ACHTERKLAP
ACHTERKLAP        
Plaats in winkelmandjeMandje
"Och, dat mijn hoofd water ware, en mijn oog een springader van tranen! zo zou ik dag en nacht bewenen de verslagenen van de dochter mijns volks. Och, dat ik in de woestijn een herberg der wandelaars had, zo zou ik mijn volk verlaten, en van hen trekken; want zij zijn allen overspelers, een trouweloze hoop. En zij spannen hun tong als hun boog tot leugen; zij worden geweldig in het land, doch niet tot waarheid; want zij gaan voort van boosheid tot boosheid, maar Mij kennen zij niet, spreekt de HEERE. Wacht u, een iegelijk van zijn vriend, en vertrouwt niet op enigen broeder; want elk broeder doet niet dan bedriegen, en elk vriend wandelt in achterklap. En zij handelen bedriegelijk, een ieder met zijn vriend, en spreken de waarheid niet; zij leren hun tong leugen spreken, zij maken zich moede met verkeerdelijk te handelen. Uw woning is in het midden van bedrog; door bedrog weigeren zij Mij te kennen, spreekt de HEERE. Daarom zegt de HEERE der heirscharen alzo: Ziet, Ik zal hen smelten en zal hen beproeven; want hoe zou Ik anders doen ten aanzien der dochter Mijns volks? Hun tong is een moordpijl, zij spreekt bedrog; een ieder spreekt met zijn naaste van vrede met zijn mond, maar in zijn binnenste legt hij lagen. Zou Ik hen om deze dingen niet bezoeken? spreekt de HEERE; zou Mijn ziel zich niet wreken aan zulk een volk, als dit is?" Jer. 9:1-9.

In afhankelijkheid des Heeren, wensen wij met u kortelijks en meditatief na te denken over de genoemde tekstwoorden uit Jeremia 9, waarbij het negende gebod: "Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste" (Ex. 20:16) centraal staat.

De zonde van achterklap (laster) is gemeengoed in onze dagen. Het is echter een zeer gemene en laffe zonde. Of het nu achterklap is, laster, of een vals getuigenis, het is een verdoemelijke zonde tegen het vierde gebod, waarover God Zich zeer vertoornt en de lasteraar -zonder waarachtige bekering- geenzins onschuldig zal houden. Ook voor Gods volk -als zij zich aan deze zonde schuldig maakt- geldt: "Schoon zij om hun zonden straffen ondervonden."

U zegt: Wat is dat eigenlijk, achterklap?
Achterklap is kwaad van iemand spreken achter zijn rug om. Een achterklapper probeert iemand bij anderen in een kwaad daglicht stellen, om zichzelf op de voorgrond te stellen. Een achterklapper handelt niet zelden uit afgunst en verdraait dikwijls de feiten hoe ze werkelijk zijn. Dat is typisch duivels, namelijk om de waarheid te verdraaien en de omgedraaide feiten uit te vergroten. Achterklap is leugens vertellen in afwezigheid van de naaste. (Potifera's laster jegens Jozef, Gen. 39:17; Sauls knechten jegens David, 1 Sam. 24:10; Absalom jegens zijn vader, 2 Sam. 15:2; Ziba's leugen jegens Mefiboseth aan David, 2 Sam. 16:3; de Joden jegens Christus, Joh. 10:19-20; Ananias en Saffira jegens de HG, Hand. 5:1-10;, enz.).
Een achterklapper is ook diegene die een kwaad gerucht over iemand gehoord heeft en dat rondbazuint. Een achterklapper is ook diegene die kwade vermoedens over anderen verspreidt. Een achterklapper is ook diegene die er voor hoedt dat hij niet bekend wordt bij zijn slachtoffer. Achterklap is duivels gemeen, maar het is een algemeen bedreven zonde, vooral in refokringen.
Een vals getuige behoort ook tot de categorie lasteraars. Een valse getuige die leugenen blaast en die tussen broeders krakelen inwerpt, is in onze dagen aan de orde van de dag. Er is echter niets nieuws onder de zon. Door valse getuigen werd Christus ter dood veroordeeld en Stefanus idem dito. De getuigen van Christus, die o.a. de heersende dwalingen bestrijden omwille van de waarheid van het Evangelie, zijn altijd een bijzonder doelwit van de satan geweest om hen via de 'reformatorische' onderwereldkanalen in een kwaad daglicht te stellen. Achterklappers en valse getuigen gaan altijd uiterst subtiel te werk en proberen hun satanisch werk via de vele refoforums en gelijknamige verjaardagsfeesten aan de man te brengen. Wie het ooit aan den lijve ondervonden heeft en gedurig ondervindt, zal ook David verstaan als hij tot Saul zegt: "Waarom hoort gij de woorden der mensen, zeggende: "Zie, David zoekt uw kwaad?" Diegenen zullen ook iets verstaan hetgeen de psalmdichter zegt: "O, HEERE, redt mijn ziel van de valse lippen en van de bedrieglijke tong (Ps. 120:2). Het slachtoffer van achterklap komt langzamerhand in het isolement en wordt voortdurend gewaar dat men hem achter zijn rug is bezig zwart te maken. Menselijk is dan dat het slachtoffer van achterklap niemand meer vertrouwt en tegen niemand vertrouwelijk durft te zijn. Een achterklapper, een lasteraar en een vals getuige kunnen alleen maar de mond gestopt worden door hen openbaar te maken en hen op een krachtige wijze bestraffen. "De noordenwind verdrijft de regen en een vergramd gezicht de verborgen tong", Spr. 25:23. Dat is de middellijke weg en een schuldige plicht voor de kerkenraad in het kader van de kerkelijke tucht. Blijft de kerkenraad in gebreke, of maakt de kerkenraad deel uit van de achterklapbende, dan wreke men zichzelf niet, want God heeft gezegd: "Wreekt uzelven niet, beminden, maar geeft den toorn plaats; want er is geschreven: Mij komt de wraak toe; Ik zal het vergelden, zegt de Heere", Rom. 12:19.
Soms openbaart en straft de Heere een lasteraar echter ook onmiddellijk. God heeft nog zijn Davids die de godslasteraar Goliath ter aarde velde. De (gods)lasterbrieven van wijlen Bas Kok zijn hiervan een sprekend bewijs. En dat is nog maar een tipje van de ijsberg lasteringen tegen de getuigen van Christus die in het archief Gods opgetekend staan. De smaadheid omwille van Christus en Zijn leer is echter ook een zuiver bewijs van het kindschap: "Zalig zijt gij, als u de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil. Verblijdt en verheugt u; want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn", Matth. 5:11-12.

En als de publieke opinie wel aanvoelt dat achterklappers en valse getuigen kwade bedoelingen hebben, dan blijft er bij het gros toch zo iets hangen van: "Er zal toch wel een kern van waarheid in zitten." MAAR... men mag dan wel ernstig bedenken dat wie zo handelt, zich mede schuldig maakt aan het duivelse kwaad van achterklap en dat hoeft nooit gratis gedaan te worden.
Speciaal in refokringen is laster en achterklap een algemeen verschijnsel. Ondergetekende wordt via via verweten een fanatiek schrijver te zijn die de liefde niet heeft. Hartelijk dank voor deze medaille, want zo heeft men de Heere der Heerlijkheid ook gelasterd. Geliefde lasteraars, doe mij geen moeite, want ik draag de littekenen van de Heere Jezus in mijn lichaam (Gal. 6:17). Genoemde lasteraars kan ik wel vergeven, maar als men het werk Gods belastert, het bijbels geschrevene verdraait en verdacht maakt onder de dekmantel van "ootmoed" en een dwaallading oud- en nieuwvadercitaten, dan zal God zulke lasteraars vroeg of laat wel weten te vinden. Er ontgaat God NIETS en niemand. Elke ijdel en lasterlijk woord is opgetekend in Gods gedenkboek. Gods ware volk zal zich nooit met opgeheven hand schuldig maken aan vuile laster jegens de getuigen en het getuigenis van Christus, hoewel zij wel de leugen voor een tijd kan geloven. Maar dan geldt: "En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij den Vader, Jezus Christus de Rechtvaardige", 1 Joh. 2:1.
Daar gaat Gods volk bitterlijk wenende overheen, hoor, want Gods ware volk zondigt niet goedkoop.

Dus Jeremia zat op de puinhopen te wenen vanwege de zonde des volks. Nou, hij wenste dat in ieder geval. Maar Jeremia ziet ook het rechtvaardig oordeel Gods over dit kwaad, omdat zij God niet kennen. En zelfs onder Gods volk zijn er haast geen twee meer die samen kunnen wandelen. En ALS het nog gebeurt, dan wordt dat zwaar beproeft en aangevochten. En valse broeder 'Afgunst' zit nooit stil en probeert onrust en gekrakeel tussen de ware broeders te zaaien, vooral als men ziet dat God de bediening zegent tot eeuwige winst van Gods Koninkrijk. Er is niets in onze dagen dat zo onder vuur genomen wordt en zo bloot staat aan de aanvallen van de duivel als de uitbreiding van Gods Koninkrijk door de weg van het recht. Vooral op dat laatste moet u letten, want met de goedgelovige massa dat buiten het recht om Christus heeft aangenomen, daar heeft de duivel niet de minste moeite mee. En met strijders voor de waarheid die het leven Christi niet deelachtig zijn, die laat de duivel ook wel met rust, want hij weet dat dezulken niet wettig strijden, maar wettisch. Met een Jehu's ijver heeft de duivel geen moeite, maar als Gods kinderen door de Geest Gods gedreven worden, ja, dan brengt hij al zijn oorlogstuig in stelling.

We kunnen pas door de waarheid voor de waarheid strijden als we achter de waarheid gebracht zijn en door de Geest Gods gedreven, verlicht en geleid worden, want zonder Christus en Zijn Geest kunnen we niets doen. En als uw broeder of zuster in Christus VALS belasterd wordt, dan hebt u de schuldige plicht, volk van God, om achter die broeder of zuster te staan, om zo de Wet van Christus te vervullen. Draagt elkanders lasten en vervult alzo de Wet van Christus. God kijkt nauw toe, HOE we met onze broeder of zuster in het geloof handelen ten aanzien van de waarheid van het Evangelie. De Wet van Christus houdt niet alleen in om het voor de vals beschuldigde broeder of zuster op te nemen, maar ook om elkaar te vermanen indien er zich een kwam te ontgaan ten aanzien van de waarheid van het Evangelie, zoals we ook zien in het Antiocheense conflict tussen Paulus en Petrus.
Tegenwoordig is voor het laatste geen plaats meer en daar zijn de vele kerkscheuringen debet aan. Men is in onze dagen wel zo kinderachtig gauw op de vrome tenen getrapt, omdat men de waarheid in ongerechtigheid ten onder houdt. En zeg me nu niet dat deuren gesloten worden door de scherpte van het Woord. Die dat leren zijn geen leraars Christi. Paulus leert immers: "Want predik ik nu de mensen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Want indien ik nog mensen behaagde, zo ware ik geen dienstknecht van Christus", Gal. 1:10.
Vervloekt mogen we zijn als we niet de scherpte van het Woord hanteren, omwille van mensen, de generale opinie, naam en bestaan. De Wet kan NOOIT te scherp gepredikt worden en het Evangelie nooit te ruim. Die twee horen wel bij elkaar en wee degenen die het ene van het andere scheiden, want die zijn geen dienaars van Christus. De Wet tot verdoeming van alles dat Christus niet is en tot verdoeming van iedereen die niet in Christus is. Wie niet in Christus gelooft, IS alrede verloren.

GG-lid: Alle kerken hebben afgedaan, alleen de heer Burggraaf weet het. Als hij het dan wél en eigenlijk bijna alleen weet, hoe is hij daar dan zo zeker van? Dan zou hij toch wel een bijzonder en bevoorrecht mensenkind zijn, die in deze donkere bedeling als enigste met alles bij God zou mogen komen. Ik ken er niet zoveel, eigenlijk niemand, die zo wel verzekerd overkomt en dagelijks -zoals hij schrijft- Gods nabijheid ervaart. Ik kan echter alleen deze tere omgang, die zielen vinden waar Zijn vrees in woont, niet uit zijn schrijven opmaken. Eerder het tegendeel. Het is meer één grote scheldpartij op de openbaringsvorm van huidig kerkelijk Nederland waar bijna iedereen een dwaalleer aanhangt en aan schuldig is, behalve de heer Burggraaf zelf. (vergun mij de opmerking) Enkele van mijn vrienden uit het land hebben mij recentelijk voor de heer Burggraaf gewaarschuwd." (einde citaat).

Hoewel ik nergens gezegd en beweerd heb "het alleen te weten", blijkt uit het bovenstaande stuk dat de zekerheid des geloofs en de vrijheid in Christus vreselijk verdacht is in onze dagen, terwijl het dagelijkse leven des geloofs waarachtig niet in een luie en verzekerde stoel beoefend wordt. Het gaat door de hel naar de hemel, door kwaad gerucht en goed gerucht, door eer en oneer, door lijden tot heerlijkheid.
Het bovenstaande citaat is echter DE laster van het nabijkomend christendom dat van haar haar drek niet gewassen is en ook niet wenst te zijn, omdat men voor de leer en de bevinding van de rechtvaardiging van de goddelozen een grondeloze afkeer heeft en er wezenlijk vreemd aan is. Men wil met enige ontdekking zonder de kennisse Christi al bij Gods volk gerekend worden. Maar degenen die in die staat sterven, zullen zeker verdoemd worden, omdat zij niet gewild hebben dat Christus Koning over hen zijn zou. En daarom rust het oordeel op ALLE kerken. Maar als de breuk van Neerlands kerk en volk persoonlijke schuld en smart voor God wordt, kunt u -volk van God- absoluut niet meer zwijgen en al helemaal niet als je daartoe door de Heere geroepen bent. Het stilzwijgende en "gemoedelijke" christendom in onze dagen wordt lief gekoesterd door de duivel himself en die maakt het kerkvolk wijs -door de valse leraren, waarvan er massa's op de huidige preekstoelen staan- dat de zaligheid al ligt in de ellendekennis. En de "gereformeerde" bondelingen beginnen direct aan de dagelijkse bekering, omdat zij bijvoorbaat aannemen kinderen Gods te zijn door de doop en een goed gedrag. Maar hierover zwijgen kon Jesaja ook niet, al zou men zijn mond dichtgetimmerd hebben. GOD OPENT EN NIEMAND SLUIT: "Roep uit de keel, houd niet in, verhef uw stem als een bazuin, en verkondig Mijn volk hun overtreding, en het huis Jakobs hun zonden", Jes. 58:1.

En als deze meneer de achterklapper 'alles van horen zeggen' niet als zoete koek geslikt had, en als dit soort Schriftkritici niet fragmentarisch, maar tota Scriptura gelezen had en ernstig onderzoek gedaan zou hebben van hetgeen we schrijven en in het verband waarin het geschreven is, dan had hij zich wel tien keer bedacht. Maar genoemde laster wordt gretig geloofd, men leest niet, men onderzoekt niet, men kent het niet en dan ga je met de stroom mee, waarin de publieke opinie het voor het zeggen heeft. De zin en mening des Heiligen Geestes mag je vrij aan je laars lappen en Gods Woord uitleggen naar ieders goeddunken. Van oudvaders maakt men pausen en van Christus een onderkoning Die mag toekijken hoe men de Schriften wenst te verklaren, zonder ooit van en door Hem geleerd en onderwezen te zijn.
En de gedachte dat GPPB zichzelf staande houdt is een doodzonde, want dat jochie heeft geen wapens tegen deze grote menigte achterklappers en muggenzifters en hij moet het zo menigmaal inleven hetgeen Asaf uitweent: "Ik ben een groot beest bij U!" Maar toen dat nieuwelings waar werd deze nacht en ik mijn bed uit moest vanwege dat beest van binnen, kwam de Heere over met deze woorden: "Zie, gij zijt schoon, Mijn vriendin! zie, gij zijt schoon..... Geheel zijt gij schoon, Mijn vriendin, en er is geen gebrek aan u.", Hoogl. 4:1-7. En die woorden werden dezelfde (zon)dag tweemaal met kracht bevestigd. Geprezen zij Zijn heilige Naam! Amen. Dus mensen, ga nog maar even door, hoor. Je doet er mij geen wezenlijk kwaad mee. Heb je me op de linkerwang geslagen, hier, neem ook de rechterwang maar en beuk er maar op los. Hoe meer slaag, hoe nabijer Christus is en hoe heerlijker Hij is.

Toen Luther met dezelfde soort verdachtmakingen geconfronteerd werd en hem gevraagd werd: "Luther, denk jij nu werkelijk dat je het alleen weet?" moet Luther zo ongeveer letterlijk het volgende gezegd hebben: "Ja, op dit ogenblik wel en daarvoor hoef ik me niet voor te schamen, want God heeft het me opgelegd."
In de dagen van de richteren waren er ook niet veel die het voor de eer en de leer van Christus opnamen (ik moet er nog mee beginnen). Ook in de dagen van de profeten bleken het de enkelingen te zijn die de woorden Gods predikten, terwijl de valse Hananja's het volk op hun hand hadden. En na 430 jaar geen profetie meer gehoord te hebben geloofde het gros belijders ook niets van Christus. En als Paulus een pest genoemd wordt, Gods ware volk aller afschrapsel dezer wereld, de getuigen van Christus een sekte genoemd, enz. Ja, het onedele, het dwaze, het verachte en hetgeen niets is, dat heeft God uitverkoren. En zouden wij dan de aangename bink uit hangen? Vervloekt de man die vlees tot zijn arm stelt. Toen Christus preekte in de synagoge, hoorde het volk Hem gaarne, maar toen Christus ging separeren tussen 'schijn en zijn' en al die aangename, gemoedelijke en bekommerde mensen er buiten zette, toen brak de bekommerde hel los en namen zij Hem mee naar de steilte om Hem te pletter te gooien en voorgoed van Hem af te zijn. "Maar Hij, door het midden van hen doorgegaan zijnde, ging weg."

Dus laster zal er altijd wezen, want de duivel krijgt nog de tijd tot het einde en in het laatste der dagen zal hij zijn staart nog vreselijk roeren. Wie het niet gewaar wordt, heeft geen genade. Gods ware volk wordt het gewaar. "En ook allen, die godzaliglijk willen leven in Christus Jezus, die zullen vervolgd worden", 2 Tim. 3:12.
Welzalig dat volk in Christus, dat zichzelf omwille van het Lam verloochenen mag, de banier der Waarheid opheffen mag, het kruis vrolijk mag dragen, de last van Christus een lust is en de zonde en zichzelf tot last is. Amen.

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl