 |
|
|
|
De Heere leidt me dikwijls in wegen, die ik soms moet optekenen voor mijn medemens op weg en reis naar de eindeloze eeuwigheid. Dat behoort wezenlijk tot mijn roeping. Sommige denken dat ik die of die ermee bedoel en voelen zich aangesproken. Dat zou een wonder zijn, geliefden, want een mens voelt zich zomaar niet aangesproken ten aanzien van de ontdekking der zonden. De mens voelt de zonde niet, nee, maar als je een bank overvallen hebt, moet je de rechter maar eens vertellen dat je er niets van voelt. Dan kun je er nog een paar jaar bij krijgen. De titel van dit artikel is veelzeggend. Het is aan de orde van de dag. Duivelse achterdocht. Moet u niet in de wereld zoeken, maar in de kerk, onder de godsdienst, zelfs onder Gods volk. Sommigen van Gods volk zijn een voorwerp van duivelse Elifaz-pesterijen. Ik ben er een van en dat heeft de Heere me allang voorzegd. Gij zult van ALLEN gehaat worden. Dat is een eer, hoor, en ik voel me beslist geen slachtoffer. Ik zie er dikwijls die Elifaz-mensen niet voor op aan, maar de duivel in die mensen. Weet u hoe die mensen schrijven? Heel zorgvuldig(!), lief en aardig, maar ondertussen houden zij er een lijst veronderstellingen op na, die in de hel geboren zijn. "Ja, we vrezen zo voor u, want zus en zo." Terwijl ik me van geen ding bewust ben (1 Kor. 4:4). Het is allemaal wettiscisme, want in de volmaakte liefde is geen vrees. Anderen zeggen: "Ja, u hebt dit en dat wel gezegd, maar heeft u niet iets te verbergen?" Ze bedoelen te zeggen: "Bent u niet degene die overspel gepleegd hebt en nu wilt u met vloeken en eedzwering dat vuile zaakje verbergen?"
Ja, het gewetensgetuigenis, waarbij je je op de Heere als je Getuige beroept, noemt men het vloeken van Petrus.
Tussen de middag belde die lieve vriend uit het zuiden me op en na het gesprek met hem was het alsof de Heere me er op voorbereide. Dan komt er een druk op mijn hart. Er komt weer wat. En ja, hoor, de email geopend en het gaat exact over datgene wat die broeder uit het zuiden me vertelde uit zijn eigen leven. Emailklant: "Je hebt wat te verbergen, want zus en zo", met een link naar de zonde vanzelf. Nou, wat mijn vlees betreft, kan men het nooit dermate erg beweren, of het is nog tienduizend keer erger. Ik hoef wat dat betreft mijn stand -Gode in Christus zij dank- niet op te houden. Er bestaat geen groter zondaar dan GPPB., maar de Heere heeft me gezegd: "Mijn genade is u genoeg." Maar dat bedoelde die lasteraar niet, nee, hij werkt puur met verdachtmakende conclusies die in de hel gesponnen zijn. En dat brengt hij bij mij in rekening, met de mededeling: "Die en die geloven het ook." Men zoekt eerst medestanders om hun lasteringen kracht bij te zetten. Dat hebben ze de Heere Jezus ook gedaan, hoor, en om Zijn smaadheid te dragen is een eerkroon! Diezelfde emailklant beweerde dat ik met een citaat uit het stuk van Job hem bedoeld had. Een leugen uit de hel overigens, maar ik wilde wel dat het waar was, want dan zou hij direct in de schuld komen met zijn smerige zaakjes. Toen dominee Bogaardt uit Sliedrecht (hervormd lokaal) eens preekte, kwam er na de preek een man naar hem toe en sloeg hem de tanden uit zijn mond, en snauwde de dominee toe: "Je hebt de hele preek mij zitten bedoelen." Op dat moment komt er ook een vrouw naar de dominee en zei: "Dominee, onder deze preek heeft God mijn zonden vergeven."
Domme duivel! Hellehond! Hij zal het met zijn domme streken NOOIT van Christus winnen. Wedersta de duivel en hij zal van u vlieden.
Arme mensen die op genoemde wijze een werktuig van de duivel zijn, om met loze verdachtmakingen en lieve woorden een schuld op hun ziel te laden die neigt naar de zonde tegen de Heilige Geest. Ik heb er geen medelijden mee, want men doet het met opgeheven hand. Sommigen zijn daar chronisch mee bezig en hebben blijkbaar niets anders te doen. Dat soort dingen zal in het laatste der dagen -waarin we leven- meer en meer openbaar komen. Men tast het werk Gods profaan aan en denken ook nog dat ze God er een dienst mee bewijzen. Vandaag had ik een man, die met een tekst kwam, waarvan hij meende die op zijn situatie te kunnen toepassen en het deel der Wet in die tekst op mij toepaste. Het was een deel van de roeping van Ezechiel, die de Heere al in Harskamp me gegeven had. Men gaat door, God gaat ook door, en ik geef dit door, opdat anderen die met dergelijke zaken worden geconfronteerd er niet door bewogen worden, maar vast blijven staan in den Heere. Ja, als de Heere u belooft ALLE dagen met u te zijn, volk des Heeren, daar komt de hele hel op af, want dat zal hij u betwisten. Zijn spel is reeds verloren, Gode de eer. "Bidt voor degenen die u geweld aan doen."
GPPB.
|
|
|
|
|
|