ZONDAGSHEILIGING VANDAAG...!
ZONDAGSHEILIGING VANDAAG EN HET SLIPPERTJE VAN DS. G.H. KERSTEN  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Het vierde gebod over de sabbatsheiliging.
"Gedenk den sabbatdag, dat gij dien heiligt. Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat des HEEREN uws Gods, dan zult gij geen werk doen. Gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling die in uwe poorten is. Want in zes dagen heeft de HEERE den hemel en den aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is en Hij rustte ten zevende dage. Daarom zegende de HEERE den sabbatdag en heiligde denzelve", Ex. 20:8-11.

Zondagsheiliging Vandaag.
Geen makkelijk onderwerp, maar wel een aangelegen en een bijbels actueel onderwerp krachtens het eeuwiggeldende gebod van de zondagsheiliging. De zondagsheiliging ligt zwaar onder vuur door het ziekelijke refo-relativisme in onze dagen. Voordat we tot de behandeling van dit onderwerp overgaan, eerst het volgende.

De zondag, de eerste dag der week, is niet in de plaats gekomen van de Joodse sabbatsviering op zevende dag der week, zoals algemeen wordt aangenomen. De Wet Gods kan namelijk nooit veranderd worden, noch voor geen tittel of jota. Dat geldt ook voor de zevende dag, die in Gods Wet als sabbatdag geheiligd is. Gods volk doet de zevende dag als sabbatdag niet teniet, zoals Rome doet, nee, maar Gods kinderen vervullen het sabbatsgebod door Christus van de vervulling ervan de eer te geven op Zijn opstandingsdag, ofwel op de eerste dag der week. De onderhouding van de sabbatdag op de zevende dag gold echter alleen voor het verbondsvolk der Joden in de oudtestamentische bedeling en de eis ervan is door Christus vervuld. De bate der vervulling van de de sabbatsheiliging staat op rekening van het ware geloof. De oudtestamentische bedeling is in Christus vervuld, ook de zaterdagse sabbatdagsheiliging. De wetsvervulling door Christus geldt vanzelf alle geboden. Gods volk is aan de eis der wet gestorven (Gal. 2:19) en in Christus zijn zij volkomen in overeenstemming met de heilige Wet Gods door de toerekening van Zijjn gerechtigheid.

De opstanding van Christus geschiedde op de eerste dag der week en om die reden is de zondag de sabbatdag van de nieuwtestamentische bedeling. De zevende dag is de geheiligde rustdag van de Schepping Gods en de eerste dag der week is de geheiligde rustdag van de herschepping Gods. De nieuwtestamentische sabbatsheiliging is geen rituele dag waarop de mens God kan dienen, zoals in de Joodse bedeling, nee, de eerste dag der week is het begin van alle dagen der week. De ware godsdienst is geen zondagsdienst, maar duurt de hele week, week in, week uit, ja, tot in eeuwigheid. Door de dood van Christus is de oude bedeling onder de Wet ten einde gekomen en door de Opstanding van Christus is de nieuwtestamentische bedeling des verbonds een feit geworden, waarin de zondagsheiliging niet in de oudheid der letter, maar door het geloof geschiedt in nieuwigheid des Geestes. De eerste dag der week is in de nieuwe bedeling des verbonds dus wel duidelijk afgezonderd en bestemd voor de eredienst, de prediking des Woords, en voor de dienst der barmhartigheid. In de nieuwtestamentische bedeling is Christus Eersteling van de herschepping en Hij is ook het Levens-Begin van de wedergeboorte, niet de Wet, want de Wet is de bediening des doods, die aan het leven in Christus voorafgaat. Hoewel de Wet de eerste is in werking, is de Wet nooit de Eerste ten Leven, want dat is Christus alleen en Hij is ook de Laatste, ja, het Begin en het Einde, de Alpha en de Omega. Christus is de Eerste van de (nieuwe) eerste dag en Hij is ook de Laatste van de laatste dag der week, ja, van het einde der tijden en tot in eeuwigheid. Christus is het Begin der Schepping Gods en Hij is ook Vader der eeuwigheid. Alles wat adem heeft, moet Hem eren. En die eredienst begint niet op de laatste dag der week, maar op de eerste dag der week, ja, tot in der eeuwigheid in de eeuwige gelukzaligheid der eeuwige sabbatdag. Dus de nieuwtestamentische eerste dag der week is geen vervanging van de Joodse zaterdag, want beiden hebben hun eigen bedeling, hoewel de Joodse sabbatsviering geen geldigheid meer heeft in het Koninkrijk Gods, want dat was een ordinantie Gods onder de Wet, die in Christus vervuld is. Het sabbatsgebod zal straks zijn definitieve vervulling hebben in een eeuwige zevende dag, waarin God Alles is en in allen. Immers, het getal 7 is het getal van de volheid en de Wet Gods is een eeuwigdurende Wet, doch in Christus vervuld. Die heilige vervulde Wet der Tien geboden heeft God gelegd in de nieuwtestamentische Ark, Christus. "Ik draag Uw heil'ge Wet, dien Gij de sterv'ling zet, in binnenst ingewand." Aan de Wet komt geen mens meer te pas. De Wet is niet gegeven om die te doen ten leven ("doe dat..." is wel de absolute eis der Wet en geldend ten dode voor al degenen die onder de Wet zijn), maar om de zonden tot leven te wekken, want de Wet is niet uit het geloof. Dus als u nog een zondagsheiliging volgens de eis der Wet denkt te kunnen betrachten, dan weet God van verre uw gedachten, namelijk dat die ijdel zijn en ijdel is dan ook uw geloof. De Wet eist volmaaktheid door de werken. Welnu, al die zevendedags adventisten doen de Wet teniet door de werken der Wet, die aan de eis der Wet niet beantwoorden. Doet het geloof dan de Wet teniet? Nee, het geloof bevestigt de Wet, namelijk dat de Wet heilig is en goed, en daaruit volgt dat wij het niet zijn, want de Wet is geestelijk en ik ben vleselijk, verkocht onder de zonden.

Kent u dat ook bij bevinding, lezers?
Gods volk wil wel heilig leven en dat volk leeft beslist niet in de zonden, maar ze komen er meer en meer achter dat de allerheiligste verrichtingen met zoveel zonden bevlekt en als zodanig verdoemelijk zijn voor God. Betoverd door de neonomiaanse prediking van vandaag denkt Gods volk dikwijls dat zij zonder praktische heiligmaking de Heere niet zullen zien, maar dat leert Gods Woord nergens. Gods Woord leert dat zonder DE heiligmaking niemand de Heere zal zien, namelijk zonder DE heiligmaking van Christus (Hebr. 12:14). Al Gods kinderen moeten nog beginnen om te beginnen naar Gods geboden te leven, want eer dat zij eraan beginnen, ligt alles weer verzondigd en moeten ze weer van voren af aan beginnen, zodat er geen beginnen aan is en dikwijls als dood aan de voeten van het Begin vallen als een brandhout voor de hel. En al denk je reeds een weinig gevorderd te zijn op het pad van Gods geboden, dan zal je zo diep vallen, mensen, als je nog nooit gevallen bent, tenminste, dat is de ervaring van al Gods volk. Of dacht je dat God Zijn eer aan gesneden beelden geeft? Nee, alles wat adem heeft love den HEERE! Alle roem is uitgesloten. Wie roemt, roeme in den Heere.

"Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade te meerder worde?" Rom.6:1. Nee, dat zij verre! En het is ook onmogelijk. Gods volk kan niet eens in de zonden leven en die het wel kunnen zijn Gods kinderen niet! Gods volk leeft echter niet van de eigenschappen des geloofs, maar van het Voorwerp des geloofs, namelijk van Christus. Zijn gerechtigheid in de toerekening is heiligend in de uitleving. Hoor je dat? En dan word je een mens die al heiliger wordt. MIS! Dat is de papieren roomse refo-religie van vandaag. Want ze zeggen het wel, maar ze doen het niet. Ik ben degenen -die de Wet als regel des levens voor de gelovigen leren- eens nagegaan, maar genoemde personen doen de Wet in het geheel niet. Gemeenten die met deze baxteriaanse leer betoverd zijn, leven massaal in de zonden! Dat zijn dus de antinomianen, want die maken van de Wet een oudwijfse doeregel, terwijl de Wet een verdoemende regel is. Je moet eerst der Wet gestorven zijn, wil er van een heilige wandel in Christus sprake zijn. God accepteert geen heiligmaking van de oude mens en van de nieuwe mens in Christus is DE heiligmaking reeds een feit. Die oude mens moet dus eerst gestorven ZIJN, anders is er van een nieuw schepsel in Christus geen sprake. Hoe dat gaat, daar hebben we reeds tal van boeken en artikelen aan gewijd. In dit artikel gaat het over de zondagsheiliging en daar moet een vaste grond voor zijn. Die grond hebben we u eerst willen aantonen. Die grond ligt niet in de mens, ook niet in de bekeerde mens, en ook niet in de Wet, zoals we reeds hebben bewezen, maar in Christus ALLEEN. Sabbatsheiliging is reeds een feit, namelijk in Christus en staat ten volle op rekening van de ware gelovigen door het geloof in Hem. Immers, die moordenaar aan het kruis is nimmer aan het gebod van de sabbatsheiliging toegekomen, want eer het zondag was, verkeerde hij reeds met Christus in het Paradijs, om de eeuwige sabbat met en in Hem te vieren. Gods volk steekt dus geen vinger uit naar de Wet om die te doen, want ook die werkheilige vinger is met de oude mens gestorven in de dood van Christus. Niet de wet der zonde die in de leden van het lichaam der zonde blijft woelen, maar de Wet des geloofs staat in de harten van Gods kinderen geschreven. En wat is de Wet des geloofs? Dat is de leer des geloofs vervat in het Evangelie van Christus. En het vruchtgevolg daarvan is het beloftegebod van Christus, namelijk de liefde van Christus en die liefde is de vervulling der Wet in het leven der heiligmaking, waarvan DE heiligmaking (borgheiligheid) van Christus de grond is. Die liefde heeft dus een Bron en het geloof een Voorwerp, namelijk Christus. Gods volk wordt uit de Bron bediend en de Bron leidt tot het Voorwep en het Voorwerp tot de Bron. Zo reist Gods volk naar Jeruzalem, wandelende op het pad van Gods geboden, in de voetstappen van Christus, want Hij is niet alleen de Deur, maar ook de Weg, ja, de Waarheid en het Leven.

Nu we de grond van de ware zondagsheiliging hebben aangetoond, gaan we -zo de Heere het geeft- over tot de inhoudelijke behandeling van de zondagsheiliging. De eerste dag der week is bestemd en afgezonderd voor de eredienst des Heeren en daar waar twee of drie kinderen Gods vergaderd zijn in de Naam des Heeren, daar is de Heere in het midden van hen. Dat is de KERK! De Kerk is een vergadering van de ware christgelovigen, die beperkt kan zijn tot twee of drie kinderen Gods. Op die eerste dag der week zal de Kerk niet nalaten om de onderlinge bijeenkomst te houden, de gemeenschap Gods en de gemeenschap der heiligen te beoefenen. De huidige kerkendienst is echter grotendeels vormelijk en de kinderen Gods spreken nauwelijks met elkaar voor en na de kerkdienst. Net voor de dienst begint, stroomt de kerk vol en na de dienst vliegt iedereen met een sneltreinvaart naar huis. Dat gebeurt zelfs ook na de viering van het Heilig Avondmaal! Ik voel me wat dat betreft in geen kerk thuis, en zeker niet in die rooms-vergulde refo-moskeën van miljoenen euro's. God is er niet meer in en men merkt het niet. De objectieve Waarheid kan nog gepreekt worden, en dat is in onze dagen al uitzonderlijk, maar het leven wordt erin gemist. Ik hoorde onlangs nog een HHK-predikant, hij heeft een beroep aangenomen naar Springford Ont.; hij preekte over de rechtvaardigmaking van Abraham (Romeinen 4). Een vloed van (emotionele) woorden, maar een lege preek. Niet de toerekening van de gerechtigheid van Christus in de hel van 's mensen bestaan, maar het geloof stond centraal, terwijl het geloof slechts een instrument is. Als je een maaltijd gebruikt, dan gebruik je een vork of een lepel als instrument om het eten naar binnen te krijgen, maar ik heb nog nooit gehoord dat mensen zeiden: "'t Jonge, wat smaakt die vork toch lekker." Nou, als je de huidige preken beluisterd dan maakt men van het geloof een smaakmaker, alsof het geloof een zaligmaker is, maar van het Voorwerp des geloofs in de toepassing hoor je weinig of niets, laat staan hoe de Kerk aan haar Voorwerp komt en in welke weg dat gaat. Ik heb talloze rechtzinnige dominees beluisterd die de mond vol hebben over de rechtvaardiging van de goddeloze, maar inhoudelijk kunnen ze niet verklaren HOE HET GAAT, omdat ze er dikwijls zelf geen kennis aan hebben. Het geloof wordt doorgaans nog wel voorgesteld als een gave Gods, maar ondertussen laat men het geloof voorafgaan aan de Goddelijke vrijspraak in de toepassing van de belofte Gods in Christus en is er van Galaten 2:19 al helemaal geen sprake. Derhalve leren dezulken niet de rechtvaardiging van de goddeloze, maar de rechtvaardiging van de gelovige! Zelfs het gros ouderlingen in onze dagen luistert dit niet op, vanwege de algehele kerkelijke betovering. De huidige kerken zijn doorgaans vergaarbakken van onverdelgde bannen en valse leringen, waarin de ware tucht ontbreekt. Van een zondagsheiliging is er in de huidige erdediensten dan ook nauwelijks sprake. Over de zondagsontheiliging kunnen we daarom nog wel even doorspreken. Vele belijders, waaronder wijlen ds. G.H. Kersten, zijn tegen autorijden op zondag, maar zelf deed Kersten het 'stiekem'.
Een oud (overleden) kind van God zei eens: "Als het om God gaat en Zijn dienst, inclusief ziekenhuisbezoek, is autorijden op zondag geoorloofd, maar al het overige autogebruik op zondag is misbruik, behalve in geldige noodgevallen."
Ik ken een man, die is ook tegen autorijden op zondag, maar zijn vrouw mag hem wel naar de kerk rijden. Meerijden mag wel en zijn eigen vrouw opschepen met een zonde tegen het door hem vervalste sabbatsgebod is blijkbaar ook geoorloofd. Je zou er van gaan braken van al dat wetticisme. Of je nu naar de kerk loopt, fietst, of met de auto rijdt, heeft geen enkele waardigheid in zichzelf. De sabbatdag is de dag van de samenkomst, de eredienst, de prediking des Woords. De heiliging van de eerste dag der week, is een ordinantie Gods, naar het gebod Gods, tot zaligheid van verloren zielen. De eerste dag is de jubeldag van de opstanding van Christus. De zevende dag was de jubeldag van de Schepping en die dag is door Adam verbroken doch in Christus vervuld. De week begint dus met de nieuwe dag van Christus. In Christus is er geen eerste noch laatste dag, want Hij is van eeuwigheid tot amen, de Amen. De eerste dag der week is de nieuwe dag in Christus, de dag naar Zijn Naam genoemd, want Hij is de Eerste, de dag die God geheiligd heeft. Laat ons verheugd door zorg ontslagen, Hem roemen Die ons blijdschap geeft.
Laat elk kind van God zes dagen in de week over zijn zonden klagen, maar laat hem/haar zondags in God roemen. Met eerbied gesproken, God wordt echt niet blij, hoor, van al die duizenden vroomstijvige gezichten die zondags als zuurpruimen ter kerke schrijden. 'k Wilde wel dat Gods ware volk weer psalmzingende ter kerke zou gaan, gelijk in de dagen van ouds.

"Ik ben verblijd, wanneer men mij
Godvruchtig opwekt:
Zie wij staan
Gereed om naar Gods huis te gaan;
Kom ga met ons en doe als wij.
Jeruzalem dat ik bemin,
Wij treden uwe poorten in;
Daar staan, o Godsstad onze voeten.
Jeruzalem is wel gebouwd,
Wel saamgevoegd; wie haar beschouwt,
Zal haar voor 's Bouwheers kunstwerk groeten."


Maar ach, wat ach? Ach, de prediking waarin God op het hoogst verheerlijkt wordt en de mens op het diepst wordt vernederd, is zeer zeldzaam in onze dagen. De eredienst is veelal niet meer dan een vormendienst; de Doop een sensatie en het Avondmaal een prestatie. Nou, in zo'n rituele sleurdienst wordt de Heere niet verheerlijkt en waar de Heere niet verheerlijkt wordt, daar wil en kan ik ook niet zijn, niet omdat ik me beter voel, integendeel, maar omdat God er niet is. Gods dag wordt in onze dagen veelmeer IN de kerken ontheiligd dan erbuiten. Godsdienstige ontheiliging van de sabbatdag is erger dan de ontheiliging van de zondag door een wereldling. Er wordt wat vreemd vuur op het altaar gelegd in de refokerken, in de prediking en tijdens de sacramenten. Dat kostte de zonen van Aäron het leven. Ze lagen vreemd vuur op het altaar en God verteerde hen beiden door het hemelvuur. Als God in onze dagen te werk ging zoals bij de zonen van Aäron, dan zou je de van God bekeerde en geroepen dominees kunnen zoeken als een speld in een hooiberg, want dan zou blijken dat dezulken er haast niet zijn. En die tijd komt, hoor, dat de huurlingen zullen vlieden en de kudde zullen verlaten, als God komt met Zijn oordelen. Die tijd is zeer nabij.

De zondagheiliging is echter niet een doel in zichzelf. God wil niet een heilige dag, maar een geheiligd volk dat van Zijn trouw mag zingen. "Ik heb Mij een volk geformeerd -zegt den Heere- zij zullen Mijn lof vertellen." Al was het er maar 1 in een stad, 1 op de honderd (zegt Calvijn), dan wordt God verheerlijkt in die ene. In onze dagen mag je blij zijn als er nog 1 kind van God op de tienduizend kerkgangers gevonden wordt. God heeft echter geen zondag nodig om verheerlijkt te worden, want Hij is de Volzalige in Zichzelf, maar Hij heeft Zich een volk geformeerd dat Zijn lof ZAL vertellen. Wat is het in de kerken dan ijzig doodstil geworden. Ja, allerhande refo-disco-herrie is er genoeg, van het jijdaar-podium tot en met psalmzangavonden toe, maar wat wordt het toch weinig gehoord dat Gods lof verteld wordt. "Dies vertelt men in ons land, al de wond'ren Uwer hand." Gods ware volk kan er bij tijden niet over zwijgen, hoewel het gros van de kostelijke kinderen Sions als aarden flessen gelijk zijn geworden. God houdt Zich evenwel over een ellendig en arm volk, die op de Naam des Heeren betrouwen. Daar staat Christus Borg voor, ook dat Gods dag geheiligd wordt door degenen die God vrezen. De eerste dag der week is feitelijk alleen een instelling voor Gods kinderen. Immers, zonder geloof is het onmogelijk God te behagen en zonder geloof blijf je onder de eis en de vloek der Wet, namelijk om de sabbatdag te heiligen zonder enige zonde en in volstrekte heiligheid. Ik zou het volume kerkvolk niet graag de kost geven die zonder geloof de zondag denken te heiligen met een handvol godsdienst. Gods volk weet soms geen raad met de zondag, omdat zij zich zo menigmaal als een onheilige gewaar wordt. Dan zouden ze maar liever in een hoekje kruipen, of net als die tollenaar, achterin de kerk wegkruipen met het hoofd naar beneden gericht, zichzelf op de borst slaande van schaamte en schuld. Daar heeft de godsdienst geen last van. Welnee, het gros kerkgangers leeft van "goeie preken" dan kan men de rest van de zondag en in de week er weer op los zondigen.

Kunt u nu niet eens wat praktischer zijn, schrijver?
O ja, ik steek gelijk van wal. De boeren hebben van de koeien een fabriek gemaakt en doen derhalve aan verkapte zondagsarbeid. Immers, als er aan de koeien geen geld te verdienen viel, was er geen koe meer in de stal te bekennen. Commerciele arbeid op zondag is ongeoorloofde zondagsarbeid. Niet commerciele arbeid op zondag mag alleen indien het bijbels wettig noodzakelijk is. Bijv. dieren moeten op zondag gevoerd en verzorgd worden en de patienten in de ziekenhuizen e.d. moeten ook op zondag worden verzorgd. Bijbels noodzakelijke zondagsarbeid moet onbetaalde arbeid zijn. Betaalde zondagsarbeid, hoe noodzakelijk ook, stinkt namelijk naar vleselijk voordeel en in dat geval staat het in het kader van ontheiliging van de sabbatdag. Nog een voorbeeld. Er gaan vele dominees zondags elders uit preken om wat bij te verdienen. Dat is ook pure zondagsontheiliging. Een dominee krijgt zes dagen loon naar (pastorale) arbeid, maar op de eerste dag der week preekt hij gratis, want anders kan hij NOOIT de dorstigen het water des Levens "om niet" preken.
Zondags mag je ook je personeel niet voor je laten werken om geld in het laatje te brengen. Al degenen die binnen je poorten zijn, mogen zondags niet tegen Gods gebod in arbeiden. Dat "binnen uw poorten" is veel breder dan menigeen beseft. Het betreft je landerijen, je bezittingen, je huis en haard, je personeel, je machines, waar ook ter wereld, en ook je hart! Nou, wie blijft er dan staande? Alleen farizeeërs en rijke jongelingen! Dat betekent niet dat er geen zondagsheiliging is. Aangezien de tucht ontbreekt, is het ouderling- en diakenschap een zondagsbaantje geworden, waarover God zodanig vergramd is, dat de leidsels erop gaan, ook t.a.v. de zondagsontheiliging. Gods straffende verbondswraak zal echter vreselijk zijn over zoveel moedwillige onbekeerlijkheid.

Mag je dan zondags wel stroom gebruiken? Ja, dat is Gods volk geoorloofd, namelijk voor en in de dienst van God, zolang je het maar niet misbruikt tot een oorzaak voor het vlees. Mag je aan een arbeidsproces deelnemen die op zondag doordraait? Wel in de dienst der barmhartigheid, maar niet als het om commerciële arbeid gaat. Een politieagent moet noodzakelijke zondagsarbeid verrichten en de brandweer moet zondags ook paraat zijn en uit kunnen rukken als het nodig is. Dat soort arbeid valt niet onder commerciële arbeid. Er zijn echter ook politietaken die op zondag geschieden, die onder zondagsontheiliging vallen. Te denken valt aan het surveilleren bij zondagse sportevenementen e.d. Dat zal een waar kind van God niet kunnen. Christenen wordt het wat dat betreft meer en meer onmogelijk gemaakt om aan het arbeidsproces deel te nemen, vanwege de toenemende zondagsarbeid. Ook de refomedia -waaronder het RD- maakt zich schuldig aan zondagsontheiliging. Zondags ratelen de telemachines gewoon door om op maandag de krant te vullen met zondagsnieuws. En ook het bedrijfsleven in de refokringen kan tuchtloos haar gang gaan met allerhande zondagsarbeid. Zondags komen de orders per email binnen die 's maandags gewoon behandeld worden. Dat is verkapte zondagsarbeid. Een christelijke bedrijfsdirectie moet klanten (ook nieuwe klanten) kenbaar maken dat er zondags niet georderd mag worden. Maar veelal wordt er niets aan gedaan, want de leus dat "geld niet stinkt" wordt ook in refokringen gehuldigd, ook t.a.v. allerhande commercie op zondag. We kunnen die zondagslijst uitbreiden tot in het oneindige, maar we hebben slechts enkele voorbeelden genoemd. Aangezien de kerkelijke tucht niet of nauwelijks functioneert in de huidige refokerken, neemt ook de zondagsontheiliging hand over hand toe. Om ten aanzien van de zondagsheiliging te laveren tussen de klippen van het wettiscisme en het wettig noodzakelijke, daar is ware en dadelijke Godsvreze voor nodig. Met wettische regels kom je niet ver, maar Gods geboden zijn wel wettig! En het houden van Gods geboden betaamt alle mensen! Dus als je je wereldse buurman ziet voetballen op zondag, dan heb je hem godvrezend te waarschuwen. En als je nog onbekeerd bent? Ook dan houd je je voetballende buurman Gods Woord maar voor, echter met de hand in eigen boezem, zeggende: "Ik ben zelf een farizeer."
O, maar dat godsdienstige Refoland heeft nog geen zuur gezicht over voor de dienst van God, laat staan voor de eer van God, inclusief dominees. Zelfs Gods ware volk moet er gedurig door de liefde van Christus voor ingewonnen en overwonnen worden, want anders hebben Gods kinderen ook geen geloofsvrijmoedigheid om hun naasten te wijzen op de sabbatsheiliging, en ook niet om degenen die buiten zijn in te winnen voor Christus en Zijn dienst. Daar is dadelijke zelfverloochening en geloofsvrijmoedigheid (geen overmoedigheid) voor nodig, die de Heere evenwel rijkelijk wil verlenen aan zondagsontheiligers in zichzelf, die vernederd zijn tot de geestelijke bedelstand, om het alleen van God te verwachten. De zondagsheiliging is vreselijk in het geding en dat zegt alles van het geestelijke gehalte in onze dagen. Gods knechten, die niet daadwerkelijk de tucht hanteren, zoals Christus dat bevolen heeft, zal God monddood maken, zodat al hun preken inhoudsloos zijn, dus zonder leven en bediening des Geestes vanwege de magerheid hunner ziel. Hypocrieten kunnen hun gang gaan totdat God zegt: "Het is genoeg", maar Gods ware knechten kunnen op kastijding rekenen als zij sjoemelen met Gods inzettingen en Zijn verbond ontheiligen, ook t.a.v. de zondags(ont)heiliging.
Niet alleen in de prediking, maar ook tijdens het huisbezoek moet alles op tafel komen, ook t.a.v. de zondagsheilging. Maar de bannen in de gemeenten stapelen zich op als huisvuil in de straten en er is geen dominee die zich van deze dingen iets aantrekt, want schier allen wassen hun handen in onschuld. Zou God over deze dingen geen bezoeking doen? O, als er geen profetie meer is, dan wordt het volk ontbloot en in onze dagen nog in letterlijke zin ook. O, de profeten van de oude dag hebben zich vernederd voor Gods aangezicht en de schuld des volks ge-eigend. Waar zijn die herders die niet zichzelf, maar de kudde weiden; de schuld van land en volk eigenen en de eer Zijns Naams zoeken te verhogen, zowel op als onder de kansel? Ach, dat God Zijn Wind deed waaien door de geseculariseerde Refohof van antinomiaanse en wettische dorre doodsbeenderen; de Noordewind van het verdoemende recht des Heeren, zodat de rechterstoelen worden opgericht en de zonden worden verdoemd. Maar dan ook de doorwerking van de Zuidenwind van het zaligmakende en bevrijdende Evangelie voor erfwachters van de hel en verbondsbrekers die alleen de verdoemenis waardig zijn en als verloren zondaars door God met God worden verzoend in Christus, opdat Gods eer weer opklimme uit het stof en de engelen zich weer zullen verblijden over verloren zondaren die zich tot God bekeren. Gedenke de Heere aan Zijn vastgestaafd verbond en Hij neme nog redenen uit Zichzelf om Zijn hart in liefde te doen ontvonken tot verdoemelijke verbondsbrekers die Zijn toorn inwachten en de straf aanvaarden, tot roem van vrije genade in en door Christus, ja, tot roem Zijns Naams Die eeuwig heerlijk is. Amen.

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.com