HUMILIATED GIRL
INCEST         
Plaats in winkelmandjeMandje
Aangezien er via de zoekoptie vele malen het verzoek binnenkwam om de onnatuurlijke zonde van incest ter sprake te brengen, zullen we trachten om enige handreikingen te geven aan de betrokkenen, hoewel ik geen specialist ben op dit gebied. In die zin zien we er tegenop en men moet daarom van mij niet verwachten dat ik met panklare oplossingen aan kom dragen. Gods Woord zal uitgangspunt en richtsnoer moeten zijn, ook in deze kwestie.

Incest is in bijna alle gevallen onder de noemer "seksueel geweld" te plaatsen, hoewel er ook gevallen bekend zijn waarmee beide partijen instemmen. Incest is in alle gevallen een gruwelijke schending van het zevende gebod, dus een gruwelijke misdaad jegens God en in geval van seksueel misbruik is incest ook een gruwelijke misdaad jegens het slachtoffer, ja, fysieke moord!
Er zijn vele vormen van incest. Ik kan ze in dit artikel niet allemaal opnoemen en bespreken. We beperken ons in dit artikel tot "an humiliated girl", ofwel een misbruikt en vernederd meisje. Het slachtoffer is in dit geval dus een meisje/dochter, en de incestdader een oudere jongen/broer of man/vader. Het feit dat het aantal incestgevallen veelvuldig voorkomt en voortwoekert in de gereformeerde gezindte, geeft wel aan dat het met de huisbezoeken en de kerkelijke tucht werkelijk treurig gesteld is, geen kerkverband uitgezonderd.
Ook de prediking is in vele gevallen debet aan de uitbrekende zonden tegen het zevende gebod, met name incest. Als er van de prediking niets uitgaat en als de Godsvreze onder de ambtsdragers ver zoek is, zoals in onze dagen het geval is, dan vermenigvuldigen ook de zonden in de gemeenten, met name op zedelijk/ethisch gebied. Ook in de (jonge) gemeente van Korinthe werd deze gruwelijke bloedschande bedreven. Paulus doet een incestdader in de christelijke ban der afsnijding en geeft hem over aan de satan (1 Kor. 5:5), tot vertering van zijn vlees.

Voordat we de zaak verder bespreken, moet eerst het volgende gezegd worden: In de Bijbel lezen we nergens dat incest door Gods kinderen wordt bedreven. De bloedschande van Lot met zijn dochters (Gen. 19:32-38) wordt veel aangedragen, maar Lot had er zelf geen wetenschap van, aangezien hij door de wijn bedwelmd was. "Hij werd het niet gewaar in haar nederliggen noch in haar opstaan", vs. 33b - 35b. Lot zou zich nooit bewust en opzettelijk aan zijn dochters hebben vergrepen. Hoewel Gods volk zichzelf er niet te goed voor acht, bewaart de Heere Zijn volk voor doodzonden en onnatuurlijke zonden:

1. De zonde tegen de Heilige Geest.
2. Het verraad van Judas.
3. De leugen van Ananias en Saffira.
4. De onnatuurlijke zonde van homofilie.
5. De onnatuurlijke zonde van incest.
6. De onnatuurlijke zonde van zelfmoord
7. Abortusmoord

Juda en Thamar wordt ook veel als een incestgeval aangedragen, maar Juda wist niet dat het zijn schoondochter Thamar was, toen hij zich -met haar instemming- aan haar vergreep. Het geval van Thamar staat op zichzelf, want Thamar handelde door het geloof. Zij wilde namelijk zwanger zijn van het beloofde Zaad, Christus. Ik kan er hier nu verder niet op ingaan. Over het geval van Lot en Thamar valt nog veel meer te zeggen, maar we hebben er al eerder en breder over geschreven in het boek: "Opdat ik Gode leven zou."

Incestdaders moeten hun rechtvaardige straf volgens het burgerlijk wetboek van strafrecht ondergaan, ook al hebben zij voordat zij veroordeeld worden, berouw over hun misdaden. Zelfs als het slachtoffer de dader vergeven heeft, dan nog moet de dader zijn straf ondergaan. Voor daders die hun straf willen ontlopen, bestaat weinig hoop dat ze ooit tot bekering komen. De straf verzachten of opheffen is dus in alle gevallen wreed, zowel voor het slachtoffer als voor de dader zelf.

Als er een geval is dat alleen tussen het slachtoffer en de dader bekend is, moet de dader zichzelf aangeven bij de justitie. Is de dader daartoe niet bereid, moet het slachtoffer hem aangeven. Elke aangifte moet uiteraard geschieden op grond van harde bewijzen en getuigenis van zowel de dader als het slachtoffer. Ook dat is de dure roeping voor de kerkenraad, alvorens men de burgerlijke overheid inschakelt. Er zijn namelijk ook gevallen bekend dat het "slachtoffer" helemaal geen slachtoffer was, maar uit haat tegen een door haar aangewezen "dader" aangifte doet. Zorgvuldig onderzoek is dus een eerste vereiste. Is de zaak echter bewezen, dan moet het recht zijn loop hebben, ook al betreft het gevallen die in het vroege verleden hebben plaatsgevonden. Het incestslachtoffer mag dus nooit zwijgen om "de martelaar" te spelen, ook niet om de schande te bedekken en ze mag ook niet verzwijgen wie de dader is, want daarmee bewerkt zij dat de dader verhardt en volhardt in zijn daden en in zijn onbekeerd zijn. Als de dader blijft ontkennen, moet medisch onderzoek/dna uitsluitsel geven.

Incest valt onder de noemer fysieke moord en moet daarom boven water komen. Oorlogsmisdadigers -hoe oud zij ook zijn- moeten worden berecht en zo is het ook met incestdaders. Wat dat betreft zit de gereformeerde gezindte hard verlegen om een nieuwe Simon Wiesental voor in de doofpot gestopte incestmisdrijven.

Als de dader lid van een kerk is, moet hij aangegeven worden en ook onder de kerkelijke tucht gezet worden en in geval dat de dader hardnekkig blijft, moert hij door de kerkelijke ban worden afgesneden uit de gemeente van Christus. De kerk moet het slachtoffer met alle mogelijke hulp bijstaan en begeleiden via de daarvoor bevoegde instanties, maar de hoofdzaak is dat de dader wordt vervolgd en zijn straf ondergaat, want het recht moet zijn loop hebben. Als het slachtoffer haar dader vergeven wil, zal hij eerst zijn bloedschuld aan haar moeten bekennen en om vergeving vragen, maar dat ontslaat hem niet van rechtsvervolging.

God zal het van de hand van betreffende ambtsdragers eisen hoe zij met dergelijke gevallen zijn omgegaan. Het slachtoffer moet direct hulp zoeken en zich niet laten intimideren door de dader. Als het slachtoffer en de dader tot hetzelfde gezin behoren, is het wenselijk dat het slachtoffer met de hulp van een dominee en/of kerkenraad een ander onderkomen zoekt. Zolang het slachtoffer tijdens en gerechtelijke onderzoek in contact blijft of omgang blijft houden met de dader, zal de schade voor het slachtoffer alleen maar toenemen.

Ik kan me voorstellen dat er situaties zijn waarbij de dader het slachtoffer "volledig" in zijn macht heeft, maar wat de dader nooit kan tegenhouden is dat het slachtoffer haar nood altijd aan God bekend kan maken. Er geschiedt veel onder Gods toelating, maar we kunnen God niets ongerijmds toeschrijven, want God is niet de auteur van de zonde. De vrouw heeft haar eer in het paradijs voor God al verloren, maar dat geeft geen enkele man de bevoegdheid om de eer van de vrouw te schenden en zijn verdoemde lusten op het zwakkere geslacht te botvieren. Mannen en vaders die dat wel doen, zijn onnatuurlijke laffe honden en criminelen van het ergste soort.

Hoe het mogelijk is dat een vader zich aan zijn dochter(s) vergrijpt, zal altijd wel een onbegrepen factor blijven, maar het geeft wel aan hoe diep de mens gevallen is. Als we dat bij God vandaan door genade mogen inzien, dan moet het een wonder voor ons zijn dat we nog "ongeschonden" rondlopen. De enige effectieve genezing voor incestslachtoffers, alsook voor de incestdaders, is de waarachtige bekering tot God en het geloof in Christus. Weigert men zich te bekeren, dan blijft er niet veel anders over dan de isoleercel, totdat men tot zichzelf komt. De tegenwoordige gevangenisstraffen stellen niet veel meer voor en staan veelal op gelijke voet met een langdurig verblijf in een hotel met alle gemakken voorzien. Een dergelijke hotelbehandeling leidt meestal niet tot herstel van de gedetineerden en het slachtoffer wordt er alleen maar dieper door gekwetst.

Incestdaders zijn criminelen en moeten als moordenaars behandeld worden, niet uit wraakgevoelens, maar op grond van het bijbelse strafrecht. Dat betekent ook dat de kerk niet mag selecteren, want zij is verplicht al haar leden de nodige zorg te verlenen en de nodige tucht toe te passen, zonder aanziens des persoons. Zelfs al roept een werelds en onkerkelijk slachtoffer de hulp in van de kerk, moet de kerk die hulp verlenen. "Wie is uw naaste?" Het antwoord op die vraag beperkt zich niet tot leden van een kerk, maar betreft het hele mensdom.

Nogmaals, elk geval moet naar buiten komen en aangegeven worden, ook al betreft het gezinsleden. Slachtoffer, ga naar de justitie, naar uw pastor, of naar een of andere bevoegde instantie en maak uw zaak bekend. Al behoort de dader tot een ander kerkverband dan het slachtoffer, is de kerkenraad van het slachtoffer verplicht de kerkenraad van de dader op de hoogte te stellen van de begane misdaad en er op toezien dat de dader berecht en onder de tucht gezet wordt. Geen enkele kerkenraad is bevoegd om de misdaad van incest binnen de kerkmuren te houden, laat staan te doofpotten. Dominees en ambtsdragers die dergelijke misdrijven doofpotten, horen thuis in een werkkamp.
Elk geval moet worden aangegeven bij de overheid, zodat de dader kan worden berecht. Als ambtsdragers zelf de daders zijn, moeten zij uit het ambt worden gezet, onder de tucht geplaatst worden en door de overheid worden berecht. Zowel het slachtoffer als de dader heeft recht op een pastorale begeleiding, maar het recht moet wel zijn loop hebben.

Ambtsdragers die de zaak in de doofpot willen stoppen in het voordeel van de dader, zijn van God vervloekt en roepen Gods verbondswraak in over zichzelf en hun eigen gemeente. Incest is een beestachtige, tegennatuurlijke zonde en een fysieke moord. Als incestdaders vaders zijn en die vaders melden zich niet bij de justitie, zijn de moeders verplicht hun mannen aan te geven. Moeders die dat niet doen of durven, zijn verraadsters van hun eigen dochter(s) en derhalve medeschuldig. Moeders staan in bijna alle gevallen ook schuldig aan incest binnen het gezin. Als een vrouw geen vrouw voor haar man is, staat zij medeschuldig, hoewel dit op geen enkele manier een ticket voor een vader is om zich aan zijn dochter(s) te vergrijpen. Zulke vaders zijn geen vaders, maar moordenaars van hun eigen kind! Vaders die hun dochters misbruiken, verdienen de doodstraf en dominees/ambtsdragers die erover zwijgen en de zaak niet wettig behandelen ook! En als zulke weerzinwekkende vaders zichzelf op een of andere manier vrij willen pleiten, is hun verdoemenis rechtvaardig (Rom. 3:8)! Als vaders handelen met medeweten van hun vrouw, zijn zulke moeders medeplichtig aan de incestmisdaad. Zulke moeders moeten ook onder de kerkelijke tucht gezet worden! Als de incestdader een broer is van het slachtoffer, dan moet de vader de zaak behandelen en aangeven bij kerk en overheid. Is betreffende vader overleden, dan moet het slachtoffer hulp zoeken bij een maatschappelijk werkster en de zaak alsnog aangeven, doch in de eerste plaats op de knieën voor God.

De dominee of de (wijk)ouderling moet de dader/broer van het slachtoffer aangeven bij de politie en geen onderhandse regeling tussen de dader en het slachtoffer treffen, want daartoe is de kerk absoluut niet bevoegd en het slachtoffer komt er vroeg of later dieper mee in de moeilijkheden. Voorzover het incestslachtoffer aanleiding gegeven heeft door bijv. lijdelijke toegeeflijkheid, zodat het mede daardoor tot de daad van incest kwam, gaat ook zij niet vrijuit, hoewel dat feit nooit een vrijbrief is voor de dader. Zelfs al heeft het slachtoffer passieve aanleiding gegeven, dan nog moet de dader berecht en onder de tucht gezet worden. Het slachtoffer verdient in een dergelijk geval ook een tuchtmaatregel, hoewel er eerst wel goed onderzocht moet worden of haar toegeeflijkheid niet voortgekomen is uit angst en onder geweld en/of dodelijke bedreiging is afgedwongen.

Ik heb een man gekend die zich altijd heel vroom voor deed. Zijn kinderen hield hij echter op een wettische wijze onder de duim, maar hij beweerde dat alles in zijn leven "van de Heere" was en hij kon de wonderlijkste dingen vertellen. Op een dag liet hij alle flesjes met homeopathische medicijnen van dokter A. Vogel in de gootsteen leeglopen, want "dat spul was allemaal van de duivel", zo vertelde hij. Zo had hij meer dingen buiten de deur gedaan en er mocht zelfs geen schilderijtje aan de muur hangen. De man had zelfs een kamer in zijn huis afgezonderd, waarin alleen Gods ware volk toegang had, terwijl hij het zelf was die zijn geweide kamer ontheiligde. Op een gegeven moment heb ik afscheid van die man genomen en hem gezegd dat al die wonderen die hij vertelde hem niet van de hel konden redden en dat God zijn heilige kamertje wel zou "ontheiligen". Het is allemaal uitgekomen, want eenmaal voor de rechtbank gedaagd, bleek de man al zijn dochters te hebben misbruikt, waarop gevangenisstraf volgde.

Al met al een bedekte beerput van weerzinwekkende zonden, die in de gereformeerde gezindte achter menig reformatorisch geveltje welig tieren. We hangen echter allemaal in hetzelfde oordeel, wie we ook zijn, en wie meent te staan, ziet toe dat hij niet valle. Dat laatste geldt alle mensen van nature ten aanzien van de onnatuurlijke zonde van incest. Ook Gods volk kan zich niet boven een incestdader verheffen, want het is enkel vrije genade als we met ziel en lichaam voor rekening liggen van onze getrouwe Zaligmaker, Jezus Christus en door Hem van de heerschappij des duivels zijn verlost en alzo worden bewaard. Gods ware volk kan geen onnatuurlijke zonden bedrijven, want zij zijn uit de heerschappij des duivels verlost ineens en voor altijd, en daar staat de voorbidding van Christus garant voor.

Incestdaders zijn gevangen onder de heerschappij des duivels, maar kunnen in Gods gericht de duivel daarvan niet de schuld geven. Nog zoekt Christus het verlorene, het weggedrevene, incestlijders en overspelers, die maar 1 recht hebben: de welverdiende straf.

Incestdaders en incestlijders, Farizeen en Sadduceen, overspelers en echtbrekers, valsspelers en meinedigen, hoor dan hier de woorden Gods: "Bekeert u, want het bloed van Jezus Christus Gods Zoon, reinigt van alle zonden", ook voor de zonde van incest. Zonder bloedstorting in de toepassing des harten is er geen vergeving en geen zaligheid mogelijk. Gods volk is evenwel in het oordeel verlost, door recht verlorst, door de Zoon vrijgemaakt en vrijgesproken, omdat Christus Zich in de plaats der Zijnen ter dood liet veroordelen. "De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem en door Zijn striemen is ons genezing geworden." Weldra houdt de tijd op en dan is het eeuwigheid. Weldra staan we allemaal voor de rechterstoel van Christus, en als we dan geen God hebben voor ons hart en geen Borg hebben voor onze arme ziel, dan zullen we voor eeuwig naar de plaats verwezen worden waar wening zal zijn en knersing der tanden. Nu is het nog de welaangename tijd, de dag der zaligheid. Zoek Hem en leef! "Want die Mij vindt, vindt het leven, en trekt een welgevallen van den HEERE", Spr. 8:35. - "Ik ben gevonden van hen, die naar Mij niet vraagden; Ik ben gevonden van degenen, die Mij niet zochten; tot het volk, dat naar Mijn Naam niet genoemd was, heb Ik gezegd: Ziet, hier ben Ik, ziet, hier ben Ik", Jes. 65:1.

GPPB. v.d.m.


http://www.derokendevlaswiek.com