|
|
HOOGLERAAR IN DE BLASFEMIE, DR. W. VAN VLASTUIN, KRETOLOGISEERT OVER JONATHAN EDWARDS
Klik hier
| |
|
|
HOOGLERAAR IN DE BLASFEMIE, DR. W. VAN VLASTUIN, KRETOLOGISEERT OVER JONATHAN EDWARDS
Inzender: Dr. W. van Vlastuin schreef een rationeel artikel in het rd over Jonathan Edwards, met als titel: "Gevoel en verstand gingen bij Edwards hand in hand" (zie rd-link).
Mijn vraag is: Wat hebben "gevoel en verstand" met het ware geloof te maken?
https://www.rd.nl/kerk-religie/gevoel-en-verstand-gingen-bij-edwards-hand-in-hand-1.1653533
---------------------------------------------
Geachte inzender, Ik heb geen behoefte om uitgebreid op het artikel van Van Vlastuin te reageren, om de eenvoudige reden dat Van Vlastuin op grond van de feiten is ontmaskerd als een hoogleraar in de blasfemie, die behoort tot de top-tien van de doctorale refo-ketters voortkomend uit de ongecensureerde doctorale refo-ketterkast (Klik op afbeelding). Bovendien zijn van een kwade boom geen goede vruchten te verwachten, aangezien Van Vlastuin nooit publiek in de schuld gekomen is met zijn sodomitisch VU-professoraat, noch met zijn godslasterlijke overtredingen aangaande Christus en Zijn leer. (Zie onderstaande link ter inzage artikelenreeks van de zwart-op-wit bewezen godslasteringen van Van Vlastuin).
http://www.derokendevlaswiek.com/2019_THEOLOGIE_EINDTIJDzpRUBRIEKGODSLASTERAAR_DRzoWzovzoVLASTUIN_OVERzpDEzpHEILIGING.html
Wel wil ik nader ingaan op uw vraag, namelijk wat "gevoel en verstand" te maken hebben met het ware geloof.
Allereerst moet gezegd worden dat Van Vlastuin Jonathan Edwards rationeel laat buikspreken om zijn eigen universalistische geloofsbeschouwingen overeind te houden. Ik ken die oudvader-papegaaien onderhand wel. De "hoogverlichte" Van Vlastuin blijkt dan ook een volstrekte vreemdeling te zijn van hetgeen de godzalige Agur geloofsbevindelijk belijdt: "Voorwaar, ik ben onvernuftiger dan iemand; en ik heb geen mensenverstand; en ik heb geen wijsheid geleerd, noch de wetenschap der heiligen gekend", Spr. 30:2-3. Laat staan dat dit soort valse leraars het oordeel dat op de afvallige refokerken van kracht is, erkennen als Gods oordeel, vanwege sodomitische tuchtloosheid, leervrijheid, modaliteiten-religie en het kerstenen van allerhande nazi-praktijken, enz. Nee, Van Vlastuin wil liever rationeel kretologiseren over Edwards, dan als een brandhout voor de hel voor God in te vallen op genade of ongenade. Over de rug van Edwards schermt Van Vlastuin met "gevoel en verstand", ja, om zijn rationeel-filosofische godgeleerdheid te etaleren, terwijl God Zelf daarvan zegt: "Ik zal de wijsheid der wijzen doen vergaan, en het verstand der verstandigen zal Ik te niet maken", 1 Kor. 1:19.
Daar komt bij dat Jonathan Edwards veelmeer filosoof was dan theoloog en aanvankelijk ging hij dan ook geheel op in de kenmerken der genade, maar daar is de man dan ook bedrogen mee uitgekomen, toen hij besefte dat meer dan de helft van de grote opwekkingsschare schijn bleek te zijn en hem uiterst vijandig gezind was, toen hij bij al die avondmaalgangers de vinger bij de zonde ging leggen. Diezelfde schijnbelijders die vijanden bleken te zijn van het kruis van Christus, hebben hem dan ook afgezet en hem zonder tractement de laan uitgestuurd. Edwards moest de voetstappen leren drukken van Zijn Meester, maar door zijn filosofische inslag stond hij aanvankelijk niet in de lijn van de herontdekte bijbelse leer der Reformatie, nl. de rechtvaardiging van de goddeloze.
De grote opwekking (gedeeld door twee) onder Edwards bediening is dan ook niet geschied dankzij Edwards, maar dankzij de doorwerking van de Geest van Pinksteren, hoewel -zoals gezegd- er zeer veel kaf onder het koren was, zoals Edwards ook later heeft ingezien en erkend. Toen Edwards zag dat zijn prediking weinig of geen vrucht droeg, begon hij -Gode zij dank- zeer afsnijdend te preken en de mensen als het ware voor Gods rechterstoel te dagen (van een dergelijke bijbelse prediking is men in onze dagen vreemdeling en vijand). Typisch voorbeeld van de afsnijdende prediking van Edwards is zijn bekende preek: "Sinners in the hands of an angry God!"
Jaren geleden hebben wij die betreffende preek van Edwards in brochure-vorm uitgegeven (zie afbeelding), louter bedoelt als evangelisatie-materiaal. Toen we Meine Veldman (zoon van Klaas V.) die brochure van Edwards destijds in handen drukte en hem het doel ervan meedeelde, zei hij: "Doen we daarmee de deur niet dicht?" Terwijl de Heere bij Edwards d.m.v. die preek de deur der opwekking opende! Wat ik daarmee wil zeggen, is, dat vele dominees en belijders geloven in een veranderlijke (af)God en om die drogreden het Woord aanpassen, zowel in de praktijk als in de prediking, wat geresulteerd heeft in "een evangelie naar de mens", hetgeen kerken vol schijnbekeringen en rijke jongelingen gebaard heeft.
Ten tweede moet gezegd worden dat Van Vlastuin in zijn artikel valselijk Edwards citeert, namelijk dat Edwards zich uitspreekt "tegen het krijgen van bepaalde teksten." Het artikel van Van Vlastuin is een bizarre aaneenrijging van losse flodders en de uitspraak van Edwards wordt door Van Vlastuin volkomen uit de context gerukt, aangezien Edwards doelde op de valse toe-eigening van bepaalde teksten/beloften, maar daarmee heeft hij NIET willen zeggen dat God niet zaligmakend tot Zijn volk spreekt door Woord en Geest, want dat de Heere tot Zijn volk spreekt door Woord en Geest, leert Gods Woord zelf en op vele plaatsen en "het spreken Gods" wordt door ieder kind van God gekend in de geloofsbevinding der zaken. Wie dat laatste ontkent, heeft geen ware Godskennis, noch Christuskennis, noch genadekennis. Immers, Christus wekt de doden op uit hun adamsgraf, door Woord en Geest, zeggende: "Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt, en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven", Joh. 5:25. Nogmaals, al Gods kinderen kennen het spreken Gods in Christus in de toepassing des harten, tot vergeving der zonden, nl. door de toepassing van de beloften Gods die in Christus Jezus ja en amen zijn.
Ten derde bedrijft Van Vlastuin zoals gewoonlijk valsheid in geschriften, met zijn uitspraak: "Edwards preekte bijvoorbeeld weer heel anders dan de puritein McCheyne, die ook opwekkingen meemaakte. Terwijl McCheyne veel sprak over de liefde van Christus, legde Edwards in zijn preken meer het accent op Gods soevereiniteit en het werk van de Geest in het hart." Van Vlastuin flirt valselijk met de prediking der liefde en in die acteurs-rol plaatst hij McCheyne, terwijl McCheyne zeer ontdekkend heeft gepreekt en in tegenstelling tot hetgeen Van Vlastuin beweert, gezegd heeft: "Pas toen ik de tucht daadwerkelijk begon te hanteren en toe te passen, ging God mensen bekeren!"
Ten vierde beweert Van Vlastuin dat Edwards het volgende geleerd heeft: "God heeft de ziel twee vermogens gegeven. Het ene vermogen is het vermogen waardoor wij waarnemen. We kunnen dingen onderscheiden, beoordelen en overwegen. Dat noemen we het verstand. Met het andere vermogen van onze ziel kunnen we ook verlangen, of juist afkeuren. We nemen de dingen dus niet alleen waar als een neutrale toeschouwer, maar we worden aangetrokken of juist afgestoten van hetgeen we zien. We noemen dat vermogen soms onze gezindheid. Met betrekking tot de daden die hierdoor worden bepaald, spreken we over de wil. Als het gaat om onze geest, spreken we over het hart."
Met dit Van Vlastuin-fragment komt ook uw vraag aan de orde, nl. wat "gevoel en verstand" te maken hebben met het ware geloof.
Again: Op zich NIETS, want het geloof is niet werkende door het gevoel, maar door de liefde en het verstand laat na de ware grond van het weldoen op te merken. Er bestaat wel een geloofsgevoel en een verstand met Goddelijk licht bestraald, maar alleen na ontvangen genade en in de context van 1 Kor. 1:30 en Spreuken 8:14: "Raad en het wezen zijn Mijne; Ik ben het Verstand, Mijne is de Sterkte." Alle filosofische en rationele redeneringen omtrent "gevoel en verstand" m.b.t. het geloof, zijn niet op de leer van Christus gegrond en dus verwerpelijk. De grondtoon des waren geloofs luidt: "Geloof alleenlijk!" Met andere woorden: "En hun ogen opheffende, zagen zij niemand, dan Jezus alleen! Matth. 17:8. En als Jezus gaat verschijnen, moeten Mozes, Elia, verstand en gevoel verdwijnen!
Als Van Vlastuin zegt dat "gevoel en verstand bij Edwards hand in hand gingen", doet hij aan loze kretologie, want hij plaatst dat niet in de bijbelse context en dat kan ook niet. Bovendien is Edwards niet een soort toetssteen, noch een bewijsvoering om de leer van Christus te bewijzen, want Gods Woord bewijst zichzelf en is het einde van alle tegenspraak. Van Vlastuin geeft te kennen dat hij Gods soevereiniteit geleerd heeft van Edwards, terwijl Van Vlastuin van Gods soevereiniteit een spelletje maakt, door gevoel en verstand te laten participeren met Gods soevereiniteit, maar dan is genade geen genade meer, maar een droombeeld. Edwards of geen Edwards, Gods volk wordt zalig, omdat God dat gezegd heeft, ook in de toepassing des harten, want Hij spreekt Zijn volk zalig door Woord en Geest, zeggende: "De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven", Joh. 6:63. Deze zaligmakende uitspraak van Christus staat in het kader van de rechtvaardiging van de goddeloze en niet in het afgescheiden kader van de kyperiaans-veronderstelde wedergeboorte, zoals die refobreed in de huidige refokerken wordt geleerd en o.a. door ds. G.H. Kersten is ge-introduceerd.
Ten vijfde, komt de rooms-rationele aap nu pas goed uit de mouw, aangezien Van Vlastuin Edwards laat buikspreken door de gelovige "twee vermogens toe te kennen" (en wat er verder volgt). Die "vermogensleer" is Rome ten voeten uit! Gods kinderen beschikken absoluut niet over "vermogens", noch over ingestorte krachten. Die "ingestorte-krachten-theologie" is juist kenmerkend voor de valse leer van Rome! Zelfs het ware geloof is geen vermogen, waarmee de gelovige mens kan werken, noch is de ware liefde een vermogen waarvan de mens zich kan bedienen. Nee, nee en nog eens nee!
Gods kinderen beschikken niet over dergelijke roomse vermogens! Wat Rome en Van Vlastuin via Edwards toeschrijven aan "ingestorte vermogens", schrijft Gods Woord toe aan de inwoning, de werking en de drijving van de Heilige Geest! Gods volk beschikt zelfs niet over de Heilige Geest, nee, het is net andersom, gelijk geschreven is: "Want zovelen als er door den Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods", Rom. 8:14. En in Johannes 16:13, leert Christus Zelf: "Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen."
Zonder de aandrijving des Heiligen Geestes kan geen kind van God zijn geloof in beoefening brengen, laat staan houden, noch de liefde aanwakkeren. De Bruid in het Hooglied is van God geleerd en weet zich totaal afhankelijk van de aanwakkering des Geestes en de bediening van de Bruidegom, zeggende: "Ik bezweer u, gij, dochteren van Jeruzalem! die bij de reeen, of bij de hinden des velds zijt, dat gij die liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het dezelve luste!" Hoogl. 2:7.
Wat moet ik met al die ingebeelde vermogens, als Christus Zelf zegt dat we zonder Hem niets kunnen doen? Het is de Heilige Geest die het geloof bij Gods kinderen in beoefening brengt en de liefde aanwakkert, en voor de volharding des geloofs, staat de voorbede van Christus garant: "Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoude", Luk. 22:32.
Ook ten aanzien van de overwinningsdaden des geloofs, is Christus de bewegende oorzaak, zoals we dat o.a. zien bij Jakob te Pniel: "Doch Jakob bleef alleen over; en een man worstelde met hem, totdat de dageraad opging. En toen Hij zag, dat Hij hem niet overmocht, roerde Hij het gewricht zijner heup aan, zodat het gewricht van Jakobs heup verwrongen werd, als Hij met hem worstelde. En Hij zeide: Laat Mij gaan, want de dageraad is opgegaan. Maar hij zeide: Ik zal U niet laten gaan, tenzij dat Gij mij zegent", Gen. 32:24-26. Bij Simson te Ramath Lechi: "Toen zeide Simson: Met een ezelskinnebakken, een hoop, twee hopen, met een ezelskinnebakken heb ik duizend man geslagen. En het geschiedde, als hij geeindigd had te spreken, zo wierp hij het kinnebakken uit zijn hand, en hij noemde dezelve plaats Ramath-Lechi. Als hem nu zeer dorstte, zo riep hij tot den HEERE, en zeide: Gij hebt door de hand van Uw knecht dit grote heil gegeven; zou ik dan nu van dorst sterven, en vallen in de hand dezer onbesnedenen? Toen kloofde God de holle plaats, die in Lechi is, en er ging water uit van dezelve, en hij dronk. Toen kwam zijn geest weder, en hij werd levend. Daarom noemde hij haar naam: De fontein des aanroepers, die in Lechi is, tot op dezen dag", Richt. 15:17-19. Bij Simson in de tempel van Dagon: "Toen riep Simson tot den HEERE, en zeide: Heere, HEERE! gedenk toch mijner, en sterk mij toch alleenlijk ditmaal, o God! dat ik mij met een wrake voor mijn twee ogen aan de Filistijnen wreke", Richt. 16:28. Bij de Emmausgangers: "En zij kwamen nabij het vlek, daar zij naar toegingen; en Hij hield Zich, alsof Hij verder gaan zou. En zij dwongen Hem, zeggende: Blijf met ons; want het is bij den avond, en de dag is gedaald. En Hij ging in, om met hen te blijven", Luk. 24:28-29.
Waar moet ik beginnen en waar moet ik eindigen, om de inwoning, de werking en de aandrijving des Geestes uit Gods Woord te bewijzen die ten grondslag liggen aan de daden des waren geloofs?
Weg met al die rooms-veronderstelde vermogens, die de zogenaamde bekeerde mens een pluim op zijn hoed zetten, terwijl dergelijke belijders de dienende en separerende Christus van de steilte werpen, zoals ook de vrome Joden getracht hebben! Christus is niet gekomen voor al die werkdadige doe-dat-belijders met hun ingebeelde vermogens, gelijk geschreven is: "Gelijk de Zoon des mensen niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen", Matth. 20:28.
Wat hebben gevoel en verstand met het ware geloof te maken? Nogmaals: op zich NIETS! Daarom staat er geschreven: "Doch wij prediken Christus, den Gekruisigde, den Joden wel een ergernis, en den Grieken een dwaasheid; maar hun, die geroepen zijn, beiden Joden en Grieken, prediken wij Christus, de Kracht Gods, en de Wijsheid Gods", 1 Kor. 1:23-24. En in 1 Kor. 1:30 luidt het: "Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is Wijsheid van God, en Rechtvaardigheid, en Heiligmaking, en Verlossing", daar komt geen verstand meer aan te pas! Nee, dan blijft er over: aanbidding, eer en dankbare lofgezangen, gelijk geschreven staat: "O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen! Want wie heeft den zin des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? Of wie heeft Hem eerst gegeven, en het zal hem wedervergolden worden? Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen", Rom. 11:33-36. Gods Woord leert nergens dat Gods volk over ingestorte vermogens beschikt (bizar!), maar wel dat ze verkeren onder de zaligmakende invloeden, leidingen en drijvingen, namelijk naar de werking der sterkte Zijner macht door de Heilige Geest, gelijk geschreven is: "Opdat de God van onzen Heere Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve den Geest der wijsheid en der openbaring in Zijn kennis; namelijk verlichte ogen uws verstands, opdat gij moogt weten, welke zij de hoop van Zijn roeping, en welke de rijkdom zij der heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen; en welke de uitnemende grootheid Zijner kracht zij aan ons, die geloven, naar de werking der sterkte Zijner macht", Ef. 1:17-19.
God in Christus is de Eerste in de verkiezing; de Eerste in de wedergeboorte; de Eerste in de rechtvaardigmaking; de Eerste in de liefde en de Eerste in de gemeenschap en Hij is ook de Voortzetting en het Einde zonder einde, het Begin der (her)schepping Gods. Halleluja!
zegen,
GPPB. v.d.m.
|
|
|
|
|
|