|
HHK-DS. H. ZWEISTRA VERVALST ABRAHAMS VOORBEDE VOOR DE RECHTVAARDIGEN IN SODOM
Klik op de afbeelding ter beluistering van de Schriftvervalsende uitspraken van ds. H. Zweistra
Inzender: Ik heb eigenlijk nooit de vrijmoedigheid gehad om u te mailen, vanwege het feit dat u Gods Woord zo separerend preekt. Uw manier van preken gaat door mijn merg en been. Ik ben maar een gewoon urker visboertje, die ook weleens sjoemelt met de vis-quotes. Om die reden schrijf ik anoniem en ik wil graag anoniem blijven, want als u dit briefje publiceert, staat heel Urk overeind als ze dit van mij lezen, temeer omdat ik me voor de buitenwacht presenteer als een "goudeerlijke" visser. Dus dan weet u gelijk met welk soort van huichelaar u van doen hebt. Als broodvisser werp ik de ondermaatse vis weer overboord, maar onder uw prediking ben ik zelf in geestelijk opzicht overboord gegaan, maar door mijn reddingsvest (eigengerechtigheid) kwam ik weer bovendrijven. En als ik dan in uw preken hoor, dat "de huidige reddingsboei-prediking de toets van Gods Woord niet kan doorstaan, omdat Christus Zijn volk vindt op de bodem van de oceaan", dan moet ik dat reddingsvest ook nog kwijt. Maar toen ik vandeweek las dat u "de vrolijkheid zelve bent", gaf dat bij deze drenkeling de doorslag om u ook eens te schrijven.
Het gaat over een fragment uit een preek van ds. H. Zweistra in Urk. Ik geef u de link van de preek waar het over gaat en ook de preek zelf die ik aan u ge-upload heb (zie bijlage).
https://www.hhgelim.nl/kerkdienst-luisteren/preek-terug-luisteren
Ds. Zweistra zegt letterlijk in de morgenpreek van 10 uur op 14 maart, op 1.02:48, dat "Abraham voor de hoeren bad" en ook dat "Abraham voor de sodomieten in Sodom bad", en dat "Abraham geen millimeter boven die sodomieten uit kon komen".
Wat ik vreemd vind, is, dat ik nergens in de Bijbel kan vinden dat Abraham "voor de hoeren bad". Ook vind ik het vreemd dat ik nergens in de Bijbel kan vinden dat "Abraham voor de sodomieten in Sodom bad", wel dat Abraham met het oog op Lot, voor een aantal rechtvaardigen in Sodom bad.
Mijn vraag aan u is, wilt u dat fragment uit die preek van ds. Zweistra eens beluisteren en erop reageren. Ik ben (nog) lid van de oudgereformeerde kerk en heb lang verkeerd onder de preken van ds. Zwartebol, maar die preekt uitsluitend zondagsschoolverhaaltjes en daar val ik steeds bij in slaap. Sinds ik uw preken beluister, blijf ik klaarwakker, maar ik weet dat u dat "een wettische ontwaking" noemt en inderdaad, ik voel me als een drenkeling nog verre van gered en ik heb geen vrede tussen God en mijn ziel. Hopenlijk gaat dat reddingsvest nog eens uit, maar dan is het ook met mij over en uit, want ik kan niet zwemmen. Zolang ik nog op de golven drijf, zie ik uit naar uw reactie en bijvoorbaat dank. vg. uit Urk.
-----------------------------------------------------
Antwoord: Waarde zwartvisser. Uw verhaal komt aardig overeen met de afbeelding van het zinkende schip, alleen -als ik het tenminste goed begrepen heb- ligt u als een drenkeling in het water, terwijl de kapitein van het zinkende bootje (zie afbeelding) zich nog binnenboord bevindt. Als het waar is wat u zegt, nl. dat u in geestelijke zin overboord bent gegaan, kunt u reeds geen zwarte vishandel meer bedrijven, want dan is de brug naar de zwarte handel reeds opgetrokken. Ik hoop werkelijk voor u dat de dag snel aanbreekt dat u in geestelijke zin richting de zeebodem verzinkt, en dan moet u niet alleen dat reddingsvest kwijt, maar uzelf, in de dood van de oude mens (Rom., 7:9 - Gal. 2:19), want Christus redt alleen de doden die in hun Adamsgraf liggen (Joh. 5:25), waarvoor Hij te Zijner tijd gestorven is (Rom. 5:6). Dezulken hebben net teveel om te sterven en net te weinig om te leven, maar als het laatste levensdraadje van de oude mens wordt doorgesneden, valt genade vrij. Ik hoop dus dat u maar snel verdrinkt in geestelijke zin, want Christus redt geen drenkelingen, maar uitsluitend verdronkenen.
Overigens is het niet de prediking opzich die door uw merg en been gaat, maar het Goddelijke Woord zelf, waarvan geschreven staat: "Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel, en des geestes, en der samenvoegselen, en des mergs, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten", Hebr. 4:12.
Ondertussen, zou ik, als ik u was, ds. Zweistra zelf aanschrijven en/of aanspreken, doch ik denk niet dat hij zich iets aantrekt van hetgeen hij aan waarschuwingen en weerleggingen omtrent zijn sodomitische uitspraken op zijn bord krijgt, zoals in het recente artikel "Omtrent de satanische MSM/RD/SGP-Corruptie" uit Gods Woord bewezen wordt, waaruit duidelijk blijkt, dat als er sprake is van afval, wederkeer is uitgesloten.
Uw briefje is wel opmerkelijk, want ik heb uw verwijzing naar de bizarre preek-uitspraken van ds. Zweistra over de voorbidding van Abraham recent ook al van anderen gehoord en het audio-fragment uit de betreffende Zweistra-preek is reeds in mijn bezit (Klik op de afbeelding). U ziet, dergelijke Schriftvervalsing en bijbelheiligen-verkrachting komt altijd openbaar.
In het geval van ds. Zweistra is dat geen vreemde zaak, aangezien ook hij ondertekenaar is van de van God vervloekte sodomistische Nashville-verklaring. Ook heeft Zweistra de bijbelse verwerpers van genoemde verklaring "hardliners" genoemd, terwijl hij met zijn genoemde sodomitische ondertekening en zijn gelijknamige hardline-kwalificatie de Goddelijke scheppingsorde verkracht en ook Abraham, de vader aller gelovigen, versodomiseerd door zijn bizarre uitspraken. Ook Zweistra behoort duidelijk tot de afvallige refo-priesterschaar, aangezien ook hij de leer van Christus overtreedt en die dat doen, hebben God niet (2 Joh. 1:9).
Zweistra versodomiseert de vader aller gelovigen Abraham, door Abrahams voorbidding te diaboliseren, alsof ook Abraham de sodomitische Nashville-verklaring zou hebben ondertekend! Zweistra doet dus ook mee aan de godslasterlijke ingekankerde refo-trend van bijbelheiligen-verkrachting, zoals GGinN-ds. J.A. Weststrate dat met de godvrezende koningin Esther en de godvrezende Mordechai heeft gedaan; zoals ex-Staphoster-HHK-ds. Reinders en HHK-ds. Veldman hebben gedaan met de godzalige Rachel en zoals HHK-ds. W. Roos dat heeft gedaan met Maria, de moeder des Heeren, en met Petrus. Dit soort profane bijbelheiligen-verkrachting staat gelijk aan de doodzonde van de 42 kinderen die de man Gods, Eliza, uitvloekten, zeggende: "Kaalkop, ga op, kaalkop ga op!" 2 Kon. 2:23.
We gaan nu nog even in op de uitspraken van Zweistra over de voorbidding van Abraham, zodat iedereen die dit leest de preekuitspraken van ds. Zweistra zelf kan beluisteren door een klik op de afbeelding. We zullen eerst het betreffende Schriftgedeelte uit Gods Woord citeren uit Genesis 18:20-33, waar geschreven staat: "Voorts zeide de HEERE: Dewijl het geroep van Sodom en Gomorra groot is, en dewijl haar zonde zeer zwaar is, Zal Ik nu afgaan en bezien, of zij naar hun geroep, dat tot Mij gekomen is, het uiterste gedaan hebben, en zo niet, Ik zal het weten. Toen keerden die mannen het aangezicht van daar, en gingen naar Sodom; maar Abraham bleef nog staande voor het aangezicht des HEEREN. En Abraham trad toe, en zeide: Zult Gij ook den rechtvaardige met den goddeloze ombrengen? Misschien zijn er vijftig rechtvaardigen in de stad; zult Gij hen ook ombrengen, en de plaats niet sparen, om de vijftig rechtvaardigen, die binnen haar zijn? Het zij verre van U, zulk een ding te doen, te doden den rechtvaardige met den goddeloze! dat de rechtvaardige zij gelijk de goddeloze, verre zij het van U! zou de Rechter der ganse aarde geen recht doen? Toen zeide de HEERE: Zo Ik te Sodom binnen de stad vijftig rechtvaardigen zal vinden, zo zal Ik de ganse plaats sparen om hunnentwil. En Abraham antwoordde en zeide: Zie toch; ik heb mij onderwonden te spreken tot den Heere, hoewel ik stof en as ben! Misschien zullen aan de vijftig rechtvaardigen vijf ontbreken; zult Gij dan om vijf de ganse stad verderven? En Hij zeide: Ik zal haar niet verderven, zo Ik er vijf en veertig zal vinden. En hij voer voort nog tot Hem te spreken, en zeide: Misschien zullen aldaar veertig gevonden worden! En Hij zeide: Ik zal het niet doen om der veertigen wil. Voorts zeide hij: Dat toch de Heere niet ontsteke, dat ik spreke; misschien zullen aldaar dertig gevonden worden! En Hij zeide: Ik zal het niet doen, zo Ik aldaar dertig zal vinden. En hij zeide: Zie toch, ik heb mij onderwonden te spreken tot de Heere; misschien zullen er twintig gevonden worden! En Hij zeide: Ik zal haar niet verderven om der twintigen wil. Nog zeide hij: Dat toch de Heere niet ontsteke, dat ik alleenlijk ditmaal spreke: misschien zullen er tien gevonden worden. En Hij zeide: Ik zal haar niet verderven om der tienen wil. Toen ging de HEERE weg, als Hij geeindigd had tot Abraham te spreken; en Abraham keerde weder naar zijn plaats.
Eigenlijk is hetgeen Gods Woord ons vermeldt over de voorbidding van Abraham opzich al duidelijk genoeg, ook wat de weerlegging betreft van de Schriftvervalsende uitspraken van Zweistra. Zweistra zegt inderdaad letterlijk wat u van hem citeert en ik heb het hem zelf ook horen zeggen. (Klik op de afbeelding voor aanhoring audio-fragment)
De eerste uitspraak van Zweistra, namelijk, "dat Abraham voorbidding doet voor de hoeren", is inderdaad in Gods Woord niet te vinden. Het gaat in de eerste plaats niet over het feit of het bidden voor hoeren en sodomieten bijbels of onbijbels is, maar over het feit of het waarheid of leugen is wat Zweistra in zijn preek beweert. Het zijn pure leugens!
De tweede uitspraak van Zweistra, namelijk, "dat Abraham voor de sodomieten in Sodom bidt", is brute Schriftverkrachting. U merkte het al op dat Abraham voorbidding doet voor de eventueel aanwezige rechtvaardigen in Sodom, inderdaad met het oog op Lot. Abraham herhaalt zijn pleidooi voor het aangezicht van God voor de eventueel aanwezige rechtvaardigen in Sodom tot zes keer toe. Eerst 50, dan 45, dan 40, dan 30, dan 20 en tenslotte 10 rechtvaardigen. Abraham rechtvaardigt echter God dat Hij Sodom zal wegvagen vanwege de goddelozen die daarin wonen, want hij zegt: "Zult Gij ook den rechtvaardige met den goddeloze ombrengen?" Die bede herhaalt Abraham met extra nadruk, zeggende: "Het zij verre van U, zulk een ding te doen, te doden den rechtvaardige met den goddeloze! dat de rechtvaardige zij gelijk de goddeloze, verre zij het van U! zou de Rechter der ganse aarde geen recht doen?", vs. 25.
Abraham bidt dus absoluut niet voor de sodomieten, noch voor het behoud van Sodom opzich, maar omwille van zijn broeder in Christus, Lot, doet hij zijn voorbede voor 50, 45, 40, 30, 20, en tenslotte voor 10 rechtvaardigen. Abrahams gebed voor tien rechtvaardigen wordt niet verhoord, aangezien er geen tien rechtvaardigen in Sodom woonden. Abrahams indirecte voorbede voor Lot wordt wel, doch totaal anders verhoord, dan Abraham ooit had kunnen denken. Lot wordt namelijk uit Sodom gered, met zijn twee dochters, en de sodom-lievende vrouw van Lot veranderd in een zoutpilaar. Welnu, dat is de kerk van vandaag, een sodom-lievende zoutpilarenkerk!
De uitspraak van Zweistra, dat Abraham gebeden zou hebben voor de sodomieten, komt voort uit een sodomitisch oogmerk, want zijn uitspraak is een subtiele onderschrijving van de ingekankerde refo-sodomie. Bidden voor sodomieten of dat zij bekeerd mogen worden, met het bijbelse oogmerk dat zij dan geen sodomieten meer zijn, is niet verkeerd, maar dat bedoelt Zweistra uitdrukkelijk niet met zijn uitspraak. Zweistra kerstent de refo-sodomie waarvan hij voorstander is, net als al die 235 Nashville-ondertekenaars, plus de veinzende rest die niet ondertekend heeft, aangezien dezulken zich er niet publiek van hebben vrijgemaakt, en daarmee het vuuroordeel Gods op hun hals gehaald hebben en dat geldt zowel de Nashville-ondertekenaars alswel de niet-ondertekenaars.
Ook is de uitspraak van Zweistra, namelijk "dat Abraham niet boven de sodomieten kon uitkomen", pure inlegkunde, aangezien het feit dat Abraham erkent dat hij stof en as is, niet slaat op een verheffing boven de sodomieten, maar omdat hij tot God spreekt, zeggende: "Zie toch; ik heb mij onderwonden te spreken tot den Heere, hoewel ik stof en as ben!" vs. 27.
In de tweede plaats doet Zweistra niet alleen aan pure Schriftvervalsing, maar ook verkracht hij Abraham in zijn zalige staat, aangezien hij Abraham versodomiseert, door Abraham gelijk te stellen met de sodomieten, met zijn subtiel bedoelde uitspraak, namelijk, "dat Abraham zich niet boven de sodomieten kon verheffen, ziende op zijn eigen afkomst." Met deze uitspraak bedrijft Zweistra opnieuw opzettelijke Schriftverkrachting, aangezien zelfverheffing aan Abrahams zijde in dit Schriftgedeelte niet eens aan de orde is. Zweistra doet aan pure sodomitische inlegkunde.
Bovendien spreekt Abraham totaal anders dan Zweistra van hem beweert. Abraham zegt namelijk in vers 25: "Het zij verre van U, zulk een ding te doen, te doden den rechtvaardige met den goddeloze! dat de rechtvaardige zij gelijk de goddeloze, verre zij het van U! zou de Rechter der ganse aarde geen recht doen?" Hieruit blijkt duidelijk dat Abraham God rechtvaardigt als Hij alle goddelozen in Sodom met de vernietiging van Sodom ombrengen zal.
Geheel contra de sodomitische inlegkunde van Zweistra, legt Abraham in vs. 25 duidelijk het onderscheid aan de dag tussen de rechtvaardigen en de goddelozen, aangezien hij God onrechtvaardigheid verwijt, ALS Hij met de vernietiging van Sodom ook de rechtvaardigen die daarin zijn, zal ombrengen, zeggende: "dat de rechtvaardige zij gelijk de goddeloze, verre zij het van U!" Hiermee maakt Abraham God het verwijt dat Hij de goddelozen op 1 lijn zet met de rechtvaardigen, namelijk, ALS Hij Sodom zou vernietigen met de rechtvaardigen.
Als Abraham met zijn 318-koppig-gideonslegertje Lot uit de handen van de koning van Elam, Kedor-Laomer, redt, met de koning van Sodom en zijn onderdanen, blijkt ook Abrahams burgerlijke(!) naastenliefde voor de weggevoerde inwoners van Sodom, maar hij neemt niets van de koning van Sodom aan, dus hij reikt hem niet de hand, zeggende: "Ik heb mijn hand opgeheven tot den HEERE, den allerhoogsten God, Die hemel en aarde bezit; zo ik van een draad aan tot een schoenriem toe, ja, zo ik van alles, dat het uwe is, iets neme! opdat gij niet zegt: Ik heb Abram rijk gemaakt!" Gen. 14:22-23.
Vriend Zweistra reikt Sodom wel de hand en hij is duidelijk gebrainwashed door Steef de Bruijn en Co. Refo-dominees die Sodom de hand reiken (ze doen het allemaal), zijn zonder enige uitzondering wolven in schaapsklederen, omdat al degenen die in strijd leven met de Goddelijke scheppingsorde en zich niet waarachtig tot God bekeren, van de zaligheid zijn uitgesloten. Dominees die Sodom de hand reiken hebben geen Goddelijke roeping om Gods Woord te prediken, maar staan in Gods Woord als verleiders te boek, gelijk geschreven is: "Want dit volk keert zich niet tot Dien, Die het slaat, en den HEERE der heirscharen zoeken zij niet. Daarom zal de HEERE afhouwen uit Israel den kop en den staart, den tak en de bieze, op een dag. (De oude en aanzienlijke, die is de kop; maar de profeet, die valsheid leert, die is de staart). Want de leiders dezes volks zijn verleiders, en die van hen geleid worden, worden ingeslokt", Jes. 13:12-15.
met heilbede,
GPPB. v.d.m.
|
|