WIE/DE/GODDELOZE/RECHTVAARDIGT EN DE RECHTVAARDIGE VERDOEMT, ZIJN DE HEERE EEN GRUWEL
WIE DE GODDELOZE RECHTVAARDIGT EN DE RECHTVAARDIGE VERDOEMT, ZIJN DE HEERE EEN GRUWEL  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier KLEEN/ZONDAG-BIOGRAFIE: "Wie den goddeloze rechtvaardigt, en den rechtvaardige verdoemt, zijn den HEERE een gruwel, ja, die beiden", Spr. 17:15.

Inzender: De Katwijkse vrouw uit Handelingen 16:17 heeft te kennen gegeven het opeens oneens te zijn met de preken van de door hem bewierookte doperse vriend R.J. Jansen en noemt zijn favoriete zieleherder, ds. D.C. Overduijn, "een kolhbruggiaan". Het wordt Kleen blijkbaar te heet onder de voeten, want hij heeft een soort afscheidsbrief geschreven op zijn website, met een verwijzing naar "de aanstaande vervolging". Verder beweert hij dat hij "dit werk 11 jaar heeft mogen doen."
Vraag: Wie is dan zijn opdrachtgever geweest?

-----------------------------------------------

Antwoord:
1. Ja, de kleen-tragedie is een in-en-in triest verhaal, maar in Gods Woord voorzegd (Hand. 8:9 - 2 Pet. 2:2). De Katwijkse vrouw uit Hand. 16:17, staat te boek als een beunhaas op de zwarte kerkmarkt, ofwel als een doe-het-zelver van de eerste wettische orde, die 11 jaar lang zijn lastertong tegen het werk Gods en des Geestes jegens ondergetekende heeft laten ratelen, gelijk geschreven is in Spreuken 17:15, terwijl hij met een gladde tong een scala rijp-&-groen-dominees in zijn kijkdoos etaleert om punten te scoren, zoals kleine kinderen plegen te doen. Genoemde visvrouw in mannenkleding heeft zichzelf gedecoreerd als een apoloscheet, die echter in geestelijke zaken net zoveel onderscheid heeft als dat een kip van spruitenplukken afweet en alles en iedereen nakakelt.

2. Zijn vete met zijn doperse vriend Jansen was te voorzien, aangezien een dopers huis dat tegen zichzelf verdeeld is, niet zal bestaan (Matth. 12:25). "Krankzinnige geesten" noemt Calvijn genoemde doperse sacraments-verkrachters.

3. Er zijn vele kohlbruggianen geweest die de leer van Kohlbrugge vervalst hebben, omdat zij die niet verstonden/verstaan en er geen bevindelijke kennis aan hadden/hebben. Ds. D.C. Overduijn "een kohlbruggiaan" te noemen, is een vleselijke decoratie en ook een degradatie, aangezien de kohlbruggianen Kohlbrugge niet verstaan. Dr. Kohlbrugge heeft degenen die beweren "door het Evangelie aan de Wet gestorven te zijn" -zoals ook Kleen van zichzelf beweert- met Gods Woord een been gelicht, aangezien de oude mens alleen door de bediening des doods der wet sterft en Gode leeft door het Evangelie (Gal. 2:19).

4. Hoewel Kleen in zijn "farewell" beweert "niet het bijltje te willen neergooien", heeft hij genoemde bijl nooit bij God vandaan gehanteerd, aangezien hij net zoveel van een Goddelijke roeping afweet als de valse profeet Hananja! Kleen was al afgehaakt voordat hij begonnen is, zoals Demas afhaakte en de apostel Paulus heeft verlaten, omdat hij de tegenwoordige wereld liefhad. Beunhaas Kleen staat 1 op 1 met de godslasteraar ds. W.A. Zondag, gelijk geschreven is in Spreuken 17:15: "Wie den goddeloze rechtvaardigt, en den rechtvaardige verdoemt, zijn den HEERE een gruwel, ja, die beiden." KLIK OP DE AFBEELDING TER INZAGE VAN DE WARE AARD VAN BEUNHAAS KLEEN.

Kleen suggereert in zijn brief dat de vervolging zal beginnen, terwijl al Gods kinderen vervolgd WORDEN (2 Tim. 3:12), maar daar hebben huurlingen geen kennis aan, en zij zijn er ook vijanden van, omdat zij de ergernis van het kruis teniet gedaan hebben, opdat ze niet vervolgd zouden worden (Gal. 6:12 - Filip. 3:18).

5. Kleen, alias Alexander de kopersmid (lees 2 Tim. 4:14), is vanaf het begin zijn eigen opdrachtgever geweest, die doorlopend met andermans kalveren ploegt, en met het gestolene claimde alsof hij het allemaal zelf geschreven had/heeft. Beunhaas Kleen pretendeerde met zijn copy & paste-website een Goddelijke roeping te hebben, terwijl die bespottelijke pretentie al achterhaald was voordat hij eraan begon, aangezien God geen roeping geeft aan religieuze papegaaien. Vandaar dat hij nu ook zelf het besluit genomen heeft om zich van zijn eigen Handelingen 8:9-dienst geveinsdelijk te onttrekken en zijn "farewell" heeft bezegeld met een zegen-God-en-sterf-brief, terwijl al Gods geroepen getuigen life-long door God geroepen zijn. Huurlingen beginnen zelf te lopen en schrijven hun farewell-brieven met drogredenen, vooral als ze bevreesd zijn dat het hen weleens teveel kan gaan kosten, zoals we ook bij Demas zien, die ook geen roeping bleek te hebben en om genoemde reden afhaakte, omdat hij de tegenwoordige wereld altijd had liefgehad. Zulke belials-demassen heb ik bij hopen meegemaakt en ze kunnen ver meelopen, zoals ook Orpa helemaal meeliep tot aan de grensovergang en daarbij een zee aan tranen stortte, maar -net als Demas- afhaakte en naar haar afgoden terugkeerde, gelijk een hond naar zijn uitbraaksel wederkeert.
Kleen is duidelijk een vroomsprekende eigen-eerjager gebleken, pretenderende dat hij wat groots was (Hand. 8:9), en tegelijkertijd de sodomitische nashville-kool en de gelijknamige pkn-geit gespaard heeft, nooit heeft ingestaan voor de eer en Naam des Heeren en nooit zijn stem heeft laten klinken tegen de roepende zonden van de sodomitisch-tuchtloze refokerken en van het deepstate-duo, RD/SGP, ergo, hij etaleert rijp en groen om punten te scoren, maar van dat porseleinen kaartenhuis heeft hij nu zelf afscheid genomen, omdat er niets van God bij is, terwijl de Heere alleen Zijn Eigen werk bevestigt en in stand houdt.

PS. Internet is voor mij slechts een spreekbuis-medium, maar zodra we een knieval voor de duivel moeten maken om nog van internet gebruik te kunnen maken, zullen we internet buiten de deur gooien, maar daar is vooralsnog geen sprake van, hoewel het zomaar ineens kan gebeuren. Onze Goddelijke roeping om het Woord te verkondigen staat of valt vanzelf niet met wel of geen gebruikmaking van internet, terwijl geestelijke beunhazen van internet afhankelijk zijn. De Heere zegent de bediening via de rokende vlaswiek tot op deze dag, tot aan de verste grenzen, hoewel Hij de kandelaar uit de refokerken heeft weggenomen, omdat het leger ongeroepen refo-dominees zweren bij de HEERE en zweren bij de Malcham (Moloch), ofwel Christus en de Belial tegelijk dienen en ten spijt van de bestraffende man in de poort, daarin profaan volharden, gelijk geschreven is: "Ik zal Mijn hand uitstrekken tegen Juda, en tegen alle inwoners van Jeruzalem; en Ik zal uit deze plaats uitroeien het overblijfsel van Baal, en den naam der Chemarim met de priesters; en die zich nederbuigen op de daken voor het heir des hemels, en die zich nederbuigende zweren bij den HEERE, en zweren bij Malcham; en die terugkeren van achter den HEERE; en die den HEERE niet zoeken, en vragen naar Hem niet", Zef. 1:4-6.

zegen,

GPPB. v.d.m.


http://www.derokendevlaswiek.com