|
|
INGEBEELD GELOOF, HET TEGENOVERGESTELDE VAN: 'IN HET BEELD GODS HERSCHAPEN TE ZIJN'
| |
|
|
Geachte dhr. P. Burggraaf, Ik kijk regelmatig op uw website en ik word zo jaloers op u. U weet zoveel en overal een antwoord op. Als al die dominees en ouderlingen het verkeerd hebben, wat moet er dan van mij nog terechtkomen? Ik ellendig mens wie zal mij verlossen? Ik weet dat Jezus is opgestaan, maar vaak kan ik het niet eigenen. Onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Soms kan ik stil vertrouwen verder leven, maar het wordt mij soms zo bang, dat alles van mijzelf is. Er is ook zoveel weerstand in de omgeving, dat ik mijn mond maar hou. Ook vind ik het soms zo eenvoudig, want dan is het door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen. Ik, onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Als ik niet geloof, is het zondig, maar ik ben zo bang dat alles op zandgrond is en dat ik van elders inklim. Ik weet dat ik alleen maar kan bidden tot God die leeft! Maar dan ben ik weer bang dat het allemaal inbeelding van mij is. Overdag ben ik vaak druk met mijn kinderen en dan denk ik er niet zoveel aan. ’s Avond lees ik vaak een ‘goed boek', maar dat kan mij niet verlossen, maar wel eens vertroosting geven. Ik wilde dit zomaar graag mailen en misschien kunt u wat terug mailen. Ik blijf het liefst anoniem.
Hartelijke groet, G.K.
Beste G.K., “Vest op prinsen geen betrouwen waar gij nimmer heil bij vindt.” Dat betreft niet alleen dominees, maar ook mij. Ik ben maar een krijtje in Gods hand, "want wij zijn van gisteren en weten niet; dewijl onze dagen op de aarde een schaduw zijn", Job 8:9. Stel daarom in alles op de Heere alleen uw betrouwen, (wat zou dat een wonder zijn!), want een ware bidder komt met de Heere nooit beschaamd uit. *Ik heb nooit gezegd dat er helemaal geen getrouwe predikers meer zijn, maar die ik ken zijn op een hand te tellen en dan houd ik nog vingers over. Helaas is er zeer veel misleiding in de huidige ‘refoprediking’, zelfs in die prediking waarin men rept over ‘de rechtvaardiging van de goddeloze’. De woorden zijn er soms nog, maar de geloofsbevinding van de zaak zelf wordt maar al te vaak gemist. Het gevolg daarvan is dat duizenden jongeren en ouderen over het paard getild worden en als een rijke jongeling worden zalig gesproken. Dat betekent niet dat de huidige generale dwaalprediking het werk Gods in Christus kan tegenhouden, want de Heere gaat door met het zaligen van zondaren tot aan de voleinding der wereld. Ziet af van mensen, beste G.K., vooral van die zielsbedriegelijke 'handenopleggers' a la Hegger, maar smeek gedurig om ontdekkend licht van Boven en steun op uw verstand niet, want daar kom je bedrogen mee uit. *U zegt: “Als al die dominees en ouderlingen het verkeerd hebben, wat moet er dan van mij nog terechtkomen?” Ik heb een blijde boodschap voor u, waarde G.K.: Er komt gelukkig nooit iets van u terecht, tenminste, niet in Gods ogen. Dat feit is door Christus reeds bevestigd: “Uit u geen vrucht meer in der eeuwigheid!” Ja, dus dat is een verloren zaak met u, gelukkig! Nee, het is geen zaak van vreugde als het inleving is, maar God doodt en maakt levend, doet ter helle nederdalen en er in Christus weder uit opkomen. Dat is de wedergeboorte en is dus geen mischientje. En omdat God het werk der zaligheid geheel alleen doet, hoeft u niets mee te brengen dan uw vleselijke, verdoemelijke bestaan voor God en dezulken onderschrijven vanzelf ook hun welverdiende vonnis (Gen. 2:17), niet als voorwaarde, maar omdat het eren van Gods deugden het kenmerk is voor de door Gods Geest overtuigde, verloren, schuldige zondaren. Christus zoekt het verlorene en Hij vindt die ook, want Hij is de Zijnen in alles een eeuwigheid voor geweest. God is reeds verzoend en de zaligheid ligt klaar. Daar komt dus geen mens aan te pas. God verkiest en doet naderen, want zalig worden is vrije gunst die eeuwig God bewoog. Stel dat u nog kwaliteiten moest meebrengen om voor de zaligheid in aanmerking te komen, dan was er geen zaligheid mogelijk, ook bij God niet. Hoe meer u bij uzelf naar binnen kijkt, des te verlorener u openbaar komt, als het goed is. Ik zou zeggen: graaf nog maar wat dieper, mensenkind, totdat u gans verloren voor en onder God komt te liggen, want er is een volkomen zaligheid voor een volkomen verloren zondaar. Amen. *U zegt: “Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen? Dat zei Paulus ook, maar wel in een andere zin. Paulus wilde namelijk van het lichaam der zonde en des doods verlost worden, maar ten aanzien van de zaligheid wist hij zich door Christus gegrepen. *U zegt verder dat u weet dat Jezus is opgestaan. Weet u dat omdat het zo in de Bijbel staat, of weet u dat door de ondervinding des geloofs? U zegt dat u dat heilsfeit dikwijls niet kan eigenen. Dikwijls niet, dus soms wel? Om Christus door het geloof te eigenen, moet Hij ons echter van God geschonken worden, want onze Koning is van Isrels God gegeven. Als u dat laatste mist, dan mag u er vrij aan twijfelen dat alles van uzelf is. Ik hoop echter op het tegendeel, maar het blijkt niet duidelijk uit uw verhaal dat u Christus door het geloof kent als u persoonlijke Borg en Zaligmaker. Ik wil voorzichtig zijn, want er leeft soms veel meer in de ziel als er onder woorden gebracht kan worden. Godsvreze is namelijk geen praatvreze, want het Koninkrijk Gods is niet gelegen in woorden, maar in kracht. Het gaat echter wel om de zaligmakende kennis in Christus en de vergeving der zonden en dat wordt ook gekend door de zwakgelovigen. Buiten de kennis van Christus is er absoluut geen geestelijk leven, hoe ver en hoe diep bepaalde bevindingen ook kunnen gaan. Wordt Christus gemist in de toepassing, dan wordt alles gemist. *De weerstand die u ondervindt in uw omgeving, beste G.K., is toe te juichen, want zonder strijd geen overwinning. Let wel: "En indien ook iemand strijdt, die wordt niet gekroond, zo hij niet wettelijk heeft gestreden", 2 Tim. 2:5. *Ook zegt u bang te zijn dat u op zandgrond bouwt en van elders in te klimmen. Ja, wees daar maar vuurbang voor, want duizenden belijders in onze dagen bouwen op zandgrond en klimmen van elders in, tot en met oud en nieuw gereformeerd toe. Wat ik u bidden mag: Ga door de Deur der schapen! Christus zegt in Johannes 10:9: "Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden." Zolang u Christus mist in de toepassing, hoeft u niet bang te zijn dat het allemaal inbeelding is, want dan is het allemaal inbeelding. Christus is de Deur en buiten die Deur is iedereen buitengesloten. Ik bid u: Ga door de enge Poort! *Het is goed om goede boeken te lezen, beste G.K., maar wees bang voor 'boekenkastgenade'. Er is trouwens maar een Boek goed te noemen, namelijk het Boek der boeken: Gods Woord. Rust niet voordat u het zelf uit Zijne mond gehoord hebt, namelijk: de verlossing die alleen in Christus Jezus is. Met een bloot vleselijk vertrouwen in God, Christus en de zaligheid kom je voor eeuwig om. Het gaat om een vast geloofsvertrouwen in Christus dat al mijn zonden door het dierbaar bloed van Christus vergeven zijn en dat wij vrede hebben met God, door onze Heere Jezus Christus, door de weg van recht. "Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem", Joh. 3:36. In Christus geloven ligt echter niet binnen ons handbereik, want het geloof is een gave Gods. Dat maakt de mens dubbel verdoemelijk, want zonder geloof is het onmogelijk om Gode te behagen. Er is echter geen enkele verontschuldiging mogelijk, ook niet t.a.v. onze onmacht om te geloven. Vanwege het feit dat het ongeloof de grootste zonde is, besluiten duizenden belijders in onze dagen 'te geloven' en stappen met zevenmijlslaarzen over de macht van het ongeloof, dus over hun diepe val heen. Beste G.K., ik bid u van Christus' wege, laat u niet bedriegen en verleiden door een ingebeeld geloof, maar laat u met God verzoenen, dan krijgt u het geloof er gratis bij. God is Het Die de goddeloze rechtvaardigt om niet, want Christus is te Zijner tijd alleen voor de goddelozen gestorven (Rom. 5:6). Dit is Gods orde van rechtvaardigen en het is ook de bevinding der heiligen: Door het recht der Wet verdoemd en door recht met God in Christus verzoend! Als dat in uw leven mag plaatsvinden, gaat u er ook van getuigen, want zalig worden is geen misschientje, hoewel het ware werk Gods in Christus doorgaans wel hels bestreden wordt. In die weg bevestigt de Heere echter Zijn Eigen werk in Christus, ja, dwars door de zonden, dus door het wonder heen, want Zijn beloften zijn niet 'ja en nee', maar in Christus "ja en Amen!" Christus doet dus geen half werk, want Hij is een volkomen Zaligmaker, echter alleen voor volkomen verloren zondaren, zoals de verloren zoon dat was. Die jongen besloot niet om in zijn redding te geloven of om die te 'eigenen', maar eigende zijn vonnis en ging op genade of ongenade, dus onvoorwaardelijk, tot zijn Vader en dat viel eeuwig mee. De Vader zag hem al van verre (van eeuwigheid), nog voordat hij zijn Vader zag. Toen die jongen niet verder meer kon en alle hoop hem gans ontviel en als een verdoemde zondaar terneer lag op het vlakke des velds, vertreden in zijn geboortebloed, kwam de Vader hem voorbij, omhelsde hem, gaf hem schoenen aan de voeten, bekleedde hem met het kleed van de gerechtigheid van Christus, schoof hem een ring van Gods genadeverbond om de vinger en onthaalde hem op het geslachte Lam, Dat de zonden der wereld wegneemt. Zo gaat het bij ieder kind van God, hoewel de omstandigheden kunnen verschillen, maar elk kind van God is door recht verlost en kan met Paulus getuigen: "Want ik ben door de Wet der Wet gestorven, opdat ik Gode leven zou. Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven heeft", Gal. 2:19-20. Niet ons, o Heere, niet ons, niet onze bekering, niet ons bidden, niet onze hoop, niet onze liefde, niet ons geloof, maar Uwe Naam zij eeuwig ere. Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen, men love Hem vroeg en spa, de wereld hoor en volge mijn zangen, mat amen, amen na. Afbekeerd en onbekeerd en in Christus zalig, dat is alles verliezen en God in Christus overhouden. 'k Heb alles verloren, maar in Jezus verkoren, Wiens eigen ik ben. Die God is onze Zaligheid, wie zou die hoogste Majesteit, dan niet met eerbied prijzen?
Wees Gode bevolen,
GPPB.
|
|
|
|
|
|