|
|
|
Meneer Burggraaf,
Naar aanleiding van uw artikel "Liefde of sentiment?" zou ik u willen vragen te omschrijven wat de ware liefde dan wel is, bijbels gezien. De ware liefde doet de naaste toch geen kwaad?
vr. gr. R. v.d. B.
Beste R. v.d. B., Ik ben blij met je vraag, want de ware liefde doet de naaste inderdaad geen kwaad, integendeel, de ware liefde uit God, ofwel de liefde van Christus, wil juist de naaste voor het kwaad waarschuwen en bewaren, met name voor de valse leer en de in omloop zijnde dwalingen. Iemand die de ware liefde heeft ontvangen, slaat alarm als hij ziet dat zijn naaste in gevaar is en een dwaalweg inslaat. Dat deed Petrus ook op de Pinksterdag, toen hij uitriep: "Wordt behouden van dit verkeerd geslacht", Hand. 2:40. Met dat verkeerd geslacht bedoelde Petrus de schriftgeleerden, de Farizeeën en de ongelovige en spottende Joden. De ware liefde is eerst gericht op God en vervolgens ook op de naaste. De ware liefde komt van boven naar beneden, want Gods kinderen hebben God lief, omdat Hij hen eerst heeft liefgehad. De ware liefde is niet alleen oprecht, maar ook gezeggelijk. Omdat het geloof voor vele belijders prive-terrein is geworden, is bijna niemand meer aanspreekbaar. Niemand zit dan ook op de blijde boodschap te wachten, want van nature wil de mens vrij zijn in het bedrijven van religie en niet op zijn vingers getikt worden. Het feit dat de ware liefde de naaste geen kwaad doet, wordt veelal op een sentimentele manier verstaan, ten toon gespreid en in een humanistisch kader geplaatst, alsof de waarheid van Gods Woord met de ware liefde in strijd is. Dat is hels bedrog en een verdraaiing van de Schrift. Het Schriftgegeven dat de ware liefde de naaste geen kwaad doet, mag nooit zo verstaan worden, alsof we dan maar iedereen in zijn waarde moeten laten en onze naaste medemensen moeten stijven in het kwaad en/of valse godsdienst. Nee, de ware liefde staat ervoor om God in Zijn waarde hoog te houden, Christus en de volle raad Gods te verkondigen en de valse leer/(kerk)politiek te bestrijden. De zuivere liefde is evenwel een schuldige liefde en heeft de strijd niet tegen vlees en bloed. Paulus had zeer veel van de liefde van Christus en kon daarom niet verdragen dat zijn broeder Petrus met de Joden veinsde in Antiochië, omdat de waarheid van het Evangelie in het geding was. Als Paulus niet was opgetreden, had er toen al een kerkscheuring gekomen tussen de heidenchristenen en de christenjoden. Dat kon Paulus niet verdragen, maar nu kan men het verdragen. Vandaar dat er zoveel kerkscheuringen zijn. Men neemt liever de eer van elkander aan, dan te staan voor de waarheid van het Evangelie, hoewel ik zeker niet wil generaliseren. Als de liefde tot de naaste ten koste gaat van de waarheid van het Evangelie, is die liefde niet de ware liefde, maar geveinsdheid, eigenliefde en sentiment. Dat is zelfs gevaarlijk, want eigenliefde doet zichzelf de das om, doet de naaste kwaad en laat de naaste heel gemakkelijk ongewaarschuwd verloren gaan. Van nature hebben we onszelf en onze naaste wel voor de hel over, maar geen zuur gezicht. Maar weet u wat genadeliefde is? Eerst een klap en dan een kus! Eerst verwonden en dan helen. Zo werkt de Heere in de waarachtige bekering. Het leger tegenwoordige 'zachte en liefdevolle' heelmeesters pleisteren liever met loze kalk en preken van vrede, vrede en geen gevaar, maar van de ware liefde moeten dezulken niets hebben. God is liefde, maar Hij rechtvaardigt enkel goddelozen, omdat Hij in Christus rechtvaardig in Zijn liefde is. Weet u wat liefde is? Dat men zijn leven zette voor zijn vrienden. Velen die elkaar vrienden noemen, hebben echter nog geen dubbeltje voor elkaar over en kunnen geen 'zakje zout' met elkaar opeten. Dat zijn vrienden tot op zeker hoogte. Dat soort vriendschap is gegrond op eigenliefde. Maar weet u wat de ware liefde is? Dat Christus Zijn leven gaf voor vijanden, voor goddelozen (Rom. 5:6). O, mensen, Christus ging voor de Zijnen door het Goddelijke wraakvuur, gaf Zijn leven en heeft hen lief met een eeuwige liefde. Die liefde noopt tot wederliefde, want de liefde van Christus dringt ons. Dat is niet mijn liefde, maar de liefde van Christus in mij. O, de liefde van Christus is een stervende liefde, een zelfverloochende liefde, een vleesdodende liefde. Die liefde heeft maar één Voorwerp, namelijk Christus en in Christus ook de naaste. Zo is dan de liefde de vervulling der Wet. Wat men tegenwoordig liefde noemt, komt veelal voort uit eigenbelang. Gods Woord zegt ons dat in het laatste der dagen zelfs de natuurlijke liefde van velen zal verkouden. We leven er midden in. Velen beweren de naaste lief te hebben, maar ondertussen laat men de naaste ongewaarschuwd ter helle reizen, veelal onder de vlag van een vals evangelie. Als Paulus -door de liefde van Christus gedreven- de broeders in het geloof oproept zijn navolgers te zijn, waarschuwt hij hen tevens voor de valse godsdienst: "Want velen wandelen anders; van dewelken ik u dikmaals gezegd heb, en nu ook wenende zeg, dat zij vijanden des kruises van Christus zijn; welker einde is het verderf, welker God is de buik, en welker heerlijkheid is in hun schande, dewelken aardse dingen bedenken", Filip. 3:18-19. De liefde tot de naaste bestaat vanzelf niet alleen uit waarschuwingen tegen het kwaad, want de ware liefde openbaart zich ook in het liefhebben. Een man beperkt de liefde voor zijn vrouw niet door haar alleen te zeggen dat hij haar liefheeft, nee, hij uit zijn liefde ook in het liefhebben, dus in de praktijk. De Farizeeën proclameerden hun (eigen)liefde tot God en voor de waarheid op de hoeken van de straten, maar ze brachten er niets van in de praktijk. Dat tekent de Heere Jezus duidelijk in de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan. Die priester en die Leviet, die de waarheid hoog in hun vaandel hadden staan, konden die gewonde man aan de kant van de weg rustig dood laten bloeden, terwijl de barmhartige Samaritaan, die niet zo heel zuiver was in de godsdienst, zich wel over zijn dodelijk gewonde naaste ontfermde. Gods kinderen hebben de dure liefdesplicht pal te staan voor de waarheid van het Evangelie -al zouden hemel en aarde erdoor uit hun voegen raken (Luther)- maar als hun naaste in de goot ligt, zijn ze geroepen om barmhartigheid te bewijzen, want God wil barmhartigheid en geen offerande. Als we de ware liefde bezitten, zullen we ook onze vijanden liefhebben, kolen vuurs op hun hoofd hopen, maar nooit en te nimmer ten koste van de waarheid van het Evangelie. Die twee zaken worden helaas dikwijls met elkaar vermengd, maar de geest van een valse verdraagzaamheid en een kerkelijke Eli-geest brengen meer geestelijke en kerkelijke verwoesting teweeg dan een wereldoorlog. Ik heb het al meer gezegd: de situatie van de kerk in onze dagen is slechter dan in de tijd van vóór de Reformatie, want in de strijd tegen Rome was de kerk der Reformatie één, maar nu is de gevestigde kerk tegen zichzelf verdeeld en een huis dat tegen zichzelf verdeeld is, zal niet bestaan. De repeterende kerkbreuken liegen er dan ook niet om. Zelfs broeders van hetzelfde kruis kunnen dikwijls niet met elkaar wandelen, vanwege de roddel en de laster waarmee men elkander bestookt. We hebben God verlaten, wat voordeel zouden we hebben? Dan maar zwijgen op Sions muren? Het is maar net wat onze roeping is. Heeft de Heere u geboden te zwijgen (Ezech. 3:26), zwijgt dan, maar heeft de Heere u geboden te spreken (Jes. 58:1 - Jes. 62:6 - Jer. 20:9 - Hand. 18:9), verhef dan uw stem met macht (Jes. 40:9). Jona had een last ontvangen om Nineve het oordeel aan te zeggen en de wraak Gods. "Liéfdeloos!" schreeuwt men nu van de daken. Ja, maar dat boek had de profeet allang uit, want hij preekte 'slechts' hetgeen hem opgedragen was. Al dat geschreeuw over liefdeloosheid is slechts een bewijs dat men de ware liefde niet heeft. Er is echter niets nieuws onder de zon. De dienstbare Galatiërs verweten Paulus ook van liefdeloosheid, maar de apostel weerlegt deze laster: "Ben ik dan uw vijand geworden, u de waarheid zeggende?" Gal. 4:16. De godsdienstige Joden hoorde Jezus gaarne, want Hij sprak aangename woorden (Luk. 4:22), maar toen Christus de waarheid aanscherpte (Luk. 4:25-27), werden zij allen in de synagoge met toorn vervuld, als zij dit hoorden. En opstaande, wierpen zij Hem uit, buiten de stad, en leidden Hem op den top des bergs, op denwelken hun stad gebouwd was, om Hem van de steilte af te werpen. Maar Hij, door het midden van hen doorgegaan zijnde, ging weg (Luk. 4:25-30). Vele, ja, vele belijders kunnen de volle raad Gods niet verdragen en hun enige verweer is lasterpraat en het zwaaien met de vlag van de 'liefdeloosheid'. Christus' optreden wordt op grote schaal verhumaniseerd, maar Christus zegt: "Meent niet, dat Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard", Matth. 10:34. Christus is dus echt niet zo menslievend als vele verleiders het publiek willen doen geloven, hoewel Hij met één machtswoord en in één moment al de inwoners der aarde kan bekeren. Dat doet Hij echter niet en wel om de volgende reden: "Ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen, die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn Uw", Joh. 17:9. Toch moet het Evangelie aan alle creaturen gepredikt worden, opdat niemand zich verontschuldigen kan en omdat wij niet weten wie er uitverkoren zijn. God is geen tiran, maar in Christus een gaarne vergevend God. "Want Ik heb geen lust aan den dood des stervenden, spreekt de Heere HEERE; daarom bekeert u en leeft", Ezech. 18:32.
Ontvang de hartelijke groeten,
GPP. Burggraaf
PS. Zie ook: PERSBERICHTEN - 'BIJBELSE IRONIE'
|
|
|
|
|
|