|
|
Opnieuw lazen wij in het Hervormd Kerkblad (3e editie) van de HNHK een bijbelstudie van de hand van ds. B. Reinders. Ds. Reinders had gezegd zich wel te willen laten corrigeren, maar ondertussen houdt hij vast aan zijn dwaalexegese. In deze studie neemt ds. Reinders Jakobs vrouw, Lea, onder de loep. Gezien hij ten onrechte Rachel uitspeelt tegen Lea, geven wij opnieuw commentaar. Hieronder geven wij eerst de bijbelstudie van ds. Reinders weer en daarna volgt het commentaar erop.
|
|
Lea Lea was de oudste dochter van Laban, de broer van Rebekka. Zij was dus evenals haar jongste zus Rachel een nicht van Jakob. Rachel was schoon van aangezicht, maar Lea had 'tedere ogen' zo lezen wij. Dat betekent dat Lea fletse ogen had. Dat vond een oosterling lelijk. Een knappe vrouw had vurige zwarte ogen. Jakob ging daarom aan Lea voorbij en hij had Rachel lief. Lea had Jakob echter wel lief, maar die liefde bleef onbeantwoord, omdat Jakob haar zuster Rachel beminde. Laban heeft Jakob echter bedrogen en aan dat bedrog heeft Lea meegewerkt. Zo werd Lea de vrouw van Jakob in plaats van haar zuster Rachel. Dat moet iets vreselijk voor Jakob geweest zijn, want hij had zeven jaar gewerkt bij zijn oom Laban voor Rachel en in plaats van Rachel krijgt hij Lea. Laban doet Jakob dan echter een voorstel dat hij Rachel ook wel kan krijgen, maar dan zal hij nog zeven jaar bij hem moeten dienen. Jakob heeft dat voorstel van Laban aanvaard en aan het einde van de huwelijksweek krijgt hij Rachel al als vrouw. Nu moet Lea haar man delen met Rachel. Nee, het is nog veel erger. Ze moet hem niet delen met Rachel, maar ze moet haar man helemaal afstaan aan Rachel. Lea is de 'gehate', dat betekent dat zij werd gepasseerd. Wat zal Lea daaronder geleden hebben. De liefde van Lea bleef onbeantwoord. Jakob schonk alle aandacht aan Rachel en aan Lea ging hij geheel voorbij.
Jakob kon echter zijn liefde wel schenken aan Rachel, maar hij kon haar geen kinderen geven. Lea heeft Jakob wel kinderen gegeven en in de namen, die Lea aan haar kinderen heeft gegeven, komt haar strijd tegen Rachel zo duidelijk openbaar. Lea heeft echter één ding niet verstaan. Zij heeft niet verstaan, dat als het goed is de kinderen geboren worden uit de liefde en niet de liefde uit de kinderen. De liefde van Jakob tot Rachel was echter een vleselijke liefde. De banden van de vleselijke liefde worden echter verbroken. Dat gebeurd met Rachel aan de weg naar Bethlehem. Daar is Rachel in het kraambed gebleven en daar heeft Jakob haar begraven. Straks gaat Jakob zelf sterven in Egypte. En dan wil Jakob begraven worden in het land Kanaan. Dan wil hij begraven worden in het familiegraf dat zijn grootvader Abraham gekocht heeft van de zonen van Heth. Jakob wil begraven worden in de spelonk van Machpela. Hij wil begraven worden bij Abraham, Sara, Izak, Rebekka en Lea. Rachel lag begraven aan de weg naar Bethlehem, maar Lea had Jakob laten begraven in de spelonk van Machpela. En daar wil Jakob nu ook begraven worden. Dat was Jakobs laatste beschikking (Gen. 49:31). De liefde van Lea heeft Jakob in zijn leven nooit beantwoord, maar als hij gaat sterven dan is Jakob op zijn plaats. Dan spreekt Israël en Israël is dat nieuwe leven. Dan gaat het niet over de vleselijke liefde tot Rachel, maar dan gaat het over de geestelijke liefde van Jakob tot Lea. Die band wordt nooit doorgesneden. Jakob wil bij Lea begraven worden. Lea was ook zo vaak vleselijk bezig in haar strijd tegen Rachel. In de strijd om de liefde van Jakob. Nu had Lea iets wat Rachel miste. Rachel was een opstandige vrouw, die maar niet onder God kon komen. Bij Lea was dat zo anders. Bij de eerste drie kinderen die zij Jakob mocht baren, zat Lea er zo met zichzelf tussen. Hoe anders werd dat toen zij haar vierde zoon Juda mocht baren. Toen mocht Lea er tussen uit vallen en mocht zij de Heere bedoelen. Want Juda betekent: Godlover. Lea heeft gezegd bij de geboorte van haar vierde zoon: 'Ditmaal zal ik de HEERE loven.' Lea mocht God bedoelen en dat is nu alleen maar mogelijk door genade. Rachel was daar een vreemdeling van. Zij stierf als een opstandige vrouw, die maar niet onder God kon komen. Rachel had het op haar sterfbed nog over haar smart. Zij stond met zichzelf in het middelpunt. Zij is de vrouw van het zelfbeklag. Bij de geboorte van haar vierde zoon van Lea stond niet Lea, maar God in het middelpunt. Wie staat er in ons leven in het middelpunt?
Maartensdijk, ds. B. Reinders
Commentaar In de 2e editie van het Hervormd Kerkblad schreef ds. B. Reinders een bijbelstudie over Rachel, die wij reeds van commentaar hebben voorzien. In deze bijbelstudie over Lea speelt ds. Reinders Lea geheel uit tegen Rachel en de uitkomst daarvan hebt u reeds kunnen lezen. Lea was een begenadigde vrouw en Rachel is als een opstandeling verloren gegaan, volgens het verslag van ds. Reinders. In mijn commentaar op de bijbelstudie van Rachel hebben we uit Gods Woord (Ruth 4:11) bewezen dat de oudsten en het volk Israël geheel anders over Rachel spreken dan ds. Reinders dat doet. Ds. Reinders maakt een karikatuur van Rachels gedrag en karakter, maar de vleselijkheid van Lea was niet minder helwaardig dan de vleselijkheid van Rachel. Jakobs vrouwen waren echter beide uitverkorenen Gods en van Jakobs huisgezin is er niemand verloren gegaan. Beiden, Rachel en Lea, hebben namelijk het huis Israëls gebouwd, waaruit de twaalfduizenden zijn verzegeld. De oudsten des volk, ja, geheel het volk dat in de poort was beoordeelden Rachel en Lea als voorbeeldige vrouwen en nemen daarbij de HEERE als Getuige! Ook de bewering van ds. Reinders dat Jakob geheel aan Lea voorbij ging en dat de liefde van Lea geheel onbeantwoord is gebleven, is een karikatuur. Dat Lea de 'gehate' was, betekent niet dat Jakob niets om Lea gaf. Jakob had Lea als zijn wettige vrouw aanvaard en dat heeft hij nooit herroepen, maar beminde haar in veel mindere mate dan dat hij Rachel beminde. Vervolgens beweert ds. Reinders dat Jakob aan Rachel geen kinderen kon geven, maar dat Lea wel kinderen aan Jakob gegeven heeft. Die bewering is een tegenstelling, want Jakob kon net zo min aan Lea kinderen geven dan aan Rachel. Bovendien heeft Rachel -na een lange worsteling aan de troon der genade(!)- wel kinderen aan Jakob gegeven. Rachel was eerst een lange tijd onvruchtbaar, maar na een lange worsteling heeft zij OP haar gebed eveneens kinderen gekregen, zoals we ook bij Hanna, de vrouw van Elkana zien. Kinderloosheid in het aartsvaderlijke geslacht wees op ongenade, omdat de Christus nog geboren moest worden en dat heeft Rachel geweten. De oudtestamentische vrouwen dorstten naar het beloofde Zaad, Jezus Christus. Dat Zaad was beloofd en ze zagen er naar uit of zij Hem baren mochten. Ook Rachel wilde zwanger worden van het beloofde Zaad. En nadat zij Jozef gebaard had, wenste ze nog een zoon. Die begeerte van Rachel bestempelt ds. Reinders als ontevredenheid van Rachel. Ds. Reinders weet niet wat hij zegt. Rachel wilde het beloofde Zaad en kinderen voor God baren. De oudtestamentische vrouwen deden nog niet aan geboortebeperking, ook Rachel niet, omdat zij God vreesde! De vleselijke uitleg die ds. Reinders aan de dag legt omtrent Rachels staat sluit wel goed aan bij de huidige generale visie op het krijgen van kinderen, maar het is in strijd met de godzalige begeerte van de oudtestamentische vrouwen die allen van Christus zwanger wilde zijn. Rachel heeft haar onvruchtbaarheid en verdoemelijkheid lange tijd ingeleefd, nog meer dan Lea, maar toen werd het juist een wonder in haar leven, want de HEERE gedacht ook aan Rachel in Zijn genade en heeft de smaadheid van haar onvruchtbaarheid weggenomen. Rachel geeft ondanks haar zonde en verkeerdheid duidelijk blijk van genade, want zij was (misschien nog meer dan Lea) een verhoorde(!) bedelaar aan Gods genadetroon en wordt zoals gezegd (aan)geprezen door de oudsten van Israël (Ruth 4:11). Ds. Reinders beweert ook dat de liefde van Jakob tot Rachel geheel vleselijk was. Hiermee bewijst ds. Reinders dat hij niet weet wat de ware liefde inhoudt. Immers, toen Rachel in haar onvruchtbaarheid tot Jakob uitriep: "Geef mij kinderen, of indien niet, zo ben ik dood", heeft Jakob zijn geliefde vrouw bestraft, omdat zij ver van haar plaats was. Zij had met haar klacht tot God moeten gaan, zoals zij dat later wel mocht beoefenen. De bestraffing van Jakob was op zijn plaats en het droeg vrucht. Jakob betoonde hiermee zijn geestelijke liefde tot Rachel, omdat hij van zichzelf afwees en haar op God wees. God bestraft een iegelijk zoon die Hij liefheeft. Zo handelde Jakob ook jegens Rachel. Een man die zijn vrouw -als het nodig is- niet vermaant, ziende op zijn Hoofd, Christus, is zonder Godsvreze en zonder de ware liefde. Dat aardse banden verbroken worden door de dood, geldt niet alleen ten aanzien van Rachel, maar ook ten aanzien van Lea. Echter, de liefde blijft, want de liefde is de band der volmaaktheid. Dat Rachel aan de kant van de weg begraven wordt, brengt haar staat niet in diskrediet. Die link meent ds. Reinders wel te moeten leggen. Met welk recht en op welke grond? De plaats van het graf van Rachel was door Gods voorzienigheid van eeuwigheid bepaald en in Zijn gunst. Rachel is namelijk niet op een willekeurige plaats begraven, maar in het erfdeel van Benjamin en dat was toen nog niet bekend. Daarom weent de figuurlijke Rachel over haar (vermoorde en verbannen) kinderen, omdat zij niet zijn. Daartegenover stelt de Heere Zijn verbond en in dat verbond is ook Rachel begrepen, omdat zij mede het huis van Israël gebouwd heeft.
Tenslotte: Machpela was een familiegraf voor de aartsvaders, maar ds. Reinders maakt er iets magisch van, alsof Machpela de zaligheid waarborgt voor hen die erin begraven liggen. Al de heiligen -waar ze ook begraven liggen- liggen in het geheiligde graf van Christus tot de wederopstanding aller dingen! Rachel ligt niet in de spelonk Machpela begraven, maar ze heeft een geheiligd graf gekregen in Bethlehem, de plaats waar de Heere Jezus werd geboren! Jakob richtte op het graf van zijn geliefde vrouw een gedenksteen op. De Joden weten tot op de dag van vandaag waar Rachels graf te vinden is. Dat is Gods eigen werk. De gedachtenis der rechtvaardigen zal tot zegen zijn. Voor Ruth en voor alle godzalige vrouwen. De stammoeder(s) van de stam van Benjamin, Rachel, hoeft daarom niet te wenen over haar (vermoorde) kinderen, want in Christus krijgt ze al haar kinderen terug, want er is loon voor uw arbeid, vanwege de arbeid van die meerdere Benjamin, de Zone Gods aan 's Vaders rechterhand! Dat zeg ik niet omdat ik dat erin zie liggen, maar omdat God dat in Zijn Woord gelegd heeft! Het middelpunt van ds. Reinders' bijbelstudie over Lea is echter niet Lea, maar Rachel, en hij beweert bij herhaling dat zij een opstandige, onbegenadigde vrouw was en dat zij met zelfbeklag is gestorven. We hebben die bewering al met het Woord weerlegd, maar nogmaals, we voelen ons in de eerste plaats niet geroepen om Rachels staat te verdedigen, want dat mens is in de handen van God gevallen en niemand kan haar uit de hand des Vaders rukken. Wat ds. Reinders echter schrijft omtrent Rachels staat is goddeloos en onbijbels, want hij beoordeelt Rachels staat op grond van haar gedrag, met inlegkundige argumenten. Dat is in strijd met de heilsleer. Gods kinderen komen niet in de hemel op grond van hun gedrag, maar op grond van de toegerekende gerechtigheid van Christus! We willen er nog dit van zeggen. Als de Schrift de staat van Rachel niet verdoemt, met welk recht zou ds. Reinders dat dan doen? Als de oudsten van Israël Lea én Rachel ten voorbeeld stellen voor Ruth, met welk recht zou ds. Reinders dan Rachels staat in diskrediet durven stellen? Ds. Joh. van der Poel zegt in een verklaring over Ruth 4:11: "Er zijn mensen die Rachel buitensluiten en zeggen dat zij een verworpeling is. Dan vraag ik mij af waar dat staat. Waar is te lezen dat Lea uitverkoren is en Rachel niet? Als u vanavond thuis komt, moet u eens op uw gemak Genesis 30 lezen. Dan kunt u lezen dat Rachel vijandig tegen en afgunstig op Lea is, want Lea's baarmoeder had de Heere geopend, maar de hare niet. Ze werd boos. Maar ja, als Rachel daarom verloren moest gaan, werd ik nooit behouden en dan was het met mij allang afgelopen geweest..." Uit: 'Ruth, de Moabitische' pag. 368.
En als we dan ook de diep geestelijke preek van dr. H.F. Kohlbrugge over Mattheus 2:17-18 hierop na slaan ('De beloofde Christus' - pag. 64-77) en wat Kohlbrugge in deze preek over Rachel zegt, namelijk dat zij een draagster van Christus wilde zijn, enz. enz. dan is die vleselijke bijbelstudie van ds. Reinders nog te goed voor de kliko! Op grond van de Schrift zet Kohlbrugge Rachel in de rij van de heilige vrouwen, die van het beloofde zaad zwanger wilde zijn. Rachels gebed om een tweede zoon, kwam dus niet voort uit een vleselijke begeerte, zoals ds. Reinders beweert, maar kwam voort uit haar geloof! En dat geloof werd beproefd, maar evenwel heerlijk vervuld nog voor zij de laatste adem uitblies. "Vreest niet! deze Zoon zult gij ook hebben!" We verschillen met Kohlbrugge echter enigszins van mening omtrent het wenen van Rachel over haar kinderen. Dat Rachel weent over haar kinderen, slaat niet op de wenende moeders in Bethlehem, volgens Kohlbrugge. Dat moge dan met argumenten gezegd zijn, maar de moeders van de vermoorde kinderen in Bethlehem weenden wel degelijk over de kinderen van Rachel, om de eenvoudige reden dat hun kinderen uit Jozef en Benjamin waren voortgekomen, zoals ook de Kanttekenaren aangeven bij Jeremia 31:15-17. Door de gruweldaad van Herodus scheen het geslacht van het beloofde Zaad te zijn uitgeroeid en daarover wenen de Rachel-moeders te Bethlehem. Als Jeremia 31:15-17 ook op Rachel zelf slaat, dan moeten we het wenen over haar kinderen verstaan in het kader van een nog onvervulde geloofsverwachting, die in haar sterven wordt vervuld. Daarom is Rachel het beeld van de levende Kerk, want in haar sterven wordt haar geloof bevestigd en baart zij Ben-oni, die heenwijst naar de Man van smarten. Rachels tweede zoon wijst echter ook op de verhoogde Immanuel: Benjamin, Zoon van Mijn rechterhand! Dat is wel een geheel ander beeld dan hetgeen ds. Reinders ons voor ogen spiegelt. In dit licht zijn de vleselijke bijbelstudies van ds. Reinders de naam van 'bijbelstudie' niet waard. Hij tast een bijbelheilige aan in haar staat en gooit met stenen op haar, hetgeen de farizeeërs niet eens durfden bij die overspelige vrouw. Paulus wenste niet anders te weten dan Jezus Christus en Dien gekruisigd en heeft zelfs de roepende zonden van de bekende bijbelheiligen niet met name genoemd in de Hebreeën-brief, maar heeft van hen verslag gedaan zoals God hen aanzag in Christus, namelijk als geroepen heiligen, dus als volmaakten in de Volmaakte! De Naam van Christus komt echter in de bijbelstudie van ds. Reinders over Rachel slechts één keer voor en in de bijbelstudie over Lea geheel niet! Welk doel heeft ds. Reinders eigenlijk voor ogen met zijn bijbelstudies? Die vraag staat nog geheel open. Bovendien zijn de inhoud van zijn studies in strijd met de naam van zijn kerkverband, de HNHK!
De HNHK heeft zich echter door de antichristelijke PKN-kerk laten dicteren hoe het in de toekomst voortaan heten moet (HHK) en daarmee haar NHK-recht verspeeld. Ja, de eer is duidelijk naar alle kanten weggevoerd. Rachel en de vrouw van Phinehas vielen ermee aan Gods kant en gaven de Kerk de juiste naam: Benoni - Ikabod! Enerzijds wilde Jakob aan het smartelijke sterven van Rachel niet herinnerd worden, maar anderzijds wilde hij niet in de Kerk eindigen en daarom noemde hij zijn naam Benjamin. Daarmee wees hij op de verhoogde en verheerlijkte Christus aan 's Vaders rechterhand: "Zoon van Mijn rechterhand!" O, dat er zulke Rachels onder ons nog gevonden mochten worden, die zwanger wensen te zijn van het beloofde Zaad, Dat reeds gekomen is, want de Kerk is geroepen om kinderen voor Christus te baren. Dat dan die meerdere Benjamin, de Zone Gods aan 's Vaders rechterhand, in de dood van ons bestaan mocht geopenbaard worden, voor het eerst of bij vernieuwing, opdat de ere Gods weer in ons land zou wonen, is onze innige wens en bede.
GPPB.
PS.2: Onder de button 'lezenswaardig' van de HHK-website las ik het volgende: "Als u een juiste opmerking hoort, maar in een wat scherpe taal, doe dan wat u met een perzik doet, eet de vrucht en werpt de steen weg." ANTW.: Als u daarmee dan maar niet de Steen (des aanstoots) uit Lukas 20:17-18 weggooit... Velen zeggen wel van het Evangelie te eten, maar weinigen kennen Christus als de Steen die de bouwlieden verworpen hebben... "Maar Hij zag hen aan, en zeide: Wat is dan dit, hetwelk geschreven staat: De Steen, dien de bouwlieden verworpen hebben, deze is tot een Hoofd des hoeks geworden? Een iegelijk, die op dien Steen valt, zal verpletterd worden, en op wien Hij valt, dien zal Hij vermorzelen", Luk. 20:17-18.
|
|
|
|
|
|