|
|
Het christendom in onze dagen verwijfd in toenemende mate. Dat wil zeggen, dat men de natuurlijke liefde houdt voor de liefde Gods. Over dat feit hebben we recent al iets geschreven, maar de gevolgen van een verwijfd christendom zijn dermate ingrijpend en verwoestend, dat we er niet teveel op kunnen wijzen. Het werkt zelfs de verdeeldheid onder Gods volk in de hand. Ook onder Gods volk bevinden zich in onze dagen kinderachtige geesten die de natuurlijke liefde uitspelen tegen de liefde Gods. Dat kwam ook al voor in de Bijbel, namelijk onder de betoverde Galatiërs, die Paulus hielden voor een vijand, omdat hij hen bestrafte vanuit de scherpte van het Woord, hetgeen enkel liefde was. De ware liefde Gods handelt rechtvaardig en is op geen enkele wijze sentimenteel. Als je niet meedanst met het verwijfde christendom in onze dagen, kom je in de eenzaamheid terecht. Als je waarlijk door het geloof dat door de liefde werkt mag leven, dan ga je liever failliet dan dat je het recht Gods zou buigen. Ik ben onlangs geprest om het recht Gods te buigen om verrot vroom vlees de handen boven het hoofd te houden. Aangezien ik een bloedeigen broer van Mordechai ben in Christus, buig ik niet voor die Haman-manipulatie. Sommigen zeiden: "Hoe durf je zo'n godzalig iemand aan te pakken?" Ik zeg: Dat heeft men durf weinig te maken; ik heb slechts één Meester en Hem alleen wens ik te eren en wat zal "godzalig" vlees mij deren? Als je daartoe verwaardigd mag zijn, dan moet je erop rekenen dat ze je allen verlaten met judaskussen en vrome smoezen. Daar wist Paulus in navolging van Christus alles van: "In mijn eerste verantwoording is niemand bij mij geweest, maar zij hebben mij allen verlaten (2 Tim. 4:16). En in 2 Tim. 4:10, vervolgt Paulus: "Demas heeft mij verlaten, hebbende de tegenwoordige wereld lief gekregen." Nou, wat dat betreft is er NIETS veranderd en het gaat nog precies hetzelfde als in de dagen vanouds. Ook dr. Kohlbrugge kon daarover meepraten vanuit de praktijk van zijn geloofsleven. Die man is UITGESPOGEN door de godsdienst EN door Gods volk. Ik vroeg eens een HHK-dominee, die Kohlbrugge nogal eens aanhaalt in zijn prediking, of hij Kohlbrugge -die door de toenmalige ambtelijke kerkbazen geweigerd werd om in het ambt bevestigd te worden- ook had willen bevestigen in het ambt van predikant. Ja, toen kwam het puntje op de i, maar hij had er geen antwoord op en haakte af. U ziet, er kan ontzettend veel aan rechtzinnige praat verkondigd worden, maar als het vlees, naam en bestaan gaat kosten, groeit de kerkelijke NSB aan tot een leger deserteurs, die het zogenaamd opnemen voor de godzaligheid, terwijl men in werkelijkheid hun verrotte vrome vlees en dat van anderen de handen boven het hoofd houdt, ten koste van het recht Gods, zoals de zonen van Samuël ook deden. Die mensen bewogen zich als kerkelijke kameleons door het leven en pasten zich overal aan zoals de situatie zich voordeed terwille van hun eigen voordeel, naam en bestaan. Dat is de kerkelijke situatie van vandaag en ook onder velen van Gods volk. Doe je hier niet aan mee, omdat je onder de beheersing van de Heilige Geest en de regering van Christus je pad gaat, dan kom je in de eenzaamheid terecht. Kohlbrugge zegt hiervan vanuit zijn eigen ervaring: "Waarom staan wij, als wij in waarheid in Gods wegen zijn, zo alléén, zo eenzaam en verlaten, als wezen, wanneer het op de proef komt? Zó juist is het Goddelijk! Zal Gods Raad, Woord en wil door ons vervuld zijn, dan komen er tijden, waarin wij de broederlijke gemeenschap, hare hulp en vertroosting, naar onze mening, het allermeest behoeven, en juist dán moeten wij alléén den weg in, die naar Gods Wet is, en er is niemand met ons. De ingang in den weg van Gods wil schijnt ons een woestijn te zijn; wij ontwaren slechts nacht en verschrikking; wij hebben alleenlijk Gods gebod, zodat wij niet anders kunnen; de Geest drijft, maar alles schijnt ons toe te roepen: Dit is de verkeerde weg, de weg van verlatenheid, de weg van ondergang, de weg om alles te verliezen wat men heeft en verwacht, de weg des doods en der omzwervingen, waarop men geen metgezel vindt. Zo moest ook eenmaal Paulus klagen: "In mijn eerste verantwoording is niemand bij mij geweest, maar zij hebben mij allen verlaten", en wederom: "Demas heeft mij verlaten, hebbende de tegenwoordige wereld lief gekregen, en is naar Thessalonica gereisd; Crescens naar Galatië, Titus naar Dalmatië (2 Tim. 4:16 en vs. 10)", aldus Kohlbrugge. Dat is het deel van allen die de weg der gerechtigheid bewandelen en zich niet laten omkopen door "godzalige" geveinsdheid, noch door de ten laste legging van de door duivelskunstenarij gedreven geesten, omdat het recht huns Gods en de liefde Gods hen zwaarder weegt dan hun eigen zaligheid. Liever heel de godsdienst tegen, liever al Gods volk tegen, liever heel de wereld tegen, dan mijn hemelse Vader en Zijn dierbaar Woord tegen. Amen. -GPPB.
|
|
"Er bestaat een gevaar om te vervallen in een zacht en verwijfd christendom, onder het mom van een verheven en etherische theologie. Het christendom werd geboren voor lijdzaamheid; niet een exotische maar een geharde plant, diep verankerd door de felle wind; niet slap, noch kinderachtig, noch laf. Het gaat met sterke schreden en opgericht gestel; het is vriendelijk, maar vastberaden; het is zacht, maar eerlijk; het is kalm, maar niet meegaand; gedienstig, maar niet imbeciel; beslist, maar niet lomp. Het is niet bang het harde woord te spreken van de veroordeling tegen dwaling, noch zijn stem te verheffen tegen het omgevende kwaad onder het voorwendsel dat dit toch maar van de wereld is; het deinst niet terug voor het geven van een eerlijke berisping en vreest daarbij niet de beschuldiging van onchristelijk te handelen. Het noemt zonde zonde, bij wie die ook mocht gevonden worden, en riskeert liever de beschuldiging van gedreven te zijn door een slechte geest dan zijn plicht niet te doen. Laten we strenge woorden niet fout beoordelen in een eerlijk dispuut. Vanuit de hitte kan een adder komen, maar we schudden hem af en voelen geen letsel. De godsdienst van het Oude en het Nieuwe Testament is gekenmerkt door fervente, uitgesproken verklaringen tegen het kwade. Het spreken van zachte dingen in zulk geval kan sentimentaliteit genoemd worden, maar het is geen christendom. Het is een verraad van de zaak van de waarheid en de rechtschapenheid. Iemand die beslist, mannelijk, eerlijk en opgewekt is (niet bot of ruw, want een christen moet hoffelijk zijn en beleefd), die is het die heeft geproefd dat de Heere goedgunstig is, en hij verlangt een verhaasting van de komst van Gods dag. Ik besef dat liefde een menigte van zonden bedekt, maar het noemt niet het kwade goed, louter omdat een respectabel mens dat kwade heeft begaan; het verontschuldigt geen tegenstrijdigheden, louter omdat de tegenstrijdige broeder een belangrijke naam heeft en een vurige geest; oneerlijkheid en wereldsgezindheid blijven oneerlijkheid een wereldsgezindheid, ook al wordt die gezien in iemand die blijk geeft over een algemene ontwikkeling te beschikken." Uit: "Gods way of holiness" 1864.
Horatius Bonar (1808-1889).
|
|
|
|
|
|