 |
|
|
HET HALFVERLOSTE CHRISTENDOM - ANNO 2006
| |
|
|
|
Vroeger -toen ik nog zonder God in de wereld leefde- dacht ik dat halfverloste mensen alleen maar voorkwamen in evangelische en vrijzinnige kringen. Maar nadat de Heere mijn ziel heeft gered, heeft het niet zo heel lang geduurd dat mijn ogen open gingen voor het feit dat het halfverloste christendom zeer overvloedig vertegenwoordigd is in de 'bevindelijke kerken en kringen', waar men zich massaal op de Reformatie beroept en de Drie Formulieren van Enigheid onderschrijft. Ik vrees dat er nog geen vijf gereformeerd-bevindelijke predikanten zijn die op grond van Gods Woord 'geen leven voor de rechtvaardigmaking in de vierschaar van het geweten' leren en de geloofskennis van Christus noodzakelijk stellen voor de bijbelse wedergeboorte. Massa's belijders (inclusief ambtsdragers en predikanten) beelden zich in dat zij wedergeboren zijn, omdat zij soms aandoeningen hebben onder de prediking, Gods beloften in Christus zichzelf toe-eigenen, enige zondekennis hebben, weleens tranen hebben, bekommerd zijn over hun staat, of zelfs verzekerd zijn over hun staat door een ingebeeld geloof, het geloof voor hun zaligmaker houden, aan het Avondmaal deelnemen, in de kerkenraad zitten, voor dominee studeren, de hemelse gaven gemaakt hebben, Gods volk napraten, ernstig zijn, de martelaar spelen, de waarheid voorstaan, netjes kleden, oppassend leven, van wonderen kunnen vertellen, bevindelijk kunnen praten, goede werken voorstaan, zending bedrijven, van gebedsverhoring kunnen vertellen, enz. enz., maar toch niet door recht verlost zijn, geen kennis hebben aan een geopenbaarde Middelaar (zoals Paulus ervan spreekt in Galaten 1:15-16), geen kennis hebben aan de vergeving der zonden, dus niet gerechtvaardigd zijn voor God en dus ook niet uit Christus leven. Dezulken openbaren zich meestal als een slachtoffer, beroemen zich op hun nietszijn, op hun onkunde, manifesteren zich door optochtelijke ootmoed en valse nederigheid, allemaal nog onder de meest vrome en rechtzinnige bewoordingen, maar het zijn de huurlingen, de huichelaars, die Gods ware volk vervolgen, zelfs met allerlei bijbelteksten in de mond. Je moet zulke mensen maar eens te na komen met de spiegel der Wet en die van het Evangelie, dan blijken het zelfhandhavers te zijn die op hun strepen staan, naar de burgerlijke rechters en advocaten rennen en van genade niets weten. Dezulken hebben nog een naam te verliezen en schamen zich voor het Evangelie van Christus. Kijk, dat zijn de kenmerken van het halfverloste christendom. Dezulken koesteren een stiekeme bekering, maar o wee, als je dezulken confronteert met het recht Gods, dan verschuilen ze zich achter dode dogma's en roomse refozuilen.
Geliefde lezers, bovengenoemde godsdienst is een gangbare godsdienst geworden, zelfs in de meest rechtse kringen, en het wordt ook vanaf het gros gereformeerde kansels geleerd als zijnde bestaandbaar voor God, door 'herstelde' en 'afgescheide' predikanten. Er zijn zelfs talloze (meest afgescheiden) predikanten die t.a.v. de Godheid van Christus feitelijk niet verder preken als de moslims geloven, namelijk dat Christus een Profeet is, een goed en groot Voorbeeld, maar evenwel Zijn Godheid loochenen. En hoewel predikanten uit de Afscheiding de Godheid van Christus niet loochenen, miskennen er velen de Godheid van Christus, door de vergeving der zonden alleen aan God de Vader toe te schrijven en Christus van die macht uit te sluiten, in navolging van ds. G.H. Kersten. Kersten wordt door velen als een paus vereerd en zijn leer wordt zelfs voor zaligmakend versleten, boven de leer van Christus gesteld en verafgood. De volgelingen van Kersten gaan wat dat betreft nog veel verder dan Kersten zelf, en zo denkt men voor God te kunnen bestaan, met een traantje, een indrukje, als een bekommerd mens, die echter nooit aan zijn vijandschap gedood is door de dood van Christus, nooit is afgesneden van de eerste Adam, nooit door recht verlost en derhalve zijn huis op zandgrond heeft gebouwd. O, mensen het kan heel ver gaan wat het toch niet is, vooral in onze betoverde dagen, waarin ook Gods ware volk op zilveren muilen ten hemel reist. Geloven is niet zo moeilijk als je geen helverdiende zondekennis hebt en je niet openbaar vervolgd wordt om je geloof.
De ware separerende prediking, waarin de Wet verdoemd en het Evangelie vrijspreekt, is weg, op een enkele uitzondering na. Vele belijders hebben Gods trouw wel op de lippen, maar niet bij bevinding, laat staan als een doodbrakende voor God. Het 'blije' christendom viert feest, kan en mag alles, tot en met ski- en strandvakanties toe, maar God heeft Zijn volk met een doornhaag omtuind, zodat Gods kinderen meestentijds niet kunnen doen wat hun verdorven vlees hen ingeeft. Daarom zegt de HEERE: "Ik zal uw weg met doornen betuinen, en Ik zal een heiningmuur maken, dat zij haar paden niet zal vinden", Hos. 2:5.
Waarom?
"En zij zal haar boelen nalopen, maar dezelve niet aantreffen; en zij zal hen zoeken, maar niet vinden; dan zal zij zeggen: Ik zal henengaan, en keren weder tot mijn vorigen Man, want toen was mij beter dan nu", Hos. 2:6.
Ik geloof dat de Samaritaanse vrouw meer bevindelijke theologische kennis had dan het leger huidige refobelijders bij elkaar. 't Was niet zo'n best mens, want zij was een hoer, ze had vijf mannen gehad en ze ging ook niet in het zwart. En Christus moest door Samaria gaan, omdat Hij gekomen is om het verlorene te zoeken en te zaligen.
En mensen, als u zich nooit als en hoer(eloper), als een erfwachter van de hel voor God hebt leren kennen, in de aanvaarding van uw rechtvaardige vonnis (Gen. 2:17), dan vrees ik dat u enkel godsdienst bedrijft waar God niet vanaf weet. Dan zult u bedrogen uitkomen op de dag van uw dood en op de dag van Christus' wederkomst. Dan hebt u wellicht altijd voorin (of achterin) de rij gestaan om de vrome man of de vrome vrouw uit te hangen, het voorgestoelte van de kerk begeert, maar dan zal blijken dat God niet van u afweet. Velen zeggen wel God en Christus lief te hebben, maar dat is geen grond voor de zaligheid. De grond der zaligheid is gelegen in het feit of God in Christus ons liefheeft en die liefde aan ons bekendgemaakt heeft in de toepassing des harten. "Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft", 1 Joh. 4:19. Dat laatste weet Gods ware volk uit ervaring, doordat God Zijn vrederaad in haar heeft geopenbaard, want Hij heeft Zijn volk liefgehad met een eeuwige liefde. Dus Gods volk wordt eerst door God omhelst, zoals die Vader zijn verloren zoon omhelst, en ze krijgen het geloof er gratis bij, als is het ook een zwak geloof. Het zwakste zaligmakende geloof in Christus is namelijk geworteld in de ware Wijstok. Dus ook de zwakgelovigen zijn bewust gerechtvaardigd voor God door het geloof (hoewel dikwijls hels bestreden) en leven en bewegen in en door Hem, Die ons Leven is.
GPPB.
|
|
|
|
|
|