POLEMIEK, NOODZAKELIJK!
BIJBELS GETUIGENIS TEGEN HEGGERIAANSE EENHEID EN VALS OECUMENISCH GESNOTTER  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
EINDELIJK NOG EENS EEN HELDER GETUIGENIS VAN EEN WIJLEN KNECHT VAN GOD. Apologeet John Gresham Machen (1881-1937). Waar zijn die dominees in onze dagen?

Gevaar in de kerk
De Amerikaanse nieuwtestamenticus en apologeet John Gresham Machen (1881-1937), stichter van het orthodoxe Westminster Theological Seminary, heeft in zijn werken kritische kanttekeningen geplaatst bij de gedachtegang dat het tussen christenen vooral moet gaan om het delen van de beleving van het geloof en dat de dogmatische vragen en verschillen er nauwelijks toe zouden doen.

In een rede die hij in 1932 in Londen hield voor de Bible League of Great Britain waarschuwde hij dat een christendom zonder goede aandacht voor leerstellige punten, grote risico’s loopt. Daarbij pleit hij niet alleen voor de verdediging van die punten tegenover buitenkerkelijken, maar ook tegenover hen die in de kerk zijn en dwalen. „De tegenstanders van de Bijbelse waarheden worden niet minder gevaarlijk als ze binnen de kerk zitten, maar juist gevaarlijker.”

Machen verzet zich tegen de opvatting dat het binnen de kerk vooral moet gaan om geestelijke liefde en gemeenschap tussen kerkleden. Pleitbezorgers van die gedachte beroepen zich dan op het lied der liefde dat Paulus in 1 Korinthe 13 zingt. Machen is daar messcherp in: „Als ik dergelijke pleidooien hoor, beluister ik daarin de verleidelijke stem van satan.” Met overtuiging wijst hij erop dat Paulus dit lied schreef midden in een felle polemiek tegen de dwalingen in de kerk van Korinthe. „Dat lied zou nooit door de apostel geschreven zijn als hij tegenstander zou zijn geweest van het bestrijden van de dwalingen in de kerk.”

Ook de gedachte dat de verschillen vanzelf verdwijnen als mensen zich verenigen in gebed, noemt Gresham Machen „vals.” Wanneer mensen hun knieën buigen en zich niet tegelijkertijd bekommeren om de vraag wat de waarheid is, „dan is dat geen christelijk gebed, maar een knielen in het huis van Rimmon.”

Niet alleen positief
Evenzo wijst de Amerikaanse theoloog de gedachte af dat we beter om een opwekking kunnen bidden dan druk in de weer te zijn met het bestrijden van dwalingen in de kerk. „Welk soort opwekking moet dat dan zijn als men zich niet bekommert om de inhoud van de boodschap die wordt gebracht?” Sterker: „Elke opwekking komt voort uit strijd en leidt tot meer strijd.” Daarbij wijst hij erop dat het werk van de Geest niet alleen verenigt, maar ook verdeelt.

Daarom heeft Machen ook veel moeite met het argument dat in de kerken vooral een positieve boodschap gebracht moet worden, „door de waarheid te brengen zonder stelling te nemen tegen dwalingen.” Dat kan in zijn optiek niet. „Als we dat advies volgen, dan moeten we onze Bijbels sluiten en de zuivere leer vaarwel zeggen. Het Nieuwe Testament is van het begin tot het eind een polemisch boek”, dat de waarheid leert en de leugen afwijst.

Openheid en eerlijkheid
Als het gaat om de manier waarop dwalingen moeten worden bestreden, zegt Machen allereerst dat dit open, eerlijk en waardig moet geschieden. Bij elke polemiek binnen of buiten de kerken geldt de gouden regel: behandel de ander zoals u zelf wilt worden bejegend. Daar schort het volgens hem nogal eens aan.

Maar evenzo heeft Machen er moeite mee dat sprekers soms proberen mensen in te pakken met conclusies als: „Ik denk dat we het met elkaar hier wel over eens zijn.” Dat noemt Machen een gevaar. Die strijdmethode is niet eerlijk en open. „Ik voel me geen recht gedaan als een dwaalleraar dat zegt. Ik ben het immers oneens met hem en wil dat dit wordt gezien.”

Beter is het, wanneer de verschillen eerlijk worden benoemd. „Dan noem je elkaar weliswaar geen broeders, wat vaak ook heel goedkoop is, maar dan kun je ondanks verschillen wel vrienden zijn.”

Belangrijk in de polemiek is ook dat er goede, bestudeerde argumenten op tafel worden gelegd. „Dan neem je de argumentatie van de tegenstander serieus.” Daarbij wijst hij erop dat grondige kennis van de Bijbelse waarheid noodzakelijk is, maar evenzeer van de denkwereld van de tegenstander.

Risico
Machen geeft toe dat het minder gevaarlijk is zich alleen te verdiepen in de waarheid van de Bijbel en zich niet bezig te houden met dwalingen. „Het is ongetwijfeld veel veiliger om te leven in een paradijs van dwazen en daar de ogen te sluiten voor hetgeen gaande is dan de dwazen te bestrijden, net zoals het veel veiliger is om in een bomvrije schuilkelder te zitten dan de strijd aan te gaan. We redden met die tactiek wellicht onze ziel, maar de vijanden van Christus beheersen dan wel het veld.”

Machen erkent dat er gevaren kleven aan het zich verdiepen in de leef- en denkwereld van de vijanden. „Men kan gemakkelijk vergiftigd worden met dat denken zonder dat men voldoende bagage heeft om iets daartegenover te stellen.” Daarom pleit hij ervoor zich juist grondig te verdiepen in de orthodox-gereformeerde leer. En daarnaast: zich afhankelijk te weten van de leiding van Gods Geest, en een groot vertrouwen te hebben dat de overste Leidsman Zijn kinderen leidt.

De les van Gresham Machens lezing is helder. De verschillen en dwalingen moeten niet weggepoetst worden, maar juist benoemd. „Een christen moet tegen de stroom oproeien. Doet hij dat niet, dan laat hij zich snel meevoeren op het voortkabbelende water van een rivier die eindigt in de afgrond.

Klik op de 'Klik hier'-link voor gehele artikel.


http://www.derokendevlaswiek.nl