UPDATE: VRAGEN OVER 'WEERLEGGING/KINDERDOOP' VAN DOPERSE OVERBEEK

KLIK OP DEZE LINK TER INZAGE VOLLEDIG PDF-DOCUMENT

VRAGEN OVER WEERLEGGING KINDERDOOP VAN DE DOPERS GEWORDEN HEER OVERBEEK UIT HET WEDERDOPERS TRIO JANSEN-KLEEN-OVERBEEK  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier VRAGEN OVER "WEERLEGGING KINDERDOOP" VAN DE DOPERS GEWORDEN HEER OVERBEEK UIT HET WEDERDOPERS TRIO JANSEN-KLEEN-OVERBEEK

Inzender: Na uw weerlegging te hebben gelezen omtrent de kinderdoop-ontkenning van het wederdoperse trio Jansen-Kleen-Overbeek, heb ik ook de volledige weerlegging van dhr. Overbeek gelezen die hij tegen de kinderdoop-artikelen in het OGG-kerkblad van ds. A. Kort geschreven heeft.

Mijn eerste vraag gaat over een uitspraak van dhr. Overbeek in zijn tweede weerlegging jegens het tweede kinderdoop-artikel van ds. A. Kort. Overbeek begint zijn 2e weerlegging met de volgende uitspraak: "Liever zouden we maar stoppen, want misvattingen en dwalingen weerleggen is een zeer droevig en ondankbaar werk."

Voor mij is duidelijk dat Overbeek door deze uitspraak niet door het geloof schrijft, want het ware geloof doet alles ter ere Gods (1 Kor. 10:31).

Vraag: Uw opvatting hierover?

Tweede vraag gaat over het feit dat Overbeek beweert dat de kinderdoop pas in de vierde eeuw van kracht werd, terwijl Gods Woord duidelijk leert dat de kinderdoop al geschiedde in de apostolische tijd.

Vraag: Kunt u de bewering van Overbeek bijbels-historisch weerleggen?

-------------------------------------------------

Inzender: Ik heb nog een derde vraag. Overbeek beperkt het verbond met Abraham tot het volk der Joden, maar daarmee leert hij drie verbonden, terwijl hij dat juist de kinderdoop-belijders verwijt. Uw reactie hierop? Bijvoorbaat dank.

mvg. J den T.

-------------------------------------------------

Geachte inzender,

Ten aanzien van uw eerste vraag over een uitspraak van dhr. Overbeek kunnen we kort zijn.

1. Aan het PUBLIEK weerleggen van de dwalingen moet een Goddelijke roeping ten grondslag liggen, anders geschiedt het ook niet door het geloof. Dat hebt u jegens Overbeek juist opgemerkt.

2. Overbeek blijkt duidelijk geen Goddelijke roeping te hebben om publiek te ageren, aangezien geen enkele geroepen knecht van God zijn roeping begint met een dispuut over de kinderdoop. Bovendien is alles wat Overbeek erbij sleept in zijn zogenaamde weerlegging een vervalsing van de reikwijdte van Gods verbond en niets dan dopers en on-theologisch gezwam in de ruimte. We hadden al gezegd dat ds. A. Kort de kinderdoop uit Gods Woord had moeten bewijzen en niet uit de kanttekeningen, want dat maakt zijn kinderdoop-betoog ongeldig. Ds. A. Kort is absoluut geen bijbels theoloog te noemen, aangezien hij ook in zijn boeken een scala aan oudvaders in stelling brengt, omdat hij zelf niets te vertellen heeft, terwijl oudvaders opvoeren wel een kerkhistorisch, maar geen bijbels bewijs kan zijn, omdat Gods Woord alleen het einde is van alle tegenspraak. Vriend Kort blijkt ook een pilatus-dominee te zijn als de ere Gods en de kroonrechten van Christus publiek in het geding zijn, en als de censuur toegepast moet worden op allerhande binnenkerkelijke (sodomitische) ongerechtigheid, is meneer niet thuis, maar dat geldt alle ambtelijke stomme refo-honden (Jes. 56:10).

3. Het wederdoperse trio is haar eigen doperse doopvisie ontrouw, aangezien geen van hen zich tot heden liet overdopen, terwijl zij het anderen opleggen.

4. Als het weerleggen van de dwalingen geschiedt op grond van een roeping en door het geloof, is er juist sprake van het tegenovergestelde van hetgeen Overbeek aan weerzin aan de dag legt jegens het weerleggen van de dwalingen, krachtens zijn door u geciteerde uitspraak. Het tegenovergestelde van hetgeen Overbeek aan weerzin laat blijken, kunnen we o.a. lezen bij de profeet Micha, die zich vol van de kracht des Heiligen Geestes vervuld weet en uitroept: "Maar waarlijk, ik ben vol krachts van den Geest des HEEREN; en vol van gericht en dapperheid, om Jakob te verkondigen zijn overtreding, en Israel zijn zonde", Micha 3:8.

5. Voor het weerleggen van de dwalingen is dus de Geest des geloofs nodig hetgeen Overbeek uitdrukkelijk ontkent, omdat hij het een "droevig en ondankbaar werk" vindt. Ten aanzien van Overbeek zelf klopt het wel wat hij zegt, omdat hij het niet doet door het geloof, maar met de weerzin des ongeloofs, wat hij ook duidelijk laat blijken. Hij geeft "de strijd" dan ook vroegtijdig op om er geen "strijdperk" van te maken, maar alleen "duidelijkheid" wilde scheppen omtrent het leerstuk van de doop, terwijl zijn betoog niets anders dan verwarde hutspot is. Hij brengt bijv. een door hem gecreeerde "grootheid" naar voren door een handvol baptisten in stelling te brengen om de verwerping van de kinderdoop "te bewijzen." Dat betekent dus in zijn optiek dat de honderden kerkvaders, reformatoren en oudvaders die de kinderdoop bijbels verstonden en bedienden in zijn ogen "de minderheid" zijn...

6. Het trio wederdopers is niet alleen zwanger van wetticisme, maar ook halfslachtig, aangezien hun verwerping van de kinderdoop ook betekent dat zij de oudtestamentische besnijdenis van 8-daagse jongetjes subtiel verwerpen, maar daar wagen zij zich niet aan. Dat de besnijdenis nu geen betekenis meer heeft, betekent niet dat de besnijdenis in het OT geen Goddelijke geldigheid had, want dat geschiedde -net als de (kinder)doop- op Gods bevel. Het verbond met Abraham en zijn Zaad geldt niet alleen de bekeerde Joden, maar strekt zich uit tot alle geslachten des aardbodems, namelijk in Christus. Dus ook de bekeerde heidenen en hun zaad zijn in het verbond begrepen, te weten in in- of uitwendige zin.

7. Ik zie het trio doperse fantasten al voor de rechterstoel van Christus een conflict met Christus aangaan, door te beweren dat Zijn zegenende handen op de hoofden der kinderen ondergeschikt zijn aan de waterdoop. Dat zal voor dezulken de hel in de hel uitmaken. Al die door Christus gezegende en met de Heilige Geest gedoopte kinderen zullen dus opstaan in het oordeel om die wederdopers te veroordelen. Er zijn duizenden ongeboren babies in de hemel die in de moederschoot wedergeboren en daarin gestorven zijn, die nimmer de waterdoop hebben ondergaan. Van die ongeboren-wedergeboren babies hebben wij er zelf twee van, die de Heere ge-eigend heeft, en daarvan gaf de Heere Zelf getuigenis door Woord en Geest. Markus 16:16 -een tekst die het doperse trio ook vervalst- ziet derhalve niet op de waterdoop, maar op de doop met de Heilige Geest en die geestelijke doop ontvangen ook de ongeboren-wedergeboren babies in de moederschoot.

Als ik op uw tweede vraag een "bijbels historisch" (moet zijn: kerkhistorisch) antwoord moet geven, ben ik vandeweek nog niet klaar, want dan moet ik vanaf de tijd der apostelen, de eindeloze rij kerkvaders, reformatoren en oudvaders laten passeren, die de kinderdoop hebben geleerd en gepraktiseerd. Als ik zo vrij mag zijn om u een kerkhistorisch overzicht aan te bieden over de praktijk van de kinderdoop al vanaf de eerste Christengemeente, kunnen we die, wat betreft ten tijde van de eerste Christengemeente, uit Gods Woord bewijzen, hetgeen we reeds hebben gedaan. Voor het kerkhistorisch bewijs verwijs ik u gaarne naar de samenspraak tussen "Oom en Neef" van de hand van dr. H.F. Kohlbrugge, waarin hij de praktijk van de kinderdoop vanaf de tijd van de eerste Christengemeente kerkhistorisch bewijst en ook het doopformulier toelicht. (KLIK OP AFBEELDING)

Uw derde vraag is in het bovenstaande al enigszins beantwoord, maar we zullen het nog nader uit Gods Woord bewijzen, namelijk, dat in het verbond met Abraham ook de heidenen zijn ingelijfd, aangezien Gods Woord daar zo helder over spreekt. Degenen die Gods verbond met Abraham beperken tot het volk der Joden plegen geestelijke zelfmoord en doen de Schrift geweld aan, aangezien de belofte van het verbond met Abraham luidt: "En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God, en uw zaad na u", Gen. 17:7.
Die verbondsbelofte is aan Izak vermaakt en ook aan Jakob te Bethel, zeggende: "En uw zaad zal wezen als het stof der aarde, en gij zult uitbreken in menigte, westwaarts en oostwaarts, en noordwaarts en zuidwaarts; en in u, en in uw zaad zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden", Gen. 28:14.

De belofte des verbonds zegt duidelijk dat het verbond met Abraham zich uitstrekt tot alle geslachten des aardbodems, en om die reden wordt Abraham een vader van een menigte der volken genoemd, gelijk geschreven is: "Mij aangaande, zie, Mijn verbond is met u; en gij zult tot een vader van menigte der volken worden! En uw naam zal niet meer genoemd worden Abram; maar uw naam zal wezen Abraham; want Ik heb u gesteld tot een vader van menigte der volken", Gen. 17:4-5.

De belofte des verbonds aan Abraham spreekt duidelijk over het Zaad, hetwelk niet slaat op de Joden, maar op Christus, gelijk geschreven is: "Nu zo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen; maar als van een: En uw zade; hetwelk is Christus", Gal. 3:16.

Verder valt uit de Schrift te bewijzen dat de heidenen die tot het geloof in Christus gekomen zijn, in het verbond met Abraham zijn ingelijfd, daarvan spreekt Paulus duidelijk in Galaten 3, met name in Galaten 3:14: "Opdat de zegening van Abraham tot de heidenen komen zou in Christus Jezus, en opdat wij de belofte des Geestes verkrijgen zouden door het geloof."
De bekeerde heidenen zijn tot het geloof in Christus gekomen in een zendingssituatie en dat begint altijd met de volwassendoop, waarop de kinderdoop van de geheiligde kinderen der bekeerde heidenen volgt, want dat blijkt o.a. uit in Korinthe 7:14: "Want de ongelovige man is geheiligd door de vrouw, en de ongelovige vrouw is geheiligd door den man; want anders waren uw kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig."

Het wederdoperse trio vereenzelvigt een zendingssituatie met een verbondssituatie, terwijl de heidenen uitsluitend tot het geloof komen in een zendingssituatie, zoals we o.a. bij de Moorman zien waarop hij de volwassendoop ontvangt. Zodra heidenen tot het geloof in Christus komen en als volwassenen gedoopt zijn, bevinden hun kinderen zich vanaf dat moment in een verbondssituatie en behoren ook gedoopt te worden, als zijnde geheiligde verbondskinderen. De apostelen doopten hele huisgezinnen, zowel de ouders als hun kinderen, zoals we o.a. duidelijk lezen van het huisgezin van Lydia (Hand. 16:15), van het huisgezin van Stefanus (1 Kor. 1:16), van het huisgezin van de stokbewaarder (Hand. 16:33).

Christus heeft de middelmuur des afscheidsels gebroken en om die reden zijn de heidenen in het verbond Gods met Abraham ingelijfd, gelijk geschreven is: "Daarom gedenkt, dat gij, die eertijds heidenen waart in het vlees, en die voorhuid genaamd werd van degenen, die genaamd zijn besnijdenis in het vlees, die met handen geschiedt; dat gij in dien tijd waart zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israels, en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld. Maar nu in Christus Jezus, zijt gij, die eertijds verre waart, nabij geworden door het bloed van Christus. Want Hij is onze vrede, Die deze beiden een gemaakt heeft, en den middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende, heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees te niet gemaakt, namelijk de wet der geboden in inzettingen bestaande; opdat Hij die twee in Zichzelven tot een nieuwen mens zou scheppen, vrede makende; En opdat Hij die beiden met God in een lichaam zou verzoenen door het kruis, de vijandschap aan hetzelve gedood hebbende", Ef. 2:11-16.

Het is zwakzinnig-biblicistisch te denken dat huisgezinnen zonder kinderen zijn, netzomin de mannelijke geslachten die in Gods Woord vermeld staan, zonder vrouwen en kinderen zijn geweest. Bovendien achtte Johannes de Doper zijn waterdoop ondergeschikt aan de doop met de Heilige Geest en met vuur door Christus, zeggende: "Ik doop u wel met water tot bekering; maar Die na mij komt, is sterker dan ik, Wiens schoenen ik niet waardig ben Hem na te dragen; Die zal u met den Heiligen Geest en met vuur dopen", Matth. 3:11.

De waterdoop kan in bijzondere omstandigheden gemist worden denk maar aan wedergeboren en gestorven babies in de moederschoot, maar wat ter zaligheid niet gemist kan worden is de doop met de Heilige Geest, want dat zegt Christus Zelf, o.a. in Markus 16:16: "Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden."

Hiermee hebben we ook bewezen dat het wederdoperse trio Jansen-Kleen-Overbeek zelf drie verbonden leren, nl. het werkverbond, het verbond met Abraham en de Joden en het genadeverbond, terwijl zij die zelfverzonnen drieverbondenleer-constructie de kinderdoop-belijders valselijk in de schoenen schuiven.

Hopend uw vragen enigszins naar behoren te hebben beantwoord, verblijven wij met hartelijke groet en zegen,

GPPB. v.d.m.

KLIK OP DE AFBEELDING TER INZAGE SAMENSPRAAK VAN OOM EN NEEF VAN DE HAND VAN DR. KOHLBRUGGE OVER DE PRAKTIJK VAN DE KINDERDOOP AL VANAF DE TIJD DER APOSTELEN.

WEERLEGGING KETTERIJEN VAN WEDERDOPERS TRIO JANSEN-KLEEN-OVERBEEK -INCLUSIEF VRAGEN OVER WEERLEGGING/KINDERDOOP VAN DOPERSE OVERBEEK  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier WEERLEGGING KETTERIJEN VAN WEDERDOPERS TRIO JANSEN-KLEEN-OVERBEEK, INCLUSIEF VRAGEN OVER "WEERLEGGING/KINDERDOOP" VAN DOPERSE OVERBEEK

KLIK OP HET PDF-IKOONTJE TER INZAGE VOLLEDIGE UPDATED WEERLEGGING VAN DE KETTERIJEN VAN HET WEDERDOPERS TRIO JANSEN-KLEEN-OVERBEEK

KLIK OP DEZE LINK TER INZAGE VOLLEDIG WEERLEGGINGS-DOCUMENT