 |
 |
DIKWIJLS SLECHT INTERNET-BEREIK, ZODAT PUBLICEREN DAN MOEILIJK IS, MAAR WEL BEREIK ONDER DE HEIDENEN IN THE MIDDLE OF NOWHERE, ASKING THEM: 'WHAT DOES GOD THINK OF YOU?'
Klik hier
| |
|
|
DIKWIJLS SLECHT INTERNET-BEREIK, ZODAT PUBLICEREN DAN MOEILIJK IS, MAAR WEL BEREIK ONDER DE HEIDENEN IN THE MIDDLE OF NOWHERE, ASKING THEM: "WHAT DOES GOD THINK OF YOU?"
Een voor mij bekende lezer: Ik zie al ruim een week geen artikelen van u op uw website en ook de preken van de vorige zondag staan er niet op. Er is toch niets ernstigs met u?
Antw.: Thanks for your concern, my friend. Nee, alles is wel (Matth. 28:20), hoewel het leven altijd ernstig is. Verleden week waren twee van mijn kleindochters -buiten hun schuld- betrokken bij een bijna-dodelijk auto-ongeluk, maar de Heere hield Zijn hand er nog tussen - geprezen zij Zijn heilige Naam! De auto was total-loss (zie picture) en de mensen die het gezien hebben -ook het ambulance-personeel- vroegen zich af hoe het mogelijk was dat zij nog levend uit het autowrak gekomen zijn. Het is een wonder Gods, maar tegelijk was het een ernstige roepstem. God had nog geen lust in hun dood, maar daarin dat zij zich zouden bekeren en leven! Die roepstem willen we hierbij doorgeven aan allen, opdat het nog zou mogen worden geheiligd aan veler harten.
Nee, een volle week niets gepubliceerd, omdat het internet bereik de laatste tijd en vooral overdag zeer slecht is hier, zodat we niets of nauwelijks iets kunnen publiceren. Des nachts gaat het nog het beste, maar ik kan er niet altijd voor op blijven, dat is te vermoeiend.
Ik zal van deze gelegenheid gebruik maken om een en ander uit de doeken te doen. De zendingsroeping laat zich de laatste tijd weer gelden, namelijk, om het net des evangelies opnieuw aan de andere zijde van het schip te werpen, aangezien er onder de refobelijders niet of nauwelijks weerklank is op de bergen. Gods gezaghebbende en separerende Waarheid heeft men in onze afvallige dagen ingewisseld voor kerkpolitieke correctheid (corruptheid), vaccuum-verpakte sodomie, publieke (kerk)opinie en oudwijfs pastoraat. De gezaghebbende leer en de allesbeslissende genade in en door Christus is kerkbreed vervalst, met name door een arminiaans conclusie-geloof van de stik-onbekeerde autonome mens.
Het nieuwe vervloekte refo-normaal bestaat o.a. uit het zich vermaken in de profane RD-leugens, in de globalistische SGP-horror, in niet-bestaande "celibataire" sodomie, in homosekslessen op refoscholen, in allerhande schijnbekeringen dat gepaard gaat met een rooms-schizofrene tweemensleer, waarin de oude mens aan de nieuwe mens wordt geplakt, terwijl dat genadeloze viervoetige monster onder de wet, de enge poort niet door komt. Binnen en buiten het afvallige Refodom is men massaal vijandig gezind jegens de radicaliteit van Gods Woord, zeggende: "Schouwt ons niet, wat recht is; spreekt tot ons zachte dingen, schouwt ons bedriegerijen", Jer. 30:10b. En men heeft er geen besef van dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken, zoals dat van de zonen van Samuel geschreven staat: "Maar zij neigden zich tot de gierigheid, en namen geschenken, en bogen het recht", 2 Sam. 8:3b.
Er is echter niets nieuws onder de zon, want zo is het ook de van God geroepen profeten vergaan en zij moesten het hart van het halsstarrige volk der Joden vet maken, totdat alle steden verwoest en er geen inwoners meer zouden zijn (Jes. 6:10-11). Jeremia was met gramschap vervuld vanwege de afvalligheid der Joden, zeggende: "Och, dat ik in de woestijn een herberg der wandelaars had, zo zou ik mijn volk verlaten, en van hen trekken; want zij zijn allen overspelers, een trouweloze hoop", Jer. 9:2.
Ik zat verleden week in the middle of nowhere en had daar een conversation onder de native bewoners aldaar, asking them: "What does God think of you?" en daar gaan we dan op door, omdat de meeste mensen op zo'n directe vraag geen antwoord weten te geven. Overigens zou elke belijder binnen het reformatorische gemenebest zich deze vraag moeten stellen, want het antwoord erop staat al in Gods Woord geopenbaard, zowel voor de reizigers op de brede weg als voor de reizigers op de smalle weg. De massa belijders bekommert zich niet om hun eeuwige bestemming, maar dan zal het des te vreselijker zijn te vallen in de handen van de levende God als men onverzoend sterft.
Ik heb altijd meer beet onder de vissen in de wereldvijver dan in de refovijver vol dode refovissen die te best zijn om slecht te zijn en te goed om verloren te gaan. Vissen in de heggen en stegen der wereld betreft ook daklozen en drugsverslaafden en daar hebben we in dit land geen gebrek aan. De meesten van hen leven op de rand van de dood en hebben nog een besef dat zij sterven moeten, maar de wassenbeelden-belijders van het dode en globalistische Refodom weten niet met al.
Destijds had ik als lift-truck mechanic, met name in de havens van Rotterdam en Amsterdam meer geestelijke gesprekken met bandieten, hoeren en tollenaren, dan dat ik al die jaren ooit in die refokerken met de refo-belijders heb gehad. In genoemde havens voert de goddeloosheid de boventoon -net als in de huidige refokerken-, maar ik kon er zijn, want ik liep toen in de eerste liefde en met mijn God drong ik door alle onmogelijkheden heen, want de Heere was er ook bij. Maar uit de afvallige refo-sodom-spot-kerken, waarin de meest gruwelijke zonden gekerstend worden, waartegen niemand in die kringen publiek en bij God vandaan getuigt, heeft God Zijn Geest weggenomen en hen een kracht der dwaling bezorgd, omdat zij zich niet door Gods Woord laten gezeggen, Gods bestraffende getuigen in de poort haten en de globalistische baals, RD en SGP, handhaven en bewieroken, die ontegenzeggelijk deel uitmaken van een satanic cult. God zal hen derhalve bloedige oordelen bezorgen, want hoewel God traag is tot toorn, laat Hij Zijn Woord niet vervalsen en Zijn geroepen getuigen niet bespotten.
Er is zelfs geen dominee meer aan te spreken op de algehele kerk-sodomitsche afval, omdat zij compleet gedrogeerd zijn, hand in hand gaan met Sodom, Rome en het Globalisme, geen Goddelijke roeping, noch waar geloof hebben, noch een streep geestelijk licht, maar van zich af trappen als zij met Gods Woord geconfronteerd worden, terwijl zij zelf de oorzaak zijn van de kerkafval.
Genoemde kerkafval komt ook duidelijk openbaar in hetgeen PKN-ds. Krooneman recent voor een club homostudenten in de atheistenkrant, het RD (27-08-2025) beweerde, namelijk, dat een Goddelijke roeping voor een predikant niet noodzakelijk is, zeggende: "Niet iedere predikant krijgt een directe roeping van God", en daarmee openbaarde hij zelf niet van God geroepen te zijn, want anders zou hij dit soort atheistische spotternij niet durven uitspreken en de Goddelijke roeping van de discipelen van Christus niet durven verkrachten, wat hij duidelijk doet in dat artikel. U ziet dat RD-atheistenredacteur Steef de Bruijn er gedurig op uit is om de ware godsdienst en de leer van Christus te vervalsen en te verkrachten, om het afvallige Refodom klaar te stomen voor de aanvaarding van het teken van het beest. Bovendien is een kerkelijke roeping tot het ambt nog geen Goddelijke roeping, terwijl men kerkbreed de kerkelijke roeping valselijk vereenzelvigt met een Goddelijke roeping.
Gods Woord stelt de Goddelijke roeping tot het ambt voor leraars en ouderlingen als absoluut noodzakelijk, gelijk geschreven is in Hebreen 5:4: "En niemand neemt zichzelven die eer aan, maar die van God geroepen wordt, gelijkerwijs als Aaron."
Binnen de kerkpolitieke democratische refokerken is er sprake van tijdelijke ambten voor ouderlingen en diakenen dat gebaseerd is op de niet meer geldende oudtestamentische orde van het levitische priesterschap en niet naar de nieuwtestamentische ordening van Melchizedek. In het Nieuwe Testament lees je nergens van periodiek aftredende en verkiesbare ambtsdragers. Daarbij komt dat geen enkele refopredikant een Goddelijke roeping heeft, want anders zouden zij publiek getuigen tegen de roepende zonden van kerk, land en volk en zich bijbels vrijmaken van hun eigen sodomkerk. Er wordt echter geen piepstemmetje gehoord, maar God roept geen stomme honden in Zijn wijngaard, maar laat Zijn geroepen getuigen Zijn Woord uitbazuinen, waardoor ook de muren van Jericho zijn gevallen.
Ten aanzien van al die ongeroepen profeten zegt de HEERE uitdrukkelijk tot Jeremia: "Die profeten profeteren vals in Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden, noch hun bevel gegeven, noch tot hen gesproken; zij profeteren ulieden een vals gezicht, en waarzegging, en nietigheid, en bedriegerij huns harten. Daarom zegt de HEERE alzo: Aangaande de profeten, die in Mijn Naam profeteren, daar Ik hen niet gezonden heb, en zij dan nog zeggen: Er zal geen zwaard noch honger in dit land zijn; diezelve profeten zullen door het zwaard en door den honger verteerd worden. En het volk, tot hetwelk zij profeteren, zullen op de straten van Jeruzalem weggeworpen zijn vanwege den honger en het zwaard; en er zal niemand zijn, die hen begrave, hen, hun vrouwen, en hun zonen, en hun dochteren; alzo zal Ik hun boosheid over hen uitstorten", Jer. 14:14-16.
"Ik heb die profeten niet gezonden, nochtans hebben zij gelopen; Ik heb tot hen niet gesproken, nochtans hebben zij geprofeteerd", Jer. 23:21.
"Ziet, Ik wil aan degenen, die valse dromen profeteren, spreekt de HEERE, en vertellen die, en verleiden Mijn volk met hun leugenen en met hun lichtvaardigheid; daar Ik hen niet gezonden, en hun niets bevolen heb, en zij dit volk gans geen nut doen, spreekt de HEERE", Jer. 23:32.
"En de profeet Jeremia zeide tot den profeet Hananja: Hoor nu, Hananja! de HEERE heeft u niet gezonden, maar gij hebt gemaakt, dat dit volk op leugen vertrouwt", Jer. 28:15.
"Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Laat uw profeten en uw waarzeggers, die in het midden van u zijn, u niet bedriegen, en hoort niet naar uw dromers, die gij doet dromen. Want zij profeteren u valselijk in Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden, spreekt de HEERE", Jer. 29:8-9.
"Uw profeten, o Israel, zijn als vossen in de woeste plaatsen. Gij zijt in de bressen niet opgetreden, noch hebt den muur toegemuurd voor het huis Israels, om in den strijd te staan, ten dage des HEEREN. Zij zien ijdelheid en leugenachtige voorzegging, die daar zeggen: De HEERE heeft gesproken, daar de HEERE hen niet gezonden heeft; en zij geven hope van het woord te zullen bevestigen. Ziet gij niet een ijdel gezicht, en spreekt een leugenachtige voorzegging, als gij zegt: De HEERE spreekt, daar Ik niet gesproken heb? Daarom zo zegt de Heere HEERE: omdat gijlieden ijdelheid spreekt, en leugen ziet; daarom, ziet, Ik wil aan u, spreekt de Heere HEERE. En Mijn hand zal zijn tegen de profeten, die ijdelheid zien, en leugen voorzeggen; zij zullen in de vergadering Mijns volks niet zijn, en in het schrift van het huis Israels niet geschreven worden, en in het land Israels niet komen; en gij zult weten, dat Ik de Heere HEERE ben. Daarom, ja, daarom dat zij Mijn volk verleiden, zeggende: Vrede, daar geen vrede is; en dat de een een lemen wand bouwt, en ziet, de anderen denzelven pleisteren met loze kalk. Zeg tot degenen, die met loze kalk pleisteren, dat hij omvallen zal; er zal een overstelpende plasregen zijn; en gij, o grote hagelstenen, zult vallen, en een grote stormwind zal hem splijten", Ezech. 13:4-11.
Gods Woord stelt de Goddelijke roeping tot het ambt voor leraars en ouderlingen als absoluut noodzakelijk en die zonder een Goddelijke roeping gaan lopen, zijn zielebedriegers en worden door God niet erkend. Het zijn de valse Hananja's die het voorgestoelte in de refokerken bezetten, waarin het gedrogeerde kerkvolk hun leugens gaarne hoort en aan de leugen wordt altijd veel geld verdiend. Dat is ook de reden dat kerk en media de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden om van hun judaspenningen verzekerd te zijn.
Ook rijzen tal van religieuze beunhazen als paddestoelen de grond uit om te wedijveren met Gods ware getuigen, maar als de oordelen losbreken, zijn die bedriegers ineens verdwenen en haken af als een Demas. We leven in tijden van algehele afval en zeker in onze dagen kan men noch binnen noch buiten de kerken de gezonde leer verdragen, gelijk geschreven is: "Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen, naar hun eigen begeerlijkheden; en zullen hun gehoor van de waarheid afwenden, en zullen zich keren tot fabelen", 2 Tim. 4:3-4.
De godsdienst mag niks meer kosten in onze dagen en voor vele belijders is de godsdienst niet meer dan een hobby. Jegens de roepende zonden heeft geen enkele refodominee/belijder een zuur gezicht over, laat staan naam en bestaan, maar dan zal men straks de deur gesloten vinden. "Want zo wie zich Mijns en Mijner woorden zal geschaamd hebben, in dit overspelig en zondig geslacht, diens zal Zich de Zoon des mensen ook schamen, wanneer Hij zal komen in de heerlijkheid Zijns Vaders, met de heilige engelen", Mark. 8:38. Als de Joden de weg Gods lasterden (Hand. 18:6), keerde Paulus zich tot de heidenen en die waren dikwijls zeer verblijd dat het Woord ook tot hen gepredikt werd, want Zijn huis moet vol worden. Op het gebed opent de Heere soms wonderlijke wegen om de heidenwereld het Woord te bezorgen in woord en geschrift. Sommige daklozen willen graag een gesprek met je aanknopen, omdat de praktijk onder hen leert dat het leven ineens afgelopen kan zijn, terwijl dat besef onder de refobelijders niet eens weegt. Als de bommen uit de lucht dreigen te vallen, boekt het gros refobelijders nog een vakantie, aka Costa del Sol, maar dat is allemaal bredeweg-vermaak dat eindigt in de eeuwige nacht als God het niet verhoedt.
Och, of gij heden bekende...!
Verleden week was het internet dagen down, maar ik heb evenwel nog vijf artikelen geschreven die ik reeds heb gepubliceerd zoals u kunt zien, ook al betreft dat tijdelijke zaken. In het kader van een verbondsnatie, claimt God kerk, land en volk, terwijl dat besef totaal verdwenen is. Het sektarisme neemt hand over hand toe. Ik voel me soms bezwaarlijk om de preken te publiceren terwijl het zo ijzig doodstil is. Het gevaar is dan altijd aanwezig dat er luiheid in het spel is, omdat men thuis kan blijven zitten om de preekknop in te drukken wat opzich net zo gemakkelijk is als een snack uit een trekautomaat trekken en uiteindelijk ontstaat er dan ook een fatalistische sleur. Ook slaat de verandering van geesten binnen en buiten de kerken enorm toe in onze dagen en dat is allemaal vanwege de afval en de vermenigvuldiging der ongerechtigheid, zoals voorzegd in Gods Woord.
De roeping om het Woord uit te dragen blijft evenwel staan en de voortgang daarvan hangt niet af van het feit of mensen het horen of niet horen willen, geloven of niet geloven, maar van hetgeen de Heere bevolen heeft. De profeten moesten in weerwil van des mensen vijandschap, preken zoals God hen gaf te preken, of de mensen het hoorden of niet hoorden. God zal met het gepredikte Woord en bijbelse geschriften van Zijn geroepen knechten doen wat Hem behaagt, gelijk geschreven is: "Alzo zal Mijn Woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet ledig tot Mij wederkeren; maar het zal doen, hetgeen Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Ik het zende", Jes. 55:11.
Het is vanzelf tot verheuging des harten wanneer de vele luisteraars die er nog mogen zijn, zouden blijk geven van waarachtige bekering en hun persoonlijk geloof in Christus, want dat zou de toenemende vijandschap jegens het gesprokene en geschrevene op deze website zoeter maken als honingzeem, hoewel de Heere het altijd goed maakt met Zichzelf. Gods ware volk mag zich erin verheugen als zij de volle raad Gods nog mogen opluisteren. Ach, preken is maar stukwerk, maar het grijpt mij altijd bijzonder aan dat Jakob zo flinterdun geworden is in onze dagen, want dat was in onze jonge tijd wel gans anders. Dat betekent niet dat er geen ware broeders en zusters in Christus meer zijn. Ook heeft de Heere hier twee van mijn jongste dochters bekeerd d.m.v. de prediking des Woords, dus de Heere werkt nog, tenminste, buiten de legerplaats.
God weet dat ik niemands dodelijke dag heb begeerd, maar de dodendanstrein van het dode sodomitische Refodom en hun baals -RD/SGP- gaan met razende snelheid ten verderve, en door dat globalistische landverraad van RD/SGP en de stilzwijgende priesterschaar, is ook ons vaderland ten onder gegaan, terwijl de geuzen van eertijds goed en bloed ervoor hebben gegeven. Niemand trekt ten strijde, omdat het land bezet is met oude viswijven die achter de geraniums zitten te koekeloeren en geen geest meer hebben. Gods ware volk daarentegen mag zich evenwel verheugen in het zalige feit dat God mens en beest onderhoudt voor tijd en eeuwigheid beide, gelijk de Psalmdichter zingt:
"Gij hebt m' in 't hart meer vreugd gegeven, Dan and'ren smaken in een tijd, Als zij, door aards geluk verheven, Bij koorn en most wellustig leven, ln hunnen overvloed verblijd, Ik zal gerust in vrede slapen, En liggen ongestoord ter neer; Want Gij alleen, mijn Schild en Wapen, Schoon 't onheil schijnt voor mij geschapen, Zult mij doen zeker wonen, HEER'." De volheid der heidenen moet ingaan en dat heeft mijn hart, ook krachtens de roeping waarmee de Heere mij geroepen heeft, waarvan Christus ook het Begin is en het Einde, de Eerste en de Laatste.
Het evangelisatieboekje op de afbeelding is recent van de drukpers gekomen en het heeft mij geen dollar gekost en dat geldt alle Engelstalige boeken (zie Klik op afbeelding). Ook hiervoor geldt - "De Heere zal het voorzien!" Dit boekje is geschreven om de heidenen, de drugsverslaafden en de daklozen ermee te dienen, want het is geschreven voor degenen die niet of nauwelijks iets weten van Gods Woord en de zaligheid in en door Christus.
"O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk!" Jes. 55:1.
GPPB. v.d.m.
-------------------------------------------
"WHAT DOES GOD THINK OF YOU?"
This booklet is written for those who are more or less unknown about God and the salvation in Christ. Therefore this booklet begins with a personal question: "What does God think of you?" Such a question is usually asked from a human perspective: "What do you think of God?" Two fundamental questions, but which one is decisive?
While our thoughts about God are certainly not unimportant; indeed, they are essential within the framework of true faith, they are not decisive in determining our salvation. The question, "What does God think of you?" is therefore the most important question, and the answer to it cannot be left in doubt, because it concerns our eternal destination. By nature, we do not know God as He demands to be known, because, due to our profound fall in Adam, we live in enmity with our Creator. We can only stand before God if our sins are forgiven through the blood of Christ, applied by faith.
However, to give a conscientious answer to the main question, we first must know who God is, and secondly, who we are and what our existence is before God. If we do not know who God is by true faith in Christ, we can never give the right answer to the main question in the presence of God.
Laminated and perfect bound booklet
34 pages
ISBN 9076100278
PUBLISHER "DE ROKENDE VLASWIEK" REFORMED LITERATURE THE NETHERLANDS - CANADA
Klik op de afbeelding ter inzage more english books
|
|
|
|
 |
 |