WORTEL VAN ALLE KWAAD
GELDGIERIGHEID, EEN WORTEL VAN ALLE KWAAD        
Plaats in winkelmandjeMandje
"Alles draait om geld", zo luidt een wereldse uitdrukking en er zit heel veel waarheid in. In de ogen der wereldgroten draait alles om geld, want geld is 'macht'. De mens is een machtjager niet alleen in de wereld, maar ook in de kerk. Dat zien we duidelijk in de geschiedenis van de roomse kerk. De paus heeft zichzelf uitgeroepen als hoofd der kerk en die positie heeft hij zichzelf aangematigd met behulp van het (gestolen) geld der armen. De roomse antichrist schuwde niet om met vrome woorden geld in het laatje te krijgen. "Als het geld in 't kistje klinkt, 't zieltje in de hemel springt."
"Dat bedrog behoort tot het verre verleden", hoor ik iemand zeggen, maar dat is nu juist een grote misvatting. De Schrift leert ons dat de geldgierigheid een wortel van alle kwaad is, niet was, maar is en dat zal zo blijven tot de voleinding der wereld.
"Ja, dat geldt voor de wereld, maar niet voor de kerk", zult u wellicht zeggen.
Ook dat is een misvatting, want we lezen in 1 Samuel 8:3 van de zonen van Samuel: "Doch zijn zonen wandelden niet in zijn wegen; maar zij neigden zich tot de gierigheid, en namen geschenken, en bogen het recht." De zonen van Samuel waren priesters, predikers die de mensen buiten het recht om zalig spraken, met het duivelse oogmerk om er zelf beter van te worden. Ze preekten een evangelie naar de mens: de Wet een beetje milder en het Evangelie een beetje scherper. Zo'n prediking brengt zakken vol geld op en bracht ook een stroom geschenken richting de pastorie op gang. Ook de huidige refokerken hangen aan elkaar van het geld en de verzekering dekt de schade in geval het kerkgebouw in brand vliegt. Ja, zo ver zijn we nu weg. Men wil God (een verterend Vuur) voor brand verzekeren. Maar mensen, als straks de brandverzekering zal verbranden, wat dan? Geen enkele verzekering dekt de schade van de eeuwige brand. Ja toch, en wel deze verzekering: "Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere", Rom. 8:38-39.
Als deze verzekering ontbreekt op en onder de kansel, gaat men de kerk tegen brand verzekeren, omdat men God zo 'groot' acht als een luciferdoosje. Een afgod dus. Ja, en dat is dan ook te merken aan de huidige prediking. Vele predikers preken uiterst bevindelijk, maar je moet de waarheid altijd maar toetsen aan de praktijk. Is leer en leven overeenkomstig? Kloppen de woorden met de praktijk van Zondag 10, van de Goddelijke voorzienigheid? Leeft men in woorden afhankelijk van God en is men in de praktijk evenwel tot de nek toe verzekerd? Als dat het geval is, buigt men het recht Gods, gelijk de zonen van Samuel het recht Gods bogen. Dat is een vleselijke godsdienst en daar is niets van God bij. Ik hoor nogal eens mensen zeggen en dominees preken om alleen op God te vertrouwen, maar als die praat in strijd is met de praktijk van Zondag 10, is dat niets anders dan ordinaire spotpraat. Dan zit het geld er nog tussen. Het is heus niet zo moeilijk om op God te vertrouwen met tienduizend dollar op de bank. Het is niet zo moeilijk om mensen zalig te spreken buiten het recht om. En het is niet zo moeilijk om te geloven als je nog de beschikking hebt over een dikke portemonnee. Rijkdom is op zich geen zonde, maar hoe ben je eraan gekomen en waar heb je je hart op gezet? Heb je je geld en goed uit Gods rechterhand of uit Gods linkerhand gekregen? Dat is wel een heel verschil. De zonen van Samuël namen geschenken aan ten koste van de waarheid van het Evangelie. Dat is nog niet veranderd. Velen doen water in de wijn en ook nog eens in oude leder zakken. Volgens deze prediking ben je al wedergeboren als je zoekende bent, enigszins ontdekt bent, geen kerkdienst overslaat, er een nette levenswandel opna houdt en op zedelijk gebied precies weet te vertellen hoe het allemaal moet, want mag en niet mag en al die vervloekte werkheiligheid nog al meer. Geldgierigheid werkt politieke en mensbehagende preken in de hand. Men wil dan de kool en de geit sparen omwille van de aantallen, omwille van de kerkelijke publieke opinie, omwille van eigen naam en eer. En wat is daarvan de wortel? De geldgierigheid! Geldgierigheid werkt ook nog wat anders in de hand, namelijk de vervolging van het levende Kind. Dat is altijd al zo geweest. Toen Paulus de volle raad Gods predikte, is Demas afgehaakt, want hij verkoos de geldgod boven de God des levens. Toen Paulus de volle raad Gods predikte in Efeze, ontstond er een beroering in de stad. De welig tierende handel in zilveren afgodstempeltjes van de zilversmid Demetrius, begon dusdanig te slinken door de prediking van Paulus, dat Demetrius een vervolging ontketende tegen de helpers van Paulus. Het opgehitste volk verkoos liever de sexgodin Diana, dan de levende God. Zo is het van nature met ons gesteld, of we nu kerkelijk zijn of werelds, de naam gereformeerd dragen of reformatorisch, we verkiezen de dood boven het leven, de lusten van het vlees boven de lust om de Heere te vrezen, de geldgod boven de levende God. Nu dan eerst de tekstwoorden van onze overdenking:

"Doch die rijk willen worden, vallen in verzoeking, en in den strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerlijkheden, welke de mensen doen verzinken in verderf en ondergang. Want de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad, tot welke sommigen lust hebbende zijn afgedwaald van het geloof, en hebben zichzelven met vele smarten doorstoken", 1 Tim. 6:9-10.

Geliefde lezers, als het gaat over aards bezit, dan moeten we zeggen dat we de eenvoud goed kwijt zijn in onze dagen. En dan heb ik het niet over de wereld, maar over de kerken. Als ik zie in welke paleizen het gros reformatorische kerkmensen woont, dan slaat het schaamrood mij naar de kaken. Hoe moet ik die 'reformatorische' weeldecultuur aan de wereld verantwoorden en uitleggen? Er gaat van de kerken een stank uit en de liefde van velen verkoudt door de geldgierigheid, want de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad. Boven dit alles slaat me weleens de vrees om het hart dat men meent hier altijd te kunnen blijven, alsof er geen God bestaat en geen eeuwigheid voor de deur staat. Maar mensen, als je het geld tot je god hebt, ben je net zo afgodisch als de verworpen heidenen die God niet kennen en dan leef je onder de toorn Gods, hangende aan een zijde draadje boven de hel. Wat heeft die rijke man die zijn ogen in de hel opsloeg mee kunnen nemen van al zijn verrotte rijkdom? Immers niks! "Want wij hebben niets in de wereld gebracht, het is openbaar, dat wij ook niet kunnen iets daaruit dragen", 1 Tim. 6:7.
Waar komt het vandaan dat veel christenen, ja zelfs avondmaalgangers, meedoen aan piramidespelen om hun vermogen te spekken met het geld uit de afgrond? Het is de geldgierigheid, mensen, en de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad. Weet u wat de geldgierigheid teweeg brengt? Afgunst! Egoisme! Kwade begeerten! Hoogmoed! Opgeblazenheid! Niet alleen in natuurlijk opzicht, maar ook in geestelijk opzicht. De broeders van Jozef gunde Jozef de zaligheid niet waarvan hij zo kostelijk mocht getuigen. Waren zij dan niet blij met Jozefs bekering? Heel niet, heel niet, nee, ze haatten hem. Weet u hoe dat kwam? Zij namen geschenken aan en bogen het recht. Ze verkochten Jozef voor een handjevol geld, voor 20 zilverlingen aan de Ismaelieten. Judas nam geschenken aan toen hij Christus verraadde, en boog het recht voor 30 zilverlingen. Simon de Tovernaar wilde de gave de Geestes voor geld kopen en boog het recht.
Als er een ziel in onze dagen tot bekering mag komen, weet u wat er dan gebeurt? Dan neemt men geschenken aan om het verheerlijkte recht in die geredde ziel te buigen en verdacht te maken. Dan gaat men samenspannen om het levende Kind te vervolgen in gedachten, woorden en werken. Ik heb het onlangs nog van dichtbij meegemaakt. Er is hier onlangs een jonge vrouw tot het geloof in Christus gekomen, maar omdat ze niet van 'het kerkje' was kon haar bekering niet van God wezen, volgens zeggen. Ja, dan hoor je de naspraak van velen tot op en onder de gereformeerde kansels toe. Mensen, ik zou toch niet graag in je schoenen reizen als je zo de kleinen die in Christus geloven ergert, want met al die ergerlijke verdachtmakingen kom je een keer op de bodem der zee terecht, met een molensteen om je hals. Wee die predikers, ouderlingen en zogenaamde christenen die de ware kleinen in Christus verachten en negeren. God zal hen zenden een kracht der dwaling, zodat ze de leugen zullen geloven tot hun eigen verderf. "Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij omreist zee en land, om een Jodengenoot te maken, en als hij het geworden is, zo maakt gij hem een kind der helle, tweemaal meer dan gij zijt", Matth. 23:15.
De geldgierigheid is een wortel van alle kwaad. Niet van weinig kwaad, niet van veel kwaad, maar van alle kwaad. Geldgierigheid in de kerk werkt onherroepelijk een commerciële 'concurrentie' in de hand, vooral op het gebied van de zending. Grote zendingsprojecten, uitmuntende zendelingen, mensverheerlijkende zendingskrantjes, maar geen bekeerlingen. Men gaat op in de organisatie en men is slaaf van eigen agenda. De gekregen talenten worden in een zweetdoek gelegd en de armen in eigen gemeenten worden niet meer gedacht, want die trekken van de bijstand. Men gelooft alleen in eigen kerk, zending en 'veronderstelde' geloofsbelijders, en als anderen buiten hun kerkmuurtje tot bekering komen, praat men er zelfs niet over, of het geschiedt in smadelijke zin. Maar zodra een kerk of zendingsorganisatie op een sektarische manier rekent en in eigengemaakte aantallen gelooft, is er al niets meer van God bij, want God in Christus zoekt niet de 99, maar dat ene verloren schaap. En 1 waar schaapje van Christus met 1 gram genadegoud is duizend keer meer waard dan een kudde onbekeerde refobokken en/of 10.000 pond hardkopere godsdienst. Mensen, 1 druppel waar geloof in God is meer waard dan een leger van 1000 rijke jongelingssupporters voor de zending, want die gaan tenslotte allen 'bedroefd' heen als het aankomt op de zelfverzaking en zelfverloochening. De man die die schat in de akker vond, verkocht alles wat hij had om eigenaar van de Schat te worden, maar de rijke jongeling ging bedroefd heen, want hij had vele goederen. Hetgeen de Heere Jezus van hem vroeg was voor hem teveel gevraagd. Hij kon zijn huis en haard, geld en goed niet missen voor de dienst in Gods wijngaard. Hij wilde niet arm van geest worden in Christus, maar bleef liever rijk en verrijkt hebbende geens dings gebrek. Hij was een slaaf van zijn eigen geld en ondanks zijn stipte leven ligt hij nu reeds zo'n 2000 jaar te branden in de hel, waar de worm niet sterft en waar het vuur niet wordt uitgeblust.
De grote opwekkingsprediker, George Whitefield, haalde bakken met geld op voor de armen, maar zelf was hij straatarm. Hij had noch gemeente, noch traktement en toch heeft het hem nooit aan iets ontbroken. Waar zijn ze in onze dagen die zo uit God leven, Wiens al het goud en het zilver is en het vee op duizend bergen?
Je kunt veel geld hebben, veel bezit en veel aards geluk, zoals Ezau 'veel' had, maar als je het 'alles' moet missen waarin Jakob mocht delen, dan heb je in wezen niets. Geldgierige mensen zijn dikwijls nog vrijgevig ook, maar altijd tot op zekere hoogte. Ze geven dikwijls veel aan kerk en zending, maar niet zodanig dat ze er minder om moeten leven. Ze hebben veel over voor hun naaste, maar altijd met het oog op zichzelf. Ook maken dezulken met een vleiende lach gebruik van anderen, als ze er zelf maar beter van worden, want hebben dezulken je niet meer nodig, dan kennen ze je niet meer. Je hebt mensen die net eender werken als een verkeerslicht. Vandaag staan ze op groen en morgen op rood, net hoe het hen gelegen komt. Vandaag ben je hun vriend en morgen hun vijand. Zo doet de Heere Jezus echter niet. Hij is gisteren en heden Dezelfde, ja, tot in eeuwigheid. Een Vriend heeft te aller tijd lief en zulk een Vriend is onze Jezus, Die in onze plaats ging staan! Als Gods volk dit Vriend-beeld van Christus niet te aller tijd vertoont, is dat een schrikkelijk oordeel. De oorzaak? Een wortel van alle kwaad: de geldgierigheid! Dezulken zullen zichzelf met vele smarten doorsteken en afgunstig als ze zijn, stinkende vruchten voortbrengen van nederige hoogmoed en huichelachtige nederigheid. God blaast erin en duidelijk ook, ten spijt van alle soorten van gehuichelde en voorgewende vroomheid. Niet alzo, mijn broeders, niet alzo. "En er werd ook twisting onder hen, wie van hen scheen de meeste te zijn. En Hij zeide tot hen: De koningen der volken heersen over hen; en die macht over hen hebben, worden weldadige heren genaamd. Doch gij niet alzo; maar de meeste onder u, die zij gelijk de minste, en die voorganger is, als een die dient. Want wie is meerder, die aanzit, of die dient? Is het niet die aanzit? Maar Ik ben in het midden van u, als Een die dient", Luk. 22:24-27.

"Maar de huurling, en die geen herder is, wien de schapen niet eigen zijn, ziet den wolf komen, en verlaat de schapen, en vliedt; en de wolf grijpt ze, en verstrooit de schapen. En de huurling vliedt, overmits hij een huurling is, en heeft geen zorg voor de schapen", Joh. 10:12-13.

"Daarom, mijn geliefden, vliedt van den afgodendienst", 1 Cor. 10:14.

"Dat niemand zijn broeder vertrede, noch bedriege in zijn handeling; want de Heere is een wreker over dit alles, gelijk wij u ook te voren gezegd en betuigd hebben", 1 Thess. 4:6.

"Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is; zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem", 1 Joh. 2:15.

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl