BEMOEDIGEND GETUIGENIS
BEMOEDIGEND GETUIGENIS        
Plaats in winkelmandjeMandje
Waarde vriend Burggraaf,

Het zijn wonderlijke wegen waarlangs de HEERE Zijn volk leidt. Op de website las ik verschillende dingen en ik trof er verschillende dingen aan. Kon het zijn dat we er nu eens in waarheid over mochten spreken. Zie mijn reactie maar als een bemoediging en bevestiging dat de HEERE noch aan plaats, noch aan tijd, noch aan persoon, noch aan dood, noch aan leven gebonden is.
Ach de HEERE werkt in ons, zonder ons. Genade is voor goddelozen. Gevangenen die worden in de ruimte gesteld. Een des doods schuldige wordt het leven geschonken - uit soevereine genade. In de ruimte van het Evangelie gesteld te worden - dat is het leven uit de dankbaarheid, waarin we zo graag die geboden die Heilig zijn en goed willen houden.
Laten we daarom maar afzien van onszelf. Want uit genade zijt gij zalig geworden (Efeze 2). Wij kunnen niets toebrengen maar we hoeven niets toe te brengen. Dat is het hč: in het Evangelie moet iets gedaan worden wat al gedaan is (Kohlbrügge). Het Evangelie - wat een onbegrijpelijke hoogte soms. Wat een rijke Christus. Een Borg, een Plaatsvervanger. Gestorven voor vijanden, zoals wij, kon het in waarheid zijn, zijn. Er was er maar Één Die het Evangelie kon prediken, in de rechte zinne des woords. Dat was het Evangelie Zélf. Hij kan zaligmaken, en Hij alleen. "Door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen!" O, als je dat krijgt te eigenen… Wat een wondervolle ruimtes soms dan, hč!
Getrokken vanuit de duisternis… We lagen midden in de dood. Wij, ja wij zijn van God afgekeerd met het voornemen om nóóít meer terug te keren. Wat een wonder, dat de HEERE Zich een gemeente ten eeuwigen leven verkoren heeft! Wat een wonder van die verkiezende, kopende en trekkende liefde. Onze vaderen hebben ervan geschreven, de één kreeg er meer van te zien als de ander: maar één ding zeker gemeen: "Gestorven voor mij!"
Mag u ook zo'n zicht hebben, bij tijd en wijlen, van die Plaatsvervanger? Van die meerdere David? Dan kan het hart soms roepen: "Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk!" Maar ook die schuldbelijdenis: "Ik ben zwart, doch lief'lijk." We zullen ons hele leven daar mee bezig blijven, en we zullen de eeuwigheid nodig hebben om dat wonder van vrije genade te begrijpen. O, en als we tijd hebben om naar anderen te kijken, dan zijn we met onszelf klaar! Maar, dat zal toch niet mogelijk zijn? Klaar met onszelf. Het geloof in de broekzak, ze nemen het me niet meer af. O nee, als Christus ons niet vasthoudt we zullen voor eeuwig vergaan. Maar Hij kán en wil en zal ons niet loslaten. Omdat Hij ons gekocht heeft. Er is betaald. Sion door recht verlost.
Dan kan je hart breken onder de zonde die nog in ons woont. Zoveel liefde tegenover zoveel vijandschap. Wulfert Floor werd er ingeleid: na ontvangen genade bemerkte hij in zijn hart nog een afkeer en vijandschap tegen de zaligheid. Maar wat een wonder: "Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht! Mijn genade blijkt in verdoemeniswaardigheid, Mijn trouw in ontrouw van uw kant, Mijn lankmoedigheid in uw dwarsliggendheid." Daarom moeten we afzien van onszelf, afzien van anderen, afzien van deze wereld verloren in schuld, afzien van de breuke Sions, afzien van de hoereerders en opzien naar Hem. Want ook ons geldt: "Ben ik het Heere?" Díe Judas, die Judas leeft in ons. Díe Judas is springlevend. Daarom moeten we maar veel bidden om armmakende genade opdat Hij mag toenemen in de rijkdom van het Evangelie en wij maar minder mogen worden.
Geve de HEERE dat in leven en sterven. Mocht er nog een opleving komen in deze goddeloze en verduisterde tijd waarin de leer der Wet verbroken is. O land, o land, o land… O kerk, o kerk, o kerk… Wat een toestand! "Zij hebben het Huis mijns Vaders gemaakt tot een kuil van moordenaren!" Bevinding wat geen bevinding is. Kerk, wat geen Kerk is. Maar een vergadering van zwart- of witgepleisterde graven.
Weest in alle dingen Gode aanbevolen. Ontvangt een hartelijke en welgemeende groet van deze zondaar, die nooit naar Hem heeft gezocht, maar gevonden is geworden. Een jongeman van 18 jaar oud, die 18 jaar de HEERE verdriet heeft gedaan (en nog doet) maar nochtans aangezien wordt in dat bloed van Christus dat reinigt van álle zonden. Dan blijft er toch maar één ding over: SOLI DEO GLORIA!

NN.

Geliefde vriend!
Amen! Ik zing met je mee, vriend! Want het is door U, door U alleen, om het eeuwige welbehagen! De Heere heeft zondagavond nog eens krachtig Zijn dierbaar testament in mijn ziel bevestigd (Matth. 28:20) en ik zat als een hel in de kerk, als een stinkende zondaar die maar een recht heeft: de eeuwige rampzaligheid! En dat de Heere komt om te zien naar zo'n dode hond als ik ben. Ja, lieve Heere Jezus, Gij evenwel, Gij blijft Dezelfde o Heere! Gij zijt vanouds mijn Toeverlaat, mijn Koning! Hem zij de lof, de dank en de aanbidding!

Gode van harte bevolen,

GPP. Burggraaf

ANTWOORD        
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte heer Burggraaf,

De HEERE is groot, maar wij verstaan het niet. Het zijn zoete banden die ons binden aan des HEEREN lieve volk. En telkens opnieuw hč, plaatst de HEEREN ons in ruimtes die we niet voorzien hebben. En wat kan het heilzaam zijn om eens voor de Rode Zee te moeten staan. Om te zeggen alles en iedereen kwijt te zijn geraakt, om in te leven Gods eer liever te krijgen dan je eigen zaligheid, om je dood te wensen omdat je dat verdient hebt. O dan openbaart zich, in dat kostelijke Evangelie, die schuldovernemende Borg en Middelaar. Dan ga je dat gebed bidden: “Ga uit van mij, want ik ben een zondig mens!” Rutherford mocht erover schrijven dat dat gebed een zondig gebed is. Wat het doet tekort aan Zijn wil. Want de HEERE heeft geen lust in de dood van zondaren. In de stilte van de eeuwigheid heeft Zich de HEERE een gemeente ten eeuwigen leven verkoren; onbegrijpelijk wonder van soevereine en vrije genade!
In mijn korte leven, dat lang genoeg is geweest, ben ik van jongs af aan bezig geweest met God en godsdienst. Al jong bestudeerde ik Gods Woord en las ik de oudvaders. Bijzonder voelde ik mij verbonden met Theodorus van der Groe en predikanten als Paauwe en van der Poel. O en telkens wordt ik weer opnieuw ingeleid in die machtige heilgeheimen. O, wat zijn we arm, naakt en ellendig. Wat zijn wij Godonterend en zielsverdervend bezig! Maar inzonderheid een aantal jaar geleden kwam de HEERE heel speciaal over met de belofte uit Jeremia 33:3: “Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden, en Ik zal u bekend maken grote en vaste dingen, die gij niet weet.” O, en wat heeft de HEERE gewerkt in mijn leven. Daar getuigt alles van. Daar mag ik niet aan twijfelen, maar daar twijfel ik wel aan. Het verschil hč: het geloof en de gelovige.
Niet graag spreek ik over mezelf; al helemaal niet in openbaar. Maar soms voel ik mij geroepen om een krachtig getuigenis te geven. O, en ik heb het meegemaakt dat mensen tot bekering kwamen. Vanuit dat verdoemelijke en verwerpelijke 'gereformeerde systeem' tot dat wonderbaar Licht. Dat is een wonder, als je dat mee mag maken. De HEERE moet veel doen om Zijn volk op de plaats te krijgen, maar nog meer om op de plaats te houden.
Als de HEERE je bekeert, krijg je boekenziekte. Dan krijg je liefde tot de waarheid. Dan krijg je het onderscheid te zien. Wat vroeger ‘heel’ wat leek, is niets anders als een dode vorm, een zwartgepleiserd graf. Dan ga je treuren om de breuke Sions: het is niet goed te praten al die kerkverbanden, die soorten en al die vormen. Maar het ergste is nog dat er zeer weinig waarheid in het binnenste is. Het is te hopen dat de HEERE nog zal gieten stromen op het droge (lees het boek van William Reid daarover). Maar wij hebben voorzeker de minste verbetering niet te verwachten, omdat wij zijn afgeweken. “Het is tijd voor den HEERE, dat Hij werkte, want zij hebben Uw wet verbroken,” Psalm 119:126. Wat is het kostelijk om ingeleid te worden in het Heiligdom (lees het boek van Thomas Halyburton), om met een Maria te staan bij het kruis (het is een wonder dat ze nog kon staan), wat is het kostelijk om voor de Rode Zee gesteld te worden. Wat is het heilzaam om achteruit te gaan, want achteruitgang betekent in het geestelijke leven vooruitgang. En het alles is erop gericht dat Hij, ja Hij alleen!, mag wassen. Opdat de eer en glorie van Zijn nooit volprezen naam groter zou mogen worden.
Vriend, komaan. De strijd is weldra over. Nog even en de Kerk komt Thuis. Thuis, bij de HEERE. Daar waar Christus alles is en in allen. Wat zal dat zalig wezen! Nooit meer te hoeven zondigen, nooit meer te kunnen zondigen. Niemand zal daar kunnen zeggen: “Ik ben ziek.” Want daar is die Heelmeester, die Medicijnmeester alles. Voor eeuwig. Ach, laat de wereld maar tieren. Laat de kerk maar preken. Laat de duivel maar briesen. Want: de overwinning is zeker. De overwinning is verankerd in dat zalig sterven. En dát, dát is het rustpunt van mijn hart. Genade, voor een helwaardige, voor een doemwaardige, voor een zondaar die de eeuwige dood verdient heeft. Daarom: zouden we niet bewogen zijn over Nederland, over Canada, ja over de hele wereld? Zouden we niet bewogen moeten zijn over kerkelijk Nederland. Laten we daarom niet oordelen of veroordelen, want we zijn niet beter. Laten we getuigen van dat lief’lijke werk. Overtuigen of bekeren kan niet, daar zijn verschillende mensen al geestelijk dood van geworden. Bekeren tot Van der Groe, bekeren tot Hersteld Hervormd…? Ach, zou de HEERE iets te wonderlijk zijn? Elia dacht alleen te zijn, maar er waren er nog zevenduizend. Zou Zijn arm verkort zijn? Zou God Zijn genâ vergeten? (We hebben het verdient hoor!) Laten we maar bidden en smeken, in alle ernst te allen tijd. Laten we beschaamd het hoofd nederbuigen en knielen.Laten we niet naar anderen wijzen, want we hebben allen dezelfde armmakende genade nodig. Geve de HEERE ons kracht, hoop, moed en sterkte om de smalle weg te bewandelen. Maar we gaan niet alleen! “De HEER’ was aan mij zijde!” En van de overige wandelaars, van de ware Israëlieten, hebben we weinig hulp te verwachten want het zijn broze Adamskinderen die een verdorven vlees omdragen. Weest in alle dingen Gode aanbevolen! De HEERE des Vredes Zelf geve u vrede te allen tijd, in allerlei wijze.

NN.


Geachte NN,
Mooi stichtelijk briefje, broeder! Ik dank den Heere daarvoor. Hoewel ik mezelf heb leren kennen en door genade mag kennen als de grootste en de snoodste aller zondaren SS, heb ik toch de roeping van Godswege om alle volken te onderwijzen in de leer van Christus, de valse leer te weerleggen, de valse Naboths de wacht aan te zeggen en de valse (pkn)-baals met hun helse holen in brand te steken. (Ik moet er nog aan beginnen). Ik mag het soms met blijdschap doen, in Gods kracht, hoewel het gros 'veronderstelde gereformeerde' belijders er niets van moet hebben en aan het lasteren slaan, tot en met diverse 'gereformeerde' kansels toe. Dat is ons voorzegd, en ik heb, Gode zij dank, niet de strijd tegen vlees en bloed. Helaas, de levende waarheid is schier geweken, maar Gods roeping kan ik niet verloochenen, al heb ik al wel duizend keer bedankt. Het is een weg door eer en oneer, door kwaad gerucht en goed gerucht, maar wat geeft het? Wij hebben Vaders Zoon aan boord en veilig strand voor 't oog. Hartelijke groeten van een vreemdeling hier op aard, een zwerver, meer verloren dan behouden, maar door God geliefd en gemijnd, ja, onbegrijpelijk! God is groot en wij begrijpen Hem niet! Aanbiddelijk is Zijn Naam!

GPPB.

PS. Misschien is het voor u nuttig, om het artikel: 'STENEN GOOIEN?' op deze site te lezen. U kunt dat artikel vinden in de rubriek: 'ARTIKELEN EN LEZINGEN' en ook het artikel over: 'NIET OORDELEN!?' wat te vinden is in dezelfde rubriek. Ik hoop dat u genoemde artikelen met stichting mag lezen.


http://www.derokendevlaswiek.nl