|
|
GETUIGENISBRIEF VAN BROEDER JURIE AAN VERSTOMDE REFO-DOMINEES
| |
|
|
Geliefde broeder Piet,
Bij deze mail ik u mijn brief aan ds. W. Roos, die ik ook in aangepaste vorm van stad naar stad aan andere dominees geschreven heb, maar het ging zoals het geschreven staat: "Zo gingen de lopers door, van stad tot stad, door het land van Efraïm en Manasse, tot Zebulon toe; doch zij belachten hen, en bespotten hen", 2 Kron. 30:10.
De dominees die ik aangeschreven heb in het geloof, beantwoorden helemaal niet, of zij beantwoorden mijn brieven met wedervragen en gaan totaal niet op de inhoud van mijn schrijven in. Die wedervragen die ze stellen zijn voor mij antwoorden geworden, waarvan de Heere Jezus tot dezulken zegt: "Indien Ik het u zeg, gij zult het niet geloven, en indien Ik ook vraag, gij zult Mij niet antwoorden of loslaten", Luk. 22:67-68.
De één noem je ‘een krankzinnige duivel' de ander zwijgt vromelijk, en van nog een ander krijg je een farizeese judaskus. Maar deze allen kunnen het weten en weten het ook wat ze doen, zoals Judas wist wat hij deed toen hij Christus verried, doch wee die mens. Willen ze mijn leven in Christus kennen, dan lezen ze Psalm 38 maar!
Het belijdende refodom is ongeneeslijk verhard geworden in onze dagen, zoals in Jeremia 8:5-6 geschreven staat: "Waarom keert dan dit volk te Jeruzalem af met een altoosdurende afkering? Zij houden vast aan bedrog, zij weigeren weder te keren. Ik heb geluisterd en toegehoord, zij spreken dat niet recht is, er is niemand, die berouw heeft over zijn boosheid, zeggende: Wat heb ik gedaan? Een ieder keert zich om in zijn loop, gelijk een onbesuisd paard in den strijd."
Christus buiten de legerplaats is nog steeds veracht, zo-ook Zijn volk. Wij zien niet wat er boven ons groeit, maar hoe langer het onkruid in het veld staat, hoe dieper we in de Wortel Davids geworteld worden, des te vaster we mogen staan in de leer van Christus. Stormen gaan er overheen, veel droogte, vervolging, zielepijnen, barensweeën, laster en leed moeten we lijden, maar door dit alles wordt onze vrucht uit Hem gevonden (Hos. 14:9), want eeuwig bloeit de gloriekroon, op ‘t Hoofd van Davids grote Zoon!
Groet al de uwen! Ik dank God, uwer altijd gedachtig zijnde in mijn gebeden. Hem alleen zij alle eer!
Jurie
NB. Hier volgt mijn brief aan ds. W. Roos, vervolgens zijn reactie en mijn 2e brief aan hem.
------------------------------------------
Aan ds. W. Roos,
Ik val maar met de deur in huis. Voor het Levende Kind is geen plaats in de gevestigde kerk, daar kom je wel achter als de Heere je buiten de kerk bekeert, en als je dan een blik bij God vandaan achter de kerkdeuren krijgt, dan zie je pas goed wat voor gruwelen er in de kerken gaande zijn, daar is de wereld nog vroom bij. Als Christus je Zaligmaker is, kun je niet meer mee dansen met de wereld, maar met die janboel dat kerk heet kan ik absoluut geen lid zijn, want anders moet ik Christus dagelijks verloochen, en dat kan ik niet.
Sta ik er dan boven? Nee, maar in de kerken worden de mensen verleid en zielen bedrogen en wat erger is, God onteerd, omdat de bannen niet worden verdelgd, sodomie wordt gekerstend, verboden huwelijken ingezegend, in de huidige prediking klinkt geen bijbelse separatie, de valse leringen woekeren voort, de valse leraars zitten in het voorgestoelte van de synagogen en de politieke godslasteraars worden gedoogd en de kerkelijke pilatussen over de gehele breedte van de refo-linie, wassen hun handen in onschuld.
Er wordt alom beleden: 'Ik geloof in 1 heilige, algemene, Christelijke Kerk', maar iedere kerk heeft zijn eigen leer, ze tolereren elkaar zogenaamd (valse vrede), omdat ze de eer van elkander aannemen. Alleen als je meeveinst kun je in de kerken verkeren, terwijl de bannen tot de hemel toe opgestapeld liggen. Gods volk dat nog in de kerken verkeert, durft niets meer te zeggen, soms gaat er een heel klein vingertje omhoog, maar tot dezulken klinkt het: "Gij hebt nog tot den bloede toe niet tegengestaan, strijdende tegen de zonde", Hebr. 12:4.
Kinderen regeren de ouders, vele ouders en dominees(!) stijven hun kinderen in de zonde, de kerkjeugd leeft zich via de kerkelijke jeugdclubs uit met kerkelijke(!) seks-drugs-rock-en-roll-entertainment, het RD-refoweb is een lastergal-riool jegens het levende Kind, dat zijn weerga niet kent, en ga zo maar door. Het is in onze dagen veel erger gesteld dan in de dagen van Eli, want die man viel met zijn grove nalatigheid uiteindelijk nog aan Gods kant (1 Sam. 3:18).
De vloek ligt op alle huidige refo-kerken en dat is hoorbaar, zichtbaar en tastbaar: "Ziet, de HEERE maakt het land ledig, en Hij maakt het woest; en Hij keert deszelfs gestaltenis om, en Hij verstrooit zijn inwoners. En gelijk het volk, alzo zal de priester wezen; gelijk de knecht, alzo zijn heer; gelijk de dienstmaagd, alzo haar vrouw; gelijk de koper, alzo de verkoper; gelijk de lener, alzo de ontlener; gelijk de woekeraar, alzo die, van welken hij woeker ontvangt. Dat land zal ganselijk ledig gemaakt worden, en het zal ganselijk beroofd worden; want de HEERE heeft dit woord gesproken. Het land treurt, het verwelkt; het aardrijk kweelt, het verwelkt; de hoogsten van het volk des lands kwelen. Want het land is bevlekt vanwege zijn inwoners; want zij overtreden de wetten, zij veranderen de inzettingen, zij vernietigen het eeuwig verbond. Daarom verteert de vloek het land, en die daarin wonen, zullen verwoest worden; daarom zullen de inwoners des lands verbrand worden, en er zullen weinig mensen overblijven", Jes. 24:1-6.
De vrijmaakplicht wordt refo-breed verzaakt en het stof wordt niet meer van de voeten geschud, hun tot een getuigenis, nee, het is alles geveins, heulen en verraad van de bovenste plank.
Hieronder plak ik in mijn brief een uit mijn hart gegrepen artikel van mijn broeder Burggraaf, die de Heere Zelf als met mijn ziel verbonden heeft in Christus door het geloof. (Zie volgende blok).
--------------------------------------------
Reactie van ds. W. Roos: Jurie, Goed dat je je zorg hebt doen blijken via de door jou opgestelde brief, daar ook ik die zorg deel. Wil je er eens op doorpraten je bent welkom. Wees de Heere bevolen,
W. Roos.
---------------------------------------------
Dominee Roos, Als u deze zorg deelt, hoe kunt u dan in deze sodomitische kerken blijven zitten. Ik val maar met de deur in huis, maar de genade leert dat we geen twee heren kunnen dienen. De refokerken zijn bodemloze afhoererende sodomitische beerputten geworden. Als u nu publiek zwijgt over de huidige afval, dan stemt u toe! God heeft Zijn planting uitgerukt, maar de mens bouwt het zijne weer op. Zelfs homo's worden ten dis toegelaten, zelfs dominee's kunnen homo's zijn, ook in u kerk, onder het motto ‘celibataire homo's', terwijl het een verzinsel van de duivel is. Wat zal de volgende kerkgruwel zijn? Vacuum verpakte pedofielen? Ja, dat wordt het volgende verzinsel en de gruwelen worden nog erger. God heeft het overgegeven, het oordeel is onafwendbaar, de leidsels liggen erop, net als bij farao en zijn leger richting de rode zee. Gods Woord wordt verdraaid, verbasterd, geloochend; de waarheid in ongerechtigheid ten onder gehouden, meeste stemmen gelden, baäl-politiek bedrijven (SGP), Gods Woord wordt niet meer verstaan, krant wordt geloofd (deformatorisch pulpblad) waarin alles verdraaid en verduisterd wordt. En zulke riolen zijn des kerkmensen tegenwoordige raadsheren. Zondags doen de dominees er nog een schepje bovenop, maar een verbasterde leer is een valse leer. De volle raad Gods niet verkondigen is een leugenprediking. Het is alles vleesstrelende godsdienst geworden, waarbij de oude mens een bekeringssticker wordt opgeplakt, terwijl Gods volk een nieuw schepsel in Christus is en uit een volkomen Zaligmaker leeft, Die gekomen is om te dienen en Zijn leven gegeven heeft tot een Rantsoen voor verloren zondaren. Gods volk heeft van zichzelf maar 1 weg en dat is van God af, doch Hij is de Getrouwe voor een ontrouw volk, dat om Zijnentwil Zijn lof zelfs in de nacht mag zingen.
De grote afval in het laatste der dagen is reeds begonnen en ons in Gods Woord voorzegd: "Alsdan, zo iemand tot ulieden zal zeggen: Ziet, hier is de Christus, of daar, gelooft het niet. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan, en zullen grote tekenen en wonderheden doen, alzo dat zij (indien het mogelijk ware) ook de uitverkorenen zouden verleiden. Ziet, Ik heb [het] u voorzegd!" Matth. 24:23-25. Als het volk niet wordt onderwezen en niet gewaarschuwd wordt wie de valse leraren zijn, ja, dan zie je wat er gebeurd, terwijl Gods Woord zo'n heerlijk- en eerlijkmakend Woord is, waarin de valse leraren en lasteraars bij man en paard genoemd en ontmaskerd worden, Achitofel, Simon de toveraar, Demas, Hymeneus en Alexander, enz. Gods Woord is zo eerlijk, met name, als de Heere ons persoonlijk gaat aanwijzen: ‘Gij zijt die man!' Dan is het over en uit met de oude godevijandige mens onder de Wet! (Gal. 2:19).
De tucht is uit de kerken verdwenen, terwijl dat zo'n eerlijk en door God gegeven middel is, omwille van de ere Gods, het Goddelijke gezag van de leer van Christus en de heiligheid van de gemeente van Christus; het is ook geboden. Waar geen tucht is, daar is geen Kerk! De leiders zijn verleiders geworden, en het gros schapen hollen achter deze verleiders -die daar zeggen en niet doen- aan, als vetgemeste schapen ter slachting voor de dag des oordeels.
Dikwijls vraag ik mij af, waarom de valse leraren niet meer ontmaskerd worden in de huidige prediking, afgezien van het feit dat dezulken ertoe gezet zijn, want ketters en ketterijen moeten er zijn, maar de kansels zijn gevuld met huurlingen en de bestraffende man die er nog is, wordt refo-breed gehaat en gelasterd (Amos 5:10), terwijl de zogenaamd rechtzinnige dominees voor stomme honden spelen; ze hebben blijkbaar nog van alles te verliezen, omdat ze geen Goddelijke roeping hebben en in ieder geval geen (tweede) bekering kennen, maar toen Petrus de tweede keer verloren ging (Luk. 22:62 - tweede bekering - Luk. 22:32), kon hij pas de broeders versterken en de schapen weiden en omdat Simon Petrus toen niet meer leefde, maar Christus in hem, begon hij op de Pinksterdag van zich af te wijzen: "Gij Joodse mannen...., Dien gij gekruisigd hebt....!"
Gods ware knechten zijn geroepen de volle Raad Gods te verkondigen, zoals alle profeten en apostelen gedaan hebben, waaronder de getrouwe Micha: "Maar waarlijk, ik ben vol krachts van den Geest des HEEREN; en vol van gericht en dapperheid, om Jakob te verkondigen zijn overtreding, en Israël zijn zonde. Hoort nu dit, gij hoofden van het huis Jakobs, en gij oversten van het huis Israëls! die van het gericht een gruwel hebt, en al wat recht is verkeert; bouwende Sion met bloed, en Jeruzalem met onrecht. Haar hoofden rechten om geschenken, en haar priesters leren om loon, en haar profeten waarzeggen om geld; nog steunen zij op den HEERE, zeggende: Is de HEERE niet in het midden van ons? Ons zal geen kwaad overkomen. Daarom, om uwentwil, zal Sion als een akker geploegd worden, en Jeruzalem zal tot steenhopen worden, en de berg dezes huizes tot hoogten eens wouds", Micha 3:8-12.
De spotters zitten tegenwoordig in het voorgestoelte der synagogen, allemaal rijke jongelingen en oudste zonen en een ieder leert het zijne. Christus wordt half gepreekt, wel als het Lam, maar nooit als de Leeuw uit Juda's stam, nl. de tempelreinigende Jezus, Die door de ijver van Gods huis verteerde en voor de rechten en de eer van Zijn Vader pal stond als een Rots in de branding.
"Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters", Ps. 1:1, maar nu kunnen ze al die spotters ongecensuurd tolereren en met de goddeloze (SGP) wandelen, maar de Heere heeft altijd Zijn 1-mans-getuigen om tegen de gevestigde afvallige (wan)orde te getuigen in ‘s Heeren Naam.
De huidige dominees preken hoe het volk het wil horen: "En gelijk het volk, alzo zal de priester wezen; gelijk de knecht, alzo zijn heer; gelijk de dienstmaagd, alzo haar vrouw; gelijk de koper, alzo de verkoper; gelijk de lener, alzo de ontlener; gelijk de woekeraar, alzo die, van welken hij woeker ontvangt", Jes. 24:2.
Dat God zeer vertoornd is over de huidige afval van gedoopte belijders, wordt niet meer gepreekt; het volk wordt slapende gehouden. "Ontzet u hierover, gij hemelen, en zijt verschrikt, wordt zeer woest, spreekt de HEERE. Want Mijn volk heeft twee boosheden gedaan; Mij, den Springader des levenden waters, hebben zij verlaten, om zichzelven bakken uit te houwen, gebroken bakken, die geen water houden", Jer. 2:13. Daar ligt de oorzaak, ZE HEBBEN MIJ VERLATEN en de gebroken bakken en witgepleisterde graven zijn de huidige refo-kerken. God heeft Zijn Geest eruit weggenomen, maar er is geen dominee die het erkent en ermee publiek in de schuld komt voor God. Christus is het Begin van de schepping, maar ook het Begin van de herschepping, Christus is in ALLES de Eerste, want Hij zegt: "zonder Mij kunt gij niets doen."
Maar ook u, dominee Roos, leert dat de wedergeboorte begint met het stuk der ellende. Waar haalt u die drogreden vandaan? Niet uit Gods Woord, want de Wet is niet uit het geloof (Gal. 3:12). Gods Woord leert dat als de Heilige Geest de zondaar overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel, Hij dat doet, omdat zij NIET in Christus geloven, gelijk geschreven staat: "En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel: van zonde, omdat zij in Mij NIET geloven", Joh. 16:8-9.
Christus openbaart Zich alleen aan de door de wet gedode doden, liggende in hun adamsgraf: "Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt, en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven", Joh. 5:25. En dat leven is Christus, want Hij is de Opstanding en het Leven voor hellevaarders (1 Sam. 2:6).
Dominee, zijt gij een leraar Israëls en weet gij deze dingen niet? Zelfs van de kleinen des geloofs zegt Christus dat zij Hem kennen (Joh. 10:14) en daadwerkelijk in Hem geloven (Matth. 18:6) en een vreemde geenszins zullen volgen (Joh. 10:5). Als u de pas wedergeborenen het daadwerkelijke geloof in Christus ontzegt, bent u een geestelijke aborteur! Het zij u gezegd!
Als het zo zou zijn zoals u -en velen met u- beweren, hoeft Christus niet meer gepredikt te worden, immers, een wedergeborene kan niet meer verloren gaan. Christus hoeft dus volgens deze verderfelijke schijngeboorteleer niet gekend te worden, maar met zulke schijnzwangere belijders zal de hel gevuld zijn. Als Christus als het Begin van de wedergeboorte niet gekend wordt, zullen uw bekeerlingen hun rijke-mans-ogen opslaan in de eeuwige pijn.
Christus is het Begin der schepping en ook het Begin der herschepping Gods: "En Die op den troon zat, zeide: Ziet, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zeide tot mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en getrouw. En Hij sprak tot mij: Het is geschied. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde. Ik zal den dorstige geven uit de fontein van het water des levens voor niet", Openb. 21:5-6. De refo-voorgangers en hun belijders hebben zich bakken uitgehouwen, gebroken bakken die geen water houden, en de priesters stijven het volk onder de wet, om die te doen uit dankbaarheid..., en Christus mag toekijken en tevreden zijn....
Degenen die de wet ter hand nemen, werken alleen maar ongerechtigheid. Als het gebod zich laat gelden, dan barsten de zonden er aan alle kanten uit, want de wet maakt de zonden levend. Het volk Gods dat nog in de kerken zit, is betoverd en de dominee's erbij, nog erger dan de Galaten van weleer. De wet wordt niet meer tot verdoemenis gepreekt, alles wordt gemixt, wet en evangelie, Gods volk een tweemens, half oud en half nieuw, maar Gods Woord leert gans wat anders: "Ik ben door de Wet der Wet gestorven", Gal. 2:19a - "Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden", 2 Kor. 5:17.
Gods ware volk is geen twee-mens, zoals er kerkbreed-rooms geleerd wordt; Gods volk is geen schizofreen mens, maar een nieuw schepsel in Christus. Het wordt niet meer verstaan, omdat men de oude mens massaal door de enge poort smokkelt, terwijl de oude mens niet stervende, maar gestorven is(!), tenmiste, in het leven van Gods ware kinderen, gelijk o.a. geschreven staat in Kolossensen 3:9-10: "Liegt niet tegen elkander, dewijl gij uitgedaan hebt den ouden mens met zijn werken. En aangedaan hebt den nieuwen mens, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld Desgenen, Die hem geschapen heeft."
Jesaja moest van Godswege getuigen: "Toen zeide Hij: Ga henen, en zeg tot dit volk: Horende hoort, maar verstaat niet, en ziende ziet, maar merkt niet. Maak het hart dezes volks vet, en maak hun oren zwaar, en sluit hun ogen, opdat het niet zie met zijn ogen, noch met zijn oren hore, noch met zijn hart versta, noch zich bekere, en Hij het geneze. Toen zeide ik: Hoe lang, Heere? En Hij zeide: Totdat de steden verwoest worden, zodat er geen inwoner zij, en de huizen, dat er geen mens zij, en dat het land met verwoesting verstrooid worden", Jes. 6:9-11.
Jeremia moest van Godswege getuigen: "En Ik zal Mijn oordelen tegen hen uitspreken over al hun boosheid; dat zij Mij verlaten hebben, en anderen goden gerookt, en zich gebogen hebben voor de werken hunner handen. Gij dan, gord uw lendenen, en maakt u op, en spreek tot hen alles, wat Ik u gebieden zal; wees niet verslagen voor hun aangezicht, opdat Ik u voor hun aangezicht niet versla. Want zie, Ik stel u heden tot een vaste stad, en tot een ijzeren pilaar, en tot koperen muren tegen het ganse land; tegen de koningen van Juda, tegen haar vorsten, tegen haar priesteren, en tegen het volk van het land. En zij zullen tegen u strijden, maar tegen u niet vermogen; want Ik ben met u, spreekt de HEERE, om u uit te helpen", Jer. 1:16-19.
"Daarom zegt de HEERE alzo: Zo gij zult wederkeren, zo zal Ik u doen wederkeren; gij zult voor Mijn aangezicht staan; en zo gij het kostelijke van het snode uittrekt, zult gij als Mijn mond zijn; laat hen tot u wederkeren, maar gij zult tot hen niet wederkeren. Want Ik heb u tegen dit volk gesteld tot een koperen vasten muur; zij zullen wel tegen u strijden, maar u niet overmogen; want Ik ben met u, om u te behouden en om u uit te rukken, spreekt de HEERE. Ja, Ik zal u rukken uit de hand der bozen, en Ik zal u verlossen uit de handpalm der tirannen", Jer. 15:19-21.
Ezechiël moest van Godswege getuigen: "Mensenkind, profeteer tegen de profeten Israëls, die profeteren, en zeg tot degenen, die uit hun hart profeteren: Hoort des HEEREN Woord. Zo zegt de Heere HEERE: Wee over die dwaze profeten, die hun geest nawandelen, en hetgeen zij niet gezien hebben! Uw profeten, o Israël, zijn als vossen in de woeste plaatsen. Gij zijt in de bressen niet opgetreden, noch hebt den muur toegemuurd voor het huis Israëls, om in den strijd te staan, ten dage des HEEREN. Zij zien ijdelheid en leugenachtige voorzegging, die daar zeggen: De HEERE heeft gesproken, daar de HEERE hen niet gezonden heeft; en zij geven hope van het woord te zullen bevestigen. Ziet gij niet een ijdel gezicht, en spreekt een leugenachtige voorzegging, als gij zegt: De HEERE spreekt, daar Ik niet gesproken heb?" Ezech. 13:2-7.
De huidige wachters blazen de bazuin niet meer, er komt hooguit een piepend geluid uit, maar het geluid is zo onzuiver, dat het slapende volk het niet eens meer hoort, er wordt over schuld gesproken, maar ware schuld werkt ook wat uit, namelijk vrijwillige strafaanvaarding. De gebeden van Nehemia en Ezra voor land en volk worden eenzijdig tot het volk gepreekt, maar de tuchtmaatregelen van Nehemia en Ezra worden doodgezwegen! Ze kunnen allemaal met de schuld leven, dat is voor velen het leven geworden, terwijl het de dood in de pot is. De mens wil niet wezen wie hij of zij voor God is, verdoemelijk, helwaardig, een Godonterend monster, hoe mooi het allemaal ook klinkt, meer zijn we niet! Als Christus Zijn volk niet thuis brengt, zouden ze ten laatste nog de hel inkruipen.
Hier laat ik het bij op moment, dat de Heere het zegene, Hem alleen zij alle eer!
Jurie
------------------------------------------------ Jurie, Een vraag: probeer eens weer te geven hoe je relatie met de Heere is en hoe die is ontstaan?
Je antwoord verwachtend,
W. Roos.
------------------------------------------------ Ds. W. Roos,
Ik, Jurie van den Berg, die op paasvrijdagmorgen 1995 (on)geloofsbelijdenis heeft afgelegd in Doornspijk, beken, dat die aflegging voor mij grote schuld geworden is. Onbekeerd belijdenis te hebben gedaan, terwijl u mij de belijdenis-tekst meegaf uit Joh. 6:37: "Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen." Die zaak heb ik Gode zij dank mogen verstaan door vrije genade. ‘k Had alles verbeurd en verzondigd en er was geen weg meer terug, alles gesloten, de dood voor ogen. In de hel van mijn bestaan de straf moeten billijken; gered in het oordeel, want daar is Christus mij verschenen van onder eeuwige Gods-armen en heeft Zijn armen onder mijn hel door geschoven. Het heeft Gode beliefd Zijn Zoon in mij te openbaren: "Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen", 1 Pet. 3:18. Dominee ik kan u niet bezoeken, ik woon in Australië, u bent tot nog toe de enigste die reageert, wat voor mij een wonder is, want ik had u eerst niet willen schrijven. Mij zult u wel niet meer herinneren, doet er ook niet toe, maar voor mij was u destijds naar Urk gekomen, om over belijdenis des geloofs te spreken, maar ik had die ongeloofsbelijdenis nooit mogen afleggen, omdat ik toen geen waar geloof had. Ik heb intussen wel geleerd wat God op het hoogst misdaan betekent, want ik heb me uitgeleefd in de wereld; God kwam me tegen. ‘k Wou vluchten, maar ‘kon nergens heen, zodat mijn dood voorhanden scheen, daar alle hoop mij gans ontviel, daar niemand zorgde voor mijn ziel! In die weg van omkomen en verloren gaan is de Heere mij verschenen van verre tijden en plaatsen, ik dank God door Jezus Christus onzen Heere!
Dominee, uw vraag is voor mij een antwoord geworden, zo een wedervraag? Over het geschrevene zegt u niets; ik vraag u, is het waarheid of niet?
Jurie
-----------------------------------------------------
NB. Voor de lasteraars die van dit soort inzendingen beweren dat GPPB. die zelf geschreven heeft: Alle ingezonden brieven van ware broeders -ook deze brief- worden gecorrigeerd en waar nodig aangevuld, door GPPB. (zoals ook Philpot het boek van zijn broeder, John Warburton, -Weldadigheden van een Verbonds-God-, gecorrigeerd heeft).
|
|
|
|
|
|