KOHLBRUGGE OVER DORDT
DE KRITISCHE HOUDING VAN DR. H.F. KOHLBRUGGE T.A.V. DE NA-REFORMATIE EN DE NADERE REFORMATIE         
Plaats in winkelmandjeMandje
Dat Kohlbrugge altijd kritisch is blijven staan tegenover de Gereformeerde traditie, zoals deze met name in Dordt en daarna tot openbaring is gekomen, is vooral duidelijk geworden in een uitvoerige brief, die Kohlbrugge geschreven heeft aan zijn vriend Van Heumen in 1835. Omdat deze brief zo instructief is, niet alleen voor het leren kennen van Kohlbrugges visie op de Reformatie en Dordt maar ook op de Nadere Reformatie, willen wij een uitvoerig citaat eruit doorgeven.

'Maar waar vindt men dat in de boeken? Heiligings-systemen, ja, maar geen opgaan in alles 'eis auton' (in Hem = Christus). En voor zoveel de kerkhervormers dit gepredikt hebben, waren zij getuigen Gods, en met wat zij er bij gelapt hebben, hebben zij, zoo wel als die van niets dan van hervorming droomen, hun eigen werk (?) toen zij maar even aan het bouwen waren, weder afgebroken, meenende dat zij de wederdoopers, antinomianen, pelagianen enz. enz. met Mozes bevechten moesten. Zoo heeft de duivel half gewonnen spel gehouden in de protestantse kerk, heel spel in de Roomsche... Lees eens de tractaatjes van Musevoet, die Perkins vertaald heeft, achter Perkins, ja Perkins zelven, en gij vindt ook bij hem het zuurdeesem der eigengerechtigheid over-gebleven. En Musevoet levert u een geheele methode hoe gij uw leven in hemelsche of goddelijke meditatiën besteden zult. En vanwaar komt dat heirleger van Remonstranten reeds zoo vroeg? En waarom wist professor Saravia den volmaaktheidsdrijver Coolhaas of Coornhert (hoe heette hij ook?) niet neer te sabelen? Ach welk een lang dispuut en wat geschrijf? Waarom pakte men Arminius niet in de ribben aan? Waarom was de Delft-sche en ook de Haagsche Conferentie meer het geloove predikende dan de Dordtsche Synode? En waarom heeft men zich laten verschalken en afbrengen van de justititia Christi tot de praedestinatie, waardoor de Synode van 1618 zulk een ongelukkige houding heeft verkregen, moetende de Remonstranten uitwerpen, waar zij met de prediking der justitia Dei et Christi de Remonstranten op den loop gejaagd zou hebben, en veIer monden voor het toekomende gestopt waren geweest? En nu de vrucht van die Synode, de Staten-bijbel, met de eigenlijke betekenis der Grieksche woorden op den rand, en een systeem in den tekst. En kanttekeningen, voor zooveel als (?) de praktijk der godzaligheid, waarbij de eigenlijke essence van de paapsche leer weder is ingemengd. En daarop Voetius, (lees zijn Politica), Brakel (lees zijn opstel over de waakzaamheid), de oude Brakel (de Trappen des Geestelijken Levens), Sara Nevius (de Zoekende Ziel gebracht tot Jezus), Lodenstein, Mej. Schuurman en Labadie (lees de uiteinde van zijn gemeente bij Fokke Sjoerds, Kerkel. Geschiedenis) vormen te zamen een godsdienstig kransje te Utrecht, om te bidden en om te bemediteren eene hervorming der kerken; hoe was hunne leer, en wat is er van die hervorming geworden? Nu Witsius, om te zwijgen van de Coccejanen !!! en hun schandelijke leer en gedrag aangaande het gebod van den Sabbath! om van hunne vleeschelijke exegese der profetiën te zwijgen. Maar Witsius tegen de Antinomianen..., waarin hij dingen van hen vergoelijkt of refuteert, stellingen die ik niet de moeite waard zou achten, ze zelfs te noemen, zoo walgen zij iemand, die het gevoelen Christi heeft... Zal ik verder gaan, -lees de meeste voorredens van de oude Theologische Geschriften! En dan uit den tijd van Groenewegen en zijn verdediging van Eswijler. Eindelijk de oefening van Kuipers en het bekeeringswerk te Nijkerk, enz. Dan de quasi opwekking in het laatst der vorige eeuw, en nu wat er sedert hier in het land is voorgevallen. De joodsche Hervorming onder da Costa en Capadoce. Zet bij dat alles tot resumé wat gij zelve schrijft: reeds vroegtijdig heeft men onder ons het wezen des geloofs ver-minkt en de duivel heeft zijn schip door het halve Pelagianisme doorgestuwd en het op het heele Pelagianisme en Socinianisme vastgezet. En dan nu eene afscheiding onder Scholte. Waarlijk ik zou de met Stephanus, den martelaar, van het geheel van kerkhervormingen en kerkreddingen geen ander getuigenis weten af te leggen, dan hij van de geheele kerkgeschiedenis van Abraham af tot op zijnen tijd toe heeft afgelegd. Wat is nu de somma der zake? De Heere heeft eens gebouwd een eeuwig huis in de hemelen en bouwt er al aan voort met louter van allen verworpene steenen, en toch heeft hij het eens voor al geheel afgebouwd, en het overige is toevoeging. Sedert heeft Hij al afgebroken, en de menschen geven den moed niet op met te bouwen en Hij niet met af te breken en van het afgebrokene steenen te verkiezen, die Hij in zijn gebouw voegt naar zijn zin. Ver-der komt alles neer op 1 Cor. 3:12-15. Amen. Het Woord Gods blijft in der eeuwigheid'.

Prof. dr. C. Graafland:
"Deze kritiek op de Na-Reformatie is daarom zo opmerkelijk, omdat in de Nadere Reformatie, vooral bij W. Teellinck en J. van Lodenstein, een precies tegenovergestelde kritiek op de Reformatie aantreffen. Zij meenden namelijk, dat de Reformatie al spoedig tot verval is gekomen, omdat zij juist door de eenzijdige nadruk op het geloof en de rechtvaardiging, de heiliging verwaarloosden. In het verlengde daarvan ziet Kohlbrugge o.a. Perkins, de Vader van het Puritanisme, die vooral door de vertalingen van Musevoet, ook een stempel op de nederlandse Nadere Reformatie heeft gedrukt. Kohlbrugge wijst hun 'geheele methode' resoluut af, en ziet daarin één van de oorzaken, waarom de Remonstranten in Nederland al in zo'n vroeg stadium van het Gereformeerd Protestantisme opkwamen. De bodem was daarvoor al voorbereid door het onder puriteinse invloed ontstane Gereformeerde Piëtisme, met zijn nadruk op innerlijke en uiterlijke heiliging.
We ontdekken hier de bijzondere gevoeligheid, die Kohlbrugge aan de dag legt, wanneer het vermoeden bij hem leeft, dat de heiliging op een of andere wijze wordt losgemaakt van de rechtvaardiging door het geloof in Jezus Christus. Hij ziet dit reeds opkomen in de Reformatie, wanneer de stellingen moeten worden betrokken tegen de wederdopers, antinomianen en pelagianen. Juist in de polemiek met de tegenstanders is de verzoeking ontstaan om van het zuiver reformatorische standpunt weg te dwalen en toe te geven aan nieuwe 'heiligingssystemen' . Voor Kohlbrugge betekende dit een verzwakking van het sola fide en vooral van het solo Christo. Het 'alles "eis auto-n'", het Christus-alleen werd erdoor verzwakt omdat naast Hem een andere weg werd gewezen, waarin de vrome mens opnieuw zijn kansen kreeg. Dit in de Reformatie zelf reeds begonnen proces ziet Kohlbrugge doorlopen en toenemen in de na-reformatorische tijd. Opmerkelijk is daarbij, dat hij meent, dat deze afbuiging van de volstrekte genade de reactie van de Remonstranten juist heeft opgeroepen. De Remonstranten konden alleen gehoor vinden in een klimaat, waarin reeds aan de (gelovig vrome) mens een eigen aandacht werd geschonken. Dit oordeel van Kohlbrugge is dus wel radicaal. Het bevat niet alleen het verwijt, dat de Gereformeerden zich in het kielzog van de Remonstranten hebben laten meenemen, maar zelfs, dat het opkomen van het Remonstrantisme ten diepste zijn oorzaak vindt in de afwijkende beweging, die de Gereformeerden laten zien in vergelijking met de inzet van het reformatorisch belijden van de rechtvaardiging door het geloof in Jezus Christus alleen", aldus prof. Graafland.

Dr. H.F. Kohlbrugge heeft alle theologen van de Nadere Reformatie overtroffen! Alleen hij is gereformeerd te noemen, die het onderscheid tussen de Wet en het Evangelie altijd scherp weet te onderscheiden, zowel ten aanzien van de rechtvaardigmaking als ten aanzien van de heiligmaking.
Al hadden de Dordtse vaderen veel meer de leer van de rechtvaardiging door het geloof centraal gesteld, hadden er wellicht veel dwalingen voorkomen kunnen worden. Dordt heeft met haar leerregels geen afdoende antwoord op de Remonstranten gegeven, dat bevestigt het huidige neonomiaanse gehalte wel van de z.g. 'bevindelijk gereformeerden' in onze dagen. De door Dordt ingezette verkiezings- en wedergeboorteleer is namelijk in alle opzichten ontspoord en het heeft zelfs de Remonstratie in de hand gewerkt, ten spijt van alle onderschrijvingen van de Dordtse Leerregels. Dat fenomeen is in toenemende mate tastbaar in de meest rechtzinnige en afgescheiden kringen. Als de heiligmaking als een vervolgstuk van de wedergeboorte wordt gepreekt met als bron de Wet, dan verkeert men onder de zwaar verdovende doctrine van Rome. Abraham Kuyper leerde de veronderstelde wedergeboorte, maar nu leren alle kerkverbanden de veronderstelde rechtvaardigmaking. Men onderschrijft de noodzaak van de wedergeboorte, maar in de praktijk blijkt dat veelal een wassen neus. Men is al bezig in de heiligmaking voordat er ooit een rechtvaardiging door het geloof (ofwel in de vierschaar van het geweten) heeft plaatsgevonden! Christus mag bij de huidige theologie toekijken, want Hij is best, maar ze houden Hem voor het 'lest'. Christus mag meedoen als sluitstuk, zelfs als inplantingstuk, maar velen verafschuwen Hem als het Begin van het geestelijke leven. Christus is echter de Bron van alle goed, zowel ten aanzien van de rechtvaardigmaking, als van de heiligmaking. De Bron van de heiligmaking is niet de Wet, maar Christus en Zijn gerechtigheid alleen! Wat had dan centraal moeten staan bij Dordt? CHRISTUS EN DE VERGEVING DER ZONDEN! ook t.a.v. het leven der heiligmaking! Alle z.g. na-reformatorische 'heiligheidssystemen' zijn verwerpelijk, al heten ze ook duizend keer gereformeerd, puriteins, of piëtistisch.

GPPB.


PS. Het verwijt van dr. W. op 't Hof dat dr. H.F. Kohlbrugge ongereformeerd zou zijn, komt daaruit voort dat dr. Op 't Hof op Willem Teellink is gepromoveerd. Met deze "vader van de Nadere Reformatie" voelt dr. Op 't Hof zich zodanig verwant, dat hij via Teellink is doorgegleden naar het Gereformeerde Piëtisme, een innerlijke vroomheidsbeweging, waarvan de wortels in de tuin van het Vaticaan werden opgekweekt tot heiligheidsplanten die door de Nadere Reformatie gretig ter hand werden genomen om -zo meende men- de paulinische 'antinomianerij' te bestrijden, niet vermoedend dat de Joden op dezelfde wijze Christus en de apostelen hebben bestreden. De bewering van dr. Op 't Hof dat Kohlbrugge de Dordtse Leerregels niet heeft onderschreven, is een valse voorstelling van zaken. Kohlbrugge heeft Dordt alleen verweten dat zij de Remonstranten niet met de leer van de uitverkiezing en ook niet met de leer van de wedergeboorte had moeten bestrijden, maar met de leer van de rechtvaardiging door het geloof. Kohlbrugge heeft de Dordtse Leerregels echter nooit van de hand gewezen, alleen het doel waartoe de Dordtse vaderen deze Leerregels aangewend hebben, onderschreef Kohlbrugge niet. Mijns inziens terecht! Het feit dat dr. Op 't Hof destijds een boekje van Teellink op de kop wist te tikken, waarin Teellink zelf zijn handtekening ingezet heeft, heeft (volgens een recent interview) voor dr. Op 't Hof zoveel magische waarde, dat de hersteld hoogleraar dit boekje als een heilige relikwie verheerlijkt. OVER GEREFORMEERD GESPROKEN! OVER HERSTELD GESPROKEN! Het is te vrezen dat als men werkelijk 'hersteld' wordt bij God vandaan, men een uitwerping uit de herstelde kerk te wachten staat. Leervrijheid(!) in de HHK staat daarom op één lijn met de z.g. leertucht bij de Afscheiding, want beiden verwerpen het levende Kind, zodra men Zijn reuk gewaar wordt! Dat is niet een vooroordeel, maar de ervaring. De reuk van Christus is wel een lieflijke reuk voor de levende Bruidskerk, maar een brandlucht voor al degenen die de (wettische) heiligmaking verheffen ten koste van de ware bevinding van de rechtvaardigmaking, dus ten koste van Christus en Zijn gerechtigheid in de toepassing! In Christus overgaan kost dus een heel mens: "Ik voor u!" Dan moet ons 'ik' zijn vergaan, opdat Hij alleen zou bestaan. Christus alleen, Christus geheel, Christus Alles! Amen.

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl