Ik heb een tante gehad en dat mens was de vriendelijkheid zelve. Je kon -om zo te zeggen- over haar heenlopen. Ze stond voor iedereen klaar. Ze sprak nooit kwaad over haar naaste. Nooit heb ik een onvertogen woord uit haar mond gehoord. Ze gaf een ieder het zijne. Zij klaagde nooit over haar toestand, hoewel ze een slechte gezondheid had. Veel leed is haar door anderen berokkend, maar ze zou nooit een kwaad woord over hen spreken, alleen maar goed. Ze was zo innemend vriendelijk voor mij dat de tranen soms in mijn ogen sprongen. Als er één mens op grond van goede werken de hemel kon verdienen, zou mijn tante het geweest zijn! Kortom, ze had een uniek en zeer ootmoedig karakter, die ik nog nooit bij één kerkmens ben tegengekomen, ook niet bij Gods volk. Toch was die tante van mij vrijzinnig en onbekeerd............... en al wat uit het geloof niet is, is zonde.............
|
|
Als we bovenstaand fragment in ogenschouw nemen, zal duidelijk zijn dat niet iedereen die met de vlag van ootmoed zwaait, daarmee ook de Bijbel aan zijn kant heeft en het ware geloof deelachtig is. Een kind van God is -als hij op zijn plaats is- ootmoedig als het gaat over zijn eigen naam een eer. Dan behoort hij een lam te zijn, te verdragen, voor zijn vijanden te bidden, kolen vuurs op hun hoofd hopen, enz. Maar als de waarheid van Gods Woord, dus de ere Gods in het geding is, behoort hij een leeuw te zijn en het op te nemen voor de ere Gods, wat mensen er ook van denken of zeggen. Dan draagt hij het beeld van Zijn Meester, want Christus is een Lam en een Leeuw.
LUTHER: "Wanneer het nu de artikelen van het geloof betreft, dan geve God maar geen ootmoed! Want het komt er dan niet op aan, dat men omwille van de liefde of de vrede of de eenheid wil wijken; ook niet omdat anders de kerk verwoest werd of dat men uit liefde tot de keizerlijke majesteit een weinig wijkt. Zo klagen de sekten- en scheurmakers over ons, als ware er bij ons geen ootmoed en liefde. Maar wij antwoorden hen: Verwijder eerst het Woord, de leer en het geloof; want hierin willen wij voor u geen handbreed wijken, al zouden ook de hemel en aarde erdoor uit hun voegen raken."
Citaat van Luther uit: Preek over de voetenwassing, Joh. 13:1-20.
Als we de rechtzinnige meningen moeten geloven, dan is een christen alleen maar een lam en nooit een leeuw. Ik zal u zeggen, mijn lezers, dat de duivel zeer in zijn schik is dat hij met dit soort godslasterlijke meningen de kerkopinie op zijn hand heeft gekregen, met als gevolg: leervrijheid in de meest rechtzinnige kerken, repeterende kerkscheuringen, haat, nijd, afgunst, kerkelijke vriendjespolitiek, de eer van elkander aannemen, Gods eer in de modder laten liggen ten gunste van eigen eer en naam, dwaling op dwaling met een beroep op de Reformatie, enz. enz. en dat allemaal onder de mom van zogenaamde 'ootmoed'. Ik geef dan toch maar de voorkeur aan mijn 'ootmoedige' tante, terwijl ik toch niet in haar schoenen wens te reizen naar de eeuwigheid, want zelfs haar bewonderenswaardige ootmoed was niet uit het geloof. Gods Woord leert ons: "Zijt met de ootmoedigheid bekleed", 1 Pet. 5:5. 'Beklééd', dat is 'óverkleed' en dat is de ootmoedigheid van Christus. U zult het me toch niet kwalijk nemen als ik zeg dat de ware ootmoed alleen in Christus te vinden is? Het godsdienstige leger dat me dat wel kwalijk neemt, groeit echter met de dag. Vele predikanten, ouderlingen, diakenen en avondmaalgangers, houden namelijk hun mond als de ere Gods in het geding is omtrent de prediking en de kerkelijke tucht, want -zo zeggen (liegen) er velen- 'Christus zweeg ook', maar dat zegt men alleen om eigen naam en eer in stand te houden voor de mensen, en om de eer van elkander aan te nemen. Dat Gods eer op straat ligt, deert dezulken in het geheel niet. Over vervalste ootmoed gesproken! En dat alles leeft ook in mijn vlees, hoor mensen, nog veel erger dan u het zich kan voorstellen, maar ik heb het niet in de hand dat God mijn mond weleens opent of mij een pen geeft, en dan gaat het allemaal vanzelf...
De Heere verlene ons verlichte ogen des verstand en een ongeveinsd geloof, om Hem alleen aan te hangen, en van (kerkelijke) koningen en prinsen af te zien, ja, alles schade en drek te achten om Zijnentwil. Amen.
G.P.P. Burggraaf
|
|