 |
|
|
|
Hij belde me vandaag op, een broeder ergens uit het zuiden van Nederland. 'k Zat naar de inleving op de puinhoop van mijn bestaan en ik wist maar 1 ding. Meer wist ik niet, en dat ene was: "Ik weet dat mijn Verlosser leeft." Dat is eeuwig genoeg. Meer had ik niet, meer wens ik niet; onbekend aan de zonen mijner moeder. 'k Vind onder hen noch schutsheer noch behoeder, want d' ijver van Uw huis heeft mij verteerd. Van de kerk is geen enkele verwachting meer. De mensen worden doodgepreekt en misleid, op een hoge uitzondering na. Kerkelijk Nederland waggelt ten dode. De herders weiden zichzelf, maar de Goede Herder zal naar Zijn schapen vragen; Hij zal ze opzoeken. Dat heeft de Heere gezegd. Belde die vriend op. Van allen gehaat. Door de godsdienst beroofd. Huis vernield. Bestaan geruïneerd. Door de plaatselijke kerken verworpen. Geen vrienden, eenzaam, maar gesterkt door de machtige Jakobs. Het was een gesprek van hart tot hart, uit God, door God en tot God. 'k Heb lopen wenen dat er zulken nog zijn. Ik zeg: "Gerrit, lieve jongen, heb goede moed, hoor. Die lieve Heere Jezus zegt: "In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goede moed. Ik heb de wereld overwonnen." Ik heb lang den Heere in mijn druk verwacht om dat nog eens te mogen ontmoeten. Als een eenzame roerdomp, door iedereen als een pest veracht, zit hij daar op zijn God te hopen en zingt psalmen in de nacht. Er was een lastercampagne tegen hem gestart van deur tot deur. "Broeder Gerrit had overspel gepleegd". Zelfs de politie is er aan te pas gekomen. Gerrit mocht zo'n getuigenis afgeven, dat het hart van die politieman geneigd werd om de laster onder ogen te zien. Hij zegt: "Wat ik nu ga doen, mag ik niet doen, maar ik ga het toch doen. Ik ga je deur aan deur rehabiliteren. En dat is gebeurd. God leeft nog, hoor, mensen. De rammen van Nebajoth zullen u dienen. Zo ben ik in Canada gekomen en God maakt het waar. Dwars door eer en oneer, door kwaad en goed gerucht, door recht en onrecht. Broeder Gerrit had een PKN-preek gehad van iemand en wilde hem beluisteren, maar kwam helemaal onder de zweren. Preek uitgezet, weggegooid en de zweren trokken helemaal weg. U gelooft het niet? Moet je zelf weten. God leeft en Hij gaat door de vlakke velden, want Zijn Naam is HEERE der heren. Maar gerechtigheid gaat voor Zijn Aangezicht! God heeft nog bemoeienis met de enkelingen ONDER het kruis. Door elk onteert, maar door God bemint. Want die godzaliglijk willen leven, zullen vervolgd worden. De ene broeder zal tegen de andere opstaan. Maar zullen twee te samen komen, tenzij dat zij bijeengebracht zijn? De Heere heeft geopend, de Heere heeft weer toegesloten, de Naam des Heeren zij geloofd.
GPPB.
|
|
|
|
|
|