EEN GEVULDE PIJLKOKER
EEN GEVULDE PIJLKOKER EN DE KRUIK MET OLIE        
Plaats in winkelmandjeMandje
In 1726 volgde de jonge James Fraser zijn vader op als predikant in het Schotse plaatsje Alness. Door zijn scherp ontdekkende en separerende prediking werden vele zondaars getroffen en verslagen in het hart en werden ontdekt aan hun verloren staat. (PS. Als de Wet inkomt in de overtuiging van zonde, gerechtigheid en oordeel, wordt het geweten ontwaakt. Deze wettische ontwaking is de wedergeboorte zelf nog niet). Een aantal van deze door de Wet ontwaakte zielen bleef echter niet bij ds. Fraser kerken, maar gingen zondags naar het nabijgelegen Kilmuir Easter, waar ds. Porteous, een neef van Fraser, predikant was. Die uittocht bracht wel enige verontrusting teweeg, want degenen die overgelopen waren zeiden dat Fraser uitsluitend de Wet preekte, zodat degenen die het Brood des Levens begeerden, onder zijn prediking geen voedsel voor hun ziel ontvingen en om die reden naar Kilmuir gekomen waren onder de prediking van Porteous. Tijdens een begrafenis ontmoette Porteous zijn neef Fraser en sprak hem aan over zijn prediking.
"Het smart mij, geliefde broeder, dat sommige van jouw leden mij mij kerken. Mijn ouderlingen zeggen dat deze mensen klagen over jouw prediking. Volgens hen is jouw prediking geheel gericht tot de onbekeerden en krijgen zij geen voedsel voor hun ziel. Ik bid je, geliefde broeder, dat je het goede deel van het volk van God hen niet zult onthouden."
Fraser wende zich bedaard tot zijn neef en antwoordde: "Mijn geliefde broeder, toen mijn Meester mij tot dit werk uitzond, gaf Hij mij een pijlkoker mee gevuld met pijlen. Hij beval mij om deze pijlen in de harten van Zijn vijanden te schieten, totdat de koker geheel leeg is. Ik heb mij beijverd om dat te doen, maar de koker is nog niet geheel leeg. Toen de Heere jou uitzond, gaf Hij je een kruik met olie met de opdracht om deze olie uit te gieten in de wonden van de verbrokenen van hart, totdat de kruik leeg is. Jouw kruik is niet leger dan mijn pijlkoker is. Laat ons beiden voortgaan overeenkomstig onze roeping en als de zegen des Heeren op onze arbeid rusten mag, zal ik mijn hoorders met gewonde harten naar Kilmuir zenden en jij zult hen naar Alness terugsturen en je in de Heere verblijden." Toen antwoordde Porteous geheel ingenomen: "Moge het zo zijn, geliefde broeder", en na een innig afscheid gingen beiden huns weegs.

PS. Er kan verschil in bediening zijn, zodat de hand tegen de voet niet zeggen kan: ik heb u niet van node. Toch is het niet zo dat sommige predikers alleen de roeping hebben om de Wet te preken en anderen alleen het Evangelie. Al Gods ware knechten hebben de roeping de volle raad Gods te prediken van Wet en Evangelie, maar er is soms wel een duidelijk verschil in de accenten die er gelegd worden. De leden van Christus hebben elkander nodig om elkaar op te scherpen, te vermanen, te vertroosten en elkaars lasten te dragen, want dat is de Wet van Christus: "Draagt elkanders lasten en vervuld alzo de Wet van Christus", Gal. 6:2. Dat is niet de Wet der zeden, maar de Wet des geloofs en der liefde, ofwel het Evangelie des kruises.

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl