|
|
EEN BOEK MET PSYCHOLOGISCHE LASTERPRAAT EN LEUGENACHTIGE VERZINSELS
| |
|
|
Onlangs hebben we gereageerd op dr. K. van der Zwaag's recensie over het stripboek "Neerlands laatste ziener" (Zie artikel: "KAALKOP, GA OP!!!").
Nu we het genoemde boek "Neerlands laatste ziener" in huis hebben, blijkt ook dat het boek niet alleen volgekalkt is met psychologische laster jegens Van der Groe, maar ook dat dr. J. Exalto (een van de schrijvers van het boek) zich bedient van uit de lucht gegrepen verzinsels, die wij in een kort bestek zullen aantonen.
Het doel van het boek is mij meer dan duidelijk. In de eerste plaats is het boek een mislukt offensief tegen de afsnijdende en bevrijdende leer van vrije genade. Genoemd offensief is de hoofdadder die onder het gras van dit boek schuil gaat. In de tweede plaats zal elk rechtgeaard kind van God oordelen dat het genoemde boek niet veel meer is dan een aaneenrijging van psychologische lasteringen. De leugenachtige onkunde van de opstellers van het boek bewijst duidelijk dat God de zinnen van genoemde heren (doctoren) schrijvers verblind heeft en dat zij derhalve blinde leidslieden zijn van een opmerkelijk laag niveau.
Bovendien bedient dr. J. Exalto zich van verzinsels die kant noch wal raken. Ik beperk mij tot de pagina 135, waarin Exalto beweert dat ondergetekende (GPPB) regelmatige bezoeker is geweest van de reeds uiteengevallen "Elspeter Van der Groe kring", die volgens Exalto uit 40 leden zou hebben bestaan.
Fijn om te weten, maar ik heb zelfs nooit van het bestaan van deze kring geweten, laat staan dat ik er ooit ben geweest, laat staan dat ik er ooit lid van geweest ben. Dhr. Exalto heeft mij dan ook nooit op de man af gevraagd of zijn veronderstelling op waarheid berust. God is mijn Getuige dat ik de waarheid spreek en Hij is ook Getuige dat Exalto zich in het genoemde boek bedient van leugen en bedrog. Goed, elk mens staat voor God en als Exalto leed heeft over zijn leugenachtigheid, dan ben ik gaarne bereid hem te vergeven. Het boek is echter geschreven en de laster en de leugens waarmee dit boek doorzeefd is, staat inmiddels zwart op wit, ook voor Gods Aangezicht.
Ook ben ik een uitgesproken tegenstander van de judaïstische waandenkbeelden van de onbesneden jood en zondagsontheiliger, dhr. P.F. van der Meer. Van der Groe zou de waandenkbeelden van P.F. van der Meer zonder enig voorbehoud voor de mollen en de vledermuizen hebben geworpen. Ik ben geen oudvadervolgeling, ook niet van Van der Groe, hoewel ik achting voor hem heb. En van het gros paauweanen moet ik me ook distanciëren, want met zulk een slaafse afgoderij houd ik me niet op. Gods kinderen zijn getuigen van Christus en ook ondergetekende mag zich het eigendom van Christus weten. Hoewel ik sommige oudvaders hogelijk waardeer, ben ik hun slaafse volgeling niet. Eén is uw Meester en dat is Christus. Hoewel ik van gisteren ben en niet weet, heb ik mijn theologie niet uit de boeken geleerd, maar aan de voeten van Christus gegrond op het Boek der boeken. De vleselijke connecties waarmee de schrijvers van het genoemde boek bepaalde personen en theologische opvattingen identificeren, is meer dan belachelijk en genoemde heren schrijvers blijken dan ook net zoveel inzicht te hebben in de feitelijke theologische en geestelijke waarheid als een kip van spruitenplukken afweet. Het genoemde boek is dan ook voor een groot deel niet meer dan een karikatuur van de reeds bestaande karikaturen en afkomstig uit de pijlkoker van de duivel himself. Het goede wat hier en daar nog vermeld wordt, wordt overschaduwd door tal van onwaarheden en vooral door de psychologische (schizofrene) laster van dhr. L. F. Groenendijk
G.P.P. Burggraaf
PS. Wel is jammer dat ds. Th. van der Groe (ook Paauwe) afweek in de leer door de rechtvaardiging van de goddeloze in te wisselen voor de rechtvaardiging van de gelovige, hoewel Van der Groe de rechtvaardigmaking door het geloof in de vierschaar van het geweten wel leerde als het begin van het geestelijke leven. Daarin was hij weer volledig bijbels. Ook leerde Van der Groe de zekerheid des geloofs als het wezen des geloofs, hetgeen hem weer plaatst in de lijn van de reformatoren.
De benoeming "zaligmakende overtuigingen" voor de daadwerkelijke rechtvaardigmaking is helaas ook van Van der Groe afkomstig, maar er is geen 'zaligmakende' voorbereiding voor de wedergeboorte. Voorafgaand aan de wedergeboorte is het overtuigende werk der Wet dat met enige indrukken van het Evangelie gepaard gaat en tot de wetsdood leidt, zoals Paulus verwoordt in Galaten 2:19a, maar hoe noodzakelijk de dodende bediening van de Wet ook is, mogen deze wettische werkingen van de Geest geen zaligmakende overtuigingen genoemd worden. Het ware geloof in Christus, dat tot stand komt door de levend- en rechtvaardigmakende stem des Zoons van God, ofwel de belofte des Evangelies in de toepassing, en de zaligmakende genade des Heiligen Geestes, is en blijft het criterium van het ware geestelijke leven. We zijn al eerder uitgebreid op deze materie ingegaan aan de hand van diverse artikelen op deze website (zie: 'ARCHIEF 2004-2006'), en ook vooral in de boeken: "Het water des levens"; "Opdat ik Gode leven zou" en "Consternatie in de Consistorie".
|
|
|
|
|
|