RUTHERFORD'S GETUIGENIS
HET STERVEN VAN SAMUEL RUTHERFORD        
Plaats in winkelmandjeMandje
Nog niet zo heel lang geleden kreeg ik een brief van iemand die zich lange tijd voor een vriend uitgaf, maar uiteindelijk afhaakte, omdat hij vond dat we ten aanzien van de rechtvaardigmaking 'veel te hoge taal' aansloegen. Het klonk hem allemaal 'te verzekerd' in de oren. Daarbij verwees hij mij naar het sterven van ds. Samuel Rutherford, die, op de vraag of hij van zijn aandeel in Christus verzekerd was, volgens deze ex-vriend zou hebben gezegd: "Ik hoop het". Genoemde ex-vriend bedoelde hiermee te zeggen dat Rutherford niet zo'n hoge taal aansloeg, met andere woorden: Rutherford zou met een klein hoopje op de lippen gestorven zijn. Ik heb deze ex-vriend met Gods Woord van repliek gediend en hem gezegd dat hij Gods genadewerk in Rutherford zodanig gelasterd had dat zijn lastering neigde naar de zonde tegen de Heilige Geest. Ja, men durft wat aan in onze dagen! De lastering dat de godzalige Samuel Rutherford met een 'hoopje' de laatste adem zou hebben uitgeblazen is een leugen die direct van de duivel moet zijn ingegeven. Van de paus -die tot op de dag van vandaag de zekerheid des geloofs vervloekt- zou men zo'n lasterlijke uitspraak omtrent het sterven van Rutherford kunnen verwachten, maar van een man die jarenlang onder de prediking van ds. Du Marchie van Voorthuizen verkeerd heeft, had ik deze smadelijke voorstelling van zaken nooit verwacht. Gods Woord leert evenwel dat de waarheid Gods in Christus, die jarenlang is aangehoord, in een duivelse handomdraai verloochend en verraden kan worden.

Om de waarheid recht te doen, geven wij hier het getuigenis van ds. Jacobus Koelman over het leven en sterven van Samuel Rutherford weer, zodat onze lezers zich ervan kunnen vergewissen dat Rutherford gestorven is in de volle verzekerdheid des geloofs. Koeman schrijft over Rutherford o.a. het volgende:

Citaat 1
"Zijn kloekmoedigheid en dapperheid was ongemeen; nooit heeft iemand die op hem lette gemerkt, dat hij bevreesd was voor het aangezicht van een mens als hij verscheen voor het voordeel van Christus. Hij wist niet wat het was stil te zwijgen als hij hetzelve in gevaar zag, ja, hij was zulk een zoon van Levi, dat hij noch vriend, noch broeder kende in de zaak Gods; welke gezegende gestalte hem vergezelde tot zijn graf toe."

Citaat 2
"Mij aangaande", zegt Rutherford, "ik ben nabij de eeuwigheid en om tienduizend werelden zou ik niet durven na te laten om niet te protesteren tegen de verdorvenheden van de tijd, noch mij voegen bij de schandelijke afval van vele zwijgende en stomme wachters van Schotland, maar ik reken het tot mijn laatste plicht een protest te gaan doen in de hemel voor de rechtvaardige Rechter tegen de practicale en wettische Verbondsbreuk en tegen al de eden op de gewetens van des Heeren volk gelegd en tegen al de paapse, bijgelovige en afgodische geboden der mensen; weet dat nu de omverwerping van de gezworene hervorming de invoering van papisterij en van de verborgenheid der ongerechtigheid, op weg is in de drie koninkrijken."

Citaat 3
Vele dagen achter elkander voor zijn dood was Rutherford met zoveel blijdschap des Heiligen Geestes vervuld, als hij kon houden; en als hij nergens over te klagen had, zo was evenwel dit zijn klacht in zijn weggaan (hoewel met zoete onderwerping aan zijn Meesters wil) dat hij in dat bed van eer niet stierf, en dat hij niet was voortgebracht om zijn leven en laatste adem uit te blazen op een schavot, nademaal zijn Meester zulke gunstbewijzen uitdeelde onder die Hem volgen, want aan sommigen (en geloofd zij Hij eeuwiglijk, die hen met ere daarvoor gevoerd heeft) is het gegeven, niet alleen te geloven, maar ook te lijden en dat tot overtuiging hunner vijanden, als mensen, die eer schenen te triumferen over die koning der verschrikkingen als verzet te zijn door deszelfs vreselijk aanschouwen, en nademaal hij zulke bewijzen nam van de getrouwheid en genegenheid van sommige zijner navolgers. Zijn eigen woorden te dezer gelegenheid, die uit zijn eigen mond zijn opgetekend, als hij nu op de dorpel der heerlijkheid stond, gereed om de onsterfelijke kroon te ontvangen, waren deze (en hij heeft deze woorden meermaal herhaald) "mijn tabernakel is zwak en ik zou het een heerlijker wijze achten van uit de wereld te gaan, mijn leven af te leggen voor de zaak, bij het kruis van Edinburg, of van St. Andrew, maar ik onderwerp mij aan mijn Meesters wil."
Maar om nog nader te verstaan, hoe lieflijk hij was in zijn dood en hoe die dood met zijn vorige leven recht overeenstemde, waarin hij zo menigmaal geproefd had de gevoelige inlatingen van de Geest, zo zal ik alleen enige van zijn stervende uitdrukkingen ophalen, uit zijn mond opgetekend, door degenen die toen bij hem in zijn sterven tegenwoordig waren. Hij zei dan: "Ik zal schijnen, ik zal Hem zien gelijk Hij is en al 't schone gezelschap met Hem en ik zal mijn brede deel hebben. Het is geen lichte zaak een christen te zijn, maar wat mij belangt, ik heb de overwinning gekregen en Christus steekt Zijn armen uit, om mij te omhelzen. Ik heb mijn vrezen en bezwijkingen gehad, gelijk een ander zondig mens, om met een goede naam daardoor te geraken; maar zo zeker als Hij ooit tot mij sprak in Zijn Woord, zo heeft Zijn Geest ook aan mijn hart getuigd, zeggende: vrees niet. Hij had mijn lijden aangenomen en de uitkomst zou geen stof tot bidden, maar tot loven zijn. Uw Woord was gevonden en ik at het en het was mij de blijdschap en verheuging van mijn hart."
En een weinig voor zijn dood, na een flauwte zei hij:
"Nu gevoel ik, ik geloof, ik geniet, ik verheug mij."
En kerende zich tot mr. Blair, toen tegenwoordig, zei hij: "Ik weid op manna, ik heb der engelen spijs, mijn ogen zullen mijn Verlosser zien, ik weet dat Hij ten laatsten dage op de aarde zal staan; en ik zal opgenomen worden in de wolken om Hem te ontmoeten in de lucht."
En daarna had hij deze woorden:
"Ik ontslaap in Christus en als ik opwaak zal ik verzadigd worden met Zijn beeld. O, had ik armen om Hem te omhelzen!"
En tot een, die van zijn arbeidszaamheid in de predikdienst sprak, riep hij uit: "Ik laat dat alles varen; de haven daar ik in wil zijn, is verlossing en vergeving der zonden door Zijn bloed."
En zo vol van den Geest, ja, als het ware overwonnen met gevoelige genieting, blies hij zijn ziel uit. Zijn allerlaatste woorden waren: "HEERLIJKHEID, HEERLIJKHEID WOONT IN IMMANUELS LAND!" 29 Maart, 1661.
Uit: Het voorwoord van Jacobus Koelman in "De brieven van Samuel Rutherford" Eerste deel. Leiden - D. Donner.

PS. Het getuigenis van ds. Koelman over de godzalige geloofsheld, dr. Samuel Rutherford, is wel een totaal ander getuigenis dan dat verschrikkelijke valse getuigenis die die ex-vriend mij op de mouw probeerde te spelden. Rutherford is niet met een vleselijk hoopje op de lippen gestorven, maar in de volle verzekerdheid des geloofs, getuigende van de zekere hoop die in hem was, zonder de minste twijfel.

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl