|
"Doch, gelijkerwijs toen die naar het vlees geboren was, vervolgde dengene die naar den Geest geboren was, ALZO OOK NU!" Gal. 4:29.
"Men heeft bij zo'n geloof allerlei bestrijding van binnen en van buiten te verduren, men wordt om zo'n geloof met vijandschap bejegend, vervolgd, gehoond, bespot, en dat door wie? Door kinderen, van wie men meende, dat zij als Izak geboren waren, door kinderen, die zich beroemen "kinderen Abrahams" te zijn; zij zijn echter Ismaëls, willen leermeesters der Schrift zijn en verstaan niet, wat zij zeggen, noch wat zij bevestigen. Volgens hen moet het de mens zijn, die het ten uitvoer brengt, omdat zij menen wat te zijn. Dat leren zij nu weliswaar niet zo openlijk; het mom is genade; zij bewijzen het echter met hun vervolgingen, met hun miskenningen, met hun werken, dat, wat zij ook zeggen en bevestigen, zij der Wet niet gestorven zijn, en dat zij niet geloven, dat de Wet hun gestorven is. Zij willen de heren zijn in het huis, en Christus moet de helpende dienaar zijn, die men mede dulden kan, zolang hij hun niet in de weg staat. Zulke Ismaëls nu vallen altijd met hun gerechtigheids-beoordeeling degene aan, die naar Geest wandelt, opdat deze voor hen plaats make in het huis, zichzelf in een verachtelijke plaats late opbergen, of wel met hen meedoe; zij zijn met hulp des duivels voortdurend er op uit, om degene, die zich aan het geloof alleen houdt, dit geloof door allerlei spottende opmerkingen, die zij daaromtrent maken, te ontnemen. Dat doet de verschrikkelijke vijandschap tegen Christus en Zijn gerechtigheid."
Fragment uit preek van Kohlbrugge (Gal. 4:21-31 - 5:1)
|
|