DWALING 2 (Rachel)
BIJBELSTUDIE OVER RACHEL        
Plaats in winkelmandjeMandje

In het Hervormd Kerkblad, 2e editie, uitgaande van de Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk, lazen we een bijbelstudie over Rachel, van de hand van ds. B. Reinders uit Maartensdijk, die onlangs het beroep naar Harskamp heeft aangenomen. Zijn omschrijving van Rachel en haar staat, zijn echter niet op de Schrift gegrond en wij hebben om ernstige redenen zijn studie van commentaar voorzien. Nu eerst zijn bijbelstudie over Rachel.

Rachel
Het leven van Rachel is getekend door een diep verdriet. Verdriet was er in het leven van Rachel vanwege haar kinderloosheid. Lea haar zuster kreeg wel kinderen, maar Rachel kreeg geen kinderen. En dat is de oorzaak geworden van veel ellende en leed. Toch is Rachel niet kinderloos gebleven. Zij is tenslotte toch nog moeder geworden van twee zonen: Jozef en Benjamin. Rachel was de lievelingsvrouw van Jakob. Voor haar heeft hij gediend bij zijn schoonvader. Zeven jaren moest Jakob dienen voor Rachel en die jaren waren in zijn ogen als enige dagen, omdat hij haar liefhad (Gen. 29:20). Laban bedroog Jakob echter. Zo werd de bedrieger ook zelf bedrogen en hij gaf hem Lea. Jakob heeft daarna nog zeven jaren gediend om Rachel. Rachel was Jakobs lievelingsvrouw en zo werden ook haar twee zonen zijn lievelingszonen. Dat heeft kwaad bloed gezet bij de andere zonen van Jakob. Daar zullen wij nu echter niet verder op ingaan. Wij staan nu immers stil bij Rachel. Rachel was Jakobs lievelingsvrouw.
Rachel heeft veel verdriet in haar leven gekend. Rachel heeft echter Jakob ook veel verdriet aangedaan. Rachel was voor Jakob geen gemakkelijke vrouw.
Rachel was een vrouw met een opstandig karakter. Ook was het in godsdienstig opzicht geen principiële vrouw. Rachel was een vrouw, die de afgoden diende. Zij was het immers, die de terafim heeft gestolen uit het huis van haar vader (Gen. 31:34). Rachel was ook een opstandige vrouw. Ze heeft eens tegen Jakob gezegd: 'Geef mij kinderen! of indien niet, zo ben ik dood.' Toen Jakob dat hoorde uit de mond van Rachel, zijn lievelingsvrouw, ontstak zijn toorn tegen Rachel en heeft Jakob tegen haar gezegd: 'Ben ik dan in plaats van God, Die de vrucht des buiks van u geweerd heeft?' (Gen. 30:1,2).
Rachel kreeg een zoon en dan blijkt bij de geboorte van die zoon weer hoe ontevreden Rachel was. Zij gaf hem immers de naam Jozef en die naam betekent: toevoegen. Rachel heeft gezegd bij de geboorte van haar eerste zoon: 'De HEERE voege mij een anderen zoon daartoe' (Gen. 30:24). Rachel is nog niet tevreden. Ze verkrijgt inderdaad haar wens. Eens heeft ze gezegd tegen Jakob: 'Geef mij kinderen! of indien niet, zo ben ik dood.' En het tweede kind dat zij kreeg werd inderdaad haar dood. Rachel is één van de vele moeders, die bij de geboorte van haar kind het leven hebben gelaten. Zo is Rachel bij de geboorte van haar tweede zoon Benjamin gestorven. Stervende noemde zij de naam van haar tweede zoon Benoni. Dat betekent 'zoon van mijn smart'. Weer gaat Jakob tegen zijn vrouw in. En dat is toch wel heel wat, dat hij de laatste wens van zijn lievelingsvrouw niet heeft gerespecteerd. Hij noemde hem geen Benoni, maar Benjamin, 'zoon van mijn rechterhand'.
Benoni, zoon van mijn smart. Rachels tranen zijn de tranen van de droefheid der wereld, die de dood werkt. Want Rachel weigerde vertroost te worden. Zij weigerde vertroost te worden toen haar kinderen in de ballingschap werden weggevoerd. Zij weigerde vertroost te worden toen haar kinderen werden gedood door het zwaard van Herodes. Het Kindeke werd echter niet gedood en daarom is er troost. Hij zou niet sterven als Kind, maar als Man. Hij is gestorven als de Man der smarten. Zo heeft Hij voor Zijn volk de enige troost verworven in leven en sterven. Rachel weigerde echter vertroost te worden. Zij meende dat haar smart te groot was. Maar de smart van de Man van smarten overtreft alle smart. Er is wat verdriet, er is wat een smart in deze wereld en dat alles om der zonde wil. Wat is het toch noodzakelijk dat wij dat leren in ons leven. Het is om der zonde wil en als wij dat door genade mogen aanvaarden, dan is er ook een troost. Dan is er balsem in Gilead en dan blijven in de grootste smarten onze harten toch in de Heere gerust. Zo was het bij Rachel echter niet. Rachel is in opstand
gestorven. Jakob was het niet met zijn vrouw eens.
Rachel was een vleselijke vrouw en het vlees onderwerpt zich niet aan de wet Gods. Bij Rachel vinden wij geen onderwerping. Zij bleef tot het laatste moment opstandig en weigerde om de troost te aanvaarden, die Christus heeft verworven. Wat is dat toch erg als wij met onze smart niet onder God kunnen komen. Wij kunnen onszelf er niet brengen. Wij weigeren om met onze smart onder God te komen en tot God te komen. Wat nu onmogelijk is bij de mensen, dat maakt de Heere echter mogelijk door Zijn genade. Dan kan het alleen om Christus' wil. Dan is Hij de troost voor Zijn volk. Is Hij ook uw enige troost beide in het leven en sterven?

Maartensdijk, ds. B. Reinders


Commentaar
Zoals u hebt gelezen omschrijft ds. Reinders, Jakobs beminde huisvrouw, Rachel, als een opstandige, niet principiële, ja, zelfs als een onbegenadigde vrouw. Ik voel me niet geroepen om Rachels staat te verdedigen, maar het stuk van ds. Reinders stelt de heilsleer in diskrediet. Een ernstige zaak! Ds. Reinders beoordeelt Rachels staat op grond van haar gedrag, maar dat doen de remonstranten ook ten aanzien van de staat van Gods kinderen. Dat Rachel soms opstandig was, valt niet te ontkennen. Dat zij de terafim koesterde, evenmin, maar die dingen leveren nog geen afdoende bewijs dat Rachel een onbegenadigde vrouw was. Gods kinderen worden niet geoordeeld op grond van hun gedrag, maar op grond van de genade in Christus! (Zonder overigens de zonde te bagatelliseren). Als we Lea met Rachel vergelijken, dan blijkt dat ook Lea soms vleselijk was. Dat zien we duidelijk als Lea gebruik maakt van een bijwijf om haar eer te verhogen. Bovendien verleidt zij Jakob met de dudaim. Hiermee leg ik geen blaam op Lea, maar ik wil zeggen dat beiden -Rachel en Lea- weleens in hun vleselijkheid openbaar kwamen, maar toch beiden begenadigde vrouwen waren. Gods kind is vlees en Geest. Daarvan getuigt Paulus duidelijk in Romeinen 7. Bovendien verhoort de Heere ook Rachel in Zijn gunst en neemt de smaadheid van haar onvruchtbaarheid weg. De Schrift geeft ook elders een goed getuigenis zowel van Lea als van Rachel, namelijk in het boek Ruth. Daar zeggen de oudsten en al het volk dat in de poort was, ten aanzien van Ruth: "Wij zijn getuigen; de HEERE make deze vrouw, die in uw huis komt, als Rachel en als Lea, die beiden het huis van Israel gebouwd hebben; en handel kloekelijk in Efratha, en maak uw naam vermaard in Bethlehem!" Ruth 4:11.
U ziet, het volk Israël neemt Rachel en Lea ten voorbeeld ten aanzien van de vreze des Heeren.
Ds. Reinders beweert ook dat de tranen van Rachel -omdat zij weent om haar kinderen- een droefheid der de wereld is. "Zij weigerde vertroost te worden", alsdus ds. Reinders. De Rachel uit Jeremia -waarop ds. Reinders doelt- is echter niet de vrouw van Jakob. In Jeremia 31:15 ev. wordt er een figuurlijke manier van spreken gebruikt. Dit vanwege het feit dat Rachel langs de kant van de weg begraven was tussen Rama en Bethlehem. Als er in Jeremia 31:15 en Matth. 2:18 staat dat Rachel weent om haar kinderen en dat zij weigert om vertroost te worden, dan slaat dat niet op Rachel, maar in de eerste plaats op de wenende moeders in Bethlehem, waarvan hun kinderen vermoord zijn door het zwaard van Herodus. Kohlbrugge is van mening dat de wenende Rachel niet op de wenende moeders van de vermoorde kinderen slaat, maar die moeders weenden wel degelijk over de kinderen van Rachel, want hun kinderen waren nakomelingen van Jozef en Benjamin. (Zie Kanttekeningen bij Jeremia 31:15-16).
Rachel had de Heere gebeden om nog een tweede zoon van Hem te ontvangen, omdat zij zwanger wilde zijn van het beloofde Zaad, maar haar verwachting op het beloofde Zaad scheen met de geboorte van Benjamin in de dood uit te lopen, zo weenden de moeders in Bethlehem over hun vermoorde kinderen, omdat het geslacht van het beloofde Zaad scheen uitgeroeid te zijn. In de tweede plaats slaat de wenende Rachel op het volk Israël, waarvan hun kinderen weggevoerd zijn in ballingschap, waardoor het leek alsof het met de belofte omtrent de komende Christus voorgoed gedaan was. Met de wenende Rachel wordt dus niet letterlijk de vrouw van Jakob bedoeld, hoewel het beeld aan haar ontleend is. Rachel is het beeld van de levende Kerk! In de dood krijgt de Kerk de Zoon in haar geopenbaard. "Vreest niet! deze Zoon zult gij ook hebben!"
Bovendien zijn de tranen die deze figuurlijke Rachel weent niet vleselijk, -wat ds. Reinders wel suggereert- want anders zou er nooit loon voor haar arbeid tegenover kunnen staan. De HEERE zegt immers: "Bedwing uw stem van geween en uwe ogen van tranen, want daar is loon voor uw arbeid, spreekt de HEERE; want zij zullen uit des vijands land wederkomen", Jer. 31:16. Er is dus verwachting voor de nakomelingen van Rachel, het volk Israël, want in Jeremia 31:17 belooft de HEERE dat het volk Israël weer uit hun ballingschap verlost zal worden en naar hun land terug zal keren.
Dan beweert ds. Reinders dat Rachel in opstand is gestorven. Dat is ongegrond en een farizeïstisch oordeel, want als zij haar tweede zoon Benoni noemt (zoon van mijn smart) betekent dat niet dat zij in een onverzoende betrekking met God stond. Jakob noemt Benoni echter Benjamin (zoon van mijn rechterhand), omdat hij niet aan het smartelijke sterven van Rachel herinnerd wil worden. Rachel is het hier veeleer met God eens geworden, omdat zij die tweede zoon in haar vlees (doch niet zonder geloof) begeerd had en nu met haar stervende lippen belijdt: "Kind van de smart." Dat zag op Christus, de Man der smarten! Jakob wil echter het smartelijke van Rachels dood bedekken en noemt zijn zoon Benjamin. Dat klonk een stuk beter naar het vlees, maar Benoni was realistischer, want Benjamin werd ook Jakob een zoon der smarte en van veel tranen, toen hij zijn Benjamin moest afstaan aan die onderkoning in Egypte (Jozef). "Toen zeide Jakob, hun vader, tot hen: Gij berooft mij van kinderen! Jozef is er niet, en Simeon is er niet; nu zult gij Benjamin wegnemen! al deze dingen zijn tegen mij!" Gen. 42:36. Hier is Jakob in opstand, maar Jakob was echter tegen al die dingen. Toch ligt er in Benjamin veel meer dan alleen de naam die Jakob zijn zoon gaf, 'zoon van mijn rechterhand'. Het ziet ook op de verhoogde Christus zittende aan de rechterhand des Vaders. Jakob heeft hier dus ook profetisch gesproken en heeft daarom een gedenksteen op Rachels graf opgericht, ter herinnering aan Gods grote daden aan de onvruchtbare Rachel bewezen. "Vreest niet! Deze Zoon zult gij ook hebben!"
Zo heb ik dan bewezen dat Gods volk niet op grond van haar gedrag -wat bij tijden zeer goddeloos kan zijn- geoordeeld wordt, maar op grond van de toegerekende gerechtigheid van Christus. Hoe had Abraham met zijn leugens omtrent Sara zich voor God moeten verantwoorden als zijn gedrag in de weegschaal gelegd was geworden? En Noach, toen hij naakt en dronken in zijn tent lag? En hoe had Simson dan de hemel kunnen aandoen gelet op zijn dubieuze bezoekjes aan Delila? En David met zijn overspel met Bathseba? En Salomo met zijn 700 vrouwen en afgoderij? En Petrus omtrent zijn veinzerij met de Joden in Antiochie? Het waren allen echter geroepen heiligen, rechtvaardig voor God door de toegerekende gerechtigheid van Christus. Er is wel een bepaald gedrag dat wijst op de verworpenheid van bepaalde personen, namelijk als zij een zonde tot de dood bedrijven, zoals Judas dat deed. Daarvan kunnen we Rachel echter niet beschuldigen, laat staan om haar staat in twijfel te trekken. Die dat doen, mogen hun eigen staat nog wel eens nakijken, omdat men niet weet dat men vleselijk is, verkocht onder de zonde. De bijbelstudie van ds. Reinders over Rachel kan wel een studie heten, maar het getuigt niet erg van geestelijke bijbelkennis, zeker niet als we de preek van dr. Kohlbrugge over Matth. 2:17-18 er naast leggen. HNHK, let op uw zaak!

GPPB.

Van ds. C.P.J. van der Bas (HNHK) kreeg ik het volgende verzoek:

Geachte heer Burggraaf,

Het is niet de opzet van de redactie van het hervormd kerkblad om de bijbelstudies van de scribenten stuk voor stuk inhoudelijk te beoordelen. Het lijkt me goed dat u over één en ander correspondeert met de scribent zelf: ds B. Reinders. Zijn mailadres vindt u hierbij: Ds.Reinders@rdnet.nl. Hopend u hiermee van dienst te zijn geweest en u Gods onmisbare zegen toewensend ook bij al uw schrijvende arbeid,

ds. C.J.P. van der Bas

Aan dit verzoek heb ik (GPPB) voldaan en hier volgt het antwoord van ds. Reinders:

Maartensdijk, 3 september 2004

Geachte heer Burggraaf,

Ik heb uw commentaar op mijn Bijbelstudie over Rachel gelezen. Het is goed als mensen positief kritisch lezen wat er in het Hervormd Kerkblad wordt geschreven, dat waardeer ik ook. Wij zijn immers mensen met onze beperkingen en tekortkomingen en wij hebben het telkens weer nodig om gecorrigeerd te worden. Dat betekent echter niet dat ik met u de discussie wil aangaan over mijn exegese in de Bijbelstudie over Rachel. Het spijt mij voor u, maar ik heb daar geen enkele behoefte aan. Ik hoop dat u daar begrip voor op kunt brengen.

Met vriendelijke groet,

ds. B. Reinders


Slot:
1. Het advies van ds. Van der Bas om me direct tot de scribent (ds. Reinders) te richten is een goed en welmenend advies, maar als hij schrijft dat het niet de opzet van de redactie van het Hervormd Kerkblad is om de geplaatste artikelen op inhoud te beoordelen, riekt dat naar leervrijheid. Daar is de NHK aan ten onder gegaan en dat lot staat ook de HNHK te wachten als zij leervrijheid koestert, in welke vorm dan ook.
2. Ik waardeer het dat ds. Reinders reageert op het commentaar, maar zijn houding omtrent deze zaak blijft dubieus en onduidelijk. Ik wens ook geen 'discussie' over geestelijke zaken. Ik heb slechts iets vastgesteld op grond van het Woord. Als ds. Reinders schrijft geen enkele behoefte te hebben om met mij daarover in contact te treden, naar aanleiding van het commentaar, is dat zijn eigen vrijheid. Ik vrees echter dat die vrijheid niet tot de vrijheid behoort waarvan Paulus melding maakt in Galaten 5. Immers, de Heilige Geest -bij monde van de apostel Petrus- zegt immers duidelijk: "...en zijt altijd bereid tot verantwoording aan een iegelijk, die u rekenschap afeist van de hoop, die in u is...", 1 Pet. 3:15. Daar valt de bijbelstudie van ds. Reinders vanzelf ook onder.

GPPB.

BIJBELSTUDIE OVER LEA        
Plaats in winkelmandjeMandje

Opnieuw lazen wij in het Hervormd Kerkblad (3e editie) van de HNHK een bijbelstudie van de hand van ds. B. Reinders. Ds. Reinders had gezegd zich wel te willen laten corrigeren, maar ondertussen houdt hij vast aan zijn dwaalexegese. In deze studie neemt ds. Reinders Jakobs vrouw, Lea, onder de loep. Gezien hij ten onrechte Rachel uitspeelt tegen Lea, geven wij opnieuw commentaar. Hieronder geven wij eerst de bijbelstudie van ds. Reinders weer en daarna volgt het commentaar erop.


Lea
Lea was de oudste dochter van Laban, de broer van Rebekka. Zij was dus evenals haar jongste zus Rachel een nicht van Jakob. Rachel was schoon van aangezicht, maar Lea had 'tedere ogen' zo lezen wij. Dat betekent dat Lea fletse ogen had. Dat vond een oosterling lelijk. Een knappe vrouw had vurige zwarte ogen. Jakob ging daarom aan Lea voorbij en hij had Rachel lief. Lea had Jakob echter wel lief, maar die liefde bleef onbeantwoord, omdat Jakob haar zuster Rachel beminde. Laban heeft Jakob echter bedrogen en aan dat bedrog heeft Lea meegewerkt. Zo werd Lea de vrouw van Jakob in plaats van haar zuster Rachel. Dat moet iets vreselijk voor Jakob geweest zijn, want hij had zeven jaar gewerkt bij zijn oom Laban voor Rachel en in plaats van Rachel krijgt hij Lea. Laban doet Jakob dan echter een voorstel dat hij Rachel ook wel kan krijgen, maar dan zal hij nog zeven jaar bij hem moeten dienen. Jakob heeft dat voorstel van Laban aanvaard en aan het einde van de huwelijksweek krijgt hij Rachel al als vrouw. Nu moet Lea haar man delen met Rachel. Nee, het is nog veel erger. Ze moet hem niet delen met Rachel, maar ze moet haar man helemaal afstaan aan Rachel. Lea is de 'gehate', dat betekent dat zij werd gepasseerd. Wat zal Lea daaronder geleden hebben. De liefde van Lea bleef onbeantwoord. Jakob schonk alle aandacht aan Rachel en aan Lea ging hij geheel voorbij.

Jakob kon echter zijn liefde wel schenken aan Rachel, maar hij kon haar geen kinderen geven. Lea heeft Jakob wel kinderen gegeven en in de namen, die Lea aan haar kinderen heeft gegeven, komt haar strijd tegen Rachel zo duidelijk openbaar. Lea heeft echter één ding niet verstaan. Zij heeft niet verstaan, dat als het goed is de kinderen geboren worden uit de liefde en niet de liefde uit de kinderen. De liefde van Jakob tot Rachel was echter een vleselijke liefde. De banden van de vleselijke liefde worden echter verbroken. Dat gebeurd met Rachel aan de weg naar Bethlehem. Daar is Rachel in het kraambed gebleven en daar heeft Jakob haar begraven. Straks gaat Jakob zelf sterven in Egypte. En dan wil Jakob begraven worden in het land Kanaan. Dan wil hij begraven worden in het familiegraf dat zijn grootvader Abraham gekocht heeft van de zonen van Heth. Jakob wil begraven worden in de spelonk van Machpela. Hij wil begraven worden bij Abraham, Sara, Izak, Rebekka en Lea. Rachel lag begraven aan de weg naar Bethlehem, maar Lea had Jakob laten begraven in de spelonk van Machpela. En daar wil Jakob nu ook begraven worden. Dat was Jakobs laatste beschikking (Gen. 49:31). De liefde van Lea heeft Jakob in zijn leven nooit beantwoord, maar als hij gaat sterven dan is Jakob op zijn plaats. Dan spreekt Israël en Israël is dat nieuwe leven. Dan gaat het niet over de vleselijke liefde tot Rachel, maar dan gaat het over de geestelijke liefde van Jakob tot Lea. Die band wordt nooit doorgesneden. Jakob wil bij Lea begraven worden. Lea was ook zo vaak vleselijk bezig in haar strijd tegen Rachel. In de strijd om de liefde van Jakob. Nu had Lea iets wat Rachel miste. Rachel was een opstandige vrouw, die maar niet onder God kon komen. Bij Lea was dat zo anders. Bij de eerste drie kinderen die zij Jakob mocht baren, zat Lea er zo met zichzelf tussen. Hoe anders werd dat toen zij haar vierde zoon Juda mocht baren. Toen mocht Lea er tussen uit vallen en mocht zij de Heere bedoelen. Want Juda betekent: Godlover. Lea heeft gezegd bij de geboorte van haar vierde zoon: 'Ditmaal zal ik de HEERE loven.' Lea mocht God bedoelen en dat is nu alleen maar mogelijk door genade. Rachel was daar een vreemdeling van. Zij stierf als een opstandige vrouw, die maar niet onder God kon komen. Rachel had het op haar sterfbed nog over haar smart. Zij stond met zichzelf in het middelpunt. Zij is de vrouw van het zelfbeklag. Bij de geboorte van haar vierde zoon van Lea stond niet Lea, maar God in het middelpunt. Wie staat er in ons leven in het middelpunt?

Maartensdijk, ds. B. Reinders


Commentaar
In de 2e editie van het Hervormd Kerkblad schreef ds. B. Reinders een bijbelstudie over Rachel, die wij reeds van commentaar hebben voorzien. In deze bijbelstudie over Lea speelt ds. Reinders Lea geheel uit tegen Rachel en de uitkomst daarvan hebt u reeds kunnen lezen. Lea was een begenadigde vrouw en Rachel is als een opstandeling verloren gegaan, volgens het verslag van ds. Reinders. In mijn commentaar op de bijbelstudie van Rachel hebben we uit Gods Woord (Ruth 4:11) bewezen dat de oudsten en het volk Israël geheel anders over Rachel spreken dan ds. Reinders dat doet. Ds. Reinders maakt een karikatuur van Rachels gedrag en karakter, maar de vleselijkheid van Lea was niet minder helwaardig dan de vleselijkheid van Rachel. Jakobs vrouwen waren echter beide uitverkorenen Gods en van Jakobs huisgezin is er niemand verloren gegaan. Beiden, Rachel en Lea, hebben namelijk het huis Israëls gebouwd, waaruit de twaalfduizenden zijn verzegeld. De oudsten des volk, ja, geheel het volk dat in de poort was beoordeelden Rachel en Lea als voorbeeldige vrouwen en nemen daarbij de HEERE als Getuige!
Ook de bewering van ds. Reinders dat Jakob geheel aan Lea voorbij ging en dat de liefde van Lea geheel onbeantwoord is gebleven, is een karikatuur. Dat Lea de 'gehate' was, betekent niet dat Jakob niets om Lea gaf. Jakob had Lea als zijn wettige vrouw aanvaard en dat heeft hij nooit herroepen, maar beminde haar in veel mindere mate dan dat hij Rachel beminde. Vervolgens beweert ds. Reinders dat Jakob aan Rachel geen kinderen kon geven, maar dat Lea wel kinderen aan Jakob gegeven heeft. Die bewering is een tegenstelling, want Jakob kon net zo min aan Lea kinderen geven dan aan Rachel. Bovendien heeft Rachel -na een lange worsteling aan de troon der genade(!)- wel kinderen aan Jakob gegeven. Rachel was eerst een lange tijd onvruchtbaar, maar na een lange worsteling heeft zij OP haar gebed eveneens kinderen gekregen, zoals we ook bij Hanna, de vrouw van Elkana zien. Kinderloosheid in het aartsvaderlijke geslacht wees op ongenade, omdat de Christus nog geboren moest worden en dat heeft Rachel geweten. De oudtestamentische vrouwen dorstten naar het beloofde Zaad, Jezus Christus. Dat Zaad was beloofd en ze zagen er naar uit of zij Hem baren mochten. Ook Rachel wilde zwanger worden van het beloofde Zaad. En nadat zij Jozef gebaard had, wenste ze nog een zoon. Die begeerte van Rachel bestempelt ds. Reinders als ontevredenheid van Rachel. Ds. Reinders weet niet wat hij zegt. Rachel wilde het beloofde Zaad en kinderen voor God baren. De oudtestamentische vrouwen deden nog niet aan geboortebeperking, ook Rachel niet, omdat zij God vreesde! De vleselijke uitleg die ds. Reinders aan de dag legt omtrent Rachels staat sluit wel goed aan bij de huidige generale visie op het krijgen van kinderen, maar het is in strijd met de godzalige begeerte van de oudtestamentische vrouwen die allen van Christus zwanger wilde zijn.
Rachel heeft haar onvruchtbaarheid en verdoemelijkheid lange tijd ingeleefd, nog meer dan Lea, maar toen werd het juist een wonder in haar leven, want de HEERE gedacht ook aan Rachel in Zijn genade en heeft de smaadheid van haar onvruchtbaarheid weggenomen. Rachel geeft ondanks haar zonde en verkeerdheid duidelijk blijk van genade, want zij was (misschien nog meer dan Lea) een verhoorde(!) bedelaar aan Gods genadetroon en wordt zoals gezegd (aan)geprezen door de oudsten van Israël (Ruth 4:11).
Ds. Reinders beweert ook dat de liefde van Jakob tot Rachel geheel vleselijk was. Hiermee bewijst ds. Reinders dat hij niet weet wat de ware liefde inhoudt. Immers, toen Rachel in haar onvruchtbaarheid tot Jakob uitriep: "Geef mij kinderen, of indien niet, zo ben ik dood", heeft Jakob zijn geliefde vrouw bestraft, omdat zij ver van haar plaats was. Zij had met haar klacht tot God moeten gaan, zoals zij dat later wel mocht beoefenen. De bestraffing van Jakob was op zijn plaats en het droeg vrucht. Jakob betoonde hiermee zijn geestelijke liefde tot Rachel, omdat hij van zichzelf afwees en haar op God wees. God bestraft een iegelijk zoon die Hij liefheeft. Zo handelde Jakob ook jegens Rachel. Een man die zijn vrouw -als het nodig is- niet vermaant, ziende op zijn Hoofd, Christus, is zonder Godsvreze en zonder de ware liefde.
Dat aardse banden verbroken worden door de dood, geldt niet alleen ten aanzien van Rachel, maar ook ten aanzien van Lea. Echter, de liefde blijft, want de liefde is de band der volmaaktheid. Dat Rachel aan de kant van de weg begraven wordt, brengt haar staat niet in diskrediet. Die link meent ds. Reinders wel te moeten leggen. Met welk recht en op welke grond? De plaats van het graf van Rachel was door Gods voorzienigheid van eeuwigheid bepaald en in Zijn gunst. Rachel is namelijk niet op een willekeurige plaats begraven, maar in het erfdeel van Benjamin en dat was toen nog niet bekend. Daarom weent de figuurlijke Rachel over haar (vermoorde en verbannen) kinderen, omdat zij niet zijn. Daartegenover stelt de Heere Zijn verbond en in dat verbond is ook Rachel begrepen, omdat zij mede het huis van Israël gebouwd heeft.

Tenslotte: Machpela was een familiegraf voor de aartsvaders, maar ds. Reinders maakt er iets magisch van, alsof Machpela de zaligheid waarborgt voor hen die erin begraven liggen. Al de heiligen -waar ze ook begraven liggen- liggen in het geheiligde graf van Christus tot de wederopstanding aller dingen! Rachel ligt niet in de spelonk Machpela begraven, maar ze heeft een geheiligd graf gekregen in Bethlehem, de plaats waar de Heere Jezus werd geboren! Jakob richtte op het graf van zijn geliefde vrouw een gedenksteen op. De Joden weten tot op de dag van vandaag waar Rachels graf te vinden is. Dat is Gods eigen werk. De gedachtenis der rechtvaardigen zal tot zegen zijn. Voor Ruth en voor alle godzalige vrouwen. De stammoeder(s) van de stam van Benjamin, Rachel, hoeft daarom niet te wenen over haar (vermoorde) kinderen, want in Christus krijgt ze al haar kinderen terug, want er is loon voor uw arbeid, vanwege de arbeid van die meerdere Benjamin, de Zone Gods aan 's Vaders rechterhand! Dat zeg ik niet omdat ik dat erin zie liggen, maar omdat God dat in Zijn Woord gelegd heeft! Het middelpunt van ds. Reinders' bijbelstudie over Lea is echter niet Lea, maar Rachel, en hij beweert bij herhaling dat zij een opstandige, onbegenadigde vrouw was en dat zij met zelfbeklag is gestorven. We hebben die bewering al met het Woord weerlegd, maar nogmaals, we voelen ons in de eerste plaats niet geroepen om Rachels staat te verdedigen, want dat mens is in de handen van God gevallen en niemand kan haar uit de hand des Vaders rukken. Wat ds. Reinders echter schrijft omtrent Rachels staat is goddeloos en onbijbels, want hij beoordeelt Rachels staat op grond van haar gedrag, met inlegkundige argumenten. Dat is in strijd met de heilsleer. Gods kinderen komen niet in de hemel op grond van hun gedrag, maar op grond van de toegerekende gerechtigheid van Christus! We willen er nog dit van zeggen. Als de Schrift de staat van Rachel niet verdoemt, met welk recht zou ds. Reinders dat dan doen? Als de oudsten van Israël Lea én Rachel ten voorbeeld stellen voor Ruth, met welk recht zou ds. Reinders dan Rachels staat in diskrediet durven stellen?

Ds. Joh. van der Poel zegt in een verklaring over Ruth 4:11: "Er zijn mensen die Rachel buitensluiten en zeggen dat zij een verworpeling is. Dan vraag ik mij af waar dat staat. Waar is te lezen dat Lea uitverkoren is en Rachel niet? Als u vanavond thuis komt, moet u eens op uw gemak Genesis 30 lezen. Dan kunt u lezen dat Rachel vijandig tegen en afgunstig op Lea is, want Lea's baarmoeder had de Heere geopend, maar de hare niet. Ze werd boos. Maar ja, als Rachel daarom verloren moest gaan, werd ik nooit behouden en dan was het met mij allang afgelopen geweest..."
Uit: 'Ruth, de Moabitische' pag. 368.

En als we dan ook de diep geestelijke preek van dr. H.F. Kohlbrugge over Mattheus 2:17-18 hierop na slaan ('De beloofde Christus' - pag. 64-77) en wat Kohlbrugge in deze preek over Rachel zegt, namelijk dat zij een draagster van Christus wilde zijn, enz. enz. dan is die vleselijke bijbelstudie van ds. Reinders nog te goed voor de kliko! Op grond van de Schrift zet Kohlbrugge Rachel in de rij van de heilige vrouwen, die van het beloofde zaad zwanger wilde zijn. Rachels gebed om een tweede zoon, kwam dus niet voort uit een vleselijke begeerte, zoals ds. Reinders beweert, maar kwam voort uit haar geloof! En dat geloof werd beproefd, maar evenwel heerlijk vervuld nog voor zij de laatste adem uitblies. "Vreest niet! deze Zoon zult gij ook hebben!"
We verschillen met Kohlbrugge echter enigszins van mening omtrent het wenen van Rachel over haar kinderen. Dat Rachel weent over haar kinderen, slaat niet op de wenende moeders in Bethlehem, volgens Kohlbrugge. Dat moge dan met argumenten gezegd zijn, maar de moeders van de vermoorde kinderen in Bethlehem weenden wel degelijk over de kinderen van Rachel, om de eenvoudige reden dat hun kinderen uit Jozef en Benjamin waren voortgekomen, zoals ook de Kanttekenaren aangeven bij Jeremia 31:15-17. Door de gruweldaad van Herodus scheen het geslacht van het beloofde Zaad te zijn uitgeroeid en daarover wenen de Rachel-moeders te Bethlehem. Als Jeremia 31:15-17 ook op Rachel zelf slaat, dan moeten we het wenen over haar kinderen verstaan in het kader van een nog onvervulde geloofsverwachting, die in haar sterven wordt vervuld. Daarom is Rachel het beeld van de levende Kerk, want in haar sterven wordt haar geloof bevestigd en baart zij Ben-oni, die heenwijst naar de Man van smarten. Rachels tweede zoon wijst echter ook op de verhoogde Immanuel: Benjamin, Zoon van Mijn rechterhand! Dat is wel een geheel ander beeld dan hetgeen ds. Reinders ons voor ogen spiegelt. In dit licht zijn de vleselijke bijbelstudies van ds. Reinders de naam van 'bijbelstudie' niet waard. Hij tast een bijbelheilige aan in haar staat en gooit met stenen op haar, hetgeen de farizeeërs niet eens durfden bij die overspelige vrouw. Paulus wenste niet anders te weten dan Jezus Christus en Dien gekruisigd en heeft zelfs de roepende zonden van de bekende bijbelheiligen niet met name genoemd in de Hebreeën-brief, maar heeft van hen verslag gedaan zoals God hen aanzag in Christus, namelijk als geroepen heiligen, dus als volmaakten in de Volmaakte! De Naam van Christus komt echter in de bijbelstudie van ds. Reinders over Rachel slechts één keer voor en in de bijbelstudie over Lea geheel niet! Welk doel heeft ds. Reinders eigenlijk voor ogen met zijn bijbelstudies? Die vraag staat nog geheel open. Bovendien zijn de inhoud van zijn studies in strijd met de naam van zijn kerkverband, de HNHK!

De HNHK heeft zich echter door de antichristelijke PKN-kerk laten dicteren hoe het in de toekomst voortaan heten moet (HHK) en daarmee haar NHK-recht verspeeld. Ja, de eer is duidelijk naar alle kanten weggevoerd. Rachel en de vrouw van Phinehas vielen ermee aan Gods kant en gaven de Kerk de juiste naam: Benoni - Ikabod! Enerzijds wilde Jakob aan het smartelijke sterven van Rachel niet herinnerd worden, maar anderzijds wilde hij niet in de Kerk eindigen en daarom noemde hij zijn naam Benjamin. Daarmee wees hij op de verhoogde en verheerlijkte Christus aan 's Vaders rechterhand: "Zoon van Mijn rechterhand!"
O, dat er zulke Rachels onder ons nog gevonden mochten worden, die zwanger wensen te zijn van het beloofde Zaad, Dat reeds gekomen is, want de Kerk is geroepen om kinderen voor Christus te baren. Dat dan die meerdere Benjamin, de Zone Gods aan 's Vaders rechterhand, in de dood van ons bestaan mocht geopenbaard worden, voor het eerst of bij vernieuwing, opdat de ere Gods weer in ons land zou wonen, is onze innige wens en bede.

GPPB.

PS.2: Onder de button 'lezenswaardig' van de HHK-website las ik het volgende: "Als u een juiste opmerking hoort, maar in een wat scherpe taal, doe dan wat u met een perzik doet, eet de vrucht en werpt de steen weg."
ANTW.: Als u daarmee dan maar niet de Steen (des aanstoots) uit Lukas 20:17-18 weggooit... Velen zeggen wel van het Evangelie te eten, maar weinigen kennen Christus als de Steen die de bouwlieden verworpen hebben...
"Maar Hij zag hen aan, en zeide: Wat is dan dit, hetwelk geschreven staat: De Steen, dien de bouwlieden verworpen hebben, deze is tot een Hoofd des hoeks geworden? Een iegelijk, die op dien Steen valt, zal verpletterd worden, en op wien Hij valt, dien zal Hij vermorzelen", Luk. 20:17-18.


http://www.derokendevlaswiek.nl