WAARTOE HEILIG AVONDMAAL?
WAARTOE IS HET HEILIG AVONDMAAL INGESTELD?        
Plaats in winkelmandjeMandje
Het sacrament van het Heilig Avondmaal is ingesteld door Christus tijdens de viering van het laatste Paascha, waarbij Christus Zijn discipelen onderwijst in de gang van Zijn lijden en sterven en de Zijnen in hun geloof versterkt en vertroost. Zowel het sacrament van de Heilige Doop als het sacrament van het Heilig Avondmaal zijn instellingen van Christus. Beide sacramenten dienen ook tot versterking van het geloof van de ware gelovigen. Bij de Heilige Doop zijn de deelnemers echter niet de doopouders, maar de te dopen kinderen, die gedoopt worden in de Naam van de drie-enige God. Dopen gaat van God uit en niet van de kerk noch van de doopouders. De baptisten doen Gods verbond teniet en maken de doop afhankelijk van de gelovige mens. De doop van Christus nemen zij als voorbeeld om hun volwassendoopvisie te legitimeren, terwijl de doop van Christus niet een voorbeeldfunctie, maar een plaatsbekledende betekenis heeft, namelijk om alle gerechtigheid te vervullen (Matth. 3:15) als Borg en Representator van Zijn uitverkoren Kerk.
In het kader van het verbond eist God alle verbondskinderen ten Doop, want hen komt de belofte toe, zowel de ouders als de kinderen, maar God handelt daarin geheel soeverein, namelijk zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal", Hand. 2:39, tot een waar zaligmakend geloof in Christus. Met de Heilige Doop gaat de Heere -met eerbied gesproken- niet uit van een veronderstelde wedergeboorte -zoals Abraham Kuyper gedaan heeft en vele bondelingen met hem- want de Doop veronderstelt geen wedergeboorte, de Doop is een teken en zegel van Gods verbond en de betekende zaak van de Doop is de afwassing der zonden door het bloed van Christus (Hand. 22:16), ofwel het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes (Tit. 3:5). Zonder waar geloof in Christus doet de betekende zaak van de Doop geen nut, maar is daarentegen zielsschadelijk. Het ongeloof noch onbekeerlijkheid van de bondelingen doen de Doop echter niet teniet, want God handhaaft zowel Zijn verbondsgenade voor de erfgenamen des verbonds alsook Zijn verbondswraak voor de kinderen der dienstbare (Rom. 9:13). De onbekeerlijkheid van de doopouders en/of de onbekeerdheid van hun kinderen is dus geen excuus om hun verbondskinderen niet te dopen. Zowel Ismaël als Izak, zowel Ezau als Jakob, werden besneden. Alle verbondskinderen moeten gedoopt worden, omdat God in het kader van het verbond er soeverein mee handelt. Kinderen ten doop houden, is kinderen in de handen van God overgeven. Immers, mag de Maker niet doen met het maaksel wat Hij heeft?
Alleen de ware gelovigen worden door het sacrament van de Heilige Doop versterkt in het geloof, op grond van Gods verbondsbelofte aan Abraham, aan zijn Zaad en in Christus aan alle uitverkorenen, namelijk dat God Zijn Waarheid nimmer krenken zal, maar eeuwig Zijn verbond gedenken zal: "'t Verbond met Abraham Zijn vrind, bevestigt Hij van kind tot kind", ja, tot in het duizendste geslacht. Het sacrament van de Doop werkt het geloof dus niet, maar dient tot versterking des geloofs van de ware gelovigen. Rome leert dat de sacramenten de genade werken, maar dat is afgoderij. De sacramenten werken het geloof niet, dat doet het (gepredikte) Woord alleen door de Heilige Geest.
Over de H. Doop is veel meer te zeggen, maar we willen uw aandacht in een kort bestek vestigen op het sacrament van het Heilig Avondmaal. Gods Woord leert twee sacramenten, namelijk de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal. De Roomse kerk daarentegen kent maar liefst zeven sacramenten, namelijk het doopsel, de eerste communie, het vormsel, het priesterschap, de biecht, het huwelijk en de ziekenzalving. De hoer op de zeven heuvelen laten we nu voor wat die is, we willen letten op de betekenis van het Heilig Avondmaal. Voor wie het Heilig Avondmaal is ingesteld, is eigenlijk een vraag naar de bekende weg, want dat het Heilig Avondmaal alleen voor de ware gelovigen is ingesteld, leert de Schrift overduidelijk. Ten aanzien van het H. Avondmaal zegt Christus: "Doe dat tot Mijn gedachtenis", (Luk.22:19; 1 Kor. 11:24-25). Alleen degenen die in Christus geloven en met God verzoend zijn, kunnen de dood des Heeren gedenken, aangezien zij in Christus Jezus gedoopt zijn en derhalve in Zijn dood gedoopt zijn (Rom. 6:3). De oude mens onder de Wet is ten onder gegaan, gedood en begraven en de nieuwe mens is in Christus opgestaan in een nieuw Leven. Dus alleen degenen die met Christus gestorven zijn, zullen ook met Hem leven (2 Tim. 2:11). Alleen dat volk heeft de privilege de dood des Heeren te gedenken. Dat is geen volk met een volkomen geloof, want een volkomen geloof had alleen Christus, de Voleinder des geloofs. De zwakste in Christus is de sterkste en al Gods ware volk, klein en groot, wordt genodigd aan 's Heeren tafel om de dood des Heeren te gedenken tot versterking des geloofs (1 Kor. 11:23-29).
Het gaat in dit artikel niet om een complete verhandeling over het sacrament van het Heilig Avondmaal, maar over de vraag of het Heilig Avondmaal is ingesteld tot werking en/of versterking of alleen tot versterking des waren geloofs?
Het antwoord is al meermalen genoemd, namelijk tot versterking des geloofs. De instelling van het Heilig Avondmaal is niet bedoeld om het geloof te werken, want het Heilig Avondmaal is geen bekeringstafel, maar een gemeenschapstafel waarin Christus aan het Woord is om Zijn volk te vertroosten en te versterken in het gebruik van brood en wijn, hetgeen ziet op Zijn verbroken lichaam en vergoten bloed, tot vergeving van al onze zonden. Het Avondmaal is tot versterking van het geloof, met name dat al onze zonden door het lijden en sterven van Christus ons vergeven zijn. Het Avondmaal is dus ingesteld niet om vergeving te verkrijgen, zoals Rome leert, maar om in het geloof in Christus en in de vergeving der zonden versterkt te worden, Zijn Naam en Zijn dood te verkondigen totdat Hij komt.

De prediking van het Evangelie en het gebruik der sacramenten zijn middelen waardoor God het geloof in Christus respectievelijk werkt en versterkt. Door de dwaasheid der prediking heeft het Gode behaagd zalig te maken die geloven (1 Kor. 1:21), want het Evangelie is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk die gelooft (Rom. 1:16). Zonder deze goddelijke wederbarende kracht des Heiligen Geestes zal niemand ooit in Christus geloven. Het Koninkrijk Gods is immers niet gelegen in woorden, maar in kracht (1 Kor. 4:20). Het aanbod van vrije genade zet de mens in zijn verzondigde verantwoordelijkheid en zijn verdoemelijke bondsbreuk. De woorden der zaken maken de mens niet vrij, nee, dat doet Christus Zelf als Machthebbende over dood, hel en graf. Nooit is er enig mens tot het geloof gekomen door 'te reageren' op het aanbod van vrije genade. De hel ligt vol met het 'reagerende' christendom. Het gepredikte Woord kan indruk op de mens maken, zijn gemoed in beweging brengen, maar de mens moet van dood levend gemaakt worden, waarbij het niet gaat om de woorden van de zaken, maar om de betekenende zaak zelf, namelijk het vleesgeworden Woord, de Kracht Gods en de Wijsheid Gods, Christus Jezus (1 Kor. 1:24). Hem te kennen is het leven en door Hem gekend te worden is de grond der zaligheid.

Nu zijn er kinderen Gods die in het kader van de trekking des Vaders voor het eerst tot Christus getrokken werden/worden door middel van de nodiging tot het Heilig Avondmaal, waarbij zij de vrijspraak uit Christus' mond ontvangen hebben tijdens de bediening van het Avondmaal. Dat is een bijzondere daad Gods, waarmee de mens niet werken kan. laat staan tot regel verheffen kan. Dat zijn echter wel zielen die reeds door de Wet gedood zijn en zich als totaal verloren en rampzalig hebben leren kennen voor God en op genade of ongenade tot de Koning gaan, omdat zij liever sterven aan Zijn gezegende voeten, dan om nog een minuut zonder Christus het leven in eigen hand te houden. Die vrijspraak geschiedt echter niet door het gebruik van brood en wijn, maar door de kracht Gods in de toepassing van het Evangelie des kruises, tot redding van hun verloren ziel. Dat herhaalt zich in het leven der genade tot hernieuwing en bevestiging van hetgeen God in Christus ter zaligheid gesproken heeft in de harten der Zijnen. De trekking des Vaders is onwederstandelijk, maar het is de wedergeboorte zelf niet. Dat geschiedt op het spreken van de Borg door de kracht des Heiligen Geestes. En als die vrijspraak voor het eerst aan de heilige dis ervaren wordt na de trekking des Vaders en op het spreken van de Borg, is dat een zaak van verwondering en aanbidding, want dat gaat door een weg wat niet kan, en toch geschiedt. Zo gaat het altijd, want zalig worden is gans onmogelijk aan de zijde van de mens, maar als de ziel in zijn totale verlorenheid de dood des Heeren voor het eerst en voor zijn waarneming tevens voor de laatste maal wenst te gedenken, al zou het ook eeuwig omkomen voor hem worden, dan zullen de engelen van blijdschap zingen over die ene zondaar die zich bekeert van zijn bekering om als een verloren zondaar te kunnen blijven zitten als een zogenaamde arme zondaar die het evenwel toch buiten Christus stellen kan. Nee, zo'n zondaar gaat op genade of ongenade, want verloren is het toch al voor hem. En dat valt eeuwig mee, want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en te zaligen dat verloren was. Mefiboseth werd als een dode hond gedragen aan 's Konings tafel. Welnu, als u zo tot Christus mag gaan, als een dode hond en een erfwachter van de hel, dan zal Hij u welkom heten aan Zijn tafel. Christus eet met dode honden en grote beesten, ja, met hoeren en tollenaars en niet met bekommerden die te best zijn om slecht te zijn en te goed om verloren te gaan die het zonder Christus kunnen uithouden. Als de trekkende liefde des Vaders al zo sterk is dat geen duivel het kan verhinderen om als een dode hond tot Christus te gaan, hoeveel te meer moet dat de liefde Gods wel niet zijn, die de Heilige Geest uitgestort heeft in de harten van degenen die met God verzoend zijn door de dood Zijns Zoons? Die liefde gaat alle liefde te boven en doet de ziel hijgen VANWEGE de gemeenschap met Christus en NAAR de gemeenschap met Christus, ja, naar Zijn hernieuwde komst in de ziel en naar Zijn wederkomst. "Hoe dichter ik nader tot het huis van mijn Vader, hoe meer dat ik hijg, naar 't einde van de krijg."
De vrucht van de ware liefde werkt heimwee naar Jezus, om gedurig bij Hem te zijn, om Hem al die liefde, waarmee Hij Zijn Kerk heeft liefgehad van voor de grondlegging der wereld, waardig te schatten. Ja, want Hij heeft Zijn Bruid niet alleen de rechterhand gegeven, maar ook bij de rechterhand gevat. Christus geeft niet alleen Zijn ja-woord, maar Hij slaat Zijn Bruid gedurig met Zijn oog in liefde gade, Hij wil haar heil bereiden, haar in een Vesting leiden.

Dus waartoe is het Heilig Avondmaal ingesteld? Om de dood des Heeren te gedenken en te verkondigen in de dood van alle vlees en in de kracht des geloofs. Christus wil herdacht worden, niet als een gesneuvelde held voor volk en vaderland, met eerbied gesproken, maar als het Lam Gods dat Zichzelf Gode geofferd heeft tot een Losprijs voor DE goddelozen uit Romeinen 5:6 en DE doden uit Johannes 5:25. Bij de gedachtenis van Christus' dood valt de gedenkdag aan de duizenden geneuvelde soldaten op 5 Mei geheel in het niet. De dood van duizenden geallieerde soldaten tijdens de invasie van Europa (W.O.II) is waard om elk jaar herdacht te worden, hoewel zij de vrede tussen God en de ziel niet bewerken. Hoeveel te meer is de dood van Christus het gedenken waard, ja, geboden, want Hij is overgeleverd ter dood toe om onze zonden en opgewekt tot onze rechtvaardigmaking (Rom. 4:25). En dat voor dezulken die Hem niet waardig zijn te gedenken. HIJ heeft gedacht aan Zijn genade, Zijn trouw aan Isrel nooit gekrenkt, terwijl wij God iedere dag krenken met onze zonden en verkeerdheden.

Dus het Heilig Avondmaal gaat ook van God uit. En als God opent, wie zal dan sluiten? Maar God heeft de heilige tafel gesloten voor degenen die buiten Christus zijn. Er zei eens een (wijlen) dominee tijdens de voorbereiding van het H.A. tot de godsdienst: "Blijf met je berenklauwen van het brood der kinderen af!"
Ja, dat zijn we kwijt. Men durft nauwelijks te separeren omtrent de dis des verbonds. De oprechtheid is ingeruild voor gemoedelijkheid. Het is hels bedrog, godonterend en zielsschadelijk. Anderen proberen de leer der sacramenten te vereenzelvigen met Gods bijzondere daden en de prediking van het Woord. Gods daden zijn trouwens allemaal bijzonder, want Zijn Naam is Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst. God is nooit na te rekenen. Wij hebben ons echter te houden aan de wil des bevels van God en kunnen niet werken met de wil des besluits van God. Gods besluit moet wel gepredikt worden, namelijk de leer der verkiezing/verwerping en de leer van Gods voorzienigheid. Gods besluit ligt van eeuwigheid vast, zowel ten aanzien van de verkiezing der Zijnen, als van de verwerping der verworpenen, maar de mens is gebonden aan de wil des bevels van God, ook t.a.v de sacramenten. Gods eeuwige en onveranderlijke besluit is wel een vaste grond en een zekere troost voor Gods verzoende volk. "Want Ik den HEERE wordt niet veranderd, daarom zijt gij o, kinderen Jacobs, niet verteerd", Mal. 3:6.

Er zijn altijd van die mensen die Gods bevel uitspelen tegen Gods besluit en andersom. Dat is echt duivelswerk, want de duivel heeft Gods bevel (Gen. 2:16) uitgespeeld tegen Gods besluit (Gen. 2:17) en daarmee de mens verleid. Immers, tot Eva zei de duivel in de staat der rechtheid: "Is het ook dat God gezegd heeft...?"
En in een andere zin, doch met hetzelfde oogmerk gaat de duivel nu de refo-rijen door. Is het ook dat Christus tot Zijn volk gezegd heeft: "Doe dat tot Mijn gedachtenis", namelijk tot gedachtenis aan Mijn dood, door gebruik van het gebroken brood (Mijn lichaam) en de vergoten wijn (Mijn bloed), tot versterking van uw geloof."
En dan luidt de verleiding: "God kan het immers ook anders doen en het geloof ook aan de heilige dis werken..."
Ziet u, dat de duivel op deze wijze de instellingen van Christus in discrediet brengt, door de wil des bevels van God en Zijn wil des besluits tegen elkaar uit te spelen? Geen mens kan met Gods besluit werken en die het wel doen zijn arbeiders van de satan.

De volgende vraag kreeg ik onlangs gesteld: "Is dan de bediening van het H.A. op zich niet een prediking van het Evangelie, waardoor het geloof gewerkt kan worden, en niet alléén gesterkt?"

Kijk, met dit soort vragen houdt de eigenwillige godsdienst zich bezig, namelijk met wat God kan, maar dan had die man beter kunnen vragen wat God niet kan. God is immers de Almachtige. Maar toen Paulus op weg naar Damaskus van zijn paard geslagen werd in het stof, riep hij niet uit: "Heere, wat kunt Gij voor mij doen?" NEE, geliefden, hij riep uit: "Heere, wat WILT Gij dat ik doen zal?"
De duivel is altijd bezig de mensen te verleiden met wat God kan. Op de tinne des tempels probeerde satan zelfs de Zone Gods te verleiden met Gods Almacht (Luk. 4:9-11), maar Christus versloeg de duivel met het geschreven Woord: "Er is gezegd: Gij zult den Heere, uw God, niet verzoeken", Luk. 4:12.
De leer en de wil van Christus omtrent het Heilig Avondmaal is gericht tot de levende Kerk, namelijk om Zijn dood te gedenken, tot versterking van haar geloof. Als het Heilig Avondmaal ook was ingesteld tot werking van het geloof, dan zou het doel en de betekenis van het Heilig Avondmaal waartoe Christus het ingesteld heeft, geen waarde meer hebben. Ziet u dat de duivel met Gods Almacht in de mond, Gods gebod en de instellingen van Christus krachteloos maakt?

Nu schreef diezelfde man aan een vriend van mij het volgende:
"Vanmorgen lazen wij na het koffiedrinken uit het dagboek wat GPPB geschreven heeft, nu lazen wij daar bij 26 april, de 3de regel van boven: "De prediking van het Evangelie en de sacramenten zijn middelen waardoor God de zaligheid werkt en versterkt".
Nu schreef Ryle: "Het Heilig Avondmaal is een sacrament, ingesteld door Christus Zelf tot werking en tot versterking van het geloof van de ware gelovigen". Hierop reageerde Burggraaf op zijn website: (Mis broer Ryle, het H.A. is alleen voor de ware gelovigen verordineerd en niet ingesteld tot werking des geloofs, maar alleen tot versterking des geloofs- GPPB).
Mijn opmerking is; Wanneer het Heilig Avondmaal recht bediend wordt, naar de leer van Christus, is dan de bediening van het H.A. op zich niet een prediking van het Evangelie, waardoor het geloof gewerkt kan worden, en niet alléén gesterkt?
Dit bovenstaande wilde ik naar Burggraaf sturen, want dit vraagt volgens mij correctie, daar u toch in vrijheid gesteld bent onder de bediening van het Heilig Avondmaal, en dan ook nog als een onwaardige. Niet om de zonde goed te praten, maar de Heere heeft er toch doorheen willen werken. Wanneer iemand weet, dat de bediening van het H.A. en de prediking niet is naar de leer van Christus, dan zal persoon in kwestie er geen vrucht van hebben m.i. Hoe geheel anders is het toch bij u gebleken. God is niet gebonden aan de middelen, wij wel.
'k Dacht u hierover te schrijven, niet om over iemands woorden te vallen, maar alles moet wel op zijn plaats komen, zowel wat Ryle, als wat Burggraaf schrijft. Indien iemand in woorden niet struikelt, die is een volmaakt man (Jak. 3:2b)." (Tot zover de brief nr. 1).

Dat schrijft een man achter mijn rug om die regelmatig als een vriend met mij mailde, tenminste zo deed hij zich voor. Het worde hem niet toegerekend.

Diezelfde man die mij regelmatig schreef, schrijft echter niet dezelfde brief (nr. 1) aan mij, maar hij laat het een en ander weg en voegt er iets aan toe. Hij schrijft in zijn brief nr. 2:
"Dag Burggraaf, Vanmorgen lazen wij na het koffiedrinken uit het dagboek wat u geschreven hebt, nu lazen wij daar bij 26 april, de 3de regel van boven: "De prediking van het Evangelie en de sacramenten zijn middelen waardoor God de zaligheid werkt en versterkt".
Hier kan men dus ook twee kanten mee op.
Nu schreef Ryle: "Het Heilig Avondmaal is een sacrament, ingesteld door Christus Zelf tot werking en tot versterking van het geloof van de ware gelovigen".
Hierop reageerde u: (Mis broer Ryle, het H.A. is alleen voor de ware gelovigen verordineerd en niet ingesteld tot werking des geloofs, maar alleen tot versterking des geloofs- GPPB).
Mijn opmerking is; Wanneer het Heilig Avondmaal recht bediend wordt, naar de leer van Christus, is dan de bediening van het H.A. op zich niet een prediking van het Evangelie, waardoor het geloof gewerkt kan worden, en niet alléén gesterkt?
Wanneer iemand weet, dat de bediening van het H.A. en de prediking niet is naar de leer van Christus, dan zal de persoon in kwestie er geen vrucht van hebben m.i. Natuurlijk bedoelen wij niet dat men dan allemaal maar van het H.A. gebruik zou mogen maken, daarover is de Heilige Schrift duidelijk genoeg. Ik denk dat Ryle hetzelfde bedoeld zal hebben als wat u schrijft, dat het H.A. alléén is voor de ware gelovigen." Tot zover de briefschrijver.

Ik kreeg van mijn vriend inzage in de eerste brief nr. 1 en vergeleek die met de brief nr. 2 die die man aan mij gezonden had, maar toen stond ik wel even sprakeloos vanwege de achterklap van die dubbelzeggende briefwisseling. Ik schrijf dit publiek, hoewel ik er geen namen bij noem, want het gaat mij om de zaak zelf, namelijk hoe de waarheid verdraaid wordt in onze dagen. En wat is daarvan de reden?
Bovendien, die betreffende regel uit mijn dagboek is helemaal niet voor twee-erlei uitleg vatbaar, want het staat er respectievelijk geschreven, namelijk de prediking van het Evangelie tot werking en versterking en de sacramenten tot versterking des geloofs. Bovendien staat op dezelfde pagina van 26 april het volgende ter bevestiging van de bijbelse leer der sacramenten: "De sacramenten hebben dus niets mystieks, het zijn door God verordineerde middelen om het geloof te versterken."

Dat laatste heeft die man vanzelf ook gelezen, maar de man beweerde desondanks dat men hier twee kanten mee op kan. Ik kom dat heel veel tegen, namelijk dat men de waarheid verdraait tot eigen verderf. Zo leest men Gods Woord ook, namelijk "voor twee-erlei uitleg vatbaar." Met de almacht van God in de mond ontdoet men de wil des bevels van zijn Goddelijke Autoriteit. Men leest de waarheid fragmentarisch, niet contextueel. Ik schrijf dit niet tot mijn eigen verdediging, maar tot verdediging van de Bijbelse leer der sacramenten, daarbij aantonende hoe subtiel de duivel te werk gaat met hetgeen God kan, maar over de wil (de eer) van God bekommert de duivel zich niet. En met dat venijn houdt de duivel er velen gevangen tot zijn wil, want hij weet duivels goed dat een ziel aan Gods kant geplaatst, zich aan de wil van God onderwerpt. En daarom schermt de duivel altijd met hetgeen God kan. Hij kan het zus, maar ook zo. Hij kan u door recht verlossen, maar ook wel met minder. Het Avondmaal is voor de gelovigen verordineerd, maar Hij kan u er ook tot bekering brengen. Ziet u dat de duivel de instellingen van Christus in discrediet stelt met uiterst vrome woorden. Dat deed hij ook in het paradijs. "Is het ook dat God gezegd heeft..." Hij zaait twijfel in het hart van Eva."God heeft het wel gezegd en bevolen, MAAR..."
"Is het ook dat Christus gezegd heeft t.a.v. het H.A: "Doe dat tot Mijn gedachtenis..." MAAR, -zo zegt de duivel- Hij kan er toch ook nog wel een verborgen bedoeling mee gehad hebben, namelijk als bekeringstafel tot werking des geloofs."
Dat is de lere Christi verdacht maken en in discrediet stellen, ja, dat is feitelijk pure godslastering, want daartoe is het Heilig Avondmaal NIET ingesteld, daartoe is het gepredikte Woord ingesteld, namelijk tot werking en versterking des geloofs, maar ook tot verdoeming van alle vlees. Vanzelf kan de Heere tijdens de bediening van het H.A. door het gepredikte Woord mensen bekeren die in de bank zitten, maar daartoe is het Heilig Avondmaal als sacrament niet ingesteld, want daartoe is het gepredikte Woord genoegzaam en het aangewezen middel. In het H.A. staat Christus centraal met het "Ik voor u!" in de toepassing, waarvan Gods ware volk de troost en versterking heeft, voor het eerst of opnieuw. En als de Heere die woorden van zaligheid voor het eerst toepast tijdens de bediening van het H.A., dan heeft Hij diegene er Zelf toe genodigd en getrokken. Dat staat niet in het kader van hetgeen Hij kan, maar in het kader van de wil des besluits van God en voor de ziel in kwestie is dat een eeuwig onbegrijpelijk Godswonder en zo gaat het altijd. Maar van de wils des besluits van God daar moet de mens ten alle tijden af- en uiblijven met zijn vieze werkheilige vingers. God de Almachtige heeft tot Zijn volk gesproken: "Doe dat tot Mijn gedachtenis." En voor die ziel die de totale wanhoop nabij is, zijn vonnis aanvaart en zijn oordeel omhelst, maar het met de Wet, de duivel en het vlees niet meer houden kan, klinkt het: "De Meester is daar en Hij roept u!" Ja, dan heb je Avondmaal aan de werkbank, in de keuken of in de varkensschuur. Die mensen zijn niet druk met het Heilig Avondmaal, want het sacrament is hun zaligmaker niet, die zielen zijn vervuld met de betekende zaak van het Heilig Avondmaal en eten zich zalig met de brokstukken die er vallen van de tafel huns Heeren. Ja, zulke hondekens worden gedurig gedragen aan 's Konings tafel. Die lopen zelf niet, die worden getrokken, gedragen, geleid, gekastijd, totdat zij van heimwee sterven omdat zij geroepen ZIJN tot de bruiloft des Lams. Christus heeft meer heimwee naar Zijn Bruid als de Bruid naar Hem verlangt, maar door Zijn heimwee worden ze dronken van de heimwee naar de God hunner Zaligheid. Ja, God des levens ach, wanneer zal ik naderen voor Uw ogen. In Uw huis Uw Naam verhogen? Ja, kom Heere Jezus, kom haastelijk! Amen.

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl