ZONDAGSHEILIGING
DE ZONDAGSHEILIGING IS EEN TOETSSTEEN VAN HET CHRISTELIJK GELOOF        
Plaats in winkelmandjeMandje
De heiliging van de sabbatdag op de zevende dag der week behoort tot de mozaïsche wetgeving en was een toetssteen van het zedelijke leven van het volk Israël. De heiliging van de dag des Heeren daarentegen, behoort tot de nieuwe bedeling en is een toetssteen van het christelijk geloof. Hoe moeten we dit verstaan? Allereerst moeten we onderscheid maken tussen het Joodse gebruik van de sabbatdag in het kader van de ceremoniële wetgeving en de heiliging van de eerste dag der week in de nieuwe bedeling. Sinds het volbrachte werk van Christus is het Joodse gebruik van de sabbatdag van geen betekenis meer, netzomin de besnijdenis dat is, hoewel het zeker niet verkeerd is om op zaterdag Gods Woord te bedienen (zoals ook de apostelen wel deden in de synagogen), als het maar niet ten koste gaat van de zondagse eredienst. Als we in dit artikel spreken over de sabbat spreken we niet over het wettische misbruik van de sabbatdag zoals de Farizeëen ingevoerd hebben, maar over de oudtestamentische instelling van de sabbatdag op de zevende dag der week. In het O.T. moesten de Joden de sabbatdag op de zevende dag der week heiligen, naar het gebod des HEEREN, maar de zevende dag is niet de rustdag voor de christenen en ook niet voor de joodse christenen. De zevende dag is de dag van de volheid der Schepping, de dag waarop God rustte van Zijn werken, maar aangezien de schepping door de zondeval verwoest is, is ook de rust op de zevende dag - de dag waarop God rustte van al Zijn werken- verwoest. Het volk Israël werd onder de Wet geplaatst om de oorzaak van de geschonde rust te doen kennen en uit te zien naar de beloofde Rustaanbrenger, Jezus Christus. Aangezien Christus het Begin der Schepping Gods is, is Zijn opstandingsdag op de eerste dag der week, het begin der herschepping Gods. Gods kinderen zijn verlost van de vloek der Wet en staan onder het gezag van Christus, dienen Hem in nieuwigheid des Geestes en niet in de oudheid der letter. Christus heeft dus met Zijn dood de oude (gebroken) stand van zaken opzij gezet en Zijn volk vrijgemaakt van de dienstbaarheid der verderfenis, tot de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods (Rom. 8:21. Het is volstrekt onmogelijk op de sabbat te rusten in een wereld van zonde en dood. De liefde kan in deze ondergaande wereld niet rusten, alleen maar werken en sterven. De sabbatdag op de zevende dag der week is niet verschoven naar de eerste dag der week, nee, de sabbatdag op de zevende dag duidt op de aardse rustdag, maar zondagsheiliging op de eerste dag der week duidt op de hemelse en eeuwige rustdag. De zevende dag moeten we niet met de eerste dag der week verwarren, want anders verwarren we de aardse met de hemelse dingen. Immers, het Koninkrijk van Christus is niet van deze wereld, evenmin de gemeente van Christus dat is, hoewel zij nog wel in de wereld is. Gods volk aan deze zijde van het graf staat dus tussen het kruis en de heerlijkheid van de eeuwige sabbat in. "Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die boven zijn , waar Christus is, zittende aan de rechter hand Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God", Kol. 3:1-3. Al degenen die de sabbatdag (op de zevende dag) willen houden, loochenen de herschepping aller dingen en zoeken een koninkrijk op deze aarde te bouwen. Sinds de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag staat Gods volk echter in een totaal nieuwe bedeling. Gods vrijgemaakte volk leeft niet in een kloosterachtige sfeer waarin de heiliging van het vlees de toon aangeeft, nee, Gods volk is aan alle lege vormen van louter vleselijke vroomheid gestorven (Gal. 2:19). In Kol. 1:1-5 worden de heerlijkheden van het ware christendom voorgesteld die haaks staan op de onvruchtbare en wettische vormen van vleselijke en wereldse godsdiensten, van welke aard ook. Het ware christendom bestaat niet louter uit belijdenissen en leerstellingen, maar is gevestigd in het hart. Christus zegt tot Zijn discipelen: "Het Koninkrijk Gods is binnen ulieden", Luk. 17:21.
Dus de sabbatdag in de oude bedeling heeft een andere plaats en een andere betekenis dan de eerste dag der week (de dag des Heeren) in de nieuwe bedeling. De sabbatdag in de oude bedeling heeft rechtstreeks betrekking op het bondsvolk Israël en het was een teken van Jehova's verbond met het volk der Joden en een toetssteen van hun zedelijke toestand. Zo is de heiliging van de eerste dag der week een toetssteen van de geestelijke toestand van de gemeente Gods. De betekenis van de sabbatdag is echter nooit door het Joodse volk begrepen. Christus alléén heeft de ware betekenis van de sabbatdag in praktijk gebracht en daarmee ook het 4e gebod volkomen vervuld, maar werd evenwel voor een sabbatschender en wetsovertreder uitgemaakt. Dat is nog niet veranderd. Degenen die de voetstappen van Christus drukken, krijgen dezelfde verwijten naar het hoofd geslingerd, want een dienstknecht is niet meerder dan zijn Meester. Christus heeft het de Zijnen voorzegd: "Ze hebben Mij gehaat, ze zullen ook u haten." Christus heeft aan de betekenis van de sabbatdag evenwel de juiste Inhoud gegeven en dat is dan ook op een volkomen wijze gebleken in Zijn leven, in Zijn dienen en in Zijn sterven. Christus brak met de joodse sabbatstraditie en genas vele zieken op de sabbatdag en bracht daarna de sabbatdag door in het graf en heeft de vijandschap in Zijn vlees te niet gemaakt, namelijk de Wet der geboden in inzettingen bestaande; opdat Hij die twee in Zichzelven tot een nieuwen mens zou scheppen, vrede makende (Ef. 2:15).
Op de eerste dag der week verrees Christus uit het graf en luidde met Zijn opstanding uit de doden een nieuwe bedeling in, waarvan Hij de Eersteling is. Daarvan getuigt de apostel Paulus in 1 Korinthe 15:20-23: "Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, en is de Eersteling geworden dergenen, die ontslapen zijn, want dewijl de dood door een mens is, zo is ook de opstanding der doden door een Mens, want gelijk zij allen in Adam sterven, alzo zullen zij ook in Christus allen levend gemaakt worden, maar een iegelijk in zijn orde: de Eersteling Christus, daarna die van Christus zijn, in Zijn toekomst."
De eerste dag der week (de dag des Heeren) is dus niet een veranderde sabbat, maar een geheel nieuwe dag met een eigen grondslag en betekenis. Christus verrees uit het graf op de eerste dag der week en heeft een leeg graf achtergelaten en heeft met Zijn opstanding een eeuwige waardij aan Zijn verdiensten gegeven. Degenen die de zevende dag als sabbatdag willen handhaven, loochenen feitelijk het volbrachte werk van Christus, omdat zij vast wensen te houden aan de schaduwendienst van de oude bedeling in inzettingen bestaande. Dezulken verstaan de betekenis van de sabbatdag niet, noch de betekenis van de eerste dag der week. Gods volk gedenkt niet de joodse sabbat, noch een heidense zondag, maar de dag des Heeren. Op die dag kwamen de apostelen bijeen om het Woord te bedienen, het Avondmaal te vieren en de armendienst te gedenken. De dag des Heeren is dus allesbehalve een rustdag voor het lichaam, want het is een dag van heilige afzondering om bezig te zijn in de dingen des Vaders en in de dienst der barmhartigheid. Geldt dat niet voor alle dagen? Jazeker, maar de Heere heeft speciaal een dag daarvoor afgezonderd, de dag naar Zijn Naam genoemd (de dag des Heeren), opdat we de dienst des Heeren zouden waarnemen tot verheerlijking van Zijn grote Naam en tot zaligheid van zondaarszielen.

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl