het Begin van de herschepping Gods, Die de doden levend en zalig spreekt in het uur van de wedergeboorte (Joh. 5:25). De zekerheid des geloofs wordt door JMDdH valselijk gedegradeerd tot het welwezen des geloofs, maar die gekopieerde ketterij wreekt zichzelf, aangezien de dwaze maagden met zulk een halfbakken geloof de deur gesloten vonden. Gods Woord en de bevinding der heiligen leren dat de zekerheid des geloofs behoort tot het wezen des geloofs, omdat het ware geloof een gave Gods is in een volkómen Zaligmaker, alle helse bestrijdingen en aanvechtingen ten spijt! De religie van het halfverloste christendom is de religie van JMDdH en consorten, wat ook blijkt uit zijn schijnheilig beroep op de Westminster Confessie, aangezien hypocrieten als JMDdH zich nooit op Gods Woord beroepen, maar altijd op hetgeen menselijk is en op hetgeen het niet is. Het "vleugje scholastiek" waarvan ds. Kort rept volgens JMDdH, betreft geen vleugje, maar een verstikkende wolkenmassa van afgrijselijke ketterijen, omdat de onbijbels ingevoerde scholastiek tijdens de Nadere Reformatie het tegenovergestelde is van de bijbelse geloofsleer en het waarzaligmakende geloof. Het ware geloof is volstrekt onlogisch en gaat dwars tegen de menselijke ratio in, en is derhalve niet te verstaan door scholastieke gifmengers zoals JMDdH. Meneer JMDdH wenst tenslotte een vervolggesprek, alsof het ware geloof zich laat vangen door de hutspot-gesprekken van scholastieke ketters.
JMDdH: Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat we scherpe tegenstellingen die ds. Kort maakt op een Bijbels verantwoorde wijze kunnen bespreken en ook overbruggen. Dat vraagt wel een nauwkeurig luisteren en lezen, een onbevooroordeeld overwegen wat de ander bedoelt, en dat alles bedelend om het licht van de Heilige Geest. Het zou me in elk geval veel waard zijn.
GPPB.: Houdt uw prive-geloof en uw overtuigings-jargon gevoeglijk voor uzelf, meneer De Heer, aangezien het "overbruggen" van dwalingen het duivelse werk van valse leraars is, zoals JMDdH dat duidelijk is. Heel die gewichtigdoenerij van JMDdH is niets anders dan ingekankerde lariekoek van een rationele toverdokter die nog niet eens de klok heeft horen luiden, laat staan dat hij weet waar de klepel hangt. Het bedelen om het licht van de Heilige Geest, zoals JMDdH suggereert, is slechts schijn, ergo, het is spotten en vloeken, omdat toverdokters als JMDdH gans niet verlegen zitten om het licht des Geestes, aangezien het licht des Heiligen Geestes het kunstlicht van JMDdH en al het tegenwoordige kerklicht verbrandt. Het kerklicht is allang uit, aangezien zelfs de wereld kan zien dat het "licht" binnen alle bestaande refokerken erger is dan de Egyptische duisternis.
(Zie ook volgende blokken).
|
|