 |
|
|
REFORMATORISCHE SPORTVERDWAZING
| |
|
Brief aan de Gereformeerde Gemeente te Barneveld
|
|
Geachte kerkenraad,
(Aangezien één uwer leden in onderstaand schrijven genoemd wordt, leek het mij de juiste weg u hiervan in kennis te stellen)
Onlangs lazen wij in een bijlage van het Reformatorisch Dagblad twee artikelen over lichaamsbeweging. Drie gymleraren, werkzaam op verschillende reformatorische scholen, willen de 'kerkelijke taboe' op het gebied van sport en spel doorbreken. Een docent van de reformatorische scholengemeenschap Pieter Zandt in Kampen/Zwolle is van mening dat het de gereformeerde gezindte aan een bijbelse visie op de lichamelijkheid van de mens ontbreekt. Een christen kan zich -volgens de Pieter Zandt-docent- op grond van Johannes 15:5 ook vruchtbaar gedragen tijdens een partijtje voetbal of volleybal. Volgens de Pieter Zandt-docent kan een volleybalavond zelfs beginnen met bijbellezen en gebed en ook geëindigd worden met gebed. Vervolgens kunnen we de Heere belijden dat we te fanatiek geweest zijn tijdens het spel, of te egoïstisch, naar het advies van de docent gymnastiek en godsdienst. Genoemde docent wil zelfs een onderscheid maken tussen diverse sportclubs waarin de Heere Jezus wel of niet aanwezig zou zijn.
Om eerst even in te gaan op hetgeen deze docent beweert, zou ik eerst willen opmerken dat we hier te maken hebben met een gekerstend soort boeddhisme. Met wil sport met religie verbinden en dat is typisch het kenmerk van de oosterse godsdienst. Om maar een voorbeeld te geven: boeddhistenmonniken zijn zeer bedreven in de gevreesde vechtsport Kungfu, een vechtsport die al meer als drieduizend jaar oud is. Een stap verder en we zitten midden in de oosterse religie van de Transcendente Meditatie, een religie die nauw verwant is met New Age. Zover gaat de Pieter Zandt-docent nog niet, maar ik geef maar aan waar de weg vandaan komt en waar die heenleidt als men sport met religie verbindt. Het is een oude truc van de duivel om de reformatorische beweging met Gods Woord in de hand in zijn arena te laten dansen. Zo te zien lukt hem dat aardig, want ook op de Jakobus Fruytierscholengemeenschap in Uddel en op het Van Lodesteincollege in Amersfoort hebben twee gymleraren 'baanbrekend' werk verzet op het gebied van lichaamsbeweging. Het nijvere tweetal heeft op kosten van de school(!) elk een scriptie gemaakt en zijn tot de conclusie gekomen dat bewegen een scheppingsgave is die gestimuleerd dient te worden in de vorm van een of andere sportactiviteit. De gymleraar van de Jakobus Fruitierschool is volgens zijn zeggen zelf jeugdouderling in Putten en trekt op de zaterdagavonden zijn sportbroek aan om vervolgens zijn benen uit zijn lijf te rennen. Ik ben echter bevreesd dat Jakobus Fruytier de man regelrecht onder de tucht had gezet vanwege zijn godslasterlijke zondagsvoorbereiding, om nog maar te zwijgen over het feit dat de man oorzaak geeft dat de Naam des Heeren vanwege zijn wangedrag als ambtsdrager gelasterd wordt.
De gymleraar van het Van Lodesteincollege, lid van de Gereformeerde Gemeente in Barneveld, kijkt er raar van op dat mensen, die kandidaat staan als kerkenraadslid, ineens niet meer op de volleybalavonden verschijnen. Ik denk dat als Van Lodestein nu in Barneveld had gestaan, hij in de eerste plaats die hele kerkenraad, die zulk soort godloze kandidaten verkiesbaar durft te stellen, onmiddellijk zou ontmantelen en vervolgens al die kerkelijke volleyballers onder de tucht zou zetten en van de heilige sacramenten zou uitsluiten.
Tenslotte geven beide 'reformatorische' gymfantasten aan dat sportbeoefening de verhouding tot God niet mag schaden. 't Klinkt bijna reformatorisch! Met mijn woorden gezegd: als je aan het voetballen bent moet je extra uitkijken om in de voetsporen van de Heere Jezus te blijven, want de bal zou wel eens van de smalle weg af kunnen rollen... Al met al een bespottelijke vertoning, waarover de duivel schaterlacht, omdat al die 'reformatorische' sportactiviteiten in de berm van de rechterweghelft van de brede weg plaatsvinden en uiteindelijk in de hel eindigen. Met zo'n religie heeft de duivel geen enkele moeite en hij moet wel zeer verblijd zijn dat hij nu drie reformatórische(!) medewerkers in dienst heeft gekregen! Ziende op deze ontwikkeling, zal het niet zo erg lang meer duren dat de gereformeerde gezindte kan beschikken over reformatorische hoerenhuizen...
U zult zeggen: Bent u dan tegen elke vorm van sport?
Antw.: Mijn mening is niet van belang, maar als het Woord zegt dat we de tijd moeten uitkopen dewijl de dagen boos zijn, dat het de mens gezet is eenmaal te sterven en daarna het oordeel, dat we allen voor de rechterstoel van Christus moeten verschijnen om rekenschap te geven van ons rentmeesterschap, dat we aan de vrouw van Lot moeten gedenken, dat Gods volk door lijden geheiligd wordt en niet door lichaamsbeweging, dat deze aarde door vuur zal vergaan, dat men zich dient te onthouden van alle schijn des kwaads, dat de toorn van de Zone Gods zal ontbranden over al degenen die menen God en de Mammon beiden te kunnen dienen enz. enz., waar zouden de reformatorische scholen en hun docenten dan de moed vandaan halen om sport en spel, brood en spelen in het kader te plaatsen van verantwoorde christelijke ontspanning?
Als iemand vanwege zijn goddelijk beroep een bepaalde vechtsport moet beheersen, zoals paramilitairen en politie, of als iemand om gezondheidsredenen een fitnessapparaat in huis heeft staan, of als iemand bij de reddingsbrigade goed moet kunnen zwemmen, enz., dan is daar op grond van Gods Woord niets op tegen. Alles wat in de weg van de goddelijke plicht vereist wordt en niet in strijd is met Gods Woord, is niet in het geding, maar zodra sport en/of lichamelijke beweging van welke aard ook, een georganiseerd en vermakelijk spel wordt om de lichamelijke lusten en het prestatiegevoel van de godsdienstige of zelfs 'reformatorische' mens te bevredigen en te bevorderen, -ik heb het niet over spelende kinderen- dan valt dat duidelijk onder de noemer van wereldgelijkvormigheid. En als genoemde reformatorische scholen en docenten deze wereldgelijkvormigheid met de Bijbel willen legitimeren, zegt datzelfde Woord dat zulke ijdele roepers in meerdere goddeloosheid zullen toenemen en dat hun woord (visie) zal voorteten, gelijk de kanker. Tegen al dat ongoddelijk ijdelroepen hebben Gods volk en knechten zich te stellen (2 Tim. 2:16-17).
De Heere gedenke Zijn ellendig en arm volk, die al deze dingen ook in hun eigen hart zijn tegengekomen, maar waaronder zij gedurig moeten zuchten en soms reikhalzend naar boven kijken of de dag van hun verlossing nog niet nabij is.
G.P.P. Burggraaf
|
|
|
|
|
|