AMBTELIJKE BEDIENING
AMBTELIJKE BEDIENING MOGELIJK ZONDER PERSOONLIJKE GENADE        
Plaats in winkelmandjeMandje
Fragment uit brief
Meneer Burggraaf, ik ben al verschillende keren tegen een muur van onbegrip en vijandschap gelopen als ik met mijn predikant over het geestelijke leven wil spreken. Soms spreekt de Heere tot mijn ziel in de prediking en als ik daarvan wil getuigen, is onze dominee niet thuis. Het lijkt wel of hij het leven in Christus zelf niet kent. Leer en leven zijn in ieder geval met elkaar in strijd. Mijn vraag: Is het mogelijk dat een predikant de bediening van de Heilige Geest kan ontvangen tijdens de prediking, en er zelf toch buiten staat?

MVG
Lia V.


Beste mevrouw V.,
Hoewel ik uw predikant persoonlijk niet ken en zeker niet over zijn staat wens te oordelen, is het zeker mogelijk dat een predikant wel de ambtelijke bediening ontvangt, maar zelf vreemdeling is aan vrije genade. Denk maar aan Bileam. Hij sprak de kostelijkste zegeningen uit over het volk Israël door de Heilige Geest ingegeven, maar zelf was hij een verklaarde vijand van God en Zijn volk. Denk ook aan de geroepen doch onbegenadigde discipel, Judas Iskarioth, die met de andere discipelen uitgezonden werd om te preken, maar tenslotte zelfmoord pleegde, omdat hij onschuldig Bloed verraadde. Wel een knechtschap, maar geen kindschap. Ja, dat kan. Wel anderen de weg gewezen, maar zelf buitengesloten. Ja, dat kan. Toch stem ik met ds. George Whitefield in, dat onbekeerde predikanten een vloek zijn voor de kerk. De Heere gebruikt hun prediking soms wel, maar toch rust de vloek op hen, omdat ze het ambt aanvaard hebben zonder kinderrecht. Wel geroepen tot het ambt, maar niet persoonlijk gerechtvaardigd door en voor God in Christus. Het zijn feitelijk niet meer dan vervolgers van het levende Kind. Een vreselijker oordeel kan ik me eigenlijk niet indenken. En dan te weten dat dit oordeel allang begonnen is van het huis Gods. Het gevolg is kerkscheuring op kerkscheuring; broederbanden worden om niets verbroken, en er kunnen er nog geen twee met elkaar lopen, dikwijls nog omdat het verrotte geld ertussen zit. Generaal gesproken is het tastbaar en hoorbaar dat de Heilige Geest uit de kerken en tijdens de ambtelijke bediening is geweken, maar het zijn de enkelingen die het gewaarworden en het opmerken. De vloek en Gods ongenoegen rust op elke kerk en gemeente waar onbekeerde ambtsdragers de kerkenraadsbanken en de preekstoelen bezetten en ook als knechten van God politieke preken houden. De kerkelijke bannen worden niet meer uit de weg geruimd en ik kan er wel een boek over schrijven, hoewel ik mezelf als de grootste ban voor God heb leren kennen. Er is bijkans geen weerklank op de bergen en de herders weiden zichzelf. Ik weet haast geen uitzonderingen meer op te noemen. Het is reeds voorzegd, mevrouw, en neem het ter harte hetgeen de profeet Micha reeds geprofeteerd heeft: "Gelooft een vriend niet, vertrouwt niet op een voornaamsten vriend; bewaar de deuren uws monds voor haar, die in uw schoot ligt. Want de zoon veracht den vader, de dochter staat op tegen haar moeder, de schoondochter tegen haar schoonmoeder; eens mans vijanden zijn zijn huisgenoten", Micha 7:5-6. Maar neem ook de volgende tekst ter harte: "Maar ik zal uitzien naar den HEERE, ik zal wachten op den God mijns heils; mijn God zal mij horen.", Micha 7:7. Ten aanzien van de huidige kerkelijke situatie zal God -met eerbeid gesproken- echt niet door de vingers kijken voor het huidige leger onbekeerde en ontrouwe ambtsdragers, al is men reeds 40 jaar ambtsdrager. "Wacht u voor de valse profeten", luidt het Goddelijke Woord uit de Mond van Christus. Het zijn de wolven in schaapsklederen en die kunnen dikwijls zeer 'bevindelijk' en vroom praten en preken, maar ze worden gedreven door een duivels oogmerk, namelijk om eigen eer en naam en dikwijls ook omwille van het geld. Och, mevrouw, Gods ware volk tobt dikwijls met zoveel inwendige duivelse oogmerken, dat zij meer verloren dan behouden over de wereld gaat. Maar wat de wolven in schaapsklederen missen, dat klaagt Gods ellendige volk zo dikwijls uit: "Ik ben vleselijk, verkocht onder de zonden." Toch is hun roemtaal in Christus alleen, want zij zijn der Wet gedood en hun leven is in Christus verborgen in God. Daar staan de wolven in schaapsklederen ten enen male buiten en vraag dezulken niet naar hun persoonlijke rechtvaardigmaking, want dan rolt de ene hatelijke brief na de andere in uw brievenbus en dan verandert de preekstoel een steekstoel, omdat de dood het leven niet kan verdragen. Ween echter niet, want al deze dingen moeten medewerken ten goede, tenminste als wij door Zijn voornemen geroepen zijn in Christus door het geloof. Het is geen vreemde zaak, want ze hebben de Heere der Heerlijkheid gehaat en dat zullen ze ook al degenen doen die van Christus zijn, door God apart gezet zijn, uit de refomassa gehaald zijn en de voetstappen van Christus drukken door eer en oneer, door kwaad gerucht en goed gerucht, door lijden tot heerlijkheid.
Zolang de Heere het echter niet afsnijdt, heeft u de plicht om voor uw predikant te blijven bidden. Het is niet de eerste keer dat God een onbekeerde predikant tot Zijn eigendom maakt in Christus. Hoewel we in weinig hoopvolle dagen leven, zou er voor de Heere iets te wonderlijk zijn? En zou de Heere er niet grotelijks in verheerlijkt worden? Blijft de situatie echter onveranderd of wordt het zelfs onhoudbaar? Geen nood is voor onze God te groot! Er zijn namelijk geen grenzen aan Jezus' macht. Daar tracht ik ook boeken over te schrijven en dan kom ik tijd tekort. Ik moet er steeds nog aan beginnen. Mevrouw, u heeft aan mij ook niets, maar wat ik u tenslotte bidden mag: Roept den Heere aan in den dag der benauwdheid; Hij zal er u uithelpen, en gij zult Hem eren (Ps. 50:15). "Zal God dan geen recht doen Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, hoewel Hij lankmoedig is over hen? Ik zeg u, dat Hij hun haastelijk recht doen zal", Luk. 18:7-8.

Gode bevolen,

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl