TOENEMENDE VERWARRING
GEZEGENDE VERWARRING, WANT CHRISTUS HEEFT ALLE MACHT IN HEMEL EN OP AARDE!        
Plaats in winkelmandjeMandje
Omtrent de toe-eigening van het heil en het wezen des geloofs neemt de verwarring hand over hand toe. Aan de ene kant is dat een verdrietige ontwikkeling, maar aan de andere kant loopt het God nooit uit de hand. God weet de Zijnen in de ure der verzoeking te verlossen en Hij gaat ook door in het zaligen van zondaren tot de voleinding der wereld. Het is de Heere om het even of Hij Zich bedient door velen of door weinigen. Kerkelijk Nederland slaapt evenwel de slaap des doods. Dat is een rechtvaardig oordeel Gods, want we hebben God -in leer en leven- al lange tijd verlaten, wat voordeel zouden we hebben? Gods vrijgemaakte volk kan echter niet stoïcijns toekijken en het zwijgen ertoe doen. Immers, God heeft Zich een volk geformeerd dat Zijn lof zal vertellen, al is het ook in de stikdonkere nacht van de 'reformatorische' verwarring en verdeeldheid van vandaag, waarin de dwaling met de dwaling bestreden wordt. Soms krijg ik boeken en boekdikke scripties toegestuurd waarin de open-schuld-leer van ds. Kersten/Moerkerken wordt bestreden door mensen waarvan ik me sterk afvraag of zij zelf wel bevindelijke kennis hebben aan de rechtvaardiging door het geloof. Met de ene ketterij wordt dikwijls de andere bestreden (Zie ook: 'WEERLEGGING'), waarbij men de ene oudvader na de andere laat buikspreken, alleen met het doel een evangelie te cre-eren dat ten koste gaat van de Wet ALS Wet. Velen proberen een lans te breken voor een zogenaamd ruim aanbod van genade, waarin het plaatsmakende werk des Geestes (Joh. 16:8) echter totaal ontbreekt. Zo wordt het middel erger dan de kwaal. Het is de duivel om het even of hij zielen misleidt met een eenzijdig aanbod van genade prediking, of met een fatalistische voorwaardelijke wetsprediking waarbij niemand aan bod komt, of met een rooms mengsel van Wet en Evangelie. Zolang de leer van Christus en de bevinding daarvan verduisterd wordt door genoemde dwalingen, is de duivel de lachende derde. Zolang de dwaling met de dwaling bestreden wordt, vertoont de duivel zich niet in een briesende leeuw gedaante, maar in een zeer 'ootmoedige' gedaante van een engel des lichts. Zolang de kerkelijke democratie heerst, is de duivel tevreden, want dan is hij ervan verzekerd dat de kerkenraadsbanken gevuld blijven met ambtsdragers die ongeleerd en dikwijls onbekeerd zijn en waarvan het grote gros een inwendige roeping mist. Zolang er van de preekstoelen maar van vrede, vrede en geen gevaar gesproken wordt, met een verwijzing naar Jezus als Voorbeeld, dan is de duivel de ootmoedigste kerkganger of zelfs ouderling van dienst om de prediker met een stevige handruk van zijn instemming te betuigen. De duivel is er best mee tevreden als de Wet met een waarschuwende vinger gepreekt wordt, waarbij op Jezus als Voorbeeld gehamerd wordt, want dan houdt hij het kerkvolk in de dienstbaarheid van een geestelijke schijnzwangerschap, dat straks een eeuwige nacht zal baren. Ook heeft de duivel er geen enkel bezwaar tegen als het Evangelie gepreekt wordt als een eerste hulp bij ongelukken, want dan is hij ervan verzekerd dat het kerkvolk weer opgelucht naar huis gaat met een mogelijkheid van zalig worden. Zolang de mensen maar gepreekt wordt dat het nog kan en dat Christus altijd binnen handbereik is, is de duivel ervan verzekerd dat de stemming erin blijft onder het kerkvolk en dat de mensen weer opgelucht door leven, echter zonder de waarachtige bekering tot God en het geloof in Christus. Ook heeft de duivel geen enkel bezwaar tegen een onvoorwaardelijk Evangelie, zolang de bediening des doods maar achterwege blijft, want daarmee kweekt hij volle E.O.-theaters en massa's betoverde jongeren. De duivel heeft ook geen bezwaar tegen een Wetsprediking, waarin het aanbod van vrije genade achterwege blijft, want dan is hij verzekerd dat de mensen in de zonden volharden, hoewel men dat met zwarte pakken en vrome praat wel zal bedekken. De duivel is ook een warm voorstander van de denkbeeldige standenleer, waarbij de pijl altijd verder ligt dan het Doel, want in zo'n prediking is Christus niet het Begin, de Voortzetting en het Einde van het geestelijke leven des geloofs, maar de vrome mens met zijn onbijbelse bevindingen. En bij een bevinding en ook in een prediking waarin de drie ambten van Christus gescheiden worden, heeft de duivel het helemaal naar zijn zin, want dan is hij verzekerd van een halfverlost christendom dat er drie valse christussen opna houdt. Ook is de duivel erg ingenomen met de zogenaamde 'open-schuld-leer' van de Afscheiding, want door die leer wordt de Godheid van Christus in discrediet gesteld, omdat de open-schuld-leraren beweren dat niet Christus, maar alleen God de Vader de zonde kan vergeven. Dan wrijft de duivel -hoewel sidderend- van duivels plezier in zijn knuisten, want zo leerden de Farizeers het ook en begingen daarmee de zonde tegen de Heilige Geest. Zolang er maar geen verloren zielen om genade schreeuwen, en zolang er maar geen vrijgemaakte en getuigende christenen zijn, kan de duivel stilzwijgend zijn gang gaan, met af en toe een knipoog naar de paus. Immers, straks zullen het beest uit de afgrond en de Antichrist de handen ineen slaan om een alles omvattende vervolging tegen 'de beminden om der vaderen wil' en tegen iedereen die het eigendom van Christus is, te ontketenen. In de tussentijd houdt de duivel het afgescheide en herstelde christendom in slaap.
De duivel weet echter heel goed dat Christus alle macht heeft in hemel en op aarde en met het zwaard Zijns monds de vijanden van Zijn volk zal vernietigen. De duivel weet ook zeer goed dat Christus de macht heeft de zonden te vergeven, hetgeen ook daadwerkelijk en wereldwijd gebeurd. Maar als het openbaar komt stelt de duivel alles in het werk om dat werk Gods verdacht te maken, door studenten te proponeren en boeken op de markt te brengen waarin geleerd wordt dat de rechtvaardigmaking in de vierschaar van het geweten, ofwel door het geloof, niet het begin, maar het eventuele sluitsluk is van het geestelijke leven. De aanhoudende stroom proponenten en studenten die een soort van bekering proclameren die nog niet eens het nabijkomende werk des Geestes bij de dwaze maagden kan evenaren, zal de duivel echt niet tractementeren op veertig stokslagen min 1, maar veeleer op veertig schouderklopjes maal 4 en een onbezorgde oude dag. Onder zo'n prediking kraait de haan van Petrus tevergeefs drie keer, omdat door deze verdoemelijke open-schuld-leer de vergeving der zonden op de lange baan geschoven is. Zo kunnen we nog wel doorgaan totdat er geen papier meer in de wereld voorhanden is, maar alles wat niet met Gods Woord overeenkomt, zal toch geen dageraad hebben. Gods Woord houdt stand in eeuwigheid en zal geen duimbreed wijken. Christus is Profeet, Priester en Koning tegelijk over Zijn Sion en er is niet één waar kind van God die Christus alleen kent in Zijn profetische bediening, of alleen in Zijn priesterlijke bediening, of alleen in Zijn Koninklijke bediening. Al Gods kinderen, de kleinen en de groten, kennen en erkennen Christus als Profeet, Priester en Koning door het geloof en die het anders leren zijn valse leraars en arbeiders van de satan. De tijden worden benauwder, de mens der zonde steeds profaner en het christendom slaapt, de wijzen met de dwazen. Mensen, ik kom er steeds meer achter met welke een diepe slaap ik bevangen ben, als ik kijk naar onze wakkere vaderen. Maar God zal Zijn volk toch niet eindeloos kastijden? Zeker niet! Hij zal ze doen ontwaken, want zij zijn geroepen/uitverkoren om het hoofd omhoog te steken om straks de eerkroon aan de gezegende voeten van het Lam te werpen, want het is door U, door U alleen, om het eeuwige welbehagen!

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl