OVER OORDELEN, GEESTELIJK EN VLESELIJK/SCHELDEN
OVER OORDELEN, GEESTELIJK EN VLESELIJK SCHELDEN  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje

"Gelijkerwijs nu Jannes en Jambres Mozes tegenstonden, alzo staan ook deze de waarheid tegen; mensen, verdorven zijnde van verstand, verwerpelijk aangaande het geloof. Maar zij zullen niet meerder toenemen; want hun uitzinnigheid zal allen openbaar worden, gelijk ook die van genen geworden is", 2 Tim. 3:8-9.

------------------------------------------------------
Voor degenen die deze artikelen digitaal door wensen te sturen aan anderen: Copy and paste de onderstaande link van dit artikel.

http://www.derokendevlaswiek.com/2020_THEOLOGIE_EINDTIJDzpRUBRIEKOVER_OORDELENzm_GEESTELIJK_EN_VLESELIJKzpSCHELDEN.html

PS. Beter is de artikelen uit te pinten en door te sturen.
Handleiding: Klik linker-muisknop op de tekst van dit artikel, selecteer "print preview", selecteer vervolgens "only the selected frame" en print artikelen uit.
------------------------------------------------------

Klik hier OVER OORDELEN, GEESTELIJK EN VLESELIJK SCHELDEN

Jaren geleden hebben we al eerder diverse artikelen geschreven over "oordelen, geestelijk en vleselijk schelden", maar omdat er altijd weer mensen zijn die ondergetekende valselijk van "oordelen, schelden en beledigen" beschuldigen, stellen we deze zaak opnieuw aan de orde, niet tot onze zelfverdediging, maar omwille van de waarheid en ere Gods, zoals ook Paulus zijn roeping dikwijls verdedigd heeft tegenover de valse beschuldigingen der sanhedristische Joden, omdat al die valse beschuldigers zwanger zijn van de schijnliefde en van een valse christus (Mozes) en met een ander evangelie de leer van Christus in discrediet stellen en daarbij niet schromen ondergetekende te belasteren en valselijk te beschuldigen dat hij met zijn getuigenis "Gods oogappels aan zou raken", hetgeen ze echter zelf doen met hun valse aantijgingen jegens ondergetekende!

Ook diverse lezers en luisteraars van deze website geven hetzelfde getuigenis, namelijk, dat als zij anderen te kennen geven de prediking te beluisteren van ondergetekende, zij in familie- en kerkkring verworpen worden, belasterd en/of doodgenegeerd door de belijders en dominees die de liefde hoog in hun vaandel voeren en zich voordoen als "bewogen gelovigen" jegens hun naasten, maar als de naam van ondergetekende genoemd wordt, braken zij gal, vergif en mag er ineens vrij gelasterd worden. Dat is wel geen vreemde zaak en de Heere heeft het me vroegtijdig voorzegd van allen gehaat te worden, hetgeen ik vrolijk draag, want het zijn medailles uit het lijdenskabinet van Christus, maar dat let me niet om de toenemende verdemonisering binnen het reeds afvallige Refodom opnieuw aan de kaak te stellen, opdat er meerdere zielen uit die demonische kerkcultuur door Gods vrije genade zouden behouden worden.

Nooit heeft iemand een geldig bewijs geleverd dat ondergetekende zich schuldig maakt aan valse veroordelingen en een vals getuigenis jegens de naaste. Daarentegen hebben we tonnen aan feitelijk bewijs geleverd dat Refoland en haar voorgangers van de Waarheid Gods zijn afgevallen, zich niet op grond van Gods Woord laten corrigeren, laat staan daarmee publiek in de schuld komen voor God en de mensen, en dat de ontrouw en het verraad jegens de zaak van Christus een kerkbrede refo-trend geworden is. Dat zielen door de huidige godgeleerdheid massaal bedrogen worden door de prediking van een ander en/of eenzijdig evangelie, en dat de huurlingenherders hun schapen niet waarschuwen voor de huidige nazi-wetten/vaccins en demonische ontwikkelingen, is openbaar en met de feiten op deze website talloze keren bewezen. Wereldvreemde dominees bekommeren zich niet om het lot hunner schapen en slaan geen acht in de prediking op de toenemende demonisering van kerk en staat, zoals ook de wereldvreemde OGG-ds. A. Kort openbaar gekomen is. De man geeft openlijk te kennen dat hij genoemde demonische ontwikkelingen als zijnde "beslommeringen" wegzet, waarmee hij zich niet wil inlaten, terwijl hij daarmee te kennen geeft een huurling te zijn en zich om het lot van zijn schapen niet bekommert, door zijn schapen het zelf te laten uitzoeken of zij nazi-wetten/vaccins, politiek SGP/RD-bedrog aannemen of niet. En als de man met zijn grove nalatigheid geconfronteerd wordt, slaat hij zijn pastorie- en/of email-deur met een klap dicht, hetgeen een refo-riool-trend geworden is.

Ondergetekende heeft door de jaren heen een archief in zijn bezit dat tot de rand gevuld is met hatelijke emails en brieven van belijders en dominees die zwaar beledigd reageren op mijn getuigenis, omdat hun vrome huisjes in de artikelen en door de preken op deze website tot op de grond worden afgebroken met het Woord onzes Gods. Aan dat soort brieven hebben we vanzelf geen boodschap, maar soms staan we toch die mensen te woord, omdat het bijbels separeren in de huidige prediking ontbreekt en volstrekt onbekend geworden is in onze afvallige dagen. Er is binnen het Refodom een geest uit de afgrond gaan waaien, omdat men een ander evangelie aanhangt dan het Evangelie van Christus, waarvan Paulus zegt dat het Evangelie dat hij predikt, niet een Evangelie is naar de mens is, maar ontvangen is door de openbaring van Christus (Gal. 1:12). Dat andere evangelie, waarvan de huidige refomassa zwanger is, spreekt Paulus het anathema uit in Galaten 1:8-9, zeggende: "Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt. Gelijk wij te voren gezegd hebben, zo zeg ik ook nu wederom: Indien u iemand een Evangelie verkondigt, buiten hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt."

We hebben derhalve geen gebrek aan inzenders die zonder enige bewijslast zich van algemene kretologie bedienen om ondergetekende van "schelden" te beschuldigen en daarbij beweren dat we "Gods oogappels" aanraken als we van bepaalde dominees hun ketterijen weerleggen en de gristelijke politici bij hun valse NSB-baard vatten om hen met de waarheid van Gods Woord te ontmaskeren. Ook aan dat soort lasterbrieven hebben we geen boodschap, aangezien we ons van Godswege geroepen weten om de valse kerkpolitieke leraars en hun ketterijen te bestrijden, te weerleggen en de mond te stoppen met het Woord onzes Gods. Dat geldt ook voor de zogenaamde gristelijk-politieke partijen welks bestaan en praktijk volledig in strijd zijn met Gods heilig Woord.

Bij het bestrijden van valse leraars en hun dwalingen zijn er diverse lezers die zich nauw verbonden weten met de identiteit van deze website en zelf ook de valse leraars wensen te bestrijden en daarbij gebruik maken van de artikelen van deze website. Dat is vanzelf toegestaan, mits in de voorrede van henzelf geen ordinaire scheldwoorden gebezigd worden jegens de valse leraars. De valse leraars mogen niet bestreden worden met ordinare scheldwoorden, want op deze ongeoorloofde wijze wordt het middel erger dan de kwaal. Ondergetekende is dan ook niet verantwoordelijk voor degenen die de artikelen van zijn hand met ordinaire scheldwoorden begeleiden en vleselijk aanwenden jegens de valse leraars. Dat betekent niet dat wat de vroom-beledigde godsdienst "schelden" noemt aan hetgeen wij publiceren, dat dat vleselijk schelden is. Het is pure laster.

Bekende verwijten zoals: Je mag niet oordelen; Je bent zelf niet beter; Wie meent te staan ziet toe dat hij niet valle; Je raakt Gods oogappel aan; U bent aan het schelden; We hopen dat u nog bekeerd mag worden", en noem al die algemene lasterpraat maar op, want dat is het, komt allemaal voort uit pure vijandschap jegens het recht Gods en de separerende leer van de Christus der Schriften. Gods geroepen getuigen zijn vanaf Abraham af en door de loop der geschiedenis heen, altijd door dit soort verraderlijke verwijten belaagd en belasterd. Christus is de Zijnen daarin voorgegaan en zo de Meester zo Zijn knechten. Het is in Gods Woord en door Christus Zelf voorzegd dat Gods geroepen getuigen door allen gehaat zullen worden, maar we hebben ons van genoemde lastertrend wel vrij te maken, omdat het de waarheid van Gods Woord betreft, en daarmee de Naam en de ere Gods in het geding zijn. Als het onszelf betreft, mag men lasteren wat men wil, maar als het de Naam, de leer en de ere Gods betreft, zijn we geroepen om het beeld van de Leeuw uit de stam van Juda gelijkvormig te zijn en ons door de Geest des geloofs te bedienen van het zwaard des Woords, ofwel de gesel van Christus, om al die lasterhonden daarmee op hun vrome "smoel" te slaan.

Omdat de huidige refo-priesterschaar en ambtsdragers al jaar en dag hun handen wassen in onschuld en de roepende zonden van kerk, land en volk niet publiek aanpakken, maar die ongemoeid laten, de (doctorale) refo-ketters de vrije loop laten en hun ketterijen niet publiek weerspreken, laat staan dat zij de ketters cencureren, is het bijbelse oordelen en het bijbelse verwerpen van ketters (Titus 3:10) in de loop der refo-jaren in een kwaad daglicht geraakt en als "schelden" ge-etiketteerd binnen het afvallige Refodom. Dat moge zo zijn, maar dat betekent niet dat God Zijn Woord aanpast aan de afvalligheid der huidige refokerken en aan de lafhartige vroom-vleselijke kameleonshouding van de huidige refo-priesterschaar!

De Heere heeft mij geroepen om het Evangelie al den volken te preken (Matth. 28:19), maar ik ben ook van Godswege geroepen om:
- "Jakob te verkondigen zijn overtreding, en Israël zijn zonde" (Micha 3:8).
- De valse leraars de mond te stoppen met het zwaard van het Woord (Titus 1:11).
- De kwade buiken (refo-Kretenzen) scherpelijk te bestraffen, gelijk Titus werd bevolen (Titus 1:13).
- De dwalingen te weerleggen met het Woord onzes Gods (1 Tim. 5:20 - Titus 2:15).
- Profane ketters in de Naam des Heeren te verwerpen (Titus 3:10).
- De geesten te beproeven of ze uit God zijn, zoals Gods Woord ons leert (1 Johannes 4:1).
- Om krachtens Gods roeping "schijn van zijn" te onderscheiden en "schijn" uit te rukken, af te breken, te verderven, en te verstoren. En ook om te bouwen en te planten (Jer. 1:10 - Jer. 15:20).

Gods Woord leert uitdrukkelijk dat de valse leraars publiek bestraft moeten worden en met name genoemd moet worden wie zij zijn (1 Tim. 5:20). Dat heeft met vleselijk schelden niets uit te staan, maar met bijbels oordelen krachtens de bijbelse vrijmaakplicht (Ezech. 3, 33, enz.).

In Gods Woord is er sprake van een vleselijk schelden en een geestelijk schelden. We zullen dat met een paar voorbeelden vanuit de Schrift bewijzen.

Geestelijk schelden:
- De Engel des Heeren zei tot de satan: "De HEERE schelde u gij satan..." (Zach. 3:2).
- Jesaja noemt de priesters en regenten in zijn dagen: "Stomme honden die niet bassen kunnen", omdat zij het waren. (Jes. 56:10). De Kanttekenaren zeggen hierbij: "Zij zijn den stommen honden gelijk. Zij straffen de zonden van het volk niet en zij waarschuwen het niet voor den toorn Gods, vrezende ongunst bij hetzelve te behalen."
- Christus Zelf noemt Herodus de viervorst "een vos" -hetgeen volledig waar was, alleen al omdat Christus het zei! (Luk. 13:32).
- Stefanus -in heilige toorn ontstoken- haalde afsnijdend scherp uit naar het Godevijandige Sanhedrin en schold hen in de Naam des Heeren als volgt: "Gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij wederstaat altijd den Heiligen Geest; gelijk uw vaders, alzo ook gij", Hand. 7:51.
- Paulus noemt de Kretenzen door de inspiratie des Heiligen Geestes! "...luie buiken..." -omdat het waar was! (Titus 1:12-13).
- De apostel Petrus en ook Judas noemt de vleselijk-onkundige lasteraars: ‘onredelijke dieren', ‘waterloze wolken', ‘wilde baren der zee', ‘dwalende sterren', - omdat het een feit was! (2 Petrus 2:12 - Judas 1:10-13).
- Als antwoord op Achab's vleselijke scheldwoorden jegens Elia ‘zijt gij die beroerder van Israël?', zegt Elia bij God vandaan: "Ik heb Israël niet beroerd, maar gij en uws vaders huis" -omdat het zo was! (1 Kon. 18:18).
- Johannes de Doper scheldt de Farizeeën en Sadduceeën: "Gij adderengebroedsels! wie heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn?" -omdat ze het waren! (Matth. 3:7).
- Ook Christus scheldt de Farizeeërs: "Gij slangen, gij adderengebroedsels! hoe zoudt gij de helse verdoemenis ontvlieden?" (Matth. 23:23).
- Christus noemt Judas "een duivel", omdat hij het was. (Joh. 6:70).
- Christus noemt ook de Joden ‘een overspelig geslacht' (Matth. 12:39), omdat zij dikwijls van den waren God waren afgevallen en de afgoden der heidenen dienden.
- Petrus noemt Simon de Tovenaar: "een samenknoping van ongerechtigheid", omdat hij dat was en de gave des Geestes voor geld wilde kopen. (Hand. 8:23).
- Paulus noemt Elymas de tovenaar: "Een kind des duivels" (Hand. 13:8-10), omdat hij het was.
- Petrus noemt de godsdienstige hypocrieten ‘kinderen der vervloeking', (2 Pet. 2:14).
- Christus noemt de valse Joden in hun vrome gewaad en gepraat "een synagoge des satans" (Openb. 2:9 - 3:9).

Dat de SGP-top en de RD-top uit profane beroepshuichelaars en Schriftverkrachters bestaan, is met talloze feiten op deze website is bewezen. Aan dezelfde kant staan de refoketters uit de ongecensureerde doctorale refoketterkast. Zulke valse refo-misleiders moeten de mond gestopt worden (Titus 1:11), scherpelijk de wacht bij God vandaan aangezegd worden (Titus 1:13), met name genoemd worden (2 Tim. 3:8 - 2 Tim. 2:16-18), publiek bestraft worden (1 Tim. 5:20), naar het door de Heilige Geest ge-inspireerde apostolisch bevel verworpen worden (Tit. 3:10-11), als ze aan de bestraffingen Gods geen gehoor geven!

Vleselijk schelden:
- De Farizeen scholden de Heere Jezus uit voor een vraat en een wijnzuiper (Matth. 11:19 - Luk. 7:34).
- De Farizeen zeiden dat de Heere Jezus de duivel had en bedreven daarmee de onvergeeflijke zonde tegen de Heilige Geest. (Matth. 11:18 - Joh. 10:20).
- Hetzelfde zeiden de Farizeen ook van Johannes de Doper (Luk. 7:33).
- Ook de wederdoperse kleenianen braken hun laster uit jegens het getuigenis van ondergetekende, maar God zal hen vergelden naar hun werken.
- Paulus werd vanwege zijn ge-inspireerde leer der Wet door het toenmalige sanhedristische Refodom uitgescholden voor een antinomiaan (Rom. 3:8), maar zij bedreven daarmee pure godslastering jegens de leer van Christus en hebben hun loon reeds gehad.
- Eliza werd door 42 kinderen uitgescholden voor een kaalkop, en zij allen werden op Gods bevel door twee beren verscheurd (2 Kon. 2:23-24).
- Paulus werd door een zekere Tertullus uitgescholden voor een pest (Hand. 24:5), maar brandt nu als een pest in de hel.
- Sommige Epikure-ische en Sto-ische wijsgeren maakten Paulus uit voor een klapper (Hand. 17:18), maar nu krijgen zij eeuwig klappen door de grampschap Gods.

Al deze vleselijke en godslasterlijke scheldingen heeft Christus voor Zijn volk gedragen: "Die, als Hij gescholden werd, niet wederschold, en als Hij leed, niet dreigde; maar gaf het over aan Dien, Die rechtvaardiglijk oordeelt; Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout; opdat wij, der zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden; door Wiens striemen gij genezen zijt", 1 Pet. 2:23-24. En Hij zal al die lasterkoppen doden door het zwaards Zijns monds als zij zich niet bekeren.

MAAR, als de heilige Wet Gods gerelativeerd, de Waarheid van het Evangelie profaan vervalst en de leer van Christus opzettelijk overtreden wordt, moeten degenen die dat doen bestraft, gecensureerd en met het geestelijke schelden des Woords de mond gestopt worden (Ps. 63:11 - Matth. 24:32 - Rom. 3:19 - Titus 1:11).

Als de Schrift uit onkunde vervalst wordt, moeten de tegensprekers eerst met de geest der zachtmoedigheid terecht gewezen worden (Matth. 18:15 - Gal. 6:1). Als dezulken zich niet aan het gezag van de Schrift willen onderwerpen, dan geldt: "Verwerp een kettersen mens na de eerste en tweede vermaning; wetende, dat de zodanige verkeerd is, en zondigt, zijnde bij zichzelf veroordeeld", Tit. 3:10-11.

Hetzelfde geldt in het kader van de bijbelse tucht: "Maar indien uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga heen en bestraf hem tussen u en hem alleen; indien hij u hoort, zo hebt gij uw broeder gewonnen. Maar indien hij u niet hoort, zo neem nog een of twee met u; opdat in den mond van twee of drie getuigen alle woord besta. En indien hij denzelven geen gehoor geeft; zo zeg het der gemeente; en indien hij ook der gemeente geen gehoor geeft, zo zij hij u als de heiden en de tollenaar", Matth. 18:15-17.

In geval van een publieke zonde en/of dwaling heeft al Gods volk zich aan het gezag van het Woord en de bijbelse tucht te onderwerpen, zoals de veinzende Petrus zich aan het gezag van het Woord onderwierp op de bestraffing van Paulus (Gal. 2).

We krijgen diverse Schriftvervalsingen op ons bord omtrent de profeten, de apostelen en Christus Zelf, die zodanig vervalst worden voorgesteld alsof zij de breuk op het lichtst hebben genezen, maar niet heus!

Voorbeeld van een valse voorstelling door een der inzenders:
"Jeremia bevond zich onbekwaam, hij wist niet te spreken. Hij had een brandend vuur in zijn hart vanwege Gods toorn. De schuld van het volk Israel eigende hij zichzelf toe, en hij was een voorbidder voor het volk, hij pleitte op Gods Naam voor hen. Zulke Jeremias zijn inderdaad nodig in deze tijd! Maar de Heere komt aan Zijn eer, hoe verdorven de wereld ook is!"

Antw.: Volgens deze bewering was Jeremia onbekwaam en wist hij niet te spreken. Het is loze kretologie, aangezien hetzelfde voor Jeremia gold als voor Paulus en voor al Gods ware getuigen: "Niet dat wij van onszelven bekwaam zijn iets te denken, als uit onszelven; maar onze bekwaamheid is uit God", 2 Kor. 3:5.
De inzender suggereert dat Jeremia vanwege zijn ingeleefde onbekwaamheid zijn mond gehouden heeft, maar dat is een judas-achtige drogreden. Jeremia was door de Heere geroepen "Over de volken en over de koninkrijken, om uit te rukken, en af te breken, en te verderven, en te verstoren; ook om te bouwen en te planten", Jer. 1:10, en die roeping heeft de Heere in het leven van Jeremia heerlijk vervuld. En Jeremia spreekt zich in tegenwoordigheid Gods uit over het afvallige volk der Joden, zeggende: "Och, dat ik in de woestijn een herberg der wandelaars had, zo zou ik mijn volk verlaten, en van hen trekken; want zij zijn allen overspelers, een trouweloze hoop", Jer. 9:2.
Jeremia krijgt van Godswege het bevel om NIET MEER voor het afhoerende volk der Joden te bidden (Jer. 7:16; 11:14; 14:11). Hetzelfde bevel Gods is in onze dagen van kracht jegens het afvallige Refodom!

Verder beweerde de inzender over Jeremia: "Hij had een brandend vuur in zijn hart vanwege Gods toorn."

Antw.: Dat brandende vuur in het hart van Jeremia (Jer. 20:9) had met de toorn van God niets te maken. Het was een vuur des Heiligen Geestes om het Woord in Zijn Naam te spreken, hetgeen duidelijk ziet op hetgeen Jeremia uitroept om niet meer in Zijn Naam te spreken (Jeremia 20:8-9a), waarop de Heilige Geest dat vuur des Geestes opnieuw in zijn hart ontsteekt om zijn roeping getrouw te vervullen in het spreken in Gods Naam, om het afvallige volk der Joden het oordeel Gods aan te zeggen, en daartoe was Jeremia door God geroepen, zeggende, "Ik heb u onder Mijn volk gesteld, tot een wachttoren, tot een vesting; opdat gij hun weg zoudt weten en proeven. Zij zijn allen de afvalligsten der afvalligen, wandelende in achterklap; zij zijn koper en ijzer; zij zijn altemaal verdervers. De blaasbalg is verbrand, het lood is van het vuur verteerd; te vergeefs heeft de smelter zo vlijtiglijk gesmolten, dewijl de bozen niet afgetrokken zijn. Men noemt ze een verworpen zilver; want de HEERE heeft hen verworpen", Jer. 6:27-30.

Vervolgens schrijft de inzender: "De schuld van het volk Israel eigende Jeremia zichzelf toe, en hij was een voorbidder voor het volk, hij pleitte op Gods Naam voor hen."

Antw.: Als de inzender bevindelijke kennis zou hebben aan het eigenen van de schuld van land en volk, zou hij geen valse Jeremia tekenen, maar met hetzelfde brandende Geestes-vuur in zijn binnenste niet als een tegenstander, maar als een medestrijder des geloofs het getuigenis op deze website bijvallen, om net als Jeremia publiek te getuigen tegenover zijn wederpartijders: "Maar de HEERE is met mij als een verschrikkelijk Held; daarom zullen mijn vervolgers struikelen, en niets vermogen; zij zijn zeer beschaamd geworden, omdat zij niet verstandiglijk gehandeld hebben; het zal een eeuwige schande zijn, zij zal niet vergeten worden. Gij dan, o HEERE der heirscharen, Die den rechtvaardige proeft, Die de nieren en het hart ziet, laat mij Uw wraak van hen zien, want ik heb U mijn twistzaak ontdekt", Jer. 20:11-12.

De genoemde inzender staat duidelijk aan de zijde van het sentimentele vroom-schijnheilige refo-vlees. Zulke schijnheilige inzenders zullen tevergeefs tegen Gods getuigenis strijden, ook als zij een "almachtig" leger meenemen om de koperen muur te kunnen doorbreken, waartoe de Heere Jeremia en ondergetekende gesteld heeft: "Want Ik heb u tegen dit volk gesteld tot een koperen vasten muur; zij zullen wel tegen u strijden, maar u niet overmogen; want Ik ben met u, om u te behouden en om u uit te rukken, spreekt de HEERE", Jer. 15:20.

( Zie ook artikel via de Klik hier-link boven aan deze webpage - of klik op de afbeelding).

De inzender zegt aan zijn slotrede: "Zulke Jeremias zijn inderdaad nodig in deze tijd! Maar de Heere komt aan Zijn eer, hoe verdorven de wereld ook is!"

Antw.: Nee, niet een pseudo-Jeremia die deze inzender tekent, want dat is een zelfgemaakte en papieren Jeremia, ofwel een afgod van het reformatorische gemenebest, een valse Hananja gelijk. De echte Jeremia in de heilige Schrift, is Gods ware geroepen knecht, en niet alleen een wenende profeet, niet alleen in de gestaltenis van het Lam Gods, maar ook in de gestaltenis van de Leeuw uit Juda-s stam, die zonder aanziens des persoons opkomt en in de bressen staat voor de ere Gods en de oordelen Gods uit Gods mond over de afvallige belijders uitspreekt zonder aanziens des persoons.

Bij monde van de profeet Jeremia, spreekt den HEERE: "En zij -de valse Hananja's- genezen de breuk van de dochter Mijns volks op het lichtste, zeggende: Vrede, vrede! doch daar is geen vrede", Jer. 6:14 - 8:11. Jeremia was dus duidelijk niet van het sentimentele porseleinen soort zoals de inzender die tekent.

"De Heere komt altijd aan Zijn eer", jazeker, aangezien Hij de Volzalige is in Zichzelf, Die niet van node heeft om door mensenhanden gediend te worden als een behoevende. En ten aanzien van de zondeval en het verbroken werkverbond, heeft Christus de eer des Vaders volkomen verhoogd, zowel als het Lam Gods als de Leeuw uit Juda-s stam. Maar de inzender suggereert een stilzwijgende priesterschaar waar hij ook Jeremia bij schaart, alsof Gods ware geroepen knechten ten aanzien van de ere Gods stomme honden zijn die niet bassen kunnen! NEE, NEE, en nog eens NEE! Dat is de theologie van de duivel!

Gods ware geroepen knechten hebben een publieke stem bij God vandaan, om in de bressen te staan, het volk te waarschuwen voor vals ingeslopen Schriftverkrachtigers, zeggende: "Maar waarlijk, ik ben vol krachts van den Geest des HEEREN; en vol van gericht en dapperheid, om Jakob te verkondigen zijn overtreding, en Israel zijn zonde", Micha 3:8. Al Gods geroepen getuigen zijn geroepen om de brute verkrachters van Gods Woord, waar het van barst in onze dagen, te schande te zetten met het zwaard des Woords, gelijk Petrus deed met Simon de Tovenaar. En van die duivelskunstenaars zijn de refokerken VERGEVEN!

Gods ware knechten staan publiek in de bressen omwille van de ere Gods. De HEERE zegt immers: "Die Mij eren zal Ik eren, maar die Mij versmaden, (als stomme honden), zullen licht geacht worden", 1 Sam. 2:30b.

Maleachi 1:6: "Een zoon zal den vader eren, en een knecht zijn heer; ben Ik dan een Vader, waar is Mijn eer? En ben Ik een Heere, waar is Mijn vreze? zegt de HEERE der heirscharen tot u, o priesters, verachters Mijns Naams! Maar gij zegt: Waarmede verachten wij Uw Naam?"

En de Heilige Geest leert bij monde van Paulus in 1 Korinthe 10:31: "Hetzij dan dat gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het al ter ere Gods."

Hopenlijk vallen bij vele lezers de schellen van de ogen en ik spreek de wens uit dat velen zich van hun Schriftvervalsende ongenuanceerdheid bekeren zullen en zich vrij zullen maken van de gruwelijke ketterijen van de huidige refokerken, maar zo niet, ik ben vrij van hun aller bloed,

GPPB. v.d.m.

PS. LEES OOK GERELATEERDE ARTIKELEN IN DE VOLGENDE BLOKKEN.

GETUIGEN TEGEN REFO-CRIMINELEN DIE PLEITEN VOOR EEN ABORTUSLIMIET, WAARONDER DE VOLTALLIGE SGP-PARTIJ  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
ARTIKEL UIT 2012

Klik hier Beste meneer Burggraaf,

Enige tijd geleden bezocht ik uw website, www.derokendevlaswiek.com, waar ik enkele van uw pennevruchten las. Ik moet zeggen dat ik onder de indruk was van de scherpe blik waarmee u naar de hedendaagse sameleving kijkt, en misstanden zonder pardon aan de kaak stelt, daarbij boven de partijen staand en geen partij kiezend voor deze of gene kerk(leider).
Al langere tijd drukte mij de last van alle verderfelijke uitspattingen zoals abortus, waartegen je in Nederland nauwelijks nog iemand tegen in het geweer hoort komen. Ik wenste wel dat er meer tegen de geest van deze tijd werd geageerd. Tegelijkertijd besef ik dat ik, hoewel ik mij verre tracht te houden van dergelijke goddeloze praktijken, geen haar beter ben. Voor mij geldt hetzelfde ´wee u´ als voor hen, gezien de verdorven natuurstaat van een ieder op deze aarde, en de vele zonden die ook ik dagelijks weer bega. `er is geen mens die goed, op aarde doet´. Daarom bij ik blij dat toen ik op uw site kwam, ik merkte dat u blijft schrijven tegen alles wat niet is zoals dat ons in de Bijbel wordt voorgehouden. Wat dat betreft wil ik u bemoedigen hierin u nimmer de mond te laten snoeren.
Zelf probeer ik bijvoorbeeld onder collega´s (ik werk als oproepkracht in een verzorgingstehuis) zoveel mogelijk te getuigen tegen alle verderf die ons land overspoelt. En daarover wilde ik u graag een vraag stellen, want ik bemerkte dat u geen zoete broodjes bakt in het aan de kaak stellen van misstanden. Echter (ervan bewust dat zachte heelmeester dikwijls stinkende wonden maken), vroeg ik mij af wat de voorkeur betreft, ook in gesprek met anders denkenden. Moet men daar niet voorzichtig zijn, in de hoop de ander niet af te stoten? Ik weet ook niet of dit geldt voor uw schrijven, want toen ik uw schrijven op uw website in een gesprek aanhaalde, werd daar zeer negatief op gereageerd. Misschien is men blind voor wat er in Nederland gaande is, maar ik vroeg me af er ook niet meer mensen van hun (refo) dwalingen gebracht zouden kunnen worden door meer het gesprek aan te gaan, en pas bestraffende woorden gebruiken als men naar bijbelse, redelijke argumenten niet horen wil, en daar ook niets tegen in te brengen heeft?

Met vriendelijke groet,

K. d. W.

---------------------------------------------

Beste K.,

Hartelijk dank voor uw email en uw concern omtrent de huidige afval van refo-NL. Geen verheffing mogelijk, nee, want wij hebben allen gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, maar worden om niet gerechtvaardigd door de verlossing die in Christus Jezus is. Als we tot het getuigen van Jezus geroepen zijn, zullen er altijd vele tegenstanders zijn (1 Kor 16:9), die de zaak van Christus in ons bespottelijk maken, en de Heere der heerlijkheid opnieuw kruisigen (Hebr. 6:6), onder de valse vlag der schijnliefde. Belijders die altijd op het aangename uit zijn, blijken dikwijls de bitterste vijanden van vrije genade te zijn. Zo heb ik er honderden ontmoet.

Ik weet me van de Heere geroepen om in Christus een scherpe dorsslede te zijn voor degenen die tegen beter weten in de Waarheid in ongerechtigheid ten onder houden. Hoe mensen daar over denken, maakt geen indruk op mij, hoewel mijn hart bloedt dat er zoveel profane vijandschap heerst binnen het Refodom. Er zijn vandaag de dag ongelooflijke krachten bezig om het ware werk Gods en het Woord Gods te verbasteren (o.a. door het judas-duo RD/SGP), want de duivel weet dat hij een kleine tijd heeft. Dat gaat echt niet over onbenulligheden, ook niet over persoonlijke zonden, want dan kunnen we er naast gaan zitten; we hebben de strijd niet tegen vlees en bloed (Ef. 6), maar het gaat over publieke fundamentele zonden en dwalingen die de leer van Christus verkrachten en Gods getuigen vervalsend nabootsen! Zulke lasterhonden moeten altijd publiek bestreden en bestraft worden, naar het Woord van de apostel (1 Tim. 5:20) en niet met pluimstrijkende woorden (1 Thess. 2:5).

Paulus heeft zich NOOIT van pluimstrijkende woorden bediend, maar zich zakelijk en door de Geest ge-inspireerd uitgesproken, door de liefde van Christus gedreven, ook als hij de betoverde gemeente van Galaten scherpelijk bestraft en de valse apostelen door de Geest van Christus ontmaskert, zeggende: "En zeggen wij niet liever (gelijk wij gelasterd worden, en gelijk sommigen zeggen, dat wij zeggen): Laat ons het kwade doen, opdat het goede daaruit kome? Welker verdoemenis rechtvaardig is", Rom. 3:8.

Dat vele belijders zich ergeren aan mijn schrijven/preken, is, omdat men zich ergert aan de radicaliteit van het Woord. In onze dagen heerst het sentiment waarin geen geloofs-nuchterheid meer te vinden is en sentimentele mensen zijn bij de minste en geringste Woord-separatie op hun vrome tenen getrapt en tot op hun botten beledigd. En als je op hun rijke-jongelings-eieren drukt, barst er een adder uit (Jes. 59:5). Je kunt voor dezulken op de fluit spelen, dansen, lief en aardig doen, hen over de bol strijken, maar zij blijven van het soort viswijvengeslacht dat zich dood ergert aan de separerende Waarheid Gods. Je kunt een varken met lippenstift en oogschaduw opsieren, maar het blijft een varken. Zo is het gesteld met het huidige geslacht refo-belijders en hun voorgangers.

De waarheid Gods laat zich niet bediscussieren en we kunnen met een "vriendelijk" gesprek geen mens overtuigen. De roeping is dan ook niet om over de waarheid te discussieren, noch een dialoog aan te gaan met andersdenkenden, maar te getuigen in Zijn Naam, en hoe dat valt, dat bepaalt God, Die gezegd heeft: "Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen", Gen. 3:15.
Gods getuigen zullen van allen gehaat worden (Matth. 10:22 - Luk. 21:17), en vooral door degenen die zeggen dat zij "Joden" zijn, maar liegen, omdat zij het niet zijn (Openb. 3:9). Dus dat is geen vreemde zaak en het komt ook in onze dagen wel openbaar wie die valse Joden zijn, het barst ervan in de huidige refokerken.

Ik heb het onlangs nog aan iemand geschreven (zie klik hier link), dat we altijd onderscheid dienen te maken tussen degenen die beter weten en profaan zondigen tegen de waarheid Gods, en de niet-wetenden (buitenkerkelijken, heidenen, enz.), want de laatsten moeten over het algemeen gesproken met zachtmoedigheid worden aangesproken op de dingen van dood en eeuwigheid. Zendeling David Brainerd was echter niet zo zachtzinnig tegenover de afgodisch-dansende indianen en preekte letterlijk als een zoon des donders temidden van die dansende heidenen, en de Heere wrocht mede tot bekering van vele indianen. Het ene geval is het andere niet.

Maar de refo-belijders en hun voorgangers die beter weten en tegen beter in de Waarheid verdraaien tot hun eigen verderf, zielen bedriegen voor de eeuwigheid, terwijl zij talloze malen op grond van Gods Woord weerlegd zijn, daartegen moet de scherpte van het zwaard des Woords gehanteerd worden (Jes. 41:10-16). Het meervoudige wee van Christus tegen de Farizeen is daar een voorbeeld van; de radicale tempelreiniging, de afsnijdende rede van Stefanus, de afstraffing van Simon de Tovenaar door Petrus, de afsnijdende prediking van Johannes de Doper, de oordeelsaankondigingen en de strafreden van de profeten, enz, enz. Het wordt alles binnen de Refokerken bruut verkracht, alsof er geen God bestaat!

Gods Woord is geen EHBO-boek, maar Gods heilig Woord en God moet God gelaten worden en het Woord het Woord. Binnen de refo-kringen heerst een kracht der dwaling, omdat men de Waarheid niet in liefde wil aannemen (2 Thess. 2:11). Het is niet voor het eerst dat het Refodom en hun voorgangers geconfronteerd worden met hun kerkpolitieke drogredenen, nee, we zijn 22 jaar geleden begonnen met de kerken, dominees en belijders aan te schrijven op heersende dwalingen en lectuur te verspreiden waarin de leer geleerd wordt waarmee de Kerk staat of valt, maar algemeen gezegd gooit men het hoofd ertegenin en blijft men hoogmoedig volharden in het kameleonisme, het neonomianisme en neo-calvinisme, enz., hoewel we ook wonderen van bekering hebben mogen meemaken, omdat God goddelozen met Zichzelf verzoent.

Elk geval staat op zichzelf als het om persoonlijke ontmoetingen gaat, want in de persoonlijke benadering moet eerst ondervonden worden welke intenties en pretenties men heeft en dan is het geboden om met zachtmoedigheid beginnen te onderwijzen, tenzij het om profaan-ketterse belijders gaat, want die moeten na de eerste en tweede vermaning verworpen worden (Tit. 3:10-11). Ook het gros luie refo-buiken moeten scherpelijk bestraft worden (Tit. 1:13), of dat nu belijders zijn of dominees, dat maakt niet uit. We hebben geen persoonsstrijd, maar de strijd tegen de overheden, tegen de machten en krachten en geestelijke boosheden in de lucht (Ef. 6).

De eerste benadering jegens onwetende mensen moet altijd vriendelijk en nuchter zijn, maar nooit ten koste van het Woord. Refofielen die weigeren de Waarheid onder ogen te zien; de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden en van Gods Woord een puzzelboek maken overeenkomstig hun eigen culturele straatje, die zullen bij de minste separatie Gods getuigen belasteren, en hen naar de steilte trachten te slepen, om hen in de diepte te pletter te gooien, zoals ze dat ook met de Heere der heerlijkheid hebben gedaan. Daar doen ook dominees aan mee die klinkende namen hebben en ik kan ze bij man en paard benoemen. De Joden uit Lukas 4 hoorden Christus gaarne preken, want Hij sprak aangename woorden, maar toen de Heere Jezus ging separeren tussen schijn en zijn, brak de reformatorische hel los, want toen wilden al die gemoedelijke mensen Hem vermoorden (Luk. 4:20-30), door Hem van de steilte te pletter te gooien, maar Hij, door het midden van hen doorgegaan zijnde, ging weg. Dat is ook de kerk van vandaag!

Ook de SGP nemen we voortdurend op de korrel, want die afvallige beweging is een spotboevenbende geworden van lage landverraders, die Gods Woord aan hun laars lappen, een voorzichtig verdrag met de hel gesloten hebben, allemaal onder vrome dekmantels en gelijknamige slogans en daartegen strijden we met open vizier. De SGP en aanhang stemmen in met een abortuslimiet, i.p.v. een abortusverbod, en begaan daarmee een misdaad tegen de Schepper, tegen Zijn Woord en Wet en tegen de mensheid. Bovendien, het SGP-lidmaatschap staat gelijk aan een NSB-lidmaatschap, aangezien de SGP haar NSB-stem voortdurend geeft aan het fascistische dictatoriale Euro-babel-beest en daarmee de NL-soevereiniteit verraden heeft. Alle SGP-ers zijn derhalve medeplichtige misdadigers (refo-criminelen) en moeten als zodanig berecht worden en zullen Gods oordeel niet ontlopen, als zij zich niet radicaal tot God bekeren.

Beste Klazina, doe uw mond wijd open en smeek de Heere om door vrije genade met vrijmoedigheid te mogen getuigen temidden van een krom en een verdraaid geslacht. De profeet riep uit: "Wee mij, want ik ben een man van onreine lippen en ik woon temidden van een volk dat onrein van lippen is (Jes. 6)", maar als we in en door Christus gereinigd zijn en onze zonde verzoend zijn, dan staan we aan de zijde Gods en niet meer aan onze eigen zijde, noch aan de zijde der mensen. Paulus zegt zo duidelijk in Gal 1:10: "Want predik ik nu de mensen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Want indien ik nog mensen behaagde, zo ware ik geen dienstknecht van Christus."

Hartelijke groet, zegen en sterkte,

GPPB. v.d.m.

PS. Klik ook op de Klik hier link ter inzage van een ingezonden stuk waarin deze dingen ook aan de orde komen.

GIJ ZULT GEEN VALSE GETUIGENIS SPREKEN TEGEN UW NAASTE        
Plaats in winkelmandjeMandje
ARTIKEL UIT 2006

JUSTUS VERMEER OVER HET NEGENDE GEBOD



Hieronder kunt u van de hand van Justus Vermeer een antwoord op de vraag lezen of we van ieders staat voor God het beste moeten hopen. De barthiaanse wijlen PKN-ds. H.J. Hegger noemt iedereen die hem naar de mond praat, zijn "lieve broeder/zuster in Christus", inclusief de paus (Antichrist). Op grond van Gods Woord verwerpt ook Justus Vermeer deze vleselijke veronderstelling als een zonde tegen het negende gebod! Ook handelt Justus Vermeer hier over het rechtvaardig oordelen op grond van de Schrift, een zaak die velen in onze dagen onder de dekmantel van "de liefde" in discrediet brengen en veroordelen.

Justus Vermeer uit zijn Catechismusverklaring, vraag 112, over het 9e gebod:

Citaat 1:
"Het is geen lichtelijk en onverhoord oordelen of verdoemen, wanneer iemand, die men niet kent en die geen blijken geeft van de gemeenschap aan Christus, houdt voor een mens zonder God. Vrienden, de gehele wereld is van nature zo. Daarom is hier de vraag: Wanneer ik iemand niet ken en wanneer zulk een geen bewijs van zijn vereniging met Christus geeft, welk oordeel over hem is dan het meest bijbels? Dat die mens met de gehele wereld tot de grote hoop behoort? Of dat hij behoort tot het kleine kuddeke (Lukas 12:32), waaraan de Vader naar Zijn welbehagen het Koninkrijk geeft? Ik denk dat hij tegen de Bijbel in handelt, die zegt: "Ik moet zo lang het goede van de staat mijns naasten denken, tot het tegendeel mij openbaar komt." Hij oordeelt veiliger en meer naar de Bijbel, die, vervuld met innig medelijden en liefde tot het behoud van zijn naaste, zó lang het ongeluk van zijn naaste vreest, tot het werk Gods in hem openbaar komt. Hierin openbaart zich de liefde tot de ziel van de naaste, want zonder enige grond maar het beste te denken en te spreken, is niet anders dan een vermoorden van de ziel. Paulus zegt ons (Rom. 3:19 en Ef. 2:3), dat wij allen van nature kinderen des toorns zijn, en dat de ganse wereld voor God verdoemelijk ligt." (Pag. 529-530 - deel 2).

Citaat 2:

"Het is ook deze zonde [tegen het negende gebod] wanneer men mensen, die burgerlijk beschaafd en eerlijk in handel en wandel zijn, ja uitwendig godsdienstig, voor oprecht voor God en voor verenigd met Christus houdt. En dit alleen omdat zij veel bevattingen hebben van de woorden der waarheid, ja zelfs enig werk van conscientieovertuiging, of uit vrees voor straf. O, dit is lichtvaardig oordelen, ja het is een helpen verdoemen!" (Pag. 531 - deel 2).

Citaat 3:
Het is geen achterklap of laster wanneer men tegen iemands dwaalleringen opkomt. Wanneer men deze misvattingen noemt en de pen daartegen opneemt. En ook niet wanneer men de zonden van klein en groot met vrijmoedigheid bestraft. Dit deden de profeten, en God heeft het aan Zijn knechten bevolen. (Pag. 527 - deel 2).

Heel nuttig is het om alle catechismuspreken van Justus Vermeer te lezen over de plaats van de Wet in het stuk der dankbaarheid, waarin duidelijk tot uiting komt dat de Wet de bediening des doods is voor het vlees (ook voor het vlees van Gods volk) en dat Gods volk de Wet niet teniet doet, maar bevestigt door het geloof en dat de Wet met één woord is vervuld, namelijk: de liefde. "De liefde doet den naaste geen kwaad. Zo is dan de liefde de vervulling der Wet", Rom. 13:10.
Vele biblicisten en neonomianen die de Wet als hun lijfregel beschouwen, durven het aan om het ware werk des Geestes als antinomianisme te bestempelen en te verwerpen, waarbij zij niet schromen om met boekenplanken vol oudvadercitaten en uit het verband gerukte bijbelteksten het gelijk aan hun kant proberen te krijgen! Simon de Tovenaar zou het dezulken niet kunnen verbeteren. God vergeve het hen, want zij weten niet wat zij doen!

De levende Kerk heeft niet twee, maar één Voorwerp des geloofs, namelijk God in Christus door de Heilige Geest. Het is dus niet de Wet én Christus, maar de Wet in Christus. Dit geldt alleen de ware gelovigen, want die en die alleen zijn niet onder de Wet, maar onder de genade. Gods kinderen zijn één Geest met Christus en in Hem wandelen zij overeenkomstig het Woord. Het leven der genade is een leven naar de Geest, want die van Christus zijn, hebben het vlees gekruist met de bewegingen en begeerlijkheden (Gal. 5:24). De onbekeerden -zolang zij onder de Wet verkeren en zich niet bekeren- zijn evenwel gebonden aan de absolute eis der Wet, namelijk om die te doen op straffe des drievoudigen doods.

GPPB. v.d.m.

'OORDELEN' - VERBODEN OF GEBODEN?        
Plaats in winkelmandjeMandje
DRV-ARTIKEL UIT 2005

De bedoeling van dit artikel
is in de eerste plaats mijn medereizigers op weg naar de eeuwigheid te waarschuwen voor de ingekankerde afwijkingen van de gezonde bijbelse leer. Gods Woord waarschuwt op verscheidende plaatsen dat er valse leraars (wolven in schaapsklederen) zullen opstaan om de rechte wegen des Heeren te verkeren (Hand. 20:28-31). Hiertegen te waken is speciaal de taak van de ouderlingen en de leraars van de gemeente. Maar het is ook de verantwoordelijkheid van elke gelovige kachtens het ambt aller gelovigen. Als iemand ziet dat de dingen omtrent bijbelse leer en/of leven ontsporen of reeds ontspoord zijn, zoals helaas tastbaar is in onze dagen, dan heeft hij/zij tegenover God en de naaste de bijbelse plicht om daartegen te waarschuwen (Ezechiel 3:18). Dat een en ander niet in goede aarde valt bij vele belijders, is ons reeds voorzegd. Ik schrijf deze dingen niet vanuit mijzelf, want dan heb ik meer dan genoeg aan mezelf, maar omdat de Heere het me opdroeg, zoals de Heere ook Jesaja, Jeremia en Ezechiel daartoe riep en al Zijn gaarne getrouwe knechten.

Gezien de toenemende verwijtenstroom uit de landstreek "vrede, vrede en geen gevaar", willen wij nog een artikel wijden aan het bijbelse oordelen t.a.v de valse leraars en de valse leer. Tevens kunnen de lezers van deze site inzage nemen van een artikel over de voorspelde ommekeer van ds. H.J. Hegger (richting Rome) en zijn misleidende oproep tot 'eenheid', door de klikken op de Afbeelding of op de Klik hierlink bovenaan deze webpage.

Aangezien wijlen PKN-ds. Hegger heulde met Rome heb ik verschillende keren geageerd naar de Stichting "IN DE RECHTE STRAAT", waarvan Hegger oprichter is. De reacties van de IRS secretaris kunt u vinden onder de rubriek: Artikelen en Lezingen - "DE ANTICHRIST". IRS secretaris, lapte mijn waarschuwingen evenwel aan zijn laars. Als we op de IRS-website (www.inderechtestraat.nl) kijken hoe de IRS doorgaat met publiceren van de misleidende boeken van Hegger en als we er nota van nemen hoeveel rechtzinnige dominees spreekbeurten voor de IRS vervullen, zonder enig protestgeluid richting paap Hegger te laten horen, dan kan het niet anders bestaan dat ook deze predikantenschare via Hegger met Rome heult.


"JE BENT AAN HET OORDELEN........!"

Destijds werd ik opgebeld en bruut aangevallen door een HHK-er die voorwende dat hij de "liefde" hoog in zijn vaandel had staan, en mij verweet dat ik "niets anders doe" dan "iedereen oordelen en veroordelen". Hij siste me toe dat "iedereen mij verlaten had" en dat "niemand meer iets van mij moest hebben."

Op de vraag of hij de waarzegster van Endor geraadpleegd had, kreeg ik een aantal verwijten naar mijn hoofd geslingerd waarvan de honden geen brood lusten. Over veroordelen gesproken!

Op mijn vraag aan de gifspuwende beller om concreet aan te wijzen wat hij bedoelde bleef hij het antwoord schuldig en gooide woest de haak erop. Dit soort ongenuanceerde lasterreacties is een kerkbrede refo-trend geworden en aan die trend is de "vrede, vrede en geen gevaar-prediking" in onze dagen volledig debit. Door genoemde klaas-vaak-prediking wordt de vrome mens gestijfd in zijn rijke-jongelings-droombeelden en zulke bedrogen zielen reizen met een ingebeelde hemel ter helle.

De geloofsbevindelijke vrede met God in Christus die alle verstand te boven gaat, is altijd al doelwit van de duivel geweest. Genoemde vrede houdt echter geen wapenstilstand in met de valse leringen en gelijknamige leraars, ook al preken en bidden zij nog zo "liefdevol": "Heere, Heere..." (Matth. 7:21-22; Luk. 13:25).

LIEVER EEN HEILIGE OORLOG DAN EEN VALSE VREDE

HET OORDELEN
Velen wijzen "het oordelen" volstrekt van de hand als zijnde laster tegen de naaste. Dezulken doen echter aan Schriftkritiek en zijn doorgaans zelf zwanger van duivelse verwijten, tenminste dat is mijn jarenlange ervaring. Al die gifkikkers die valselijk hameren op Matth. 7:1-5 hebben de strijd tegen vlees en bloed, maar dat is mij wezenlijk vreemd. Zo heeft Christus mij niet geleerd. "Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht", Ef. 6:12.

Ik heb nooit voor het bekendmaken van de waarheid Gods (Ps. 89:2) gekozen, integendeel, de Heere heeft mij ertoe geroepen en mij bevolen het getrouw te doen, hetgeen ik ook gewillig wens te doen in Zijn Naam, hoewel ik voor mijn waarneming t.a.v. het laatste nog moet beginnen. Vele tegenwoordige sanhedristen hebben al ettelijke pogingen ondernomen om mijn mond te stoppen, dikwijls middels judasachtige en anonieme praktijken en lasterpraat. Ik weet ook bij God vandaan dat diverse refo-dominees opdrachtgever zijn om laster te verspreiden over mijn getuigenis, maar zich verdekt opstellen, zoals drugsdealers zich verdekt op stellen als zij hun slaven het vuile werk laten doen.

Het is mij dan ook niet vreemd als de Psalmist uitroept: "Zij hebben mij bijna vernietigd op de aarde, maar ik heb Uw bevelen niet verlaten", Ps. 119:87.

Christus zegt tot de schare die Hem allerlei valse verwijten naar Zijn Hoofd slingeren: "Oordeelt niet naar het aanzien, maar oordeelt een rechtvaardig oordeel", Joh 7:24. Tot de wetgeleerde zegt Hij: "Gij hebt recht geoordeeld" (Luk 7:43). Op een andere plaats zegt de Heere Jezus: "En waarom oordeelt gij ook van uzelven niet, hetgeen recht is? Luk. 12:57.

Oordelen is dus -volgens Gods Woord- blijkbaar niet zondermeer te veroordelen. Onrechtvaardig oordelen is verboden, maar niet het oprecht oordelen op grond van de Schrift, dat is voor Gods geroepen getuigen juist geboden en dat moet altijd geschieden op grond van de feiten.

Over het oordelen schrijft de apostel Paulus in:
1 Korinthe 10:15: "Als tot verstandigen spreek ik; oordeelt gij, hetgeen ik zeg."
1 Korinthe 2:15: "Doch de geestelijke [mens] onderscheidt [oordeelt] wel alle dingen, maar hij zelf wordt door niemand onderscheiden."
1 Korinthe 11:13: "Oordeelt gij onder uzelven: is het betamelijk, dat de vrouw ongedekt God bidde?"

En in Handelingen 4:19 zeggen Petrus en Johannes tot de Sanhedristen: "Oordeelt gij, of het recht is voor God, ulieden meer te horen dan God."

Christus zegt in Mattheus 7:15: "Maar wacht u van de valse profeten!"
Hoe kunnen wij ons voor hen "wachten" en hoe kunnen wij weten dat zij "valse profeten" zijn als wij niet mogen oordelen op grond van de Schrift?

Destijds werd mij door de HeartCry-voorzitter, Arjan Baan, verzocht om mijn "talent van kritiek" te begraven. Volgens Baan moet ik dus hand in hand gaan met ketters als John Piper, Tim Keller, John Wesley, P. de Vries, W. van Vlastuin, Herman Hegger en Arminus, enz. en vrede met hen sluiten? En dat allemaal op grond van "naastenliefde" en/of een veronderstelde wedergeboorte?
Welnu, dan mag ik toch bij God vandaan zeggen dat ik toch duizend keer liever een heilige oorlog voer dan dat ik een valse vrede aan de hand houd. Dat men mijn "militaire" houding als "ongeestelijk" van de hand wijst, daarvoor ben ik niet verantwoordelijk. "Getrouw zijn" wordt nu refobreed gehaat en als "vleselijk" bestempeld en "valse verdraagzaamheid" noemt men de ware geestelijke liefde.

Ik verzoek mijn lezers dringend het artikel te lezen over ds. H.J. Heggers voorspelde ommekeer, want dan wordt mijn aversie jegens de HeartCry/Jijdaar-misleiding wellicht beter verstaan. (Klik met uw muis op de Klik hier link, bovenaan de tekst.

Wat is de bijbelse maatstaf waarmee wij moeten oordelen?
"Tot de Wet en tot de getuigenis! zo zij niet spreken naar dit Woord, het zal zijn, dat zij geen dageraad zullen hebben", Jes 8:20.
"Aan hun vruchten zult gij hen kennen", Matth. 7:16. zei Christus.
En voor het beoordelen van de "vruchten" moeten wij oordelen op grond van Gods Woord, dus niet op grond van menselijke meningen en/of redenaties. Door de geest der verlichting en die van de valse verdraagzaamheid kunnen mensen veel dingen "omwille van de eenheid", of omwille van "de liefde tot de naaste" goedpraten, op allerlei gebied, ook op kerkelijk en geestelijk gebied, terwijl ze vals en schandelijk zijn in het licht van Gods Woord en veeleer bestraft moeten worden. De Heilige Geest schrijft bij monde van Paulus in Efeze 5:11-13: "En hebt geen gemeenschap met de onvruchtbare werken der duisternis, maar bestraft ze ook veeleer. Want hetgeen heimelijk van hen geschiedt, is schandelijk ook te zeggen. Maar al deze dingen, van het licht bestraft zijnde, worden openbaar; want al wat openbaar maakt, is licht."

Ja, dezulken die met de profeet Micha getuigen: "Maar waarlijk, ik ben vol krachts van den Geest des HEEREN; en vol van gericht en dapperheid, om Jakob te verkondigen zijn overtreding, en Israel zijn zonde", worden gehaat en belasterd, vooral in onze dagen, door links tot en met uiterst rechts, tot in familiekringen toe. Vele fabrieksdominees zien mij als een concurent op het kerkelijke erf en dezulken kunnen mij wel doodkijken, wat sommigen dan ook soms zwart op wit laten blijken.

Amos sprak uit ondervinding als hij schrijft: "Zij haten in de poort dengene, die bestraft, en hebben een gruwel van dien, die oprechtelijk spreekt", Amos 5:10.

Over het oordelen schrijft de apostel Johannes: "Geliefden, gelooft niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld", 1 Joh. 4:1.
En in 2 Johannes 1:7 schrijft de apostel der liefde: "Want er zijn vele verleiders in de wereld gekomen, die niet belijden, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is. Deze is de verleider en de antichrist."
En in 2 Johannes 1:9-11 staat geschreven: "Een iegelijk, die overtreedt, en niet blijft in de leer van Christus, die heeft God niet; die in de leer van Christus blijft, deze heeft beiden den Vader en den Zoon. Indien iemand tot ulieden komt, en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in huis, en zegt tot hem niet: Zijt gegroet. Want die tot hem zegt: Zijt gegroet, die heeft gemeenschap aan zijn boze werken."

Hoe zouden wij deze dingen kunnen onderscheiden als we niet mogen oordelen?

De last die de HEERE de profeet Ezechiel oplegt, is de schuldige plicht van iedere leraar en ook van iedere christen:
"Mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld over het huis Israels; zo zult gij het woord uit Mijn mond horen, en hen van Mijnentwege waarschuwen. Als Ik tot den goddeloze zeg: Gij zult den dood sterven, en gij waarschuwt hem niet, en spreekt niet, om den goddeloze van zijn goddelozen weg te waarschuwen, opdat gij hem in het leven behoudt; die goddeloze zal in zijn ongerechtigheid sterven, maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. Doch als gij den goddeloze waarschuwt, en hij zich van zijn goddeloosheid en van zijn goddelozen weg niet bekeert, hij zal in zijn ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw ziel bevrijd. Als ook een rechtvaardige zich van zijn gerechtigheid afkeert, en onrecht doet, en Ik een aanstoot voor zijn aangezicht leg, hij zal sterven; omdat gij hem niet gewaarschuwd hebt, zal hij in zijn zonde sterven, en zijn gerechtigheden, die hij gedaan heeft, zullen niet gedacht worden; maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. Doch als gij den rechtvaardige waarschuwt, opdat de rechtvaardige niet zondige, en hij niet zondigt; hij zal zekerlijk leven, omdat hij gewaarschuwd is; en gij hebt uw ziel bevrijd", Ezech. 3:17-21.

Een van de meest misbruikte bijbeluitspraken is dan ook Mattheus 7:1: "Oordeelt niet".
"Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. Want met welk oordeel gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden; en met welke maat gij meet, zal u wedergemeten worden. En wat ziet gij de splinter, die in het oog van uw broeder is, maar de balk, die in uw oog is, merkt gij niet? Of, hoe zult gij tot uw broeder zeggen: Laat toe, dat ik de splinter uit uw oog uitdoe; en zie, er is een balk in uw oog? Gij geveinsde! werp eerst de balk uit uw oog, en dan zult gij bezien, om de splinter uit het oog van uw broeder uit te doen", Matt 7:1-5.

De Kanttekenaren zeggen bij deze tekst:
"Namelijk lichtvaardiglijk, of verkeerdelijk, uit haat, nijdigheid, of ongegrond achterdenken. Anders is een oprecht oordeel van zaken, waarvan men rechte kennis heeft, als het tot een goed einde geschiedt, zo in het gericht als daar buiten, niet alleen geoorloofd, maar ook geboden." (Zie 2 Kron. 19:6; Joh. 7:24; 1 Cor. 5:12).

Mag ik mijn lezers erop wijzen op het feit dat Mattheus 7:1-5 gericht is aan de huichelaars en geveinsden (zie: vs. 5), dus niet aan hen die op grond van Gods Woord onderscheiden of een leraar of leer, waar is of vals. Christus waarschuwt hier de huichelaars die altijd maar met de vinger naar een ander wijzen en zelf buiten schot blijven, zoals die Farizeer voorin de tempel laag neerkeek op de tollenaar en zich ver boven deze arme zondaar verhief. De laatste ging evenwel gerechtvaardigd naar zijn huis, terwijl die blinde en hoogmoedige Farizeer staande bleef in zijn rampzalige eigen waan en zichzelf en anderen bedroog voor de eeuwigheid.

Er zijn er velen die vromelijk doch met het nodige vergif in hun staart met het "oordeelt niet" zwaaien, dikwijls alleen om datgene wat onschriftuurlijk is te verdedigen. Zelf nemen zij de vrijheid om het "oordeelt niet" in de ware betekenis aan hun laars te lappen. Zij zien hun eigen tegenstrijdigheid niet, en ook niet dat zij daardoor anderen veroordelen die Gods Woord gehoorzamen omtrent het oordelen van hetgeen vals is. Het is tragisch te zien hoeveel valse leringen al zijn ingekankerd door het misbruik van Matth. 7:1-5. De reden waarom de gevestigde kerken vandaag zo afvallig zijn en verdeeld tot op het bot, is, omdat de leraren en de ouderlingen niket door God geroepen zijn, veeleal niet eens bekeerd zijn en derhalve de plicht van het bijbelse oordelen massaal nalaten, vooral jegens elkander. Ze nemen de eer van elkander aan, maar om Gods eer bekommeren zij zich niet. Onze gezondheid wordt -menselijk gesproken- in stand gehouden door gezond te eten en ons af te schermen van allerlei ziektekiemen. Onze geestelijke gezondheid wordt in stand gehouden door God Zelf, door ons te weer te stellen tegen de ziektekiemen van valse leringen.

Het grootste gevaar in onze tijd is de nalatigheid om cencurerend te oordelen jegens ketterijen en allerhande geestelijke valsheid. Als het over de ingekankerde valse leringen gaat, dan mag elk christen wel bedenken dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken. Valse leringen moeten uitgesneden worden. "Want de wapenen van onzen krijg zijn niet vleselijk, maar krachtig door God, tot nederwerping der sterkten", 2 Kor. 10:4.

Paulus schrijft in de Hebreenbrief dat meer geoefende gelovigen, diegenen zijn "die door de gewenning de zinnen geoefend hebben, tot onderscheiding beide van het goede en van het kwade" (Hebr. 5:11-14).

De Bereers "die het Woord ontvingen met alle toegenegenheid", onderzochten dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren die van Paulus gesproken waren" (Hand 17:11).

Al die (brute) verwijters die ons getuigenis veroordelen, alleen al vanwege het feit dat wij dikwijls vanwege de dwalingen bijbels moeten oordelen (separeren tussen schijn en zijn), mogen de volgende teksten wel in acht nemen:
1 Korinthe 6:2: "Weet gij niet, dat de heiligen de wereld oordelen zullen? En indien door u de wereld geoordeeld wordt, zijt gij onwaardig de minste gerechtzaken?"
1 Korinthe 6:3: "Weet gij niet, dat wij de engelen oordelen zullen? Hoeveel te meer de zaken, die dit leven aangaan?"

Het bijbels oordelen is dus geen strijd tegen vlees en bloed, zoals vele naambelijders beweren, maar een evangelische liefdesplicht voor al Gods kinderen en met name voor Gods geroepen getuigen, die getrouw gedaan moet worden, zonder bijoogmerken. "Alzo ook gij, wanneer gij zult gedaan hebben al hetgeen u bevolen is, zo zegt: Wij zijn onnutte dienstknechten; want wij hebben maar gedaan, hetgeen wij schuldig waren te doen", Luk. 17:10.

Vanzelf moeten wij ook onszelf gedurig voor Gods aangezicht oordelen, want wie meent te staan, ziet toe dat hij niet valle. "Onderzoekt uzelf, of gij in het geloof zijt, beproeft uzelf" 2 Kor. 13:5. "Want indien wij onszelf oordeelden, zo zouden wij niet geoordeeld worden. Maar als wij geoordeeld worden, zo worden wij van de Heere getuchtigd, opdat wij met de wereld niet zouden veroordeeld worden", 1 Kor. 11:31-32.

Maar ondanks die gedurige en noodzakelijke zelfbeproeving, blijft onze roeping staande, omdat de Heere er de Bewerker van is en daarvan ook gedurig getuigenis geeft, want anders zouden we geen volharding in die roeping hebben.

Het is echter een heel verschil of de dwalingen door onkunde aan de hand gehouden worden, of dat zij profaan geleerd worden ten spijt van ettelijke waarschuwingen. In het eerste geval moeten wij in zachtmoedigheid te werk gaan of we onze naaste mogelijk kunnen winnen, zodat hij van zijn dwalingen afstand zal nemen. (Zo moeten we onszelf ook laten behandelen als het terecht is). In het laatste geval mag er echter niet met enige medelijden worden gewerkt, maar moet de scherpte van het Woord er tegenover geplaatst worden, al betreft het ook een engel uit de hemel (Gal. 1:8-9). Voor alles geldt wat geschreven staat in de volgende tekstaanhalingen:
Zacharia 4:6: "Niet door kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de HEERE der heirscharen."
Romeinen 12:19: "Wreekt uzelven niet, beminden, maar geeft den toorn plaats; want er is geschreven: Mij komt de wraak toe; Ik zal het vergelden, zegt de Heere."
Hebreen 10:30: "Want wij kennen Hem, Die gezegd heeft: Mijn is de wraak, Ik zal het vergelden , spreekt de Heere. En wederom: De Heere zal Zijn volk oordelen."

GPPB. v.d.m.


http://www.derokendevlaswiek.com