DOCH HIJ ZAL...
DOCH HIJ ZAL VERSCHIJNEN TOT ULIEDER VREUGDE...        
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte heer Burggraaf,
Ik zou u wat van mijn ondervindingen willen schrijven, die ik door een korte Schriftverklaring u doet toekomen. Er zijn nog mensen in Nederland die zich met u verbonden voelen en dezelfde weg gaan!

In Gods Woord kunnen wij lezen en wel in de profetie van Jesaja, het laatste hoofdstuk, vers 5:

"Hoort des HEEREN woord, gij, die voor Zijn woord beeft! Uw broeders, die u haten, die u verre afzonderen, om Mijns Naams wil, zeggen: Dat de HEERE heerlijk worde! Doch Hij zal verschijnen tot ulieder vreugde, zij daarentegen zullen beschaamd worden", Jes. 66:5.

Toen en ook nu moeten al degenen die wedergeboren en met Christus verenigd zijn door het ware geloof, gehaat en gesmaad worden, vooral door belijdende 'christenen' die zich echter ontpoppen als godsdienstige duivels. Het zijn niet de heidenen, de Filistijnen, niet de Tyrier, niet de Moor, maar het zijn de besneden Joden, of om het nieuwtestamentisch te zeggen: het zijn de gedoopten, de belijdende leden, de avondmaalgangers, de mannen met de zwarte pakken en allezins godsdienstig zijn. Het meest schokkende is wel dat je door je eigen broeders in de Naam van God, Christus en de Bijbel, gehaat en gesmaad en vervolgd wordt. Het is geen vreemde zaak, want het gebeurde ook door Saulus van Tarsen die de gemeente Gods vervolgde en ter dood liet brengen. Paulus zegt echter na zijn bekering dat hij dit gedaan heeft in zijn onwetendheid, maar ik vrees dat dat niet meer geldt voor al die tegenwoordige saulussen, want men doet het men opgeheven hand, met Gods Woord op de lippen. Ook ten tijde van Jesaja waren er van die saulussen die Jesaja probeerde te benauwen, onder het mom van vrome woorden: "Opdat de HEERE heerlijk worde!" Zij meenden (en menen) God hiermee te verheerlijken. In de grond der waarheid zijn dezulken nog erger dan de goddeloze wereld, die God en Zijn dienst haten, want als je dezulken aan hun geveinsdheid ontdekt, slaan zij aan het lasteren en als blikken konden doden, zou ik niet meer in het land der levenden zijn. Spurgeon zegt over Jesaja 66:5: "Het gebruik van de Naam des Heeren om venijn toe te voegen aan de beet van de oude slang, is een voorbeeld van zijn sluwheid."
Het venijn waarop Spurgeon doelt, weet men in onze dagen te verpakken in de meest 'vrome, nederige en ootmoedige' woorden, zelfs met Gods Naam op de lippen. Zij zullen echter beschaamd en te schande worden. Doch Hij zal verschijnen tot ulieder vreugde!
Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke Gave van Zijn Zoon Jezus Christus, Die aan Zijn volk zal verschijnen tot haar eeuwige vreugde, zodat zij zich in Hem zouden verheugen en verblijden, ja voor Zijn troon en hier beneden.

Dankt God in alles, broeder!

R.A. D.


Geliefde vriend,
Hartelijk dank voor uw brief. Ik ben verblijd dat u niet verbitterd bent door al die aanvallen en bestrijdingen. Laten we -zolang de Heere het geeft- bidden voor onze vijanden, zoals ook Stefanus, in navolging van Christus, door loutere genade heeft mogen doen: "Heere, reken hun deze zonde niet toe."

Gode bevolen en hartelijk broedergroet,

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl