|
|
GOUDSMID DIE AFGODEN MAAKT HEEFT GEEN GODDELIJK BEROEP
| |
|
|
GOUDSMID DIE AFGODEN MAAKT HEEFT GEEN GODDELIJK BEROEP
Inzender: U schreef vorige week over de overvallen juwelier "Alexander de kopersmid" en u schreef dat hij geen goddelijk beroep heeft. Kunt u dat nader uitleggen? Tubal-Kain handelde toch ook in ijzer en koper (Gen. 4:22). "Alexander" voelt zich trouwens nogal aangevallen door diverse "duivelskunstenaars" en hij maakt u uit voor een "goeroe". Nu speelt Kleen ineens de rol van Job.
-----------------------------------------------------
Antwoord: Aangezien het Refodom -in navolging van het refo-deepstate-duo RD/SGP- met dezelfde etalage-geest bevangen is als mevrouw de waarzegster uit Handelingen 16:16-17, maar dan in het aanprijzen van fake-news, ketterijen en valse leraars, wil ik er nog een keer op ingaan, geen strijd hebbende tegen vlees en bloed. God is mijn Getuige.
Afgezien van het feit dat Kleen zich proponeert als zijnde iets bijzonders en een etalagekast aan onbenulligheden vergoddelijkt, heb ik in het voorafgaande artikel al aangetoond dat Kleen geen goddelijk beroep heeft, nl. omdat hij niets dan gouden afgoden verkoopt, o.a. gouden horloges van 10- tot 20.000 euro. Als dat geen afgoden-business is, bestaan er geen afgoden. Ook houdt hij afgods-bijeenkomsten voor goudbeleggers, terwijl Gods Woord duidelijk leert: "Doch die rijk willen worden, vallen in verzoeking, en in den strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerlijkheden, welke de mensen doen verzinken in verderf en ondergang. Want de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad, tot welke sommigen lust hebbende zijn afgedwaald van het geloof, en hebben zichzelven met vele smarten doorstoken", 1 Tim. 6:9-10, en verder: "Vermoei u niet om rijk te worden; sta af van uw vernuft. Zult gij uw ogen laten vliegen op hetgeen niets is? Want het zal zich gewisselijk vleugelen maken gelijk een arend, die naar den hemel vliegt", Spr. 23:4-5.
- Tubal-Kain vervaardigde geen afgoden, maar was een leermeester in het vervaardigen van equipment, met name wapens, gemaakt van ijzer en koper. Door zijn vaardigheid met koper en ijzer, beveiligde hij zijn leven tegen de aanvallen van anderen en verdedigde hij aldus het recht van zelfverdediging. (Van Ronkel).
- Handwerken, kunsten en uitvindingen zijn gaven van de Heilige Geest en komen van God, welke zowel de gelovigen als ongelovigen daarmee begiftigt; wel hem, die alles tot eer van God gebruikt (Lange).
Ik heb een zoon die constructie-werker is, en hij maakt voornamelijk (geautomatiseerde) stalen gates en fencing. Gates hebben een noodzakelijke functie, maar peperdure gouden horloges niet en dat soort glitter behoort duidelijk tot de categorie afgoden.
Hetzelfde zien we bij Demetrius, de zilversmid, die zijn vaardigheden misbruikte in dienst van de duivel, gelijk geschreven staat: "Want een, met name Demetrius, een zilversmid, die kleine zilveren tempelen van Diana maakte, bracht dien van die kunst geen klein gewin toe", Hand. 19:24.
Zoals Kleen -volgens uw inzending- tegen zijn weerleggers ageert, vinden wij ook bij Demetrius de zilversmid (Lees Hand. 19:24-28). Demetrius zag zijn afgods-koopwaar slinken door de prediking van Paulus. Ook Kleen gaat duidelijk op in zijn gouden afgodshandel, daarom heeft hij geen goddelijk beroep en met hetgeen hij uitbraakt jegens zijn weerleggers, spreekt hij zijn eigen oordeel uit en dat is een trend binnen de refo-gelederen, omdat men refobreed niet weet wie God is en om die reden wordt refobreed het werk Gods gelasterd.
Er is echter niets nieuws onder de zon. Een zekere Tertullus (die een voorspraak = Rhetor = advocaat was) maakte Paulus voor de stadhouder uit voor een pest, zeggende: "Want wij hebben dezen man bevonden te zijn een pest, en een, die oproer verwekt onder al de Joden, door de ganse wereld, en een oppersten voorstander van de sekte der Nazarenen", Hand. 24:5.
De valse Joden hebben Christus uitgemaakt voor "de overste der duivelen" (beelzebub = baal-zebub), en dat geschiedt dus ook Zijn huisgenoten, gelijk geschreven is: "Het zij den discipel genoeg, dat hij worde gelijk zijn meester, en de dienstknecht gelijk zijn heer. Indien zij den Heere des huizes Beelzebul hebben geheten, hoeveel te meer Zijn huisgenoten!" Matth. 10:25. Daarvan heeft Kleen geen kennis, ten spijt van zijn vroom-vleselijke pretenties.
Het scheldwoord "goeroe" komt van luther-papegaai, en ex-pottenbakker Hugo van Woerden, en dat heeft collega-papegaai Kleen van hem overgenomen, maar dat is oud nieuws, want Kleen copieert alles van anderen en heeft zelf niets in huis. Wat hij schrijft over zijn blauwgeslagen oog en zijn zere knie, is de overgeestelijkheid ten top, en hij doet net alsof hij een beenmergtransplantatie moet ondergaan. Vervolgens suggereert hij alsof hij weer snel naar het zendingsveld terug wil keren, doordat hij na die overval te kennen geeft direct weer naar zijn goudwinkel wenst te gaan, maar dan is duidelijk Demetrius aan het woord. Bovendien, uitwendige littekenen heeft bijna elk mens wel, en het meest door eigen schuld, hoewel Christus ook uitwendige littekenen had, maar dan borgtochtelijke littekenen en om die reden zijn inwendige littekenen alleen een lijdens-privilege van Gods geroepen getuigen om Christus wil, gelijk geschreven is: "Voorts, niemand doe mij moeite aan; want ik draag de littekenen van den Heere Jezus in mijn lichaam", Gal. 6:17, waarvan akte.
Nogmaals, Kleen weet evenveel van een Goddelijke roeping af als de valse profeet Hananja ervanaf wist, namelijk niks. Hij heeft zich eerst opgeworpen en gedecoreerd als een apoloscheet, maar dat is op een fiasco uitgelopen en daarmee heeft hij Gods Naam doen lasteren en nog, want hij etaleert nog steeds met dezelfde etalagekast als die waarzegster uit Hand. 16:16-17, en zegent rijp en groen in, maar van die kijkdoos was/is de duivel architekt.
Ja, die waarzeggende vrouw sprak hoge taal, en had wellicht een aktetas vol met beloften op zak, allemaal van het bijbelblad gestolen. Zulke geestelijke acteurs kunnen hun rol in een handomdraai veranderen -van Demetrius naar Job- gelijk een kameleon van kleur verandert. Het waarachtige kenmerk van zulke profane eigen-ik prijzende huichelaars is, dat zij met een (ingebeelde) hemel ter helle reizen, terwijl Gods ware vervolgde volk onder het heiligend kruis van de hel naar de hemel opvaren, gelijk Hanna ervan getuigt: "De HEERE doodt en maakt levend; Hij doet ter helle nederdalen, en Hij doet weder opkomen", 1 Sam. 2:6. En Jesaja getuigt eensgelijks: "Maar dien den HEERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugelen, gelijk de arenden; zij zullen lopen, en niet moede worden; zij zullen wandelen, en niet mat worden", Jes. 40:31.
Moge de Heere nog vele ogen openen voor de huidige deepstate-indoctrinatie onder een valse refovlag en de gelijknamige etalagekast van de waarzeggende vrouw uit Handelingen 16:16-17, waardoor het vrome vlees vergoddelijkt, Gods Naam gelasterd en Christus in Gods ware volk en getuigen opnieuw gekruisigd wordt.
zegen,
ds. GPPB.
|
|
|
|
|
|